Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Interview] Dirk Barrez over landbouw en globalisering

[Interview] Dirk Barrez over landbouw en globalisering

BRUSSEL - Veertig procent van de werkende wereldbevolking is boer, maar die groep verdient samen slechts vier procent van het wereldinkomen. Hoe komt dat? En wat moet daaraan gebeuren? We vroegen het aan journalist Dirk Barrez, die over landbouw en globalisering een boek schreef (en een gelijknamige documentaire maakte): Koe 80 heeft een probleem. Boer, consument, agro-industrie en grootdistributie.

Vreemd... Terwijl wij voor onze koffie vandaag twee maal meer betalen dan vroeger, verdienen de koffieboeren twee maal minder. En hoewel slechts een 12 procent van 's werelds graan wordt verhandeld op de wereldmarkt, is het toch de beurs van Chicago die wereldwijd de prijs bepaalt. En die prijs is de laatste decennia fenomenaal gedaald, met alle gevolgen van dien voor miljoenen boeren.

Maar door de stijgende vleesconsumptie in het Zuiden en de vraag naar biobrandstoffen gaan de graanprijzen vandaag toch terug omhoog? Goed nieuws voor de boeren?
Dirk Barrez: "Op het eerste zicht lijkt dat voor de boeren positief, maar er zitten een paar addertjes onder het gras. Ten eerste: in verhouding met de daling is de prijsstijging eigenlijk maar beperkt. Ten tweede: de boeren bevinden zich als producenten in een afhankelijke situatie, waardoor zij niet veel greep hebben op prijszetting, verwerking, distributie,... En ten derde, en dit is misschien het belangrijkste op termijn: in de mate dat de graanprijzen structureel zouden stijgen en het dus economisch interessant wordt om landbouw te bedrijven, riskeer je wereldwijd dezelfde evolutie te zien als in een land als Brazilië: de opkomst van de agro-industrie die massaal landloze boeren creëert, omdat ze de lokale kleine boeren wegjaagt van hun grond. Als het interessant wordt voor het kapitaal wereldwijd om te investeren in grond - de productiefactor bij uitstek - dan dreigt dat overal een massale uitstoting teweeg brengen van kleine boeren die niet de middelen hebben om mee te gaan in het agro-industriële productieproces. Overal waar de overheden dat tolereren, zal je een uitstoting zien zoals in Brazilië. Maar de voorbije decennia zijn wereldwwijd al honderden miljoenen boeren weggetrokken van het platteland, omdat ze er niet meer konden overleven. Waar zijn ze terecht gekomen? In de slums, in de krottenwijken, in de grote steden, waar ze bijna geen koopkracht hebben. Voor hen zijn hogere voedselprijzen een ramp."

"Eigenlijk zit het Zuiden bijna in een vicieuze cirkel. Ze zouden in feite op de twee fronten tegelijk moeten kunnen werken: je moet zowel de plattelandseconomie kunnen aanzwengelen als tegelijkertijd een economie hebben die een inkomen verschaft aan de mensen in de stad, zodanig dat die tegen een deftige prijs voedsel kunnen kopen van de mensen van het platteland, zodanig dat die dan weer voldoende inkomen hebben om de producten van de stad te kunnen kopen... Maar vandaag heeft het Zuiden noch het recht om haar landbouw te beschermen, noch de macht om te zeggen 'we gebruiken de opbrengst van onze landbouw om fabrieken te bouwen, en die fabrieken gaan we in een eerste fase beschermen van de wereldmarkt,' wat alle rijke landen vroeger wél gedaan hebben. Ook Taiwan, Zuid-Korea en China hebben dat gedaan, en daardoor hebben ze hun welvaartsmachine kunnen uitbouwen. Pas op het moment dat je sterk genoeg bent kan je zeggen: 'vanaf nu gaan we op een aantal terreinen de concurrentie aan met de wereldmarkt' - zoals Zuid-Korea in het begin gedaan heeft voor schepen en Taiwan voor speelgoed. Maar je kan de zaken niet omdraaien. Je kan niet zomaar zeggen: open jullie grenzen en je zal rijk worden. Als je nog geen competitieve economie hebt, dan verlies je alleen maar op de wereldmarkt. Dat is het drama van Afrika. Vandaag zegt men tegen de Afrikaanse landen: 'wat alle rijke landen je hebben voorgedaan, namelijk hun 'infant industry' beschermen tegen de wereldmarkt, dat mag jij nu niet meer doen, want dat hebben we afgesproken in de Wereld Handels Orgatisatie (WTO)'."

Wat moet er dan wel gebeuren? Pleit u voor protectionisme?
Dirk Barrez: "Noem het liever voedselsoevereiniteit. Landen en regio's moeten het recht hebben om hun landbouw, hun voedselproductie en -veiligheid in de grootst mogelijke mate zelf te beredderen. Net omdat landbouw en voedsel zo belangrijk zijn, moet iedereen de vrijheid hebben om daar zelf over te kunnen beslissen. Wie wil kan dat protectionisme noemen, maar eigenlijk is dat de vrijheid hebben om een beleid te voeren in het belang van je bevolking - zowel van zij die voedsel produceren als van zij die moeten eten. Dat kan je niet laten afhangen van de wereldmarkt - zeker niet in het Zuiden. Want als het afhangt van de wereldmarkt zal je bevolking niet eten maar honger lijden. Vandaag zitten we in een situatie waarbij - als je de wereldmarkt laat spelen, en dat wil zeggen dat de koopkracht van de rijke mensen op de wereld, waar ze ook wonen - wij voedsel gaan produceren om er brandstof van te maken voor hun auto's, terwijl de anderen meer nog dan vandaag honger zullen hebben. Dat is de teneur."

Je zegt dat boeren vandaag in een 'afhankelijke positie' zitten. Wat bedoel je daarmee?
Dirk Barrez: "De moderne landbouw gaat helemaal op in een systeem waarin je als boer alles wat je nodig hebt haalt bij leveranciers. Of het nu gaat om zaad, om bestrijdingsmiddelen, om meststoffen,... - dat koop je allemaal. Maar je ziet in elk van die sectoren concentraties optreden. In mijn boek beschrijf ik hoe in de zaadsector een bedrijf als Monsanto voor bepaalde zaden echt monopolistische posities heeft. Voor genetisch gemanipuleerde mais hebben zij 97% van de markt in handen. Ook voor sommige bestrijders zijn er monopolies - bij Monsanto, bij BASF,... Ook voor meststoffen geldt dat. Overal zie je een steeds sterkere concentratie van de economische macht."

"Iets gelijkaardig zie je aan de kant van de afnemers. Voor de granen heb je drie grote opkopers: Cargill, ADM en Louis Dryfus. Die drie bedrijven beheersen de totale graanmarkt. En ze verdelen haar: ze zijn niet overal alledrie tegelijk actief. Eenzelfde fenomeen zie je in de voedingsindustrie. Ook daar krijg je via overnames steeds grotere concentraties."

"Op het einde van die keten heb je dan de grootdistributie. Die oefent een ongelooflijke macht uit, omdat ze de link werpt tussen de boeren en de consumenten. Om te illustreren hoe stek hun positie is: volgens een studie van enkele jaren geleden zit je in Europa met 160 miljoen mensen die aankopen doen in de winkel enerzijds, enkele miljoenen boeren die producten toeleveren anderzijds, en daartussen een flessenhals van een goede honderd aankoopdiensten die heel dat verkeer tussen boer en consumenten regelen. Honderd sluizen."

"En daar zit de macht, natuurlijk. Aankoopmacht tegenover de boer en tegenover al wie toelevert - ook tegenover de grote verwerkingsbedrijven trouwens. En ook macht ten overstaan van de consument. Want hoe groter je bent, hoe meer druk je kan uitoefenen op de prijsvorming richting klanten. Er is weliswaar nog wat concurrentie op de distributiemarkt, maar een recente studie toont toch dat de prijzen die ze aanrekenen hoger zijn dan gerechtvaardigd is. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de toename van de voedselprijzen véél te zwaar vertaald wordt in de prijzen die de grootdistributie aanrekent aan de consument. De hogere prijzen komen dus slechts een klein beetje de boeren ten goede. Het zijn vooral de verwerkers en de de distributeurs die hun marges verhogen."

Sommige consumenten en producenten experimenteren met zaken zoals voedelteams, coöperatieven,... Is dat een goed alternatief of zijn zulke initiatieven gedoemd om marginaal te blijven?
Dirk Barrez: "Ik zou een onderscheid willen maken. Initiatieven als voedselteams waarbij mensen samen rechtstreeks aankopen bij boeren zijn prima en kunnen maar best groeien. Maar het is niet evident, omdat ze van de consumenten een nogal forse inspanning vergen, wat niet voor iedereen is weggelegd - zeker niet in onze huidige economie van vaak overdrukke tweeverdieners. Maar naast die voedselteams zijn er voor consumenten ook andere mogelijkheden: groentenabonnementen, boerderijverkoop,.. Het meeste perspectief zie ik waar boeren zélf de keten in handen nemen. Niet omdat dat hét alternatief zou zijn dat de lange keten zal wegdrukken, maar wel omdat je op die manier toch een stuk macht kan terugwinnen. Wanneer boeren zich verenigen om zelf winkels op te zetten, dan kunnen ze heel wat consumenten bereiken. Zo zet je de lange keten onder druk. We zien dat dat werkt: als je begint met bio, dan is dat eerst marginaal, maar op het moment dat dat een bepaalde envergure krijgt, zie je dat het dominante economische model - de grootdistributie - zegt: 'dat moeten wij ook hebben'. En als streekproducten succesvol worden, dan zie je die ook opduiken in de supermarkten... Maar je mag je natuurlijk nooit laten verleiden om te zeggen: het ligt nu in de supermarkt, laat de grootdistributie dit maar verder zetten. Het belangrijke is dat je je eigen kanaal behoudt en liefst versterkt, om die druk te kunnen blijven uitoefenen."

"En je ziet dat in bepaalde gevallen alternatieve distributrievormen eigenlijk zelfs dominant kunnen zijn. In Zwitserland is een meerderheid van de verkochte bananen fair trade. Hoe komt dat? Omdat de distributie voor een groot deel nog steeds in handen is van een coöperatieve winkelketen, en dat die vanuit haar waarden kan zeggen: 'wij kiezen voor fair trade, principieel'. In die keten zijn bijna negentig procent van alle verkochte bananen fair trade. Op dat moment overstijg je het pure statement. Dan ben je ook economisch van belang. Tot in het Zuiden in dit geval."

Wij zijn zogezegd de 'rijke Westerlingen'. Maar is de gemiddelde Belg eigenlijk wel rijk genoeg om echt eerlijke, duurzame voedelprijzen te betalen?
Dirk Barrez: "De gemiddelde Belg wel. Die geeft nu van zijn besteedbaar inkomen twaalf procent uit aan voedsel... Bij de gemiddelde Belg van honderd jaar geleden was dat meer dan de helft. Het gros van de huidige Belgen kan dus denk ik wel iets meer betalen voor zijn voedsel. Nu betaalt hij voor bulk, terwijl hij kwaliteit verwacht. Eigenlijk kan hij klasse hebben - prima producten, mooi geteeld, veilig, duurzaam, lekker, alles wat je wil - voor amper meer geld. Nu gaat immers onevenredig veel winst naar de tussenschakels. In mijn film zit iemand die zegt: "ik werk twee maanden aan mijn kippen en krijg daarvoor even veel als de firma die daar het label 'dit is een biologische kip' op plakt. Hoe kan dat nu?" Dat is voor een groot stuk het probleem."

"Iets anders is dat je in alle samenlevingen - ook bij ons - een aantal mensen hebt die inderdaad te weinig verdienen om zelfs maar dat ietsje meer te kunnen betalen. Maar de discussie moet juist gevoerd worden. Als men zegt: "duurzame landbouwproducten, dat is iets voor rijke mensen", dan is mijn antwoord dat we toch wel een heel merkwaardige samenleving zijn als we niet eens kunnen garanderen dat iedereen ten minste genoeg verdient om zich voedzaam en duurzaam voedsel te kunnen permitteren. Als je zegt "bio is te duur voor wie slecht bij kas zit", dan moet je dat oplossen op het vlak van de inkomensherverdeling. Het probleem ligt niet bij de duurzame landbouw maar bij het feit dat je in een samenleving zit die buitengewoon rijk is maar blijkbaar tolereert dat de inkomensverdeling steeds slechter wordt en dat de armoede toeneemt. Dat kan nooit een argument zijn tegen duurzame landbouw. Je moet het debat voeren over de inkomensverdeling: hoe komt het dat sommigen perfect zeer dure auto's kunnen betalen en anderen niet eens deftig voedsel kunnen eten?"

Hoe zit het eigenlijk met het verzet van de boeren op wereldvlak? Vinden boeren uit Noord en Zuid elkaar? Of hebben die tegengestelde belangen?
Dirk Barrez: "Je hebt internationaal twee grote vleugels: enerzijds de 'Boerenbond'-vleugel en anderzijds Via Campesina, bekend van o.m. de beweging van landloze boeren uit Brazilië (MST) en van de Franse boerenleider José Bové. Die twee strekkingen vinden elkaar steeds meer. Beide aanvaarden nu bijvoorbeeld dat dumping niet kan. En op de WTO-top in Hong Kong voerden boerenorganisaties van beide strekkingen samen actie."

"Wie nog steeds denkt in termen van de tegenstelling 'boeren uit rijke landen' versus 'boeren uit arme landen', maakt niet de juiste analyse. Er zijn natuurlijk verschillen, maar fundamenteel ondergaan ze dezelfde processen: afhankelijkheid van leveranciers, van commercialiserings- en verwerkingskanalen, afhankelijkheid van een wereldmarkt die hen ontsnapt,... En dat merk je dus ook in de internationale boerenbeweging, waar veel meer dan vroeger - en eigenlijk op vrij korte tijd - boeren uit Noord en Zuid en Oost en West elkaar gevonden hebben. Op de Wereldhandelsconferentie in Hong Kong schaarden boerenleiders uit alle continenten zich samen achter dezelfde programmatorische eisen. Van de Belgische Boerenbond tot de famililale landbouwersorganisaties uit Brazilië, Senegal of India,... in essentie zeiden ze allemaal hetzelfde, te weten: 'Ten eerste is de WTO niet de plek om landbouw en voedselproductie te behandelen: haal landbouw uit de WTO! Ten tweede: wij willen het recht voor onze regio's om over landbouw, voedselproductie, voedselveiligheid en voedselzekerheid zélf te beslissen, bij ons.' En neen, ze zijn niet naïef: natuurlijk zal je altijd internationale handel en internationale stromen hebben, je gaat in Nederland geen bananen in serres kweken. Ze pleiten dus niet voor autarkie, wél voor het recht om zelf te mogen beslissen over de mate waarin ze zich inpassen in de wereldmarkt of niet. Ze zeggen ook: 'Dit willen we allemààl, je moet ons dus niet tegen elkaar proberen uitspelen'. En voor de rest zeggen ze: 'We willen de klemtoon leggen op de lokale en de regionale markt'. Maar dat betekent niet op 'de boer om de hoek'... Een regionale markt, dat is bijvoorbeeld heel West-Afrika, heel Brazilië,... Men moet dus niet doen alsof dat iets is van geitenwollensokkendragers. Het gaat hier om echte massa-organisaties: wereldwijd organiseren ze meer dan tweehonderd miljoen mensen. Dit is een sociale beweging die zich mondialiseert, en die bovendien een eigen economisch project heeft. Mijn thesis is dat dat doorheen de geschiedenis de meest succesvolle sociale bewegingen zijn"

Beluister ook een audio-interview met Dirk Barrez door Radio Centraal op Het Andere Boek. Dirk Barrez heeft een eigen e-nieuwsbrief: www.pala.be

Dirk Barrez, 'Koe 80 heeft een probleem. Boer, consument, agro-industrie en grootdistributie', uitgeverij EPO (2007), 252 blz.

Nederland

En de vraag is, welke rol heeft Nederland over deze onderwerp!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!