arch/ive/ief (2000 - 2005)

Nieuw boek Marc Vandepitte over NGO's en druppels op een hete plaat
by christophe callewaert Monday, Feb. 23, 2004 at 2:13 PM
christophe@indymedia.be

Elk jaar vullen we plichtsgetrouw het overschrijvingsformulier van onze favoriete ontwikkelingsorganisatie in. Maar heeft dat wel zin? Het lijkt alsof al dat geld samen met de goede wil en de tomeloze inzet van de ontwikkelingswerkers verdwijnt in een bodemloze put. In het boek De kloof en de uitweg gaat auteur Marc Vandepitte na hoe het komt dat de kloof tussen noord en zuid zelfs na dertig jaar ontwikkelingssamenwerking nog steeds dieper wordt. Meer nog: Vandepitte geeft ook aan hoe het anders kan.

Vandaag is de kloof minstens tweemaal zo groot als dertig jaar geleden. Dit ondanks de vele goede voornemens en beloftes die met de regelmaat van de klok worden verkondigd op internationale conferenties. De voorzitster van 11.11.11 Mieke Molemans, die het voorwoord schreef van De kloof en de uitweg, wordt er soms een beetje moedeloos van. “Als je de vakliteratuur leest, word je bedolven onder de analyses: over hoe het komt, over waarom het blijft bestaan. De draak met de vele koppen. Machtsblokken, MNO's, lobbyisten, internationale organisaties, maffia, extreem rijken, legers... in één groot logisch verband: het wereldwijde kapitalisme. Een wet van Meden en Perzen?”

Het eerste hoofdstuk van De kloof en de uitweg bevat dezelfde analyses. Het gaat niet goed met de wereld. Om maar enkele cijfers te noemen: tweehonderd multinationals hebben alle touwtjes in handen. Eén Indonesische arbeider verdient 21 eurocent per sportschoen van Nike die in de winkel 500 keer zoveel kosten. Het bezit van 450 multimiljardairs is groter dan dat van de helft van de totale wereldbevolking. Eén miljard mensen zijn vandaag armer dan 25 jaar geleden. Een kwarteeuw nul komma nul ontwikkeling dus. Toch volstaat jaarlijks 100 miljard dollar om de armoede uit te roeien. Dat is een achtste van wat elk jaar aan wapens wordt besteed.

De nuchtere stijl waarmee Marc Vandepitte deze ellende beschrijft roept herinneringen op aan het baanbrekende boek Globalisering en chaos van Ignacio Ramonet. Maar Vandepitte gaat een stap verder dan de hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique. De feiten en de analyse dienen hier vooral als inleiding op de oplossingen en voorstellen die in het tweede deel van het boek aan bod komen. Volgens Marc Vandepitte is er iets grondig fout met de spelregels van het systeem. En zolang we die niet veranderen “is het rommelen in de marge, zijn het druppels op een hete plaat.”

De auteur is dan ook niet mals voor bepaalde NGO's. In het slechtste geval maken NGO's integraal deel uit van het neoliberale project. Met het mes op de keel worden de overheden van derdewereldlanden verplicht af te slanken. Scholen en ziekenhuizen sluiten hun deuren en de NGO's staan klaar om in het gat te springen terwijl ze zonder schroom geld ontvangen van Westerse regeringen en zelfs van banken en ondernemingen. Maar voor alle NGO's geldt dat na de val van de Muur het geloof in een alternatief samen met het communisme in de nevelen van de geschiedenis verdween.

Het gezin van Paemel
De zoektocht naar een alternatief moet daarom weer bovenaan de agenda komen te staan. De 'andere wereld' zal niet uit een tekstverwerker komen, maar zal het resultaat zijn van een lang proces. Evenmin beginnen we met een blanco blad. Ondanks de vele fouten uit het verleden, zijn er genoeg positieve ervaringen waar we wel iets van kunnen leren. Marc Vandepitte verwijst zelf graag naar Cuba, China en de Indiase deelstaat Kerala die uitgedrukt in cijfers alvast uitstekend scoren. Een 'andere wereld' hoeft niet eens een onbereikbare utopie te zijn. Mochten onze overgrootvaders er zo over gedacht hebben dan zou een gemiddelde aflevering van Thuis nog altijd zeer veel gelijkenissen vertonen met Het gezin van Paemel van Cyriel Buysse.

Precies die periode waarin belangrijke rechten als het stemrecht en de sociale zekerheid verworven werden, leert ons dat we een tegenmacht nodig hebben om verandering af te dwingen. Een tegenmacht die samengesteld is uit de onderdrukte lagen van de wereldbevolking en die voldoende georganiseerd en toch genoeg open is om overwinningen te behalen op de machtige tegenpartij. Maar wat moet de Noord-Zuidbeweging daar nu mee? De NGO's moeten afstappen van de idee dat de hulp uit het Noorden een eersterangsrol speelt. Het zullen de bewoners van het Zuiden zelf zijn die andere, meer rechtvaardige verhoudingen zullen moeten afdwingen. NGO's moeten waar mogelijk de volksbewegingen uit het Zuiden steunen.

En vooral: de Noord-Zuidbeweging moet een beweging zijn. Vandepitte: “Vrijwilligers zijn het fundament. Haar sterkte en haar politiek gewicht hangen af van haar achterban.” Precies daar durft het schoentje al eens te wringen. Waarom je eerlijke producten verkopen in winkels die afhangen van de goede wil van vrijwilligers als je ze ook in de supermarkt kwijt kan? Vrijwilligers zijn immers kritisch, stellen vragen en liggen dwars. Mieke Molemans stelt de lezer alvast op dat punt gerust: “Word of blijf een beweging en steun bewegingen in het Zuiden. Deze gedachte zal zonder twijfel haar plaats houden in het nieuwe handvest van 11.11.11.”