Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Vredeshandhaving in DRC: gevaarlijk maar noodzakelijk

Vredeshandhaving in DRC: gevaarlijk maar noodzakelijk

Hoofdzakelijk kleine berichtjes in de Belgische pers wezen erop dat vorige week maandag (23/1) acht blauwhelmen van MONUC, de VN-vredeshandhavingsmissie in Congo, gedood zijn bij vuurgevechten met het Lord’s Resistance Army. De gewelddadige dood van soldaten van een ver land (Guatemala) in een ander ver land (Congo) verdient echter om verschillende redenen meer aandacht dan het gebruikelijke minikolommetje zonder achtergrondinformatie.

Photo_20061268420468.jpg

Ceremonie ter nagedachtenis van de acht gedode Guatemaltese blauwhelmen, Bunia. Foto: Jennifer Bakady / MONUC

Ten eerste omwille van de feiten zelf. De militairen van MONUC vervullen een bijzonder lovenswaardige en moeilijke opdracht ten dienste van de idealen van de VN. Het is hun taak te assisteren bij de reconstructie van Congo en dit proces te beschermen tegen groeperingen als de LRA, een militie bevolkt door geterroriseerde en terroriserende kindsoldaten ten dienste van een zelfverklaarde messias die door middel van geweld de heerschappij van de tien geboden wil doen ingang vinden (ironisch toch). De dood van blauwhelmen is steeds een tragisch feit en een onrustwekkend teken aan de wand dat grotere inspanningen nodig zijn.

Het bredere kader van de VN-operatie is een tweede reden voor meer aandacht. Hoewel dat MONUC naar VN normen een grootschalige missie is, is ze hopeloos ondergefinancieerd en inadequaat uitgerust voor de taak die haar te wachten staat. De reden hiervoor is even duidelijk als cynisch: meestal maalt er niemand om als er nog eens honderdduizenden Afrikanen een onnodige dood sterven. De druk van de publieke opinie kan hier een verschil maken en daarom is meer informatie broodnodig én belangrijk.

Ten derde is het bijzonder spijtig dat de successen van vredesoperaties en conflictbemiddeling al te vaak onbelicht blijven in de pers. Dat heeft tot gevolg dat de publieke opinie wel eens sceptisch staat tegenover zulke ondernemingen. Maar het is wel degelijk mogelijk om op dit vlak succes te boeken: de recente democratische verkiezingen in Liberia zijn er ook niet zomaar gekomen, maar waren het gevolg van het engagement van duizenden VN blauwhelmen. Als vredesoperaties mislopen, zoals in Bosnië of Rwanda, hangt dat meer samen met het nemen van verkeerde beslissingen inzake hoe tussenbeide te komen, niet met het tussenbeide komen op zich.

Een vierde reden waarom de situatie in Congo meer aandacht verdient, is het feit dat 2006 het jaar van de waarheid wordt voor de reconstructie van dit land. De geplande verkiezingen spelen hierin een cruciale rol. Indien goed gemanaged, kan het land eindelijk terug op een goed spoor komen voor vreedzame en duurzame ontwikkeling. Als het misloopt, begint een nieuw hoofdstuk in de Congo-oorlog, het meest dodelijke en meest vergeten conflict sinds WOII. Indien MONUC werkelijk over de steun zou beschikken die ze verdient, kan ze de wederopbouw een formidabele en beslissende duw in de juiste richting geven.

Tot slot de vraag waarom zulke wereldpolitiek op de pagina’s van Belgische media thuishoort. De reden is eenvoudig: als er één dossier is inzake buitenlands beleid waar België een voortrekkersrol kan en moet spelen, dan is het Congo. Het is mooi dat België dit jaar het voorzitterschap van de OVSE waarneemt, maar het engagement voor de Grote Meren mag daar niet onder leiden. Onze internationale verantwoordelijkheid is nergens belangrijker dan daar: onze beperkte middelen mogen ons niet weerhouden ambitieus te zijn, want als zelfs België zich niet meer engageert voor de Congolese zaak, doet niemand het. Dat is wel een beetje debat waard.