Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Walter Zinzen over het nieuwe boek van Blokwatch

Walter Zinzen over het nieuwe boek van Blokwatch

Vrijdag 22 september werd 'Wat u moet weten over het Vlaams Belang', het nieuwe boek van Blokwatcher Marc Spruyt voorgesteld. Gewezen journalist van de VRT Walter Zinzen gaf er deze toespraak.

Vaak wordt gezegd dat journalisten die iets over het Blok willen schrijven, snel even Marc Spruyt bellen en vervolgens onder eigen naam hun stuk publiceren. Het zegt natuurlijk iets over de kwaliteit van onze onderzoeksjournalistiek, maar toch vooral over de reputatie die Marc Spruyt zich de afgelopen jaren heeft opgebouwd. Met zijn onvermoeibaar speuren naar wat zich werkelijk afspeelt achter de façade van de nette democraten, die zeggen wat wij denken, is Marc Spruyt een begrip geworden. “Wat het Vlaams Blok verzwijgt” en “Grove Borstels” zijn standaardwerken, die op niemands nachtkastje mogen ontbreken, en sedert 2005 is er het elektronische naslagwerk Blokwatch, waar het doen en laten van extreem-rechts nauwgezet wordt gevolgd.

En vandaag presenteert Marc Spruyt “Wat u moet weten over het Vlaams Belang”, een bewerking van een reeks artikels, die eerder bij Blokwatch te lezen vielen. Dit boek zou niet alleen op het bureau van iedere politieke verslaggever moeten liggen maar ook moeten behoren tot de verplichte lectuur van iedere scholier, die zich moet voorbereiden op het vervullen van zijn stemplicht. Als een rode draad loopt door het boek de stelling dat Vlaams Belang en Vlaams Blok in niets van elkaar verschillen, een stelling die Marc Spruyt ook heel aannemelijk maakt. Concreet betekent dit dat het Belang wel degelijk een partij is die veroordeeld is wegens racisme en dat ze sedert haar naamsverandering niets gedaan heeft om dat racisme uit haar programma te verwijderen.

Amusant daarbij is de terloopse opmerking van Marc Spruyt dat zowel de naam als het logo van het Vlaams Belang gejat zijn. “Volksunie, Vlaams belang” is de slogan waarmee de VU in 1978 naar de kiezer trok; het logo, een gestileerde leeuwenkop, is een exacte kopie van die van het Sint-Maartensfonds en Were Di, twee organisaties die naar het woord van Marc Spruyt, “geworteld zijn in de collaboratie en het warm houden van de erfenis daaraan”. Dat het Blok / Belang zelf ook de erfenis van de collaboratie koestert is een constatering waar wellicht niemand meer van opkijkt, maar het maakt het opvrijen van potentiële joodse kiezers in Antwerpen tot een wrang en zelfs macaber schouwspel. Marc Spruyt wijst bijvoorbeeld op de spelletjes die door het Blok / Belang gespeeld zijn rond de Holocaust. Negationisten zijn, wat ook de hypocriete uitlatingen naar buitenuit zijn, wel degelijk kind aan huis bij het Blok / Belang.

Voor het politieke gevecht van alledag zijn allicht andere contradicties nuttiger: het Blok / Belang probeert de figuur van priester Daens te kapen, maar in feite staat Daens’ gezworen vijand Woeste model voor de top van de partij. Het Blok is een werkgeverspartij, maar om de arbeiders voor zich te winnen doet het zich, als dat zo uitkomt, als een werknemerspartij voor. Overigens komt ook het corporatisme om het hoekje gluren, dat in de jaren dertig omarmd werd door o.m. Joris Van Severen, een door de stichters van het Blok zeer bewonderde figuur.

Het corporatisme gaat uit van het idee dat werkgevers en werknemers gemeenschappelijke belangen hebben. Vandaar dat het VB principieel tegen stakingen is, hoewel in het officiële programma de woorden staking en stakingsrecht niet eenmaal voorkomen.
Om de werkgevers te plezieren, laat het Blok zelfs zijn rigide anti-migratiestandpunt varen. Marc Spruyt citeert uit een VB-brochure van oktober vorig jaar Vergrijzing en arbeidsmarkt, bladzijde 13: “Het is mogelijk dat op lange termijn niet-EU-burgers – niet EU-burgers! - knelpuntvacatures kunnen helpen invullen” (einde citaat). Dit pro-gastarbeid standpunt, zo voegt de auteur er voor alle duidelijkheid aan toe, “zou geen enkel VB-congres, laat staan een partijmeeting in de Antwerpse Seefhoek overleven en betekent hoe dan ook een bocht van 180°”. In 1996 verwierp het Blok nog op een congres het “systeem van de gastarbeid zowel om principiële als om sociaal-economische redenen”.

Het is niet de laatste contradictie. Na zijn veroordeling wegens racisme schreeuwde het Blok moord en brand: dit vonnis was een aanslag op de vrije meningsuiting. Marc Spruyt bewijst, feiten in de hand, dat het Blok alleen bekommerd is om de vrijheid tot het uiten van de eigen mening. De mening van anderen wordt niet getolereerd. Zo probeerde het VB drie jaar geleden de politieke debatten te laten verbieden, die ieder jaar tijdens de Gentse Feesten voor een democratisch hoogtepunt zorgen. Twee journalisten, Eric Goeman en Ron Hermans, die een kritisch boek schrijven over VB-er en ex-politiecommissaris Johan Demol, worden voor de rechter gedaagd. Spruyt herinnert aan de uitspraak van de toenmalige voorzitter voor het leven Karel Dillen uit 1991: “Zet alle journalisten voor een kanon en ik zal wel zeggen: vuur”. In 2006 ontsnappen ook artiesten niet aan de banbliksems van de Blok-coryfeeën, zoals de lafhartige aanvallen op de deelnemers aan de 0110-concerten van Tom Barman bewijzen.

Mag ik trouwens ook herinneren aan het verbod dat het OCMW in Antwerpen heeft uitgevaardigd, onder druk van het VB, om de bordjes “Zonder Haat Straat” op te hangen aan OCMW-gebouwen? Dat de andere politieke partijen in Antwerpen zich tot dit manoeuvre hebben laten lenen, zegt veel over de invloed die het VB uitoefent zonder formeel aan de macht deel te nemen.

Zo komen we als vanzelf bij het cordon sanitaire terecht. De afspraak om geen bestuursakkoorden met het VB te sluiten, omdat het een racistische partij is, ligt zwaar onder vuur. Politici à  la Jean-Marie Dedecker, de redactie van De Standaard en vele anderen met hen vinden het cordon een foute strategische keuze. Zonder ook maar enig wetenschappelijk onderzoek dat hun stelling ondersteunt, gaan ze ervan uit dat het cordon het Blok heeft groot gemaakt. Terwijl men natuurlijk net zo goed kan zeggen dat het Blok / Belang, dankzij het cordon, nog nergens greep heeft gekregen op benoemingen en subsidiëringen. Alleen: niemand zegt het. Marc Spruyt verwijst in dit verband naar de schroom die zich zelfs van maatschappelijk geëngageerde organisaties heeft meester gemaakt om zich tegen het Blok uit te spreken. Want het Blok, zo wordt gedacht, spint garen bij elke vorm van aandacht , ook al is het negatieve. “Zij verkiezen daarom extreem-rechts dood te zwijgen, zo noteert de auteur, maar vergeten dat “wie zwijgt over het Blok niet het Blok maar wel zichzelf het zwijgen oplegt.” Het gevolg is dat het cordon niet meer wordt uitgelegd. Daardoor verzwakt ook het draagvlak ervoor, zo concludeert Marc Spruyt terecht.

Tegenstanders van het cordon pleiten juist voor het opnemen van het Blok in het bestuur, in de verwachting dat het zichzelf zal kapot regeren. Er wordt dan verwezen naar buitenlandse voorbeelden zoals Oostenrijk, waar extreem-rechts gesplitst is en serieuze klappen moest incasseren. Marc Spruyt wijst erop dat Jörg Haider in zijn eigen deelstaat Karinthië nog altijd 45% van de stemmen haalt en dat de FPà– in de deelstaat Wenen in oktober vorig jaar alweer 15% haalde met een uitgesproken islamofobe campagne. Ook in Denemarken, waar extreem-rechts gedoogsteun geeft aan het kabinet, en in Frankrijk, waar het Front National al sedert 1995 in vier steden het bewind in handen heeft, is van “verbranden door regeren” beslist geen sprake. Wat de tegenstanders van het cordon wel eens vergeten, is dat in een coalitie met het VB het wel eens de andere partij kan zijn die zich verbrandt, zo zeg ik Marc Spruyt na.

Mocht het cordon ooit doorbroken worden, dan staat ons een doemscenario te wachten, zo luidt zijn waarschuwing. Hij voorspelt weinig minder dan een semi-burgeroorlog in sommige wijken en een intellectuele terreur in heel het land. Maar zelfs à ls de tegenstanders van het cordon gelijk hebben en het VB na een legislatuur besturen weer in de oppositie belandt, zullen de gevolgen catastrofaal zijn. Het Blok / Belang zal immers tijdens zijn bestuursperiode zijn mannetjes neerpoten in de ambtenarij, de veiligheidsdiensten, de culturele sector enz. Het Blok zal zijn ondermijningswerk zelfs vanuit de oppositie ongeremd kunnen verderzetten. Op dit vlak kan Frankrijk wél als voorbeeld dienen. In de door het FN bestuurde steden werden ambtenaren die extreem-rechts onwelgevallig waren buitengepest of weggepromoveerd. In de bibliotheken werden zgn. ‘linkse’, multiculturele of immorele werken achter slot en grendel gezet om plaats te maken voor een lawine van extreem-rechtse boeken en tijdschriften. De subsidiekraan voor migrantenorganisaties, theatergezelschappen en andere culturele verenigingen werd dichtgedraaid.” Zo voltrekt zich, ik zeg het Marc Spruyt alweer na, een democratische staatsgreep, waarvan de gevolgen niet op een twee drie zijn uit te wissen.

Al deze feiten en argumenten zien we niet op televisie, horen we niet op de radio en lezen we niet in de krant. Ik moge dit illustreren met een citaat van iemand , wiens naam ik pas later zal noemen :
“Tegenover het Vlaams Blok durven noch de democratische partijen noch de media de juiste argumenten gebruiken: die partij is racistisch en hiervoor veroordeeld door het Hof van Beroep, ze is anti-Europees (keurde nooit enig Europees verdrag goed), ze is anti-christelijk (de parabel van de barmhartige Samaritaan hebben ze nooit gelezen en als ze die gelezen hebben, hebben ze die nooit begrepen, en als ze die begrepen hebben, hebben ze hem nooit toegepast.) De partij is tevens anti-humanistisch en anti-Vlaams want voor het imago van Vlaanderen in Europa en de wereld absoluut verderfelijk en vernietigend.” Was getekend: Marc Eyskens, minister van Staat.

Het is daarom te hopen dat journalisten, die over het Blok berichten, naar Marc Spruyt blijven bellen en vooral dit boek lezen. Want: de democratie moet in de aanval gaan. Het is de titel van een bijlage, die het boek besluit en er tegelijk een krachtig orgelpunt van is.

Omdat zwijgen niet meer kan. Het is tijd dat we de rug rechten, want de vrije meningsuiting van wie tegen het Blok is, is de jongste tijd in de feiten zeer ingeperkt, zoals Marc Spruyt constateert. We hebben het gezien de eerste 7 dagen na de moord op Joe Van Holsbeeck: ongehinderd door welke vorm van gêne ook werden uitzendingen en kranten gevuld met aanvallen op moslims in het algemeen en de Marokkanen in het bijzonder. Het leek wel of het Blok alle media tegelijkertijd had ingepakt. Toen uiteindelijk bleek dat de echte moordenaars moslim noch Marokkaan waren kon er zelfs geen woord van excuus af. Politici van alle partijen hameren erop dat allochtonen niet alleen rechten maar ook plichten hebben, om het vervolgens nog alleen maar over de plichten te hebben. Bovendien is het bon ton geworden om de schuld voor de achterstand van de allochtonen bij de allochtonen zelf te leggen. Bart Somers, burgemeester van Mechelen en tevens voorzitter van een regeringspartij, verklaart te pas en vooral te onpas dat allochtone ouders zich niet bekommeren om de schoolprestaties van hun kinderen en dusdoende verantwoordelijk zijn voor hun slechte resultaten. Recent wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat dit een mythe is maar het zal de heer Somers misschien wel van gedachte maar niet van uitspraak doen veranderen.

Het is daarom tijd dat alle rechtgeaarde democraten, van links, van rechts en van het centrum, opstaan en spreken. Dat ze zeggen en schrijven, in de media en op café, in openbare debatten, in de klas en aan de familietafel dat de demagogie, de vuilspuiterij en de haat van extreem-rechts niet meer wordt geduld en dus zeker niet mag worden nagevolgd. Op die manier kan de door Marc Spruyt geschetste apocalyps misschien worden vermeden, allicht tot zijn eigen grote opluchting.

Maar, geachte aanwezigen, het is wel vijf voor twaalf.

Walter Zinzen is auteur van o.a. De wereld is een schouwtoneel. Maar wie doet de regie?