Warm was mijn huis; thuis.
Mijn huis; thuis een ver land;
Anders geurend en kleurend.
Met zon of regen of wolken;
Thuis was het warm omarmt; afgedreven, verdreven of weggelopen.
Een dramatische reden om te gaan, naar een normaal bestaan.
Zonder papieren op een kouwe kerkvloer?
Wie doet me dit na in deze paasdagen van dood; en verrijzenis.
Keer om op vakantie naar de zon; huis en thuis, anders kleurend en geurend.
De muren zonder vuren gapen en vragen: waarom ben je gegaan naar een ander bestaan.
Wachten op een nieuwe lente die niet is, maar komen zal.
De bomen zijn mijn getuigen.
Zie je het niet.
Pijn, verdriet, zonder papieren.
Verrijzen? illegale asielzoekers zonder papieren voor het altaar van God?
Omarmt en verwarmt door mensenhanden?

Sloop de gesloten centra; deportatiekampen.
Geen mens is illegaal