Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Jaarboek Armoede 2008: "Activering geen wondermiddel tegen armoede"

Jaarboek Armoede 2008: "Activering geen wondermiddel tegen armoede"

ANTWERPEN -- Bijna 15 procent van de Belgen heeft een inkomen dat onder de armoederisicogrens valt. Activering is geen wondermiddel want 63 % van de armen komt niet eens in aanmerkingen voor activering (omdat ze al werken of te jong of te oud zijn om te werken). En de stijging van de levensduurte tast vooral de koopkracht van de laagste inkomens aan. Het zijn enkele stuitende conclusies van het 17de jaarboek “Armoede en Sociale Uitsluiting”.

Campaerts-Dierckx.jpg

Op dinsdag 9 december 2008 hield de redactie van het “Jaarboek 2008 Armoede en Sociale Uitsluiting” in de Universiteit Antwerpen een colloquium, ter gelegenheid van het verschijnen van dit Jaarboek. Het is het 17de Jaarboek in de reeks, en het 15de colloquium. De drijvende en leidende kracht achter het Jaarboek is professor Jan Vranken die nu in het emeritaat gaat maar hoopt nog 5 jaar de Jaarboeken verder te mogen begeleiden.
Sinds enkele jaren heet de groep die de jaarboeken opmaakt: Centrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale uitsluiting en de Stad (OASeS). Die jaarboeken zijn grondige studies over Armoede en Sociale uitsluiting, die veel mensen interesseren.

Ook dit jaar zat de grote aula Rector Dhanis bijna vol. De deelnemers werden ontvangen met koffie en thee. Professor Jan Vranken verwelkomde en minister Steven Vanackere hield een eerder realistische toespraak. Na het colloquium was er zoals gewoonlijk een receptie voor alle deelnemers. Het “Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting 2008” is uitgegeven bij Acco, telt 424 bladzijden en kost 35,50 euro.

De redactie: Jan Vranken, Geert Campaert, Katrien De Boyser, Caroline Dewilde en Danielle Dierckx schreven het boek samen met 14 anderen. Wij leerden dat de crisis de armoede doet toenemen en de “onderste” lagen van de samenleving de grootste slachtoffers zullen zijn. De redactie trekt ook de besluiten die zo te lezen zijn door de politieke verantwoordelijken om ernaar te handelen. Armoede maakt ziek!

Armoede is van alle (leef) tijden
Thema van het Jaarboek dit jaar is “armoede is van alle (leef)tijden” - een eerder ongewone, maar noodzakelijke invalshoek, stelde Prof. Jan Vranken in zijn verwelkoming. Hij merkte op dat “life events” (levensgebeurtenissen) zoals studeren, huwen,… voor mensen in armoede zeer bedreigend zijn.Hij verwees naar het voorwoord in het Jaarboek, waar minister Vanackere schrijft dat hoewel armoede van alle tijden is, er nog steeds geen belangrijke doorbraak is van armoedebestrijding. “Kan die er nog ooit komen?”

Het doel is echter voor Vranken zo belangrijk “dat het ons doet gaande houden - zelfs misschien tegen beter weten in?”… Dan volgde de openingstoespraak door Steven Vanackere, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, en verantwoordelijk voor de coördinatie van het armoedebeleid. Hij verwijst naar het vorig Jaarboek - en de studiedag. Een aantal zaken daaruit zijn niet zonder gevolg. Hij verwijst daarbij naar de campagne van Welzijnszorg (arm maakt ziek, ziek maakt arm). Dat is het best bewijs dat een wetenschappelijke onderbouw, acties in de samenleving tot gevolg heeft. Ook in het beleid is men bezig geweest over de gezondheidskloof, en heeft men armoede en gezondheid in beleid vertaald. Dit jaarboek is vooral nuttig als aanzettend tot actie.

Vanackere haalde (met een knipoog) 2 Amerikanen aan:
- Bill Vaughn die stelde dat er al meer armen geholopen zouden zijn met de helft van het budget dat gaat naar armoedeonderzoek;
Een ander, die poneerde dat armen maar één per één kunnen geholpen worden…

Maar Vanackere is politicus en dus is het nodig om structureel te werken. Hij zou een interfederale armoedegraadsmeter willen. OASeS kreeg een onderzoeksopdracht om te zien hoe het op Vlaams niveau kan verbeteren. De conclusies ervan smeken om wetenschappelijk onderzoek: men vraagt om buiten de grenzen te kijken, innovatief te zijn, “evidence based” te werken (meten van effecten), te evalueren, te leren, samen te werken en contextfactoren in rekening te brengen…

Armoede ook zaak van minister-president Peeters
Vanackere vindt nog steeds (zoals hij vorig jaar ook al zei) dat het armoedebeleid een zaak van de “chef” moet zijn: zoniet de minister-president zelf, dan toch heel nauw in samenspraak met hem. Hij vindt dat Kris Peeters er toch ook mee bezig is, want die wou dat bij “Vlaanderen in actie” ook een armoedeplatform zou zijn.

Vanackere heeft oog, respect en waardering voor de dynamiek van de ervaringsdeskundigen. Maar daaraan gekoppeld is het even noodzakelijk om instrumenten te hebben om die zaken in concreet beleid te vertalen.
De minister hoort de bekommernis van mensen in armoede: “zorg dat het onze kinderen niet overkomt”. Wie in zijn eerste levensjaren een goedgevulde rugzak kreeg, heeft meer kansen om in zijn verdere levensloop risico’s aan te kunnen.

De Vlaamse regering, waaronder ook Minister Frank Vandenbroecke, ondernam al stappen: stimuleren om naar de kleuterklas te gaan, meer middelen voor de kinderopvang, extra opvoedingsondersteuning, een nieuwe voorrangsregeling in de kinderopvang. Steven Vanackere eindigde met: “Dit colloquium interpelleert me telkens opnieuw. Het Jaarboek is een bron van inspriatie. Ik hoop en weet dat dit een nuttige dag wordt. Ik wens u zeer veel inspiratie”.

Meer mensen krijgen het moeilijk
Het Jaarboek werd vervolgens in snel tempo voorgesteld door Geert Campaert en Danielle Dierckx (UA, OASeS). Wie de presentaties helemaal wil zien, kan in de loop van deze maand terecht op www.oases.be.
Geert Campaert geeft vooral cijfers (en context):
De meeste minimumuitkeringen liggen nog steeds onder de armoedegrens, bijvoorbeeld het “leefloon” voor een alleenstaande is 711 euro; diens armoedegrens ligt op 860 euro. De voedselbanken krijgen meer aanvragen, er zijn meer wanbetalers (zoals voor energie en voor medicatie), kredietopeningen bij warenhuizen zijn meer populair,… Allemaal tekenen dat meer mensen het moeilijker hebben. De stijging van de levensduurte treft de laagste inkomens het sterkst: basisgoederen happen een groter aandeel uit het inkomen, en de indexering levert voor hen netto het minst op.

dekeyser.jpg

De uitdagingen bij dit luik “inkomen” zijn:
- welvaartvast maken van de uitkeringen;
- nadenken over een nieuw indexeringsmechanisme, bijvoorbeeld een ondergrens trekken op de indexering.

In het luik “armoede en tewerkstelling” wordt gevreesd voor opnieuw een stijging van het aantal (langdurige) werklozen. De “kansengroepen” (de nieuwe term voor armen, NvdR) zijn de eerste slachtoffers van een dalende conjunctuur. In de Europese Unie is het aandeel volwassenen in werkloze huishoudens het hoogst in België: 12,5% (EU 9,3%, Wallonië 17%, Brussel 22%, Vlaanderen 7,9%). Tweederde van de werkloze huishoudens met kinderen in Vlaanderen valt onder de armoedegrens.

Wat de “activering” betreft komen we tot de ontnuchterende vaststelling dat 20% van de mensen in armoede werkt. In totaal komen 63% niet in aanmerking voor een activeringspolitiek. Waar het aspect “wonen” wordt bekeken blijkt dat er nu nog steeds 75.000 gezinnen wachten op een sociale woning - en het aandeel erin van ouderen en alleenstaanden stijgt.

Uitdagingen hier zijn:
- een sterke inhaalbeweging van betaalbare (sociale) woningen;
- huursubsidies
Campaert belicht het onderwijs en herhaalt: de ongelijkheid is al bezig van vóór de kleuterklas. Maar het watervalsysteem zorgt nog steeds voor meer leerlingen met achterstand: in ASO 13%, TSO 41% en BSO tot 57%… Een positief effect wordt wel bereikt door huiswerkondersteuning aan huis (zoals de Katrol doet in Oostende en elders NvdR).
Uitdagingen zijn:
- vroeg ingrijpen
werken aan gelijke kansen, onder andere door TSO en BSO te herwaarderen: scheiding tussen de onderwijsvormen wegwerken, en een verplichte vroege studiekeuze vermijden.

Danielle Dierckx over de 10 hoofdstukken rond de levensloop - in sneltreinvaart en met humor:
Armoede in België bedraagt nu 14,7%. Maar dat loopt op tot 23% als je erbij rekent: al wie in de loop van 5 jaren in armoede komt… Er worden positieve resultaten gemeten bij “Eerste Stappen” projecten: opvoedkundige ondersteuning tijdens de eerste levensjaren.

Bij gelijke diploma’s is de status van de eerste job veel lager, bij wie uit sociaal armere klassen komt. In elke levensfase zijn er telkens opnieuw risico’s. De enorme impact van chronische ziekten is nog onvoldoende becijferd. Samengevat: zo vroeg mogelijk in het leven ingrijpen is uiterst belangrijk.

Prof. Dr. Peter Adriaenssens (KULeuven) hield een gloedvolle toespraak over de voorwaarden voor een volwaardige ontwikkeling bij jonge kinderen. Hij gaf het als ondertitel mee: ‘Waar armoede ons allen schaadt’. De kern van zijn betoog: bij een kind spelen 3 aspecten mee:
- opvoedingsvaardigheden van de ouders
- ontwikkelingsnoden van het kind
familie en contextfactoren

Deze 3 spelen voortdurend op elkaar in, en zijn eigenlijk onlosmakelijk verbonden. Adriaenssens benadrukt dat het kind - elk kind - recht heeft op een optimale ontwikkeling. In tegenstelling tot wat tot nu toe gedacht werd, herhalen veel volwassenen nièt de opvoedingsomstandigheden van hun jeugd. Oorzaken daarvoor:
1. Ouders die bewust zijn:
- van het belang om snel vragen te stellen (aan anderen);
- van het risico van een cascade van problemen;
- dat eigen problemen hun welzijn beïnvloedt
2. Ouders die kunnen rekenen op de steun van hun context.

En dan volgt een boeiend stukje neurobiologie. Wetenschappelijk onderzoek levert nu voldoende gegevens op om te kunnen zeggen dat “niet handelen tegen armoede, een vorm is van institutionele kindermishandeling”! Vóór 6 jaar oud hebben (kinder)hersenen het sterkste potentieel om zich aan te passen. Als een jong kind niet geknuffeld, toegesproken,… wordt, zijn er zones in de hersenen die niet geprikkeld worden en dus niet ontwikkelen. Dus moet je assistentie geven aan ouders die niet met hun kinderen kunnen bezig zijn.

We zouden een automatische opvoedingsondersteuning op basaal niveau moeten geven bij elk kind. Hersenen in kinderen kunnen ook competenties verliezen, bijvoorbeeld bij (langdurige) stress. Bijvoorbeeld de amygdala, de eerste ‘afgewerkte’ structuur in de hersenen: is het “alarmcentrum”. Onder stress wordt die veel groter. Als men dan lange tijd in een rustige balans is, komt ook die amygdala weer tot rust.

Uiteraard kan ook een woordje over hechting niet ontbreken. Na normale zwangerschap, wordt 70% van de kinderen veilig gehecht. Bij moeders in armoede ziet men dat 10 op de 11 (!) zelf onveilig gehecht zijn…
Besluit: primaire preventie is het opheffen van armoede en sociale uitsluiting. Er moet aandacht besteed worden aan weerbaarheid. Solidariteit is noodzakelijk. Na de pauze was er een klein uur panelgesprek: Kathy Lindekens (VRT) modereert Prof. Jos Corveleyn (KULeuven psychologie), Caro Bridts (Samenlevingsopbouw Brussel), Prof. Piet Van Avermaet (Steunpunt GOK, Gelijke OnderwijsKansen) en Fons Leroy (VDAB).

We halen er enkele zaken uit: Jos Corveleyn bepleit het individuele aspect (naast het structurele): een langdurige steun van arme gezinnen, door middenklassers, goed toegankelijk en minimaal professioneel ondersteund. Caro Bridts bracht voor een deel haar eigen ervaringsverhaal: in armoede opgegroeid, met onder andere heel veel verhuizen. In de opleiding (ervaringsdeskundige) was plaats voor de gekwetste binnenkant, voor het eigen verhaal. En dat in combinatie met anderen die het elk anders aanpakten. Daarbij nog een open dialoog met betrokkenen uit de middengroepen. Belangrijk: voor dit proces was veel tijd voorzien. Van daaruit volgde een verdere bewustwording en benoemen van inzichten. Armen hebben ook vaardigheden, soms zelfs als heel nuttig ervaren door anderen, maar veelal onontdekt en zeker meer onbenoemd.

Piet Van Avermaet wil in het onderwijs een bewustzijn van de verschillende ‘rugzakjes’ waarmee kinderen het onderwijs binnenkomen. Leraars moeten zien wat in die ‘andere’ rugzakjes zit, en hoe ze die inhoud kunnen gebruiken om te leren. Er spelen (ook bij leraars) veel erg onbewuste processen mee die een groot effect hebben op de successen en leerwinst van de kinderen.

Of (en hoe) kinderen leren, heeft véél te maken met de manier waarop onderwijs wordt gegeven: het gaat echt om een vertrouwensrelatie, een manier van de leerkracht om zichzelf als steun te (willen) uiten,…
De taalachterstand is niet alles, maar is ook wel een belangrijke factor - en dan moet je ook daarbij beseffen dat taal in een context wordt geleerd.

Fons Leroy vindt dat arbeidsmarktbeleid moet voortbouwen op het onderwijsbeleid. Al wat er in het rugzakje zit moet ontdekt worden en opgenomen in het traject naar werk.

Hij trekt van leer tegen de managers: leraars zijn leermanagers, vormingswerkers zijn vormingsmanagers, de intermediairen zijn kansenmanagers, ouders zijn tijdsmanagers,… Waarom niet meer werken met coaches? Die moeten een heel hoog empatisch vermogen hebben, en moeten oplossingen vinden vanuit het individuele verhaal. Coaches moeten ook zorgen dat het begeleiden kan verdergezet worden door de coach van de volgende etappe.

Kort samengevat zou hij willen dat de studiekeuze later wordt gelegd, dat àlle leerlingen evenwaardig kennismaken met diverse aspecten (dus bijvoorbeeld ook technologie), dat arbeiders en bedienden gelijkgesteld worden (een taak voor de sociale partners) en de de leraars de kans krijgen een leercoach te zijn.

Het slotwoord was aan rector Alain Verschoren van de Universiteit Antwerpen. Hij vindt dat het Jaarboek is zoals goeie wijn: elk jaar beter. Het biedt een enorme meerwaarde, want de onderzoeksresultaten vinden zo een heel breed publiek. Hij gaf enkele concrete voorbeelden van hoe de Associatie Antwerpen en de Stad gelijke kansen geven voor deelname aan het hoger onderwijs. Hij hoopt dat OASeS de moed heeft om met het Jaarboek door te gaan. Als deze stem zou stilvallen, valt de waakzaamheid weg…

zaal.jpg
Jan Vranken.jpg
Steven Vanackere.jpg
Peter Adriaenssens.jpg