arch/ive/ief (2000 - 2005)

Congo-Expo / Het selectieve geheugen van Congo
by Raf Custers Sunday, Feb. 20, 2005 at 11:38 PM
raf@indymedia.be 0476954290

Het Afrika-museum van Tervuren beschrijft de koloniale geschiedenis van Belgisch-Congo in de expositie "Het geheugen van Congo". De koloniale onderneming blijft een omstreden onderwerp. De tentoonstellingsmakers schipperen. Ze erkennen de nare kanten van de Belgische koloniale dominantie, die gericht was op economische rentabiliteit en gepaard ging met extreem geweld. Maar tegelijk beweren ze dat de onderdrukking beperkt bleef tot de "rubberperiode" en laten ze talrijke zwarte episoden onbesproken. Een wandeling door een overdaad aan informatie.

De expositie is verdeeld in zes thema's. Het begint met een Terugblik in de Tijd, want Congo's geschiedenis vangt natuurlijk vroeger aan dan bij de Europese en Amerikaanse ontdekkingsreizigers. Aan de entree kan je direct naar twee van de boeiendste thema's: links (zaal-2) "Hiërarchieën" en rechts (zaal-3) "Transacties".

De koloniale "hiërarchie"

"Hiërarchieën" behandelt de verovering en inrichting van de kolonie. Ze toont eerst hoe de Congo-staat, het privé-wingewest van de Belgische koning Leopold-2, tot stand kwam rond 1900. Kort daarvoor, in 1885 in Berlijn, hadden de grootmachten van toen Afrika onder elkaar verdeeld. Het duurde tot de Eerste Wereldoorlog (1914-187) voor ze alle gebieden ook echt bezet hadden en de grenzen gefixeerd waren. Die grenzen sneden vaak hele volkeren in twee. Dat proces van verovering en concurrentie, ook met Arabische handelaars, is met kaarten geïllustreerd. In 1908 ging de Congo-staat over naar de Belgische staat. "Vandanaf was Belgisch-Congo een klassieke kolonie, beheerd volgens de principes van rentabiliteit", zegt een opschrift.

Primitieve geweren

Iets meer over vier opvallende plekken in zaal-2. In een kast staan een Albini-geweer en een Luiks percussiegeweer. "De bewapening van toen zegt iets over het geweld", zei professor Marechal bij de opening, en hij voegde erbij dat met zulke "primitieve" geweren onmogelijk 10 miljoen Congolezen van kant gemaakt kunnen zijn, dat cijfer is werkelijk extravagant", aldus Marechal. Maar het geweld van de koloniale macht was wel extreem.
Ter illustratie is een stuk uit een brief uit 1895 uitvergroot. Daar lezen we hetvolgende (in het Frans): "we hebben 2838 cartouches afgevuurd (hij wil aangeven dat hij spaarzaam is geweest want een omzendbrief had geklaagd dat er teveel kogels voor niets werdn afgevuurd) en 1346 inboorlingen gedood. We hebben 162 dorpen verwoest, de huizen platgebrand en de aanplantingen gekapt om de bevolking door de honger te verminderen". De brief is met de hand geschreven door de magistraat Marcelin De Saegher en beschrijft een strafexpeditie van een zekere Fiévez.
Bijna aan het einde van zaal 2 komen 'Congo in oorlog' en de Weermacht (Force Publique) aan bod. Eén foto toont hoe de Weermacht in 1931 Mwenga-chef Shakindungu arresteerde. De tekst daarbij luidt: "Als politie heeft de Force Publique deelgenomen aan de onderdrukking van opstanden en vooral van de voornaamste opstand van Kwango in 1931".

Bommenjagers

'Congo in Oorlog' moet een glorierijke periode geweest zijn. Er hangt een foto van Spitfire-"bommenjagers" die door "de kolonie aangeboden waren aan het Belgische eskadron van de Royal Air Force" (tijdens de Tweede Wereldoorlog). Wat we nergens lezen is dat de Congolezen in de jaren 1940-45 verplicht waren een "oorlogsinspanning" te leveren en voor henéén van de zwartste periodes uit de Belgische koloniale tijd waren.

Polemiek

Deze opvallende schakels in zaal-2 illustreren drie discussiepunten over de tentoonstelling. Bij de geweren kan de vraag gesteld of ze daar soms gezet zijn om het geweld af te zwakken, dit ruikt naar manipulatie. De brief toont dat nagenoeg iedereen erkent dat het geweld buitensporig was. Bij de Weermacht hangt de "enig beschikbare foto" van de onderdrukking van de Kwango-opstand; de Congolezen hebben vaak gerevolteerd tegen de koloniale onderdrukking, maar dat facet van de koloniale geschiedenis ontbreekt grotendeels. De extreme uitbuiting van de oorlogseconomie (1940-45) is helemaal onder de mat geveegd.

Vluchtige informatie

Naar aanleiding van de expositie is een boek uitgegeven met lange artikelen van een selectie van wetenschapslui die op de Congolese geschiedenis werken. Een echte catalogus van de tentoongestelde voorwerpen en documenten is er niet. Dat is spijtig. De expositie is immers erg klassiek opgevat, dat wil zeggen: bezoekers moeten véél lezen, en veel belangrijke informatie, die hier nu is uitgestald, zal na de tentoonstelling ook weer ingepakt worden en dan voor het grote publiek niet meer beschikbaar zijn.

Grondstoffen-export

Die vluchtigheid speelt de bezoeker vooral in zaal-3, die "Transacties" is genoemd, parten. De titel past overigens niet. Transactie betekent, volgens het woordenboek, "een wederzijdse overeenkomst" waar een onderhandeling aan te pas komt. Maar in feite hadden de Congolezen niets te zeggen over wat er met hun rijkdommen en grondstoffen gebeurde. Nog iets: "Congo krijgt een plaats in de mondiale economie", zegt een opschrift. Maar in werkelijkheid hield België zijn kolonie helemaal aan de periferie van de mondiale economie.

Welvaart en stabiliteit...in België

Aan de in- (of uit-)gang van zaal-3 een merkwaardig stuk: een affiche met een tweeluik, gemaakt door Jacob Gielen in 1895, getiteld "Voor de Bekering-Na de Bekering". Ze legt uit waarom de kolonie ook voor de Belgische heersende klasse zo belangrijk was. Het opschrift bij deze affiche luidt: "In 1895 was Leopold-2 naar eigen zeggen bijna failliet. Hij deed een beroep op financiële ondersteuning van België". Maar in België stuitte hij op tegenstand. Het argument van de koning en de "Conglofielen" was dat "het afzetgebied van de Congolese markt een doeltreffende remedie was tegen de verpaupering (van de Belgen, rc), en tegen de anarchie". Met de "anarchie" werd de arbeidersbeweging bedoeld; Gielen had die afgebeeld als gepeupel dat een spandoek meedraagt waarop staat: Vive La Commune!, een verwijzing naar de Commune van Parijs van 1870 toen de volksklasse een tijdlang de Franse hoofdstad had bestuurd.

Generale Maatschappij, en dochters

De export van Congo's grondstoffen is uitgedrukt op enkele grafieken, in het centrum van zaal-3. Omdat de cijfers bijzonder sprekend zijn, zijn ze hieronder gereproduceerd. Niet alleen zijn er gigantische hoeveelheden rubber, koper enz. uit Congo weggevoerd, het land hoorde kennelijk ook bij 's werelds grootste producenten. Eén van de uitbaters, de Generale Maatschappij, met een schare dochters en filialen, is geïdentificeerd in een schema.
Een aparte grafiek getiteld "Kapitaalconcentratie" maakt de optelsom van de kapitalen die in Congo geïnvesteerd zijn. Voor de periode van 1887 tot 1956 ging het om 73.677 miljoen Belgische frank (aan de koers van 1950). Daarvan kwam ruim 34 miljoen uit België, bijna 14 miljoen uit Congo, Rwanda en Burundi en ruim 2 miljoen uit Groot-Brittannië, thuisland van onder meer de palmolie-gigant Lever.

Export-grafieken

Export Koffie (in ton)

1900
1940
1950
1960
35
23.242
33.227
60.568

(Bron: Statistieken Tienjarenplan)

Export Rubber (in ton)

1890
1900
1910
1920
1940
1945
1950
1955
1960

123
5316
3416,7
1112
697
7989
8271
20.583
35.557

(Bron: Statistieken Tienjarenplan)

Export Koper (in ton)

  B.Congo N.Rhodesia Wereld
1920
1938
1946
1951
1966
19.000
254.900
185.200
314.000
623.400
2800
123.900
143.900
162.000
316.900
-
-
-
-
5.350.000

(Bron: C.J. Schmitz, World Non-Ferrous Metal Production, 1979)

Export Uranium (in ton)

1920
1935
1946
0,215
253,51
6887

(Bron: J. Vanderlinden, ARSOM, 1991)

Export Electriciteit (in miljoen Kilowattuur)

1939
1949
1958
1969
1979

217
453
2519
3037
4265

(Bron: VN-Jaarstatistieken)


Export Palmolie 1952-1953 (in ton)

Angola
Belgisch-Congo
Nigeria

Palmpittenolie

Angola
Belgisch-Congo
Nigeria

11.000
150.000
171.000



6.000
55.000
171.000


(Bron: VN)

Dwangarbeid

Volgens de tentoonstelling ging de rubber-exploitatie "enkel tijdens de rubberjaren" met brutaal geweld gepaard, dus "tijdens de twintig jaar durende internationale rubberexpansie" (van circa 1890 tot 1910). Maar uit bovenstaande cijfers blijkt alvast dat er niet één maar twee "rubberexpansies" zijn geweest en dat die van de jaren '40 en '50 veel aanzienlijker was dan die van tijdens Leopold-2.
De "stelsels van dwangarbeid" stopten bovendien niet met Leopold-2 maar duurden voort tot na de Tweede Wereldoorlog, met een piek tijdens die oorlog. Die wetenschap is in zaal-3 vermist. Een kanttekening: de expositie-makers hadden voor meer informatie bij ex-ambassadeur Jules Marchal te rade kunnen gaan. Hij heeft nog in 1999-2000 drie werken gepubliceerd met een boel gegevens over dwangarbeid voor de koper- en goudproductie, de palmolie en de spoorwegen.
Eén episode beschrijft hoe de koper-reus Union Minière in december 1941 in de fabriek van Shituru een staking bedwong. Het leger schoot er 45 stakende arbeiders, 2 vrouwen en 3 kinderen dood.

Basis-onderwijs

Rassen-segregatie vormde de grondslag van de Belgische koloniale samenleving. De Belgische publieke opinie was zich daarvan al begin de jaren '50 volop bewust. Dat blijkt in zaal-4, getiteld "Ontmoetingen", waar persknipsels uit 1951 bevestigen dat er in Congo een "colour bar" bestaat, een scheiding op basis van huidskleur.
De steden waren verdeeld in een Cité Indigène en een Cité Européen en in dat laatste stadsdeel waren Afrikanen ongewenst. Belgische gouverneurs zoals Pierre Ryckmans hadden die Belgische Apartheid in de jaren'30 wel vurig verdedigd.
Voor het onderwijs pakten de Belgen het helemaal anders aan dan de Fransen of de Engelsen die in hun kolonies de opleiding van een elite toelieten. De Belgen gaven "voorrang aan massa-onderwijs". Rond 1910 waren er al talrijke Congolezen tot medische assistenten geschoold, de Belgische koloniale macht had hen nodig voor "de opsporing en behandeling van grote endemische ziekten". Hogerop konden de assistenten niet. Het onderwijs was als een pyramide georganiseerd: zeer breed onderaan, maar bijzonder smal aan de top. In 1960 zat 95% van de schoolgaande Congolezen in het Lager Onderwijs en waren er amper 29 met een diploma van de universiteit.

Beschaving

Zaal-5, Beeldvorming, vergelijkt de wereldtentoonstellingen van 1897 en die van 1958. Ze produceerden voor de Belgische publieke opinie een stroom van beelden over Congo. Merkwaardige conclusie: "ondanks het tijdsinterval" droegen deze tweee evenementen nagenoeg "dezelfde boodschappen hoog in het vaandel, namelijk beschaving, vooruitgang en moderniteit".

Lumumba, omstreden held

Op 30 juni 1960 wordt Congo onafhankelijk. De gebeurtenis, met alles wat eraan voorafgaat en erop volgt, werkt diep in op het bewustzijn van de Congolezen èn de Belgen. Tot vandaag blijven de opinies over deze politieke en historische breuk sterk verdeeld. Dat is merkbaar in zaal-6 over de Onafhankelijkheid, die onderverdeeld is in "Opstanden" en "Secessies".
Patrice Lumumba, die in juni 1960 Congo's eerste premier werd, krijgt géén éénduidige maar een ambigue behandeling. Het commentaar van de expositie luidt: "omstreden held van het Congolese nationalisme voor de enen, brutale en onverantwoordelijke demagoog voor de anderen".
Een anti-Lumumba-pamflet (uit 1961) van de Conakat uit Katanga toont de premier die door de provincie Katanga richting Moskou wordt getrapt. Voor de Conakat was Lumumba een communist. Maar Katanga danste als een marionet aan de touwtjes van het Belgische grootkapitaal. Het had zich nauwelijks twee weken na Lumumba's aantreden afgescheurd van Congo, onder impuls van de hoogste financiële kringen in Brussel, om de kopermijnen voor het Belgische kapitaal te vrijwaren.
Begin 1961 wordt de premier uitgerekend in Katanga vermoord, door militairen van de opstandige officier Joseph-Désiré Mobutu, met actieve medewerking van Belgische politie-agenten èn minstens de stilzwijgende goedkeuring van het Belgische koningshuis.

Mobutu, de transformator

Joseph-Désiré Mobutu komt er in zaal-6 beter van af: "Mobutu transformeert Congo in Zaïre. (...) Hij zorgt voor hechte samenhang tussen elites en volk. (...) [De Zaïrisering van 1973] draait echter uit op een strooptocht die de in opbouw zijnde staat Zaïre ruïneert". Dit CV-in-een-notedop verdonkeremaant dat Mobutu al voor de onafhankelijkheid nauwe banden met de Amerikaanse geheime dienst onderhield en dat hij twee maanden na de onafhankelijkheid een eerste staatsgreep had gepleegd. Hij kwam in 1965 aan de macht met een tweede staatsgreep en installeerde een keiharde dictatuur. Van samenhang tussen de elites en het volk gesproken.

Tentoonstelling
Het Geheugen van Congo, de koloniale tijd
Koninklijk Museum Midden-Afrika, Tervuren
Tot 9 oktober 2005

Congo: ook oorlog tegen moslims
by P.I. Hublou Monday, Feb. 28, 2005 at 2:30 AM
idic@gawab.com

Congo: ook oorlog te...
slavewarmyth.jpg, image/jpeg, 840x1120

Congo: ook oorlog tegen moslims

"Het selectieve geheugen van Congo": een bijzonder boeiende bespreking met een goed gekozen titel van de hand van Raf Custers. http://archive.indymedia.be/news/2005/02/93132.php


Een aspect dat blijkbaar op de tentoonstelling al helemaal niet aan bod komt is de gezamelijke oorlog der koloniale machten tegen de moslims.

Ook in de Congo voerden verschillende Westerse landen militaire strijd tegen de moslimbevolkingen. De VSA gaf morele steun aan deze oorlogen. Waar eeuwen mensen in verscheidenheid met elkaar hadden samengeleefd moesten ze nu aangezet worden tot oorlog.
De hetze werd gevoed vanuit een illusie dat de Westerse beschaving ook ooit die "onderdrukten" zou verheffen tot de status van een "Vrij Volk in een Vrij Land". "Nationale Bevrijdingsstrijd" avant la lettre was een ingangspoort voor kolonisatie en kerstening. Ellende troef.

Toen de (hypocriete)(*) kritiek op de genocide in Leopold's "Congo Vrijstaat" begon aan te zwellen was het de autocraat zelf die de lijn der propaganda bij zijn vazallen keer op keer verduidelijkte: 'Strijd tegen den Arabischen slavenhandelaren". Die beschavingsboodschap moest steeds herhaald worden.

Leopold II maakte handig gebruik van de Wereldtentoonstelling van 1987 in Brussel om er zijn prive wingewest te promoten.
Het standbeeld (foto) dat nu nog steeds in de inkomhal van het museum staat en een "Arabische slavenhandelaar" moet voorstellen is een wapen gebruikt om de schoonschijnendheid van de burgerlijke beschavingsidealen op te houden.

Dat Leopold's knechtje in de Congo, Stanley, ook al deelnam aan militaire expedities tegen o.m. indiaanse volkeren (Kiowa en Comanche; 1867) is geweten. Die veldtochten moeten een goede referentie geweest zijn toen Stanley zich aandiende bij zijn koninklijke broodheer Leopold om er in diens naam de Congo Vrijstaat te gaan stichten.

Stanley (Engelsman) kwam ook het legertje van ene Eduard Schnitzer ter hulp toen die avonturier de Duitse belangen in hartje Afrika verdedigde alwaar hij de localen tegen elkaar aan het opzetten was om zo nieuwe frontlijn tegen de Ottomanen te creeeren. In het museum hangt een Ottomaanse vlag (Turkse vlag) en in dezelfde uitstakkast ligt een kromzwaard. Oorlogsbuit van het 'Leger van de Congo Vrijstaat'.

Eduard Schnitzer, ook bekend onder zijn "moslimnaam" (...) Mehmed Emin Pasha, had zijn strepen in de heilige oorlog "tegen de Turken" al verdiend in wat nu Egypte en Sudan heet.
"Emin Pasha" en nog zo'n figuur, Belg dan,
luitenant Coquilhat, expert op de "Conferentie Tegen de Slaverij" in 1989, kleedde zich anders maar al te graag als moslims: zie foto van een schilderij in het Congo Museum van Tervuren. Travestieten van een bijzonder soort.
http://users.skynet.be/chst/coquilhat.htm

Duitsland, Belgiƫ, Engeland, ... 1 strijd: de moslimeenheid bekampen. - Voor het heil van de locale bevolkingen uiteraard.

Een bordje in de "Herdenkingszaal" van het museum in Tervuren maakt summier melding dat de "Veldtochten tegen de Slavenhandel" een lang in stand gehouden mythe was. Op hetzelfde bordje (zelfde paragraaf) staat dat nog in 1959 er in deze zaal een gedenkteken onthuld werd om de mythologische "Veldtochten tegen de Slavenhandel" te gedenken.
Deze paragraaf, waarschijnlijk niet van de hand van een Nederlandstalige, leest: "Een vrij laat voorbeeld van mythevorming is het gedenkteken van de 'Veldtochten tegen de Slavenhandel' dat in 1959 werd ingehuldigd kort voor de onafhankelijkheid van Congo diende het menslievende en beschavingbrengende karakter van de koloniale onderneming nog eens extra in de vert te worden gezet."


Uit bronnen blijk dat veel mensen zich net aangetrokken voelden tot de Islam omdat de Moslims de enige waren die hen bescherming boden (ongeacht hun geloof). http://www.idicweb.net/

---------------------------------------------
http://www.africamuseum.be/
http://www.congo2005.be/
---------------------------------------------

(*) "Toen de (hypocriete)(*) kritiek op de genocide in Leopold's "Congo Vrijstaat" begon aan te zwellen (...)"

-> Terloops: de "Congo Vrijstaat" werd helemaal niet genereus door de vorst aan Belgiƫ geschonken: het parlement "nationaliseerde" de Congo door er een kolonie van te maken en wel met als enige reden "humanitaire interventies" van Franse en Britse (en mogelijk Duitse) troepen voor te zijn. Door Leopold's genocide zagen die grootmachten de kans schoon Leopold's privewingewest te ontfrutselen.
Belgisch Congo binnenvallen voor wat voor goede reden ook lag wat moeilijk: dan had je oorlog op 't Europees continent. 1914 was zat er aan te komen. (Duitsland verloor zo zijn kolonies).