Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Koen

Koen's blog

Een toeristische sector, grootste bron van ontwikkeling voor arme landen?

Het Wereld Economisch Forum vindt dat "ontwikkelingslanden het grootste potentieel hebben om een toeristische sector te ontwikkelen." Zo meldde vrijdag 2 maart het alternatieve persbureau IPS. Wat bedoelen ze daarmee? Hebben ze het echt over een nieuwe bron tot ontwikkeling voor de ontwikkelingslanden? Of bedoelen ze eigenlijk gewoon nieuwe markten die klaar liggen om ingepikt te worden door Westerse bedrijven die in de sector actief zijn? Dat is namelijk al jaren de realiteit.

De grootste bedrijfssector ter wereld wordt voor 80% beheerst door welgeteld vier multinationals: Airtours, Thomson, First Choice en Tomas Cook. Deze vier bedrijven romen het grootste gedeelte van de winst af voor de landen waar ze hun klanten naar toe sturen. En dat is bij uitstek het geval in ontwikkelingslanden.

Enkele jaren geleden, bij het opstarten van de GATS-onderhandelingen (Algemeen Akkoord over Handel in Diensten) dook het toerisme als sector op in de teksten. Na de liberaliseringsrondes voor de handel in goederen waren diensten aan de beurt.

Geheel in de neoliberale geest van de WTO-onderhandelingen mogen ontwikkelingslanden geen strobreed in de weg leggen van de internationale toerisme-moghuls. Zo zouden ze hun eigen ondernemers niet mogen beschermen. Milieubeschermende maatregelen, maatregelen die cultuur e.d. beschermen zijn "onnodig handelsbelemmerend." Slechts één regel: vrije markttoegang voor iedereen... Wanneer dus het Wereld Economisch Forum spreekt over het "toeristisch potentieel van ontwikkelingslanden," dan hebben deze laatste alle reden om zich zorgen te maken.

Neem nu het -weliswaar extreme- voorbeeld van de cruise-industrie. Die wordt haast volledig beheerst vanuit Miami en enkele Europese steden. De bedrijven controleren alle aspecten van de reis. Toeristen betalen hun reis op voorhand. Op de eilanden zelf geven ze weinig meer uit dan schnabbels, als ze überhaupt al van boord gaan. De cruise-industrie forceert de lokale overheden om een dure haveninfrastructuur aan te leggen. Daarvoor gaan ze leningen aan op kosten van de belastingbetaler, in dit geval de verarmde eilandbewoner. Voor die investeringen krijgt het eiland nauwelijks iets terug.

Alle voedsel voor de cruisetoerist wordt ingevlogen of meegenomen uit het vertrekpunt. De cruisetoerist eet en drinkt aan boord, zelfs souvenirs koopt hij vaak aan boord. Wanneer een eiland probeert belastingen te heffen op de schepen die zijn havens aan doen kan het bedrijf eenvoudig beslissen om het eiland niet meer aan te doen. Ondertussen verkommert de dure haveninfrastructuur... Milieugewijs is de balans ronduit negatief: de reuzeschepen spoelen op volle zee hun brandstof tanks, ze dumpen al hun afval in het water en ze varen fragiele koraalriffen stuk.

Voor de succesvolle all-inclusive formule is de lokale economische balans al niet veel beter: hier zijn de investeringen voor de lokale overheden vaak nog groter: er dienen vliegvelden aangelegd, wegen en nutsvoorzieningen - zaken waar de lokale bevolking overigens niet echt van profiteert want ze zijn exclusief op de toeristische infrastructuur gericht.

Ook de lokale markten profiteren niet van de megacomplexen want alle voedsel wordt ingevlogen en toeristen wordt afgeraden om het hotel te verlaten. Enkele uitzonderingen daargelaten (o.m. Cuba) dwingen de toerisme-moghuls uiterst gunstige belastingrégimes af bij de lokale overheden. Bovendien controleren ze ook de vliegtuigmaatschappijen en dus de routes. Voor een eiland dat net een dure luchthaven heeft gebouwd is het een financiële ramp wanneer charters niet meer komen.

De all-inclusive formule maakt ondertussen steeds meer opgang. De toerist omarmt massaal de idee: je betaalt bij reservatie één enkele prijs voor je hele vakantie. De touroperators maken winst op elk aspect van de reis, ze strijken de volledige meerwaarde op van het economisch product. De toerisme ontvangende landen zijn veroordeeld tot het aanleveren van goedkope arbeid en het betalen van de kosten. Deze laatste overstijgen ruimschoots de baten van de schaarse werkgelegenheid.

Dit scenario zie je ook meer en meer opduiken in arme landen in Afrika en Azië. Vooral in landen die niet de middelen hebben om een eigen toeristische infrastructuur uit te bouwen die voldoet aan de hoge eisen van de Westerse toerist.

Het kan nochtans anders. Op vele plaatsen zien lokale toeristische initiatieven het licht. Dat kan gaan om charmante vissersdorpen die het toerisme in eigen handen nemen: ze zetten gemeenschappelijke activiteiten op, bouwen zelf de nodige infrastructuur zoals een lokale herberg en restaurant. Ze leggen ook regels op die het natuurlijk evenwicht helpen bewaren en bepalen quota voor het maximaal aantal toeristen dat hun dorp aan kan. Of het kan gaan om ecologische hotels in het woud, die uitgebaat worden door en voor de lokale bewoners. Maar ook bekende monumenten kunnen op zo'n manier beheert worden dat de lokale gemeenschap en bij uitbreiding de belastingbetaler van het land in kwestie er echt van profiteert.

Natuurlijk zal het helpen als landen in het zuiden de kans krijgen dergelijke initiatieven te steunen. Ze moeten een regelgevend kader kunnen opstellen dat de ontwikkeling van een eigen toeristische sector ondersteund en participatie van de lokale bevolking bevordert. Ze moeten een beleid kunnen voeren dat fragiele ecosystemen beschermt. En wanneer buitenlandse bedrijven willen investeren moeten voldoende waarborgen ingebouwd worden voor lokale winstdeelname. Alleen wanneer deze voorwaarden vervuld zijn, kan er sprake zijn van een echt potentieel aan ontwikkeling voor ontwikkelingslanden.

http://duurzaamtoerisme.blogspot.com

Lees meer / 0 comment(s)

Niet religie maar politiek is oorzaak van spanningen islam-westen

Een peiling van het onderzoeksbureau 'World Public Opinion' heeft uitgewezen dat slechts 29% van de mensen denkt dat religie aan de oorzaak ligt van de spanningen tussen de Westerse wereld en 'de Islam.' Dit wijst erop dat grote delen van de bevolking een grotere mate van gezond verstand aan de dag leggen dan vele van onze politieke leiders of commentatoren in de media. Dat wil zeggen dat de geïnterpeleerden begrijpen dat de Westerse verdeel en heers politiek in het midden-oosten nefast was en nog steeds is. Ze zullen wellicht niet alle diverse strekkingen kennen die een rol spelen in de islamwereld maar ze begrijpen wel dat er een grote vraag naar democratisering leeft onder de volksmassa's en dat hun legitieme vraag een politiek antwoord verwacht.

De vaak hysterische uitlatingen in de media van diverse commentatoren worden misschien wel graag gelezen maar zijn daarom nog niet bepalend voor wat mensen denken. Gelukkig maar. Zou het kunnen dat de grote hoeveelheid aan informatie die vrij beschikbaar is via het internet toch helpt om de kritische zin van mensen aan te scherpen?

Lees meer / 3 comment(s)

Steekvlamjournalistiek

In "De Journalist," het lijfblad van de Vlaamse journalistenbond, gaan ze er de laatste tijd hard tegenaan. De kritiek op de actuele zeden in het journalistieke veld klinkt streng: "in een poging de afhankelijkheid van politieke zuilen af te werpen, wordt een agressieve pseudo-kritische houding aangenomen, die de indruk van neutraliteit moet wekken . Iedereen is gelijke voor de pers! Wij pakken iedereen even hard aan!"
En nog: "reljournalistiek is er op gericht virtuele conflicten te creëren." Ik moest spontaan denken aan de mini-rel nadat Walter Pauli Ramsi Nasr had aangepakt i.v.m. de Israëlische stand op de boekenbeurs. Pauli is een typevoorbeeld van die schare aan journalisten annex columnisten die een groot forum krijgen omdat ze de 'kunst' verstaan om keet te schoppen en wind te maken rond hun medium. Waarmee meteen de primaire doelstelling van een hedendaagse krant duidelijk is gemaakt.

In het nummer van Januari van dit jaar bespreekt Pol Deltour van de journalistenbond de synergieën in de vlaamse media. Een tijdje geleden schreef ik zelf nog een kritisch stukje over de Vum, pardon, nu Corelia-groep waar Peter Vandermeersch nu een soort overkoepelend spelverdeler is voor een hele reeks redacties. Ja, sommige journalisten blijven mordicus het probleem ontkennen. Jaak Smeets, de directeur-uitgever van De Persgroep (Het Laatste Nieuws, De Morgen, Dag Allemaal e.a.) zegt dat hij niet gelooft in één grote eenheidsworst. Goed, maar ondertussen neemt De Morgen zijn sportnieuws over van HLN en zijn financiële nieuws van de Tijd. Mediatycoons hebben er een handje van weg om voortdurend voldongen feiten te creëeren en toch staalhard te ontkennen dat het pluralisme en de kwaliteit van de Vlaamse pers hen worst zal wezen. Tenminste zolang ze elk jaar met confortabele winstcijfers kunnen uitpakken.

De volgende grote speler in de synergie koorts is de VRT. Na de federale parlementsverkiezingen smelten de nieuwsredacties van radio en tv samen tot één grote nieuwsdienst. Benieuwd wat dat gaat geven. Ik vrees dat het er niet makkelijker op wordt om als ngo, vakbond of andere groep uit de civiele maatschappij je nieuws te slijten. Vroeger wisten ze vóór de uitzending bij de tv-redactie niet dat hun collega's op het radionieuws met iets bezig waren en vice versa. Dat had zo zijn voordelen. Nu zal alle nieuws dezelfde (arbitraire) test moeten passeren...

Terug naar het vraagstuk van de kwaliteit. Mark Deweerdt, ex-De Tijd, heeft het over 'steekvlamjournalistiek.' Hij maakte de neergang mee van de krant en gaf er onlangs de brui aan nadat de overnemer besliste om brede en algemene berichtgeving te schrappen uit de krant. Tja, dat is puur het afstemmen van De Tijd op zijn vermeende doelgroep: het is marketingdenken. Wat bij Deweerdt de verzuchting ontlokt: "Is er in Vlaanderen dan echt niet één uitgever meer te vinden die iets verder durft kijken dan zijn mercantiele neus lang is ?"

Uittredend voorzitter van de freelancers Luc Vanheerentals legt de vinger op de wonde: als er één groep is die symptomatisch is voor de malaise in het Vlaamse journalistenwereldje dan zijn het de freelancers. Een naar verluid nog steeds aangroeiende schare onderbetaalde jonge honden die door de uitgevers schaamteloos worden uitgeperst als citroenen. En voor wat? Om ervaring op te doen? Tijd om je in dossiers te verdiepen is er niet. Sparen is er ook niet bij want, zoals Luc bevestigt, hét probleem blijft de correcte verloning en de onwil van de uitgevers om ook maar te overwegen eindelijk aan een standaard aannemingsovereenkomst te werken.

Als de mainstream media zo voort doen dan zijn ze goed op weg om wat hun commentatoren het meeste vrezen te realiseren: zichzelf gigantisch irrelevant te maken.

Lees meer / 0 comment(s)