arch/ive/ief (2000 - 2005)

WTO: ontwikkelingslanden bijten in het zand met nep-toegevingen
by 11.11.11 Wednesday, Aug. 04, 2004 at 10:45 AM

Een nieuwe stap in de Doha-ontwikkelingsronde is genomen. Niet tijdens een grote hoogmis, maar thuis in Genève, in afwezigheid van de ministers en zonder vervelende protestgroepen. Internationale media nemen intussen de voorgekauwde hoera-berichten van persbureaus over waarin zogenaamd de rijke landen zich ertoe verbinden om hun landbouwsubsidies af te bouwen. Van op afstand vertellen waarnemers een ander verhaal. 11.11.11 concludeert wederom dat de ontwikkelingslanden in het zand bijten. En dat op alle vier onderdelen van de onderhandelingen.

1) Landbouw: hier is inderdaad sprake van een afbouw en zelfs afschaffing op termijn van de exportsubsidies, wat vooral de Europese Unie zou treffen. Ook exportkredieten en andere vormen van exportsteun, waar vooral de VS zich aan bezondigt, zou moeten verminderd worden. De steun aan landbouwproducten die verbonden is aan prijzen en hoeveelheden moet volgens het akkoord eveneens verminderen. Maar tegelijk is er aan de rijke landen ruimschoots de mogelijkheid geboden om deze subsidies te vervangen door rechtstreekse inkomenssteun aan hun boeren zodat E.U. en V.S. overschotten kunnen blijven produceren en exporteren. Bovendien krijgen de twee handelsblokken de mogelijkheid kwetsbare producten te beschermen.
Conclusie: Ontwikkelingslanden halen weinig voordeel uit deze onderhandelingen: ze blijven geconfronteerd met goedkope, gesubsidieerde producten uit rijke landen en zelf hebben ze nog steeds heel weinig mogelijkheden om hun markten te beschermen.

2) Industriële producten: rijke landen zijn erin geslaagd een tekst erdoor te krijgen waartegen ontwikkelingslanden zich meer dan een jaar hebben verzet. Met als resultaat dat ze waarschijnlijk hun importtarieven weer eens moeten laten dalen.

3) Diensten (GATS): alle WTO leden moeten tegen mei 2005 een nieuw verbeterd aanbod doen inzake liberalisering van de dienstensector: dit is sneller dan verwacht, een vlucht vooruit dus voor de Westerse multinationals, die op vinkenslag liggen om zich overal in te kopen in de diensten.

4) Speciale ontwikkelingsaspecten, w.o. katoen: vrijdagnacht sloot de V.S. een akkoord met 4 West-Afrikaanse katoenlanden dat niets concreet bevat. Zo zal een subcommissie worden opgericht om de problemen in de sector op te volgen. In de praktijk betekent dit dat de problematiek op de lange baan geschoven wordt.

In een algemene conclusie besluit Marc Maes, die voor 11.11.11 al jaren de WTO-onderhandelingen volgt: “ondanks het feit dat deze onderhandelingen de ontwikkelingsronde wordt genoemd, hebben ontwikkelingslanden er totnogtoe bitter weinig uit gehaald. Oorzaken zijn de onderhandelingen in kleine groepen met uitsluiting van een groot aantal WTO-leden en verder de grote tijdsdruk waaronder de onderhandelaars werden gezet. Overigens moet nu nog de invulling van het akkoord bepaald worden. De zogenaamde afbouw van Europese exportsubsidies zou nog tot 2015 of 2020 op zich kunnen laten wachten en ook over hoeveel verminderingen het zal gaan, moet nog onderhandeld worden.”

De samenkomst in Genève was van de Algemene Raad, die bestaat uit de ambassadeurs van de lidstaten. Het was dus geen Ministerconferentie zoals in Cancun. Daarmee sloegen de WTO-strategen twee vliegen in één klap: een Algemene Raad heeft dezelfde beslissingsbevoegdheid als een Ministerconferentie en dus betekent het nu bereikte raamakkoord een werkelijke stap vooruit op de agenda van deze onderhandelingsronde. Maar bovendien gaat zon algemene raad niet gepaard met de grote media-aandacht van een Ministerconferentie en worden er geen ngo-accreditaties uitgedeeld. Externe waarnemers waren dus niet toegelaten, wat de afwezigheid van vele protestgroepen verklaart. Alleszins wilden de onderhandelaars een nieuw debacle zoals in Cancun vermijden. Daarin zijn ze geslaagd.