Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Linde

Linde's picture

Naam

Linde Jacobs

About Linde

Ik woon een jaar in New York omdat mijn allerliefste bioloog een beurs kreeg om hier op de unief een jaar te werken. Natuurlijk ging ik mee - zo'n kans krijg je maar een keer. En ook ik vond -al was het heel kort- een job als 'Outreach Interviewer' voor de Manhattan Outreach Consortium, een overkoepelend orgaan van alle non-profitorganisaties die met daklozen bezig zijn in Manhattan. Voor die job moest ik voor dag en dauw opstaan en van 5u30 tot 7u30 de straten van New York afschuimen op zoek naar daklozen om hen te interviewen. De uiteindelijke bedoeling van al die enquetes is: uitzoeken wie er het dringendst nood heeft aan een woonst om die personen dan ook eerst in de beschikbare woningen te plaatsen. Hier doe ik verslag van mijn ervaringen, meestal gebeurtenissen of verhalen waar geen plaats voor was in de enquetes, maar die mij wel raakten of bijgebleven zijn.

Linde's blog

Hoofddoeken-gedoe

Hoofddoeken dragen achter het loket van de metro? Hier in New York kan dat zonder problemen. Hoewel... hier worden de hoofddoekendraagsters of tulbanddragers met iets anders geconfronteerd. De MTA (het metrobedrijf) wil dat alle hooddoeken en tulbanden blauw zijn en het MTA logo dragen. De eerste keer dat ik een dame met haar MTA-hoofddoek achter het loket zag zitten, vond ik dat schitterend. Ik dacht aan de hele heisa in Gent waar stadsbedienden geen hoofddoek zouden mogen dragen achter het loket en hoe hip het zou zijn om een 'Stad Gent-hoofddoek' te ontwerpen. Maar blijkbaar vinden de loketbedienden in kwestie dit allesbehalve hip. Ze vinden het niet kunnen dat ze een bedrijfslogo moeten dragen op een religieus symbool, en daar kan ik nu ook wel inkomen... Moeilijke kwestie!

Na wat opzoekingswerk over de hele zaak, begrijp ik nog meer dat de werknemers zich gestigmatiseerd voelen. Na de aanslagen van 9/11 begon MTA systematisch mensen met een religieuze hoofdbedekking te verplaatsen naar jobs waar ze niet in aanraking kwamen met de klanten. Zo werden enkele moslima's die al jaren probleemloos als buschauffeur werkten, overgeplaatst naar het depot. Ook een Sikh-metrobediende mocht niet meer achter het loket zitten met zijn tulband aan. MTA werd daarvoor veroordeeld. Daarna kwamen ze op de proppen met hun nieuwe uniformvoorschriften: het kleur van de hoofddoek en het logo. De MTA wil duidelijk herkenbare personeelsleden, maar de betrokken werknemers voelen zich vooral gestigmatiseerd en gediscrimineerd omdat deze post-9/11-maatregel enkel geldt voor moslims en Sikh.

BijlageGrootte
SikhMTA_1.jpg21.33 KB

Lees meer / 1 comment(s)

Dakloos in New York - dag 9 - Laatste dag bij de daklozen

Het gebouw van de Union Square Savings Bank is een beschermd monument. Het is zo’n typisch Amerikaans gebouw met bombastische Korinthische zuilen en grote trappen. In dit majestueuze decor vinden we deze ochtend vier slapende mensen. Je zou het een luxueuze slaapplaats kunnen noemen, want er is beschutting tegen eventuele regen en ze liggen min of meer verborgen achter de zuilen.

Een van de vier interviewde ik gisteren al. Een andere is met geen mogelijkheid wakker te krijgen. Ik interview een clevere jonge kerel, terwijl mijn teammate Ella een graatmagere, supertrage gast aan het praten probeert te krijgen. Supervisor Ed had ons al verteld dat er in die buurt drie methadonklinieken zijn en er dus een heel aantal verslaafden zouden te vinden zijn. Wanneer ik mijn interviewee naar zijn bron van inkomsten vraag, antwoordt hij: ‘blikjes verzamelen’. Het is een bekend zicht in New York: verzamelaars die door de vuilnis graven en alle blikken verzamelen in gigantische plastic zakken. Er staat hier namelijk statiegeld op blikjes. Wij houden zelf netjes onze blikken bij en brengen die ten gepaste tijde naar zo’n automaat. Maar dit wordt blijkbaar door bijna niemand gedaan. Blikken worden gewoon in de te recycleren-zak gegooid om er dan door blikjesverzamelaars uitgehaald te worden als bron van inkomsten. Ook lege flesjes terugbrengen naar de supermarkt is iets wat we nog niemand anders hebben zien doen.

We doorkruisen de naburige straten en vinden geen kat. Vorige nacht heeft het een beetje geregend, dus misschien zijn de meesten elders gaan slapen. Er zijn ook heel wat parkjes in de buurt, waar daklozen langer ongestoord kunnen blijven liggen. Onze supervisor rijdt langs en vertelt ons dat vandaag wel eens de laatste werkdag zou kunnen zijn, dat bijna ieder team zo goed als klaar is met zijn gebied. Ook wij mogen onze kaart afwerken en doen dus een uurtje langer door dan normaal. Wanneer we onze laatste enquêtes, onze klembordjes en balpennen hebben teruggegeven en we Ed zien wegrijden, voelen we ons wat verloren. Het was plots voorbij en we moesten even wennen aan het idee.

Het is moeilijk om een conclusie te formuleren zonder in clichés te vervallen. Dat het een enorm verrijkende ervaring was om nooit meer te vergeten. Dat ik volgende winter aan de interviewees zal denken en hopen dat zij bij de gelukkigen waren die een woonst kregen. Dat ik hoop op een beter beleid op vele vlakken. Dat ik me bevoorrecht voel dat ik de minder blinkende zijde van een schitterende stad als New York heb kunnen zien en dat ik de verhalen heb kunnen delen.

Morgen slaap ik uit. Geen wekker meer om twintig voor vier. Zalig…

Lees meer / 1 comment(s)

Dakloos in New York - dag 8 - Wie brengt volgende winter op straat door?

Vandaag starten we onze werkdag in een driehoekig parkje waar een zevental mensen ligt te slapen. We herkennen Thomas en zijn vriendin van enkele dagen geleden in Midtown. De rest zijn nieuwe gezichten. Alweer ben ik verwonderd dat de meesten het niet erg lijken te vinden dat ze gestoord worden in hun slaap. Ze reageren vriendelijk en behulpzaam, ook vóór we de tien dollar vermelden. De gast die ik als eerste interview, zou je zo kunnen overflitsen naar een Belgische festivalweide. Hij ziet er zo gewoon uit, maar belandt iedere keer opnieuw op straat. Hij kent Common Ground, de non-profitorganisatie waarvoor wij op pad zijn. Een vriend van hem had niet zo lang geleden een woonst verkregen via hen. Hij hoopt dus dat hij ook in aanmerking zal komen.

Terwijl ik aan het eerste interview bezig ben, arriveren er drie mannen in het parkje, waarvan een met een behoorlijk wilde blik in de ogen. Ik zie hem naar het slapende meisje gaan. Hij port in haar buik en probeert haar wakker te maken. Daarna gaat hij haar nog een drietal keer lastig vallen, trekt de jas weg die over haar hoofd ligt, enzovoort. Op zich doet hij haar eigenlijk niet echt kwaad, maar de rillingen lopen over mijn rug bij de gedachte wat er zo’n meisje allemaal kan overkomen. Tijdens de training werd er al op gewezen dat dakloze vrouwen vaak afkeriger zijn om mee te werken dan mannen. Ze zijn veel meer op hun hoede omdat het leven op straat voor hen vaak extra zwaar is en ze heel vaak lastig gevallen worden. De drie jongens komen naar ons toe en willen ook geïnterviewd worden, maar daarin moeten we erg strikt zijn: we mogen niemand interviewen die zelf op ons afstapt. De gasten zijn teleurgesteld en hoewel ze niet echt boos zijn, lijkt het ons beter om eerst een ander deel van onze kaart af te werken en het niet te provoceren door de andere mensen in het parkje wél te interviewen.

Iets wat me ook al opviel, en wat ik niet verwacht had, is dat veel daklozen - iets minder dan de helft ongeveer – toch een ziekteverzekering hebben. Toen wij zelf in het begin van ons verblijf in Amerika de rekening van onze ziekteverzekering kregen, vielen we haast stijl achterover. Ik was er dus van overtuigd dat armere mensen geen verzekering konden betalen. Dit is ook voor een groot deel zo, er zijn enorm veel onverzekerde Amerikanen. Maar er bestaat hier ‘Medicaid’, een staatsgestuurde ziekteverzekering voor mensen die zich geen verzekering kunnen permitteren. Er zijn wel een heel aantal voorwaarden vooraleer je zo’n verzekering krijgt, waardoor bijna zestig procent van de arme Amerikanen niet in aanmerking komt. Het bestaan van die verzekering is dus wel positief, maar voldoet duidelijk niet aan de noden. De daklozen die via Medicaid verzekerd zijn, kunnen dus medicatie krijgen (zoals Pedro zijn insuline) of op consult gaan bij een psychiater.

Ik interview Willie, die zeer optimistisch gestemd is. Hij heeft straks een afspraak bij de daklozenorganisatie en hoopt dat ze een kamer voor hem zullen hebben. Een wat oudere vrouw die door Ella wordt geïnterviewd is pas twee dagen geleden voor het eerst op straat beland. Ze ziet er wat verloren uit en we hebben allebei de neiging om ‘IETS’ te doen, maar wat? Ik herinner me dat er op de training verteld werd dat diegenen die al het langst op straat leven, eerst in aanmerking komen voor een woning. Toen leek dat inderdaad fair. Nu krijg ik daar twijfels over, want veel ‘anciens’ leven al zo lang op straat, terwijl zo’n dame die twee dagen geleden nog een huis had, misschien beter kan aanpassen aan een nieuwe woonst dan aan het leven op straat. Het moet voor de mensen van de organisatie keihard zijn om te moeten beslissen: wie wel en wie niet? Wie brengt volgende winter op straat door en wie krijgt een kamer?

Eerder gepubliceerd op www.mo.be

Lees meer / 3 comment(s)

Dakloos in New York - dag 7 - 'Appetite for destruction'

Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer twijfels ik krijg bij de goede bedoelingen van het masterplan ‘daklozen’ van Bloomberg, en bijgevolg ook bij mijn eigen job. De tien dollar die we telkens aan de dakloze geven lijkt plots meer en meer op een manier om mensen om te kopen en verplicht te laten voelen om een boel persoonlijke informatie prijs te geven. Ik besluit om vanaf vandaag nadrukkelijk iedere dakloze erop te wijzen dat het niet verplicht is om alle vragen te beantwoorden. Aan de andere kant: die informatie is natuurlijk ook cruciaal om uit te maken wie er het dringendst nood heeft aan een woonst. Ik heb wel het gevoel dat de non-profit-organisaties die de taak hebben om zoveel mogelijk daklozen permanent onderdak te geven, het wel goed menen en heel begaan zijn met hun ‘cliënten’, zoals ze de daklozen noemen. Maar die organisaties zijn natuurlijk ook maar een kleine pion in het grote New Yorkse monopoliespel van Bloomberg, waar rijke investeerders aan de winnende hand zijn.

De eerste daklozen van vandaag liggen te slapen in een portiek. Het blijft vreemd om erop af te stappen en hen wakker te maken. Ik ondervind wel dat de meesten daar redelijk rustig op reageren en zich ofwel omdraaien en een afwerend gebaar maken, ofwel rustig wakker worden en braafjes de vragen beantwoorden. James behoort tot de laatste categorie. Nadat hij de vragen over zijn gezondheid beantwoordde [Heb je een leverziekte? Nee. Heb je een hartziekte? Nee. Heb je last van stuipen? Nee. Enz.], vertelde hij dat hij even geleden bij het ziekenhuis aanklopte omdat hij vermoedde dat er iets met zijn maag was. Hij werd noch behandeld, noch onderzocht omdat hij geen geld kon neertellen. Een ziekteverzekering heeft hij niet. Ik vraag hem of hij denkt dat Obama iets zal kunnen veranderen aan de zieke gezondheidszorg in Amerika. Hij denkt van niet. ‘Obama communiceert heel goed, maar hij maakt te weinig gebruik van zijn macht. Hij onderhandelt te véél en drukt te weinig zijn wil door.’

Ik maak de bedenking dat hij waarschijnlijk onder immense druk staat van de farmaceutische en verzekeringsindustrie, die tenslotte zijn campagne mee gesponsord hebben, maar dit gaat te ver voor James. Dit gelooft hij niet. Later vertel ik mijn teammate Ella over de scene in het ziekenhuis en ze zegt meteen: ‘dit land is verschrikkelijk. Ik begrijp niet waarom hier niet zou lukken wat in Europa en zelfs Canada mogelijk is [een nationaal georganiseerde ziekteverzekering]. Die landen geven procentueel gezien zelfs een pak minder geld aan gezondheidszorg. Het is een schande. De geboortesterfte is hier zelfs hoger dan in Cuba!’

Een eind verder liggen een jongen en een meisje te slapen op stukken karton onder een stelling. Op het bovenlijf van de gast staan tatoeages als ‘Appetite for destruction’ en ‘Born wierd’ [altijd zielig, verkeerd gespelde tattoos]. Hij blijkt erg enthousiast over de tien dollar en port zijn slaperige vriendin aan om ook mee te doen. Die is eerst weigerachtig en wil enkel maar slapen, maar de vrachwagen met werklui arriveert, dus ze moeten toch opkrassen. Uiteindelijk doet ze toch mee en blijkt ze als twaalfjarige voor het eerst op straat beland ‘’cause my mom beat the shit out of me’. *slik* Volgende vraag. Voor een seconde denk ik terug aan mijn eigen onbezorgde, overbeschermde twaalfjarige wereld en wenste dat iedereen het goed zou hebben, maar back to reality. Op haar armen staan vreemde littekens: dikke paarse ingedeukte strepen. Haar gezicht is verweerd en ze vecht tegen de slaap. Ze is 21 jaar, maar lijkt er minstens 38. Dit is echt zwaar.

Lees meer / 0 comment(s)

Dakloos in New York - dag 6 - Housing first

Vannacht schrok ik om 2u wakker van een knetterend zomeronweer. De regen viel met bakken uit de lucht en waaide in vlagen ons raam binnen. Een half uur later arriveert er een sms’je van supervisor Lenny: ‘alle interviews afgelast vandaag’. Als het zo hard regent, gaan ook de daklozen schuilen en dan heeft het weinig zin om hen ’s morgens op straat te gaan zoeken.

De New Yorkse non-profitorganisaties die de daklozen moeten huisvesten gebruiken tegenwoordig de techniek ‘Housing First’. Vroeger werden vaak een resem voorwaarden gesteld vooraleer je in aanmerking kon komen voor onderdak (bijvoorbeeld: eerst van je drugs- of alcoholverslaving af zijn en zes maanden ‘clean’ zijn). Gaandeweg ontdekten de organisaties dat het zeer moeilijk was om op die manier mensen te motiveren. Ze bedachten dat ze dan maar beter eerst een stabiele woonplaats konden bieden (= Housing First) en wat bleek? Eenmaal gehuisvest, kwam de motivatie om ook van andere problemen, zoals verslaving, af te geraken bijna altijd vanzelf. Dankzij die nieuwe manier van werken bracht men het aantal dakloze alleenstaanden al drastisch naar omlaag.

Het aantal dakloze families met kinderen neemt wél iedere maand toe. De twee doelgroepen [alleenstaande daklozen en dakloze families] worden op een andere manier en door andere organisaties benaderd, dus over de dakloze families heb ik nog niet veel gehoord. Er stond wel een indrukwekkend artikel van Sarah Secunda in het New Yorks Indymediakrantje ‘The Indypendent’ , waarin ze enkele dakloze families volgt.

Wij hebben nog geen families op straat gezien omdat die onderdak krijgen in de shelters. New York City heeft een wet die stelt dat er voor iedereen in de stad een bed moet zijn, en dat is ook het geval - tot nu toe, want Bloomberg wil het aantal shelters terugschroeven. Bij slecht of koud weer wordt er met camionetten rondgereden om daklozen op te pikken en naar shelters te brengen. Vele daklozen geven aan dat ze liever op straat blijven omdat het onveilig of druk is in de shelters. Bloomberg gaat dus een groot deel van de overigens overvolle shelters in Manhattan sluiten, en hij wil enkele nieuwe openen in Brooklyn. Dit is dus alweer een voorbeeld van hoe hij het probleem weg wil duwen naar een deel van de stad waar er geen argeloze shoppers en toeristen mee kunnen geconfronteerd worden.

Eerder gepubliceerd op www.mo.be

Lees meer / 0 comment(s)

Dakloos in New York - dag 5 - slapen op een bankje in het park

Het opstaan gaat net als gisteren vlotjes. Op de metro zitten op dit uur al twee tuttebellen het seksleven van een gemeenschappelijke vriendin te bespreken. De ene is intussen haar make-up aan het aanbrengen. Het is behoorlijk griezelig om haar zo maniakaal met borstels, potjes en wimperkrullers bezig te zien terwijl ze superluid praat en elke zin begint met ‘and I’m like’ – ik vraag me af hoeveel koffie ze al achter de kiezen heeft.

Op de bankjes aan Union Square Park liggen zeker tien mensen te slapen. Een voor een maken we hen wakker en vragen of ze willen meewerken aan de enquête. De meesten zijn geïnteresseerd, zeker als ze horen dat er tien dollar te verdienen valt. Een vrouw is verontwaardigd als ze ziet dat ik iemand wakker maak. Ik leg haar uit waarom ik daar ben en dat ook zij tien dollar kan krijgen. Haar boosheid ebt weg. Ze vraagt zich wel af – misschien wel terecht - of ze er ooit resultaten van zal zien.
Eén man wil niets van het interview horen en een uit de kluiten gewassen dame die ik eerder interviewde verzekert hem dat hij een idioot is om tien dollar te vergooien. Er volgt een serieuze woordenwisseling waarbij ze elkaar uitschelden dat het niet schoon meer is.

Wat verder op straat lopen twee jonge mensen, op weg naar een kantoor waar ze hopen ‘Food Stamps’ - bonnen waar armere mensen voeding mee kunnen kopen - te krijgen. Ze willen het interview wel doen, maar enkel voor het geld. Het meisje blijkt zes jaar jonger dan ik. Ze raakte haar woonst kwijt toen ze haar job verloor. Ik vraag me af: ‘waar zijn haar ouders, haar familie?’ Ook mijn teammate Ella is aangedaan door haar interviews van vandaag. Een gast gaf als geboortejaar 1991 op. Amper 18 jaar… Een andere, wat oudere man vertelde dat hij ooit een succesvol persfotograaf was en een universitair diploma op zak heeft. Doordat op korte tijd zijn ouders en drie goede vrienden van hem stierven, zat hij er emotioneel even door. Dit zorgde ervoor dat hij uiteindelijk op straat stond en aanklopte bij een ‘drop-in center’, waar mensen in zo’n situatie terecht kunnen. Toen hij daar even zijn spullen achterliet, werden zijn laptop, gsm, kostuums en alles van enige waarde, inclusief zijn paspoort, gestolen. Hij voelt zich zo in de steek gelaten en slecht behandeld en is compleet teleurgesteld in het systeem. Nu zit hij op straat te bedelen met een kartonnen bordje dat luidt: ‘homeless, please help’

Eerder gepubliceerd op www.mo.be

Lees meer / 0 comment(s)

Dakloos in New York - dag 4 - onder kerktorens en wolkenkrabbers

Met een fris hoofd ontwaak ik. De nacht bracht verkoeling buiten en in huis. Blijkbaar had dat een gunstige uitwerking op mijn nachtrust. Op de metro valt een slapende mede-reiziger constant tegen mijn schouder aan. Vandaag hebben we aan de kerk op 5th Avenue afgesproken, waar veel daklozen ’s nachts op de trappen slapen. Dit wordt door de kerk aangemoedigd. Iedere ochtend krijgen de daklozen er een kop koffie.

Onze supervisor, Ed, heeft ook enkele andere teams opgetrommeld om zoveel mensen tegelijk te kunnen interviewen. Hij is al druk doende rond de kerktrappen, maar in feite creëert hij niet echt de orde die hij had beloofd, waardoor het wat onduidelijk wordt wie we wel of niet moeten interviewen. We hebben op het eind het gevoel dat we toch enkele mensen gemist hebben omdat Ed geen zekerheid had over wie er nu de nacht op straat had doorgebracht en wie niet. Ik dacht dat, wie om 5 uur ’s ochtends in sjofele kleding aan een kerk in het blinkendste deel van de stad een gratis kop koffie haalt, hoogstwaarschijnlijk wel dakloos is. Maar Ed was vastberaden en vond dat we genoeg mensen geïnterviewd hadden bij de kerk. Nu ja, hij heeft ook wel veel ervaring, natuurlijk, dus hij had waarschijnlijk wel een goede reden om wat achterdochtig te zijn.

Daarna gingen we nog een naburige straat af, waar we echt veel slapenden vonden. Echt wrang om mensen zo kwetsbaar te zien liggen, omringd door prestigieuze wolkenkrabbers. Toen ik aan de dakloze Thomas zijn geboortedatum vroeg, moest ik toch even slikken toen bleek dat hij twee jaar jonger was dan ik. Aan de andere kant is het misschien logisch - als dit woord op zijn plaats is - dat ook twintigers op straat terecht komen. Het meisje dat bij hem lag te slapen, vertelt aan Ella dat haar huis afbrandde en ze op straat belandde. Aan de overkant van de straat zit een vrouw in elkaar gedoken te slapen. Wanneer ik haar met heel wat moeite wakker krijg - ze heeft een discman met luide muziek in de oren - zie ik dat het misschien wel een man is, gekleed als vrouw. Lippenstift is uitgespreid rond haar mond. Met angstige blik maakt ze een afwerend gebaar en kruipt terug in een bolletje om verder te slapen.

Eerder gepubliceerd op www.mo.be

Lees meer / 0 comment(s)

Dakloos in New York - dag 3 - 'caucasian'

Kan een dag warmer en bedrukter beginnen? Het is 3u45 en er beweegt geen enkel luchtdeeltje in het appartement. De vochtige lucht is als een warm deken. Het opstaan viel veel zwaarder dan de voorbije dagen. Ik slaapwandel de deur uit. Misschien trap ik slakken plat, misschien word ik door gangsters aangestaard, ik merk niets op. Mijn teammate, Ella, ervaart net hetzelfde… het is onze derde werkdag en we bioritme heeft zich blijkbaar nog niet volledig aangepast.

Hier en daar zien we mensen die dakloos zouden kunnen zijn en af en toe kunnen we iemand interviewen. Het is altijd een gênant gevoel wanneer je iemand benadert met de vraag of hij vorige nacht op straat sliep en dat helemaal niet zo blijkt te zijn. Een wat oudere zwarte man met een kar vol dekens en andere spullen vertelt dat hij tijdens de crisis van 1981 op een bus gesprongen is naar Hollywood om er een nieuw leven te beginnen in de tv-wereld. Tijdens een overstap belandde hij op de bus richting New York, waar hij vol verwachting en dromen aankwam. Uiteindelijk belandde hij op straat. Nu ja, ik vermoed dat zijn verhaal wel wat complexer in elkaar zit. Hij vertelt maar raak en staaft zijn verhaal met allerlei paperassen, maar dat blijken telkens zijn verzekeringspapieren of folders die hij op straat kreeg toegestopt. Wanneer ik bij ‘ras’ ‘African-American’ omcirkel, protesteert hij: ‘no, Caucasian.’ Ik kijk hem aan en vraag: ‘dus je wil dat ik ‘blank’ omcirkel?’ ‘Ja, natuurlijk,’ antwoordt hij doodserieus. Ella interviewt iemand die bij de vraag: ‘Zat je ooit in de gevangenis?’ luchtig antwoordt: ‘Jazeker, mijn vrouw in elkaar geslagen en zo…’

We zien een andere zwarte man lopen met een versleten tas bij zich en kleding die betere tijden kende. Ik vraag hem of hij de voorbije nacht op straat sliep, maar hij reageert eerder kribbig en ontkent. Even later komen we hem opnieuw tegen en ik besluit nogmaals te vragen of hij voor een interview in aanmerking komt. Nu wordt hij echt boos. Hij zegt luid dat het mijn zaken niet zijn waar hij sliep - wat natuurlijk volledig waar is - en dat hij geen hulp nodig heeft. Wanneer ik iets wil terug zeggen, snauwt hij: ‘wat ga je doen? Een bende negers op me afsturen?’ Ik antwoord bedremmeld: ‘nee, gewoon een enquête afnemen, maar het is okee hoor…’

Tegen 7u30 is de vochtigheid en warmte al bijna niet meer te harden. We voelen straaltjes zweet langs onze rug kruipen en duiken de metro in om thuis nog enkele uren te gaan slapen.

Eerder gepubliceerd op www.mo.be

Lees meer / 0 comment(s)

Dakloos in New York - dag 2 - 'I don't smell'

Midden in mijn droom gaat de wekker af. 3u45. Pijnlijk vroeg, maar na wat koud water in mijn gezicht gaat het beter. Onderweg naar de metro trap ik bijna een overstekende slak plat. Als ik om 5u15 in midtown Manhattan uit de metro kom, zie ik al iemand met een hogedrukreiniger de stoep schoonmaken.

De eerste twee daklozen zien er op het eerste zicht niet uit als daklozen, maar blijken toch al een hele periode op straat te leven. Mijn teammate, Ella, interviewt de ene gast, afkomstig uit de buurstaat New Jersey. Hij belandde op straat nadat zijn huis in beslag genomen werd door de bank. Zijn maat Joseph, waar ik een praatje mee sla, ontkent eerst dat hij dakloos is. Hij draait rond de pot en zegt: ‘we zijn gewoon on the road’ - alsof ze gezellig op reis zijn - ‘we’ll be okay. Binnenkort ga ik weer naar huis.’ Hij wil ook geen interview doen, zelfs niet als ik de tien dollar vermeld. Hij vindt daklozen duidelijk losers en zegt dat hij geen van hen is omdat hij niet stinkt of er onverzorgd bij loopt. Ik zeg hem dat veel daklozen niet op zicht te herkennen zijn. Uit het hele gesprek blijkt dat hij uit de staat Georgia afkomstig is en al sinds november in de stad leeft. Hij is vrolijk en vertelt een aantal anekdotes over vreemde nachtelijke activiteiten die hij observeerde ‘while you were sleeping in your bed!’ Ik vind het jammer dat hij de vragenlijst niet wil beantwoorden en hoop dat hij weer op de rails raakt. Ik vraag me af waarom hij hier beland is, helemaal uit Georgia, vlak voor de ijzige winter.

Een poosje later interview ik Pedro, die ook de nacht doorbracht op de trappen van een kerk. Weer hoor ik dat er in de daklozenshelters volop gestolen wordt. De insulinenaalden die hij bij zich heeft voor zijn suikerziekte, zijn er een lokaas voor allerlei junks. Hij vertelt dat het ook op straat onmogelijk is om iemand te vertrouwen. ‘De ene dag trek je met iemand op, die je de volgende dag besteelt…’ Hij krijgt een maandelijkse uitkering van de staat die 660 dollar bedraagt. Ik staar hem niet-begrijpend aan (ook totaal niet volgens het boekje, maar goed). Hij zegt: ‘ik weet het, hoe kan ik daarmee overleven?’ We sommen samen op wat hij er NIET mee kan betalen: een kamer (want die kost in Manhattan minstens het dubbele), vervoer (een metrorit is onlangs verduurd van 2 naar 2.25 dollar), eten, … Hij vertelt dat hij elke maand met dat geld enkele dagen op hotel gaat, zichzelf goed in de watten legt, lekker eet en slaapt. Daarna is het geld op en keert hij terug naar de straat. Wat voor soort systeem is dit? Hij werd ook al eens in een huis geplaatst, maar liep er weg omdat ook daar gestolen werd uit de gemeenschappelijke koelkast en hij bang was dat zijn huisgenoten er met zijn insuline vandoor zouden gaan. Hij zegt: ‘dit land beliegt zijn inwoners door te beweren dat het het beste land ter wereld is. Infeite zijn het gewoon een bende dieven…’ Zijn compagnon heeft het ondertussen tegen Ella over Jezus en Paulus en hoe deze figuren voor hem een drijfveer vormen om op straat te leven en hun boodschap te verkondigen.

Een vaak weerkerend verhaal bij onze interviewees is dat ze dakloos werden nadat ze in de gevangenis hadden gezeten. ‘Niemand wil een kamer aan je verhuren, niemand wil je in dienst nemen als ze weten dat je gezeten hebt. Dan vind je uiteindelijk een kamer, maar word je eruit gegooid van zodra de huisbaas ontdekt dat je ex-gedetineerd bent.’ Maar is de oorspronkelijke bedoeling van opsluiting niet, dat je uiteindelijk als een beter persoon terug in de maatschappij kan functioneren? Ach ja, dit is natuurlijk utopisch. Toestanden in gevangenissen staan er niet om bekend dat ze de mensen zachtaardig maken, maar blijkbaar is het hier toch echt een keiharde strijd om na de gevangenis een min of meer normaal leven op te bouwen.

Eerder gepubliceerd op www.mo.be

Lees meer / 0 comment(s)

Dakloos in New York - dag 1 - 'Go away!'

De zoektocht naar een job in New York City in volle crisisperiode was behoorlijk moeilijk. Na het afschuimen van ettelijke koffiehuisjes, restaurants, Starbucks, kledingwinkels, kringloopwinkels van het Leger Des Heils en interimbureaus, vond ik een job. De stad zocht voor de maand augustus mensen om daklozen te gaan interviewen. Ondanks de vreemde werkuren - dagelijks van 5u30 tot 7u30 ’s morgens - kwamen er veel mensen op de advertentie af.

Eén van de manieren waarop de selectie gebeurde was de sollicitatiegesprekken ook op dit uur te laten doorgaan. Het was behoorlijk vreemd om rond 4 uur mijn appartement in de buitenwijken van Queens te verlaten en een uur later in een compleet verlaten Financial District te staan, enkel omringd door het gezoem van de airco’s. Ik werd geselecteerd en na een training van vier uren waren we klaar ‘to hit the streets’ in teams van twee op zoek naar daklozen.

‘t Vroege opstaan viel beter mee dan toen ik enkele weken geleden op dit uur naar het sollicitatiegesprek moest. Ook de wandeling van huis naar de metro was veel minder creepy, al weet ik niet goed waarom. Toen had ik mijn gsm in m’n hand en deed ik alsof ik belde toen er een auto passeerde. Nu was dat niet nodig. Het vredige ruisen van airco’s aan de slaapkamerramen en de gedachte aan slapende mensen maken me rustig. In de metro is er verbazend veel volk voor dit uur (intussen 4u20). Allemaal nog slaperig en gekleed in hun kantoor-, verpleegster-, of bouwvakkerskleding.

Als ik uitstap aan 42nd street, zie ik Jamie, die ook op het sollicitatiegesprek en de training was. Ik loop met haar mee naar Hotel Times Square, waar de non-profitorganisatie Common Grounds een kantoor heeft. We krijgen onze teammate toegewezen. Ella woont in Park Slope in Brooklyn. Haar grootouders zijn Deens. Nadat we onze enquêtes en tiendollarbriefjes gekregen hebben, gaan we de straat op.

Zoeken naar daklozen in het glimmende en fancy midtown Manhattan doet onwerkelijk aan. We moeten achter iedere hoek, zuil en plantenbak kijken, maar vinden niet veel mensen. Bijna overal werd al schoongemaakt deze morgen. Hoe vroeg komt deze stad eigenlijk op gang?! Ongelooflijk om te zien hoeveel mensen er voor zessen al op de been zijn. Times Square is wel verlaten op dit uur, wat vreemd aandoet: honderden enthousiast flikkerende reclameschermen door niemand bekeken. Dan zie ik op de trappen van een gebouw een kartonnen muurtje. Ik ga erachter kijken en zie een vrouw. Klaarwakker en helder kijkt ze me aan. Nog voor ik kunnen uitleggen heb waarom ik daar ben, zegt ze dat ik onmiddellijk moet weggaan. Ik voel me een indringer in haar schamele poging tot privacy. Ik weet niet wat te doen, denk dat ze de tien dollar die ik voor haar heb best zou kunnen gebruiken, maar ik laat me afschepen door haar vastbesloten: ‘go away. Now.’ Wat een vreemde job.

Als ik zo al zoekend langs de straten loop, doet de job me denken aan een vakantiejob die ik ooit deed bij het federaal voedselagentschap. Ik moest toen per fiets bepaalde bomen en struiken zoeken langs de Vlaamse wegen, ze op de kaart zetten en controleren op een of andere ziekte… nu scan ik de straten van New York, op zoek naar dakloze mensen. Ook zij worden op de kaart gezet en gevraagd naar hun gezondheid. Veel meer dan blinkende luxe-etalages vinden we niet en ik ben het met Ella eens als ze zegt dat ze dit niet echt de place-to-be vindt voor daklozen. Ik beeld me in dat ik zelf een slaapplaats zou moeten zoeken en kan me voorstellen dat je in het perfecte midtown overal wordt verjaagd door bewakingsagenten en portiers.

Mijn eerste interview gaat vlot. Jose - beter bekend als ‘de baard’ - is al zes jaar dakloos en slaapt gewoonlijk op de trappen van een naburige kerk. De opvangshelters voor daklozen zijn veel te gevaarlijk, zegt hij. ‘Er lopen veel gekken rond en er wordt gestolen.’ ‘Is de kerk dan veiliger?’ vraag ik nieuwsgierig, geheel niet volgens het boekje. ‘Veilig? ’t Is nergens veilig, het blijft de straat, maar het is er inderdaad beter dan in de shelters.’ Djeez, waren die shelters er dan niet precies om mensen ’s nachts een min of meer veilig onderkomen te bieden? Een breedgeschouderd duo bewakingsagenten houdt rookpauze vlakbij en vraagt wat voor enquête we hebben. ‘Daklozen! Je weet toch dat de meesten gewoon op straat wíllen leven?’ Na een kalme poging tot discussie draait hij wat bij, maar hij blijft een betweterig toontje aanslaan. ‘Listen, lady, ik heb twintig jaar bij de politie gewerkt bla bla …’ Pfff, ik heb hier echt geen zin in. Wat een arrogante bullebak.

Later op de dag zie ik een artikel over de erbarmelijke staat van de sociale woningen die burgemeester Bloomberg voor ‘zijn daklozen’ liet optrekken. Giftige loodverf, afbrokkelende plafonds, kortom: krotten. Wat een schandaal. Ik denk terug aan de training, waar uitgelegd werd dat Bloomberg supersnel resultaat wil zien, dat de non-profit-organisaties tegen deadlines quota moeten kunnen voorleggen van aantallen gehuisveste daklozen, en dat Bloomberg de geldkraan dichtdraait als de quota niet gehaald worden. Ik bedenk dat de haast die hij heeft bij het ‘opruimen’ van de daklozen niets te maken heeft met menselijkheid, maar alles met imago. Hij ziet de daklozen als een vieze vlek op zijn perfecte stad en wil er uit alle macht vanaf. De manier waarop doet er klaarblijkelijk niet toe en het mag liefst ook niet té veel kosten.

eerder gepubliceerd op www.mo.be

Lees meer / 1 comment(s)