Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

De verkiezingsinterviews: Geert Lambert (Spirit)

De verkiezingsinterviews: Geert Lambert (Spirit)

BRUSSEL -- Politici en toeschouwers schreeuwen om een inhoudelijk debat. Wel, op Indymedia.be krijgen ze het. We doorploegden de eisenbundels van de sociale bewegingen en trokken met die eisen en voorstellen naar de kopstukken van de partijen. Geert Lambert, voorzitter van Spirit en kandidaat op de senaatslijst van sp.a-spirit geeft de aftrap in deze reeks.

001_DSC_0016_450geert.JPG

“Het is een bijzonder vreemde campagne,” zegt Spirit-voorzitter Geert Lambert. Het is een gevoel waar wel meer politici mee rondlopen. Zeker de politici die niet meteen behoren tot het kransje van kandidaat-premiers en het dus moeilijk hebben om zich in het debat te mengen. “De media spitsen zich helemaal toe op die drie kandidaat-premiers en dat vind ik bijzonder jammer. Er dienen zich nochtans enkele belangrijke thema's aan. Neem het generaal pardon voor mensen zonder papieren, dat wij voorstellen. Er is daar veel rond te doen geweest, maar bij sommige partijen hoor ik daar helemaal niets over. Ik wil niet per se de agenda bepalen, maar ik zou het wel leuker vinden als men die thema's aankaart. Op schooldebatten lukt dat wel. Daar gaat het wel over Kyoto, het asielbeleid en werkgelegenheid. Of over de vergrijzing. We weten dat dat probleem over enkele jaren op ons afkomt en we zijn er helemaal niet klaar voor. Inhoud genoeg dus.”

Spirit voert samen met sp.a campagne. Is het dan wel nuttig om iemand van Spirit apart te interviewen?

“Als je de twee programma’s naast elkaar legt, zie je dat er toch wel verschillen in zitten. Er zijn een paar punten waar we samen helemaal voor gaan en die zes punten van de ‘Ja!’-campagne hebben dan ook een tamelijk hoog Spirit-gehalte. Er zijn ook punten waar we echt helemaal verschillen van de sp.a. Vooral in werkwijze en niet meteen in einddoel. Een concreet voorbeeld: sp.a wil de grenzen niet openstellen voor Europese arbeidskrachten. Wij vinden dat dat wel moet kunnen. Het einddoel is hetzelfde: geen sociale dumping, maar wij denken dat dat beter kan met open grenzen. Soms is het ook gewoon een kwestie van geloof.”

Kan Spirit die eigen accenten ook in het parlement leggen?

“Dat hebben we altijd geprobeerd. Het feit dat we zo lang met een andere partij in een kartel zitten en ook nog eens in de regering, beperkt wel onze bewegingsruimte. Je sluit een regeerakkoord en daar moet je je als partij ook aan houden. In dat akkoord zitten dingen die ik wil en dingen die de ander wil. En er zitten dingen tussen die ik liever niet had gehad en andere dingen waar ik dan weer mee kan leven. In goede en kwade dagen dus. Zolang er voldoende respect is, heb ik daar geen problemen mee. Vanaf het moment dat dat wegvalt, verlaat ik de regering of het kartel, daar wil ik eerlijk in zijn.”

“Wij hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat de koning niet naar Congo is gestuurd. We vonden het nieuwe regime nog te labiel. Laat het democratische proces op gang komen, vooraleer we daar met de grote trom naar toe trekken.”

Laten we het dan eens over die inhoud hebben. Flexicurity. Het modewoord staat niet in het verkiezingsprogamma. Maar we lezen het wel tussen de lijnen. Een combinatie van flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt. Jonge allochtonen moeten bij Opel in Antwerpen zes of zeven jaar met een tijdelijk contract werken. Dreigt het in België vaak niet te hard door te wegen in de richting van de flexibiliteit?

“Als je de principes van de flexicurity gaat toepassen, is dat voor een stuk het risico. Hoewel ik er zelf geen last van heb, begrijp ik heel goed dat veel mensen een bepaalde vastheid van betrekking willen. Ik vraag me wel af of dat nog van deze tijd is. Wat ben je met een vast contract als de werkzekerheid in een autobedrijf maar verzekerd is voor de levensduur van één model? De tijd dat je je hele leven voor één baas werkt, is voorbij. Ik denk dat we dat aan de mensen moeten durven zeggen. We moeten er wel voor zorgen dat de mensen een volle carrière werk kunnen hebben. In andere sectoren of voor andere bazen. De overheid moet een economisch kader creëren zodat dat het interessant genoeg is om te investeren en werk te creëren.”

“Ik besef aan de andere kant ook wel dat mensen een stuk zekerheid willen. Het kan niet dat je ’s avonds naar huis rijdt en dat je op de radio hoort dat een of ander fonds het bedrijf waarvoor je werkt heeft gekocht. Op dat vlak zouden we de band tussen werknemer en bedrijf moeten proberen te herstellen. Ik verwacht op dat vlak nog al wat van de kmo's. Ons land heeft veel kleine ondernemingen, vaak familiaal, waar je merkt dat de verstandhouding tussen de werknemers en hun baas nog relatief goed is. Ook de sollicitaties lopen intern. Ik ben blij dat we de afgelopen jaren toch iets kunnen doen hebben voor die groep.”

Maar ondertussen zegt de directie van Opel wel dat er extra inspanningen gedaan moeten worden om de nieuwe modellen naar Antwerpen te halen. Zo komt de flexibiliteit weer van één kant.

“Dat is een evolutie die je vooral in de grotere bedrijven ziet. Bij KMO’s heb je dat veel minder. Hier speelt natuurlijk de globalisering een belangrijke rol. Vrijhandelsverdragen moeten dringend enkele sociale paragrafen krijgen. We moeten onderhandelen binnen in de WTO zodat we sociale voorwaarden kunnen binnenloodsen in de akkoorden.”

U had het daarnet al even over de vergrijzing. De discussie gaat volgens de vakbonden alleen maar over de laatste vijf jaar van de carrière en te weinig over de ganse loopbaan. Een arbeider die zwaar werk verricht is op zijn 55 al helemaal versleten.

“Dat kan, maar ik denk dat dat afhangt van arbeider tot arbeider. Op dat vlak moet ook de flexicurity gelden. We bieden de mogelijkheid aan om te wijzigen van job. Wie in een zware sector werkt, kan na een herscholing in een andere functie terecht die minder zwaar is.”

Wat kan een overheid daar aan doen?

“Een overheid kan op vlak van opleiding bijzonder veel doen. Natuurlijk in samenspraak met de bedrijfswereld.”

Het programma van Spirit lijkt er van uit te gaan dat er voldoende werk is, maar dat het probleem ligt bij de aansluiting tussen de werkzoekende en het werk. Klopt dat ook hier in Brussel waar in sommige wijken vijftig procent van de jongeren zonder werk zit?

“Kijk, wij hebben doelbewust ons kantoor gekozen in een buurt waar de werkloosheid ontzettend hoog is en waar we dus elke dag geconfronteerd worden met de werkelijkheid. Als ik zie dat Ikea een vestiging opent in Anderlecht en schreeuwt om ongeschoolde arbeidskrachten, maar er geen vindt. En dat tegelijkertijd de Brusselse dienst voor arbeidsbemiddeling niet de minste inspanning doet om aan de werkloze jongeren een basispakket talen aan te bieden, waardoor ze in feite zonder veel problemen in de Ikea konden gaan werken. Dan vind ik dat de overheid hier schandelijk tekort schiet.”

“Wat de diversiteit op de arbeidsmarkt betreft, heeft Spirit specifieke voorstellen. Wij vinden dat de overheid daar een voorbeeldfunctie heeft te vervullen. Die kan als werkgever zichzelf quota opleggen. We willen die niet direct opleggen aan het bedrijfsleven, maar als het niet anders kan zullen we wel moeten.Als mensen niet worden aangenomen op basis van hun afkomst, waarom zou je dan nog gaan studeren als allochtoon. Maar sommige ouders missen ook voldoende opleiding om hun kinderen te begeleiden. Ze denken dat hun zoon een voorbeeldige leerling is terwijl zijn rapport vol opmerkingen staat die ze niet kunnen lezen. Zulke zaken moet je ook durven aanpakken.”

België heeft één van de beste antidiscriminatiewetten van Europa. Wat moet er dan nog aan verbeteren?

“Ik denk dat we vooral op de naleving moeten toezien. We hebben een voorstel ingediend voor het anoniem solliciteren, omdat we weten dat mensen met een vreemde naam systematisch minder worden aangeklikt dan anderen in de databank van de VDAB. Het is niet omdat we een goede wetgeving hebben op papier dat dit automatisch zorgt voor een goed beleid. In ons programma pleiten we voor een actief arbeidsmarktbeleid. Vraag en aanbod moeten dichter bij elkaar komen. Dat is geen verwijt naar wie dan ook, maar ik stel wel vast dat bepaalde bedrijven hun sollicitaties compleet verkeerd uitschrijven en dat de werklozen niet altijd op de juiste manier solliciteren. Dat is iets wat we als overheid niet alleen aan de interimsector mogen overlaten.”

Jullie willen die interimsector wel nog soepeler maken.

“We willen die niet per se soepeler maken, maar we willen wel dat er een blijvende plaats blijft bestaan voor de interimsector. Er zijn mensen die blijvend in een interimstatuut willen stappen. Evengoed als er mensen zijn die niet als interim willen functioneren. Daartussen moeten we een goede weg zien te vinden en waarin we een zo hoog mogelijke zekerheid voorzien.”

Om een lening te krijgen, moet je wel eerst een vaste betrekking hebben.

“Dat is effectief een probleem, maar we moeten er in slagen om alle mensen effectief werk te geven. We moeten ze kunnen verzekeren dat ze heel hun carrière opgenomen zijn in een jobcircuit en als ze even niet in het circuit zitten, moeten de uitkeringen voldoende hoog zijn zodat ze niet in financiële problemen komen. We zijn bereid om een hogere werkloosheidsuitkering te betalen, maar we gaan er alles aan doen om de periode van werkloosheid zo beperkt mogelijk te houden. Vanaf een bepaald punt moet de overheid zich zeer specifiek gaan bezighouden met die werkloze en er alles aan doen om hem of haar aan een job te helpen. Wij gaan geen werkzoekenden schorsen als ze nog geen werk hebben gevonden. Maar onze sociale zekerheid dient wel niet voor mensen die niet van plan zijn om op zoek te gaan naar werk.”

Er zijn toch nog altijd veel meer werklozen dan beschikbare jobs?

“Er is nog altijd een discrepantie tussen het aanbod en de vraag. Dat willen we oplossen met een actieve begeleiding. De mensen moeten bereid zijn om door te stromen naar andere functies op de werkvloer, om zo plaats te maken voor nieuwe arbeidskrachten.”

Komt er een tweede generetiepact?

“Ik denk dat we moeten evalueren wat het eerste pact heeft opgeleverd, maar ik vind wel dat we in dezelfde lijn moeten verdergaan. Bijsturen kan, maar als het noodzakelijk is, moeten we nog verder gaan. Voor ons betekent dat meer mensen aan het werk. Ook bij de migranten mogen we niet aanvaarden dat er zo’n grote werkloosheid is. Op het moment dat we vaststellen dat we altijd ouder worden, dat we altijd langer leren, zullen we ook moeten aanvaarden dat ook de actieve periode zal moeten uitbreiden.”

In sommige sectoren snakken de werknemers naar het einde van hun werkdag. Elke dag opnieuw.

“Ook arbeiders hebben recht op een sabbatjaar. Niet alleen professoren. In grote bedrijven moet er een systeem bestaan dat iedereen een eigen tijdsregeling heeft en op die manier naar eigen goeddunken zijn of haar leven kan plannen.”

In Ford Genk werken ze drie maanden lang elke zaterdag om aan de vraag te kunnen voldoen. Veel eigen goeddunken is daar niet bij.

“Europa faalt hier. We hebben er alles aan gedaan om de auto-industrie in België te houden. Die auto-industrie zal in Europa altijd veel arbeidsplaatsen blijven creëren, maar als ze er blijven in slagen het ene land uit te spelen tegen het andere, dan kom je in een spiraal van sociale afbouw terecht.”

001_DSC_0004_450geert.JPG

Bent u tevreden over het ontwikkelingsbeleid van Paars?

“We hebben de laatste vier jaar bitter weinig gedaan. Het pad dat we hadden uitgetekend om naar de 0,7% te evolueren hebben we gerespecteerd, maar langs de andere kant ben ik helemaal niet fier over de manier waarop. We hebben daar bijvoorbeeld de schuldaflossing bij opgeteld. We moeten blijven vechten voor die 0,7%. Als kartel hebben we daar ook een concreet voorstel rond gedaan. We willen minder geld in defensie steken en dat geld gebruiken om de 0,7% te halen.”

Gaat dat voldoende zijn om de 0,7% te halen? Volgens 11.11.11 zitten we nu aan 0,4%.

“Het is een kwestie van politieke moed. Elke begroting start van nul.”

Jullie willen het budget voor ontwikkelingssamenwerking splitsen. 11.11.11 is daar tegen.

“Ik vind dat bijzonder jammer. Ons verhaal is genuanceerd. We zijn voorstander van de regionalisering van ontwikkelingshulp, omdat Vlaanderen specifieke competenties heeft die je goed kan gebruikten bij ontwikkelingssamenwerking. Denk aan het onderwijs dat een regionale materie is. Wij zijn langs de andere kant dan weer voorstander van een Europese coördinatie. We willen dus helemaal geen voedselpakketjes gaan droppen met de Vlaamse leeuw op. Ze hebben mij alleen tot nog toe geen enkele argument kunnen geven waarom het beter zou zijn om dat absoluut federaal te houden.”

Is de versnippering van de hulp geen argument?

“Wij zijn voorstander van Europees gecoördineerde ontwikkelingshulp. Voor mij is het perfect mogelijk dat Vlaamse organisaties samenwerken met hun Italiaanse tegenhangers. Dat moet zonder problemen kunnen.”

Wilt u een Vlaamse of een federale minister voor Ontwikkelingshulp?

“Ik wil een Europese commissaris voor ontwikkelingssamenwerking die kan onderzoeken welke samenwerking er tussen de verschillende lidstaten allemaal mogelijk is. We zullen hoe dan ook een heel goede minister moeten hebben. Of dat nu op federaal of op Vlaams niveau is. Een bevlogen iemand, die feeling heeft met de materie en geregeld eens op tafel kan kloppen. Iemand die ook voldoende directe contacten heeft met het middenveld. Dat was met minister De Decker spijtig genoeg niet het geval.”

Spirit was een regeringspartij. Sta je als partij dan totaal machteloos tegenover een minister die zijn eigen gang gaat?

“Ja en nee. Op het moment dat de bevoegdheden verdeeld worden, begint elke minister voor zijn eigen winkel te rijden. De middelen zijn altijd schaars, dus heb je een minister nodig die vecht voor zijn departement.”

Gaat Spirit bij de volgende regeringsonderhandelingen beter opletten wie er de functie krijgt van minster voor Ontwikkelingssamenwerking?

“Dat is de bedoeling, ja. We gaan in eerste instantie proberen zelf die functie in te vullen.”

De vredesbeweging vroeg de herziening van de geheime Navo-akkoorden die onder andere de wapentransport via de haven van Antwerpen mogelijk maken. U zat mee in de regering. Wat is er fout gelopen?

“Die onderhandelingen zijn opgestart, maar nog niet afgerond. Het is waarschijnlijk nu ook niet de grootste bekommernis van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is ook niet zo’n eenvoudige kwestie. Het gaat hier om afspraken die internationaal gemaakt zijn.”

Hoe staat u daar zelf tegenover?

“Wij hebben die paragraaf in het regeerakkoord gekregen. We zijn er in geslaagd om met de Belgische regering buiten ieder conflict te blijven en daar moeten we ons niet voor schamen. We hebben niet meegedaan met de oorlog in Irak, maar ook niet met de NAVO-operaties in Afghanistan. We doen wel mee aan de VN-vredesmissies. Ik vind dat nogal essentieel. Ik aanvaard de kritiek van de vredesbeweging, dat we bepaalde dingen er niet hebben doorgekregen, maar we hebben wel een belangrijke rol gespeeld in andere kwesties.”

“We staan als overheid bijvoorbeeld veel te lichtzinnig tegenover de hervormingen binnen de NAVO en hoe de organisatie aan het vervellen is van een defensiebondgenootschap tot een politiek bondgenootschap. Tegelijk bouwen de EU steeds meer uit tot een economisch verbond. En de Verenigde Naties zijn we aan het kapot maken.”

Kan België daar iets aan doen?

“Als klein land zijn we binnen de NAVO dwarsligger geweest. We zouden nog meer bondgenoten moeten kunnen vinden. Ik vind het dan ook bijzonder spijtig dat onze directe buur, Nederland, er een compleet andere visie op nahoudt. Europa moet echt een derde poot worden op wereldschaal. Naast Rusland en zijn satellietjes en de Verenigde Staten. Ik vind het jammer dat Europa daar niet het voortouw in neemt. Het ergste is nog dat we toelaten dat we verdeeld worden, door de VS en door Rusland.”

Het is wel Polen, een land dat lid is van de Europese Unie, dat toelaat dat er Amerikaanse raketafweersystemen komen.

“Inderdaad. Dan komen we ook bij de vraag in welke mate de Europese Unie kan uitbreiden. Ik heb die uitbreiding mee goedgekeurd in het parlement, maar ik ben daar voor mezelf nog niet helemaal uit. Aan de ene kant is het goed dat we aan de vroegere Oostbloklanden het signaal geven dat ze wel degelijk bij Europa horen en dat we ze willen helpen. Langs de andere kant weet ik niet of we er zo goed aan hebben gedaan om Polen er bij te nemen van wie we toch weten dat ze loyaal zijn aan Washington. Maar ze buiten de EU houden, is ook geen evidentie.”

“Ik zit nu een beetje met hetzelfde gevoel tegenover Turkije. Ik ben voorstander van de toetredding tot de Europese Unie, maar worden de volkerenrechten daar wel genoeg gerespecteerd? Is er een volledige scheiding van kerk en staat? Ligt de loyaliteit van Ankara bij Brussel of bij Washington?”

Jullie willen een erkenning van de Palestijnse staat, zowel door België als door Israël. Volgens de vredesbewegingen is daarmee het probleem van de anderhalf miljoen vluchtelingen nog niet opgelost.

“Ik heb de laatste jaren verschillende van die landen kunnen bezoeken. Israël, Libanon, de Gazastrook en Syrië. Dat wil niet zeggen dat ik een specialist ben in die materie, maar ik heb daar zeer veel interessante informatie gekregen en vooral ter plaatse gezien wat dat daar juist aan de hand is. Heel het probleem rond de grensstreek tussen Israël en Palestina kan je pas echt begrijpen als je het met je eigen ogen gezien hebt. Dan denk je echt, jongens waar zijn we mee bezig? Als je ziet dat families uit elkaar zijn gescheurd en hoe mensen economisch kapot zijn gemaakt door die muur. Ik word kwaad als ik zie dat de Europese Unie toelaat dat een zeehaven in de Gazastrook die gebouwd werd met Europees ontwikkelingsgeld, wordt kapotgeschoten door een bondgenoot. Ik ben niet diegene die vindt dat we aan interventiepolitiek moeten gaan doen, maar dit is een schending van humanitaire en internationale rechten. Dat mogen we niet tolereren, maar we doen het wel.”

“Wij zijn er in ons landje in geslaagd om met twee volkeren op één grondgebied samen te leven. Ik weet dat sommige mensen dat een belachelijk voorstel vinden, maar waarom zouden we niet proberen om ons model te exporteren. Het is een model dat daar wel zou kunnen werken. Er is natuurlijk die geschiedenis van bomaanslagen en oorlogen, het zal dus niet zo gemakkelijk zijn, maar ik vind wel dat we dat model daar een kans moeten geven.”

“Wat doe je dan met de vluchtelingenproblematiek? Ik geloof niet dat al die vluchtelingen zomaar direct terug kunnen naar Palestina. Ik vind dat de VN daar initiatief moeten nemen om die vluchtelingen te helpen integreren.”

Terug naar eigen land. U kiest voor een éénmalige regularisatie van mensen zonder papieren. En dus niet voor de duidelijke criteria waar vijftig vluchtelingenorganisaties voor pleiten.

“We pleiten voor een generaal pardon omdat er een heel grote groep mensen is die nu in de illegaliteit zitten. Wij zijn geen voorstanders van vaste criteria omdat we niet willen dat mensen opnieuw in de illegaliteit terecht komen. Je moet bijvoorbeeld niet in de wet schrijven dat je hier een paar jaar moet verblijven en dat je dan automatisch geregulariseerd wordt. Op die manier nodig je de mensen uit om in de illegaliteit te blijven tot ze genoeg jaren hebben om geregulariseerd te worden.”

“Als je vaste criteria hebt, is het voor een politicus bovendien bijzonder moeilijk om even een stapje buiten het vastgelegde pad te zetten. Ook wanneer hij vindt dat het moet.”

Als zoveel organisaties waaronder heel wat vluchtelingenorganisaties voor die criteria zijn, moet je dan niet een beetje bescheiden zijn en erkennen dat zij het misschien beter weten?

“Ik versta honderd procent hun standpunt en ik wil ze er zelfs in steunen, maar ik weet dat mijn verhaal van eenmalige regularisatie nu al op zo veel weerstand stuit. Het is voor ons wel een breekpunt. Als er geen regularisatie komt, dan zal Spirit niet in een regering zitten. Als Spirit wel in die regering wil zitten, dan zal ik geen voorzitter meer zijn.”

De campagne draait voor het eerst in jaren niet meer om het Vlaams Belang. Opgelucht?

“Dat is niet onbelangrijk. Ik denk dat ze het moeilijk zullen hebben. Volgens mij zitten we nu op een keerpunt. Al wil ik wel waarschuwen dat er nog wat rek zit op hun percentage. Bij de verkiezingen van 2004 haalden ze een pak meer dan in 2003 en ze zullen dat wel als een overwinning weten te verpakken.”



Lees ook:
Peter Mertens (PVDA)
Vera Dua (GROEN!)

SPLITSING ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Zoals we onlangs nog konden vernemen is
men bezig om ontwikkelingshulp in België op te splitsen volgens de regio’s.
Nadat men ontwikkelingssamenwerking ondanks
groot protest heeft opgesplitst moet nu
blijkbaar ook de ontwikkelingshulp er aan geloven.
Alle NGO’s en organisaties werkzaam op dit
gebied in België zijn absoluut tegen een
dergelijke splitsing maar omdat men vanuit
zowel Nederlandstalige als Franstalige
politieke zijde de splitsing erdoor wil drijven
zal die er dan ook komen volgens Joost Loncin in de krant het Volk.

Alhoewel onze politici het communautair nooit
ergens over eens zijn, zijn ze dat verwonderlijk
genoeg zonder uitzondering wel altijd als er in de vleespotten valt te graaien.
Deze keer is het wel bijzonder voor de borst
stotend en in die mate van een zelden gezien
egoïsme getuigend dat ook vele regionalisten dit
onterende schouwspel niet langer kunnen aanzien.
Onterend omdat het magere budget (we halen zelfs
de vooropgestelde 0,7 % van het BNP niet) nu
eerst zal afgeroomd worden door de verschillende
nieuw op te richten administraties in plaats van
door die ene administratie die er nu tot algemene tevredenheid is.
Onze heren en dames politici tonen daarmee
duidelijk dat ze geen greintje schaamte meer
kennen in hun hebberige honger naar steeds meer
postjes voor de politieke vrienden.

Wat moeten we als burger daarvan denken ?
Als het kleine beetje geld dat voorbehouden zou
moeten zijn voor van de honger stervende mensen
eerst een aderlating moet ondergaan om de reeds
goed gevulde portefeuilles van onze politiekers te spijzen.

Zou de verdraagzaamheid waar de dag van vandaag
zoveel om te doen is niet eerst door onze
politieke leiders in praktijk moeten gebracht worden?
Zouden zij niet het goede voorbeeld moeten geven
en zich vooral ook wat verdraagzamer tegenover elkaar moeten opstellen?
Op deze vraag weet iedereen het antwoord.
Deze wraakroepende toestand is een echte schande voor ons land.

Is het niet tijd voor de NGO's om via een
gezamenlijke actie te eisen dat
ontwikkelingssamenwerking en hulp terug geherfederaliseerd worden?