Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Ons aandeel in de Haïtiaanse rampspoed

Ons aandeel in de Haïtiaanse rampspoed

Indien het ons menens is om dit verwoeste land te steunen, dan moeten we niet langer proberen om het te controleren of uit te buiten.

Iedere grote stad in de wereld zou grote schade hebben geleden door zo'n grote aardbeving, maar toch is het geen toeval dat Port-au-Prince er nu uitziet als een oorlogszone. Veel van de schade veroorzaakt door deze laatste en rampzalige aardbeving kan het best begrepen worden als een door de mens gecreëerd resultaat van een lange en lelijke reeks historische gebeurtenissen.

Het land heeft meer dan zijn deel van catastrofes gehad. Honderden stierven toen Port-au-Prince in juni 1770 door een aardbeving getroffen werd en de grote aardbeving van 7 mei 1842 heeft waarschijnlijk in het noordelijk gelegen Cap Haitien alleen al 10.000 slachtoffers gemaakt. Orkanen treffen het eiland op regelmatige basis. Het meest recent in 2004 en dan nog eens in 2008. De storm in september 2008 zorgde voor de overstroming van Gonaïves en spoelde de krakkemikkige infrastructuur weg, waarbij meer dan duizend mensen werden gedood en duizenden huizen werden vernield. De uiteindelijke vernieling die deze aardbeving veroorzaakt heeft, zal waarschijnlijk pas zichtbaar zijn binnen enkele weken. Zelfs kleine herstellingen zullen jaren aanslepen en het gevolg op lange termijn is niet te schatten.

Wat wel al heel duidelijk is, is het feit dat die impact het resultaat zal zijn van een lange geschiedenis van moedwillige verarming. Haiti wordt altijd beschreven als het 'armste land in het westelijke halfrond'. Deze armoede is de directe erfenis van wat misschien het meest brutale systeem van koloniale uitbuiting in de wereldgeschiedenis is, gemengd met decennia van systematische postkoloniale onderdrukking.

De nobele “internationale gemeenschap”, die momenteel staat te springen om “humanitaire hulp” naar Haïti te zenden, is in grote mate verantwoordelijk voor de omvang van het lijden dat het nu zegt te willen verminderen. Sinds de VS het land binnenvielen en bezetten in 1915, is elk serieuze poging van het Haitiaanse volk om te evolueren van (zoals de voormalige president Jean-Bertrand Aristide het uitdrukte) “totale rampspoed naar waardige armoede” gewelddadig en opzettelijk tegengehouden door de Amerikaanse regering en sommige van hun bondgenoten.

Aristide's eigen regering (verkozen door 75% van het electoraat) was het laatste slachtoffer van zo'n tussenkomst, wanneer ze werd omvergeworpen door een internationaal gesteunde coup in 2004 die aan duizenden mensen het leven kostte en het volk rancuneus achterliet. De VN hebben daarna gezorgd voor een grote en heel dure vredesmacht in het land.

Haiti is nu een land waar ongeveer drie kwart van de bevolking moet rondkomen met minder dan twee dollar per dag. Vier en een half miljoen mensen hebben zelfs minder dan 1 dollar per dag. Decennia van neoliberale “aanpassing” en neo-imperialistische interventie hebben de regering beroofd van iedere betekenisvolle kracht om te investeren in zijn bevolking of om zijn economie op pijl te brengen. De ongelijke internationale handel en de financiële regelingen zorgen ervoor dat die armoede en onmacht ook in de toekomst een structureel onderdeel van het Haïtiaanse leven zullen blijven.

Het is deze armoede en onmacht die vandaag bijdragen tot de horror in Port-au-Prince. Sinds de late jaren '70 dwongen harde neoliberale aanvallen op de Haitiaanse landbouw duizenden kleine boeren de sloppenwijken in. Ook al ontbreekt het aan geloofwaardige statistieken, toch kan men stellen dat honderdduizenden inwoners van Port-au-Prince leven in armzalige informele huizen, veelal op een hachelijke manier vastgemaakt aan de rand van ontboste ravijnen. De selectie van de mensen die in die plaatsen en omstandigheden leven is niet meer “natuurlijk” of toevallig dan de omvang van de verwondingen die ze hebben opgelopen.

Zoals Brian Concannon, de directeur van het Institute for Justice and Democracy in Haïti stelt: “Die mensen zijn daar beland omdat zijzelf of hun ouders opzettelijk van het platteland weg gedreven zijn door een hulp- en handelbeleid, dat specifiek werd ontworpen om makkelijk uitbuitbare arbeidskrachten te creëeren in de steden. Het zijn per definitie mensen die zich niet konden veroorloven huizen te bouwen die aardbevingbestendig zijn.”

Ondertussen blijft de basisinfrastructuur in de stad – stromend water, electriciteit, wegen, etc... - tragisch ontoereikend, soms zelfs onbestaand. De mogelijkheid van de regering om om het even welke vorm van hulp te mobiliseren is zo goed als onbestaand.

Sinds de coup van 2004 wordt Haïti bestuurd door de internationale gemeenschap. Dezelfde landen die nu staan te springen om noodhulp te zenden naar Haïti hebben de voorbije 5 jaar consequent gestemd hebben tegen de uitbreiding van het mandaat van de VN-missie voorbij de onmiddellijk militaire doelstellingen. Voorstellen om deze “investering” te heroriënteren naar armoedebestrijding of agrarische ontwikkeling zijn tegengehouden.

Dezelfde storm die zoveel mensen doodde in 2008 trof ook Cuba, maar maakte daar maar vier slachtoffers. Cuba is ontsnapt aan de ergste gevolgen van de neoliberale hervorming en de Cubaanse regering behoudt de mogelijkheid om de bevolking te beschermen tegen rampen. Als we Haïti serieus willen helpen na deze recente crisis dan moeten we daar rekening mee houden. Naast het sturen van noodhulp zouden we ons moeten afvragen wat we kunnen doen om de 'empowerment' van het Haïtiaanse volk en de overheidsinstellingen te vergemakkelijken. Als we echt serieus willen helpen, moeten we stoppen om te proberen de Haïtiaanse regering te controleren, zijn inwoners te pacificeren en de economie uit te buiten. En dan moeten we op z'n minst beginnen te betalen voor de schade die we hen al hebben toegebracht.

Peter Hallward is professor Moderne Europese filosofie aan de Middlesex University en schrijver van 'Damming the Flood: Haiti, Aristide, and the Politics of Containment'. Dit opiniestuk verscheen eerder in The Guardian.

"Oproep van overheidswege"

Overheid versus onderdanen (Haiti:Ruim zeven van de negen miljoen inwoners moeten rondkomen met minder dan anderhalve euro per dag.)
Zolang de internationale gemeenschap(in het kwadraat de VS) dit beleid steunt is er geen verandering te verwachten.
Zelfs zulke rampen zijn voor regeringen van “democratieën,” een welgekome afwisseling om de ander kant van de pokerface te tonen.
Een laagje goede wil op een body van stratego en manipulatie.
De belangrijkste beweegredenen zijn machtsverhoudingen en puur kapitalistische belangen.
Serieuze democraten laten het volk spreken.
Ook nu;vooral.
Geliefden kwijt,infrastructuur kapot,zonder eten…
Wat kan een mens nog meer hebben om aan te voelen”hoelang was ik de paria;zal ik het blijven na de “storm” van solidariteit”.

De voornaamste steun is op dit moment ijveren voor zelfbeschikking en integratie van de armen zonder stem.
Daarvoor geen steun betekent op termijn automatisch meer geweld en de struktie.
De vruchten plukken van arbeid is een voldoening die ieder mens gegund is?
Waar begint anders een gelukkig leven.
De” dwarsbalken”(bomen?)leiden het spoor;maar waar naartoe?

leo

Ontregeld

Waar het ontregelde kompas geweten wordt aan onderzeese magneten van Atlantis, zijn de mysterieuze verdwijningen en bepaalde weersomstandigheden in de Caraïben wel toegeschreven aan de verdronken slaven die overboord waren gezet voor het verzekeringsgeld.

Tags