Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Zuurstof voor de Brugse Poort (Uit TiensTiens Nr. 4)

Zuurstof voor de Brugse Poort (Uit TiensTiens Nr. 4)

In Gent stapelen de stadsontwikkelingsprojecten zich op. De aanblik van Gent is de laatste jaren sterk veranderd en evolueert nog steeds. Niet verwonderlijk, wanneer je weet dat burgemeester en schepenen in het bestuursakkoord van 2000-2006 de stadsvernieuwing in de 19de-eeuwse gordel tot één van de prioriteiten hebben gemaakt. Wél noodzakelijk, want hoewel de gordelwijken slechts vier procent van de totale Gentse oppervlakte omvatten, worden ze bewoond door een kwart van de Gentse bevolking. Geheel volgens de inmiddels gevreesde TiensTiens -traditie bogen we ons deze keer over het project ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’.

zuurstof_brugse_poort_preview.jpg

Dit artikel verscheen in TiensTiens 4 (te vinden op de website www.tienstiens.org en op de verdeelpunten die op de website vermeld staan).

Met het stadsvernieuwingsproject ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ wil de stad in de dichtbevolkte arbeidersbuurt meer ruimte en groen creëren. 89 arbeidershuisjes gaan tegen de vlakte, om plaats te maken voor drie parkjes en nieuwe sociale woningen. De Groene Vallei wordt heraangelegd, waardoor het een volwaardig park wordt. “Om de sociale mix te bewerkstelligen, zal de beoogde ruimtelijk-functionele structuur ook aantrekkelijk moeten zijn voor de huidige buurt- of stadsverlaters: (jongere) kapitaalkrachtige gezinnen (met kinderen). Daarbij moet sociale verdringing voorkomen worden. Herhuisvesting dient zoveel mogelijk binnen de wijk plaats te vinden”, zo lezen we in de nota ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ van de Stad Gent. De voornaamste doelstellingen van de stad zijn ten eerste ruimte te scheppen en ten tweede het woningbestand te verbeteren door ‘puntsgewijs’ bestaande onkwalitatieve bouwgehelen te slopen en er nieuwe kwalitatieve woningen op te trekken. De onteigening van de beluiken in de Brunel- en Sikkelstraat - 89 huizen die tegen de vlakte moesten omwille van de erbarmelijke staat waarin ze zich bevonden - kreeg tot nu toe de meeste media-aandacht. Ten vroegste in 2008 zou het hele project klaar moeten zijn. Een duik in het verleden De Brugse Poort kent een rijk industrieel verleden dat teruggaat tot 1820. Vooral de metaal- en textielnijverheid zorgden voor een bloeiende industrie. De industriële activiteit in de wijk zorgde voor een groeiende nood aan huisvesting. Op die manier ontstond een arbeiderswijk. Nieuwe straten werden kriskras aangelegd en het stratenplan verwerd tot een wortelnetwerk. In de tweede helft van de negentiende eeuw schoten de beluiken als paddestoelen uit de grond. Vanaf 1840 nam de bouw van beluiken in de Brugse Poort een aanvang. Mede door de doorgedreven opgang van de textielindustrie en aanverwante bedrijven groeide hun aantal: van 76 in 1880 tot 124 in 1904. Na 1860 werd het centrum van Gent grondig gesaneerd, waardoor nog eens honderden arbeidersfamilies noodgedwongen verhuisden naar de stadsrand, en dus onder meer naar de Brugse Poort. Vanaf 1965 stagneerde de industriële bloei, waardoor veel industriële panden en terreinen werden verlaten. De verpaupering begon. Sinds de jaren zeventig vinden migranten (vnl. uit Turkije en Marokko) en recent ook vluchtelingen hun weg naar de wijk. Zo blijft de Brugse Poort erg dichtbevolkt. De Brugse Poort telt vandaag ruim 10 000 inwoners. Ondanks het gezellige karakter van de wijk, met zijn talloze straatjes die zigzag door elkaar heen lopen en zijn talrijke sociale activiteiten, zijn kansarmoede en achterstelling er echter zichtbaar aanwezig. We willen geen eenzijdige stempel op de buurt drukken, noch de mensen die er wonen stigmatiseren. Toch kunnen we de feiten niet negeren. In de Gentse Kansarmoedeatlas houdt men rekening met de volgende criteria: de concentratie van migranten, lage inkomensgroepen (- 1.250 euro), langdurig werklozen, OCMW-gerechtigden en het aantal kandidaat-huurders in de sociale huisvesting. Het kerngebied van de Brugse Poort scoort op vier van de vijf criteria hoger dan het stadsgemiddelde. Ook subjectief ervaart men het gebied als een achtergestelde buurt met heel wat gebreken. Symptomen van de achterstelling zijn bijvoorbeeld slechte woningen, een gebrek aan open ruimte en groen, verwaarloosde plekken, drukke straten, gevaarlijke wegen en een tekort aan parkeerplaatsen. Oplossingen hiervoor kwamen er vanaf de jaren ’90, toen gaandeweg meer middelen ter beschikking gesteld werden, onder meer uit het Vlaams Fonds voor Integratie van Kansarmen, het Sociaal Impulsfonds en het Federaal Grootstedenbeleid. In het Ruimtelijk Structuurplan Gent werd naast andere deelstudies (Natuur, Recreatie, Economie) ook een deelstudie Stadsvernieuwing gemaakt. Het doel van deze studie was om een basis te leggen voor een nieuwe, functionele en leefbare stedenbouwkundige structuur voor wijken die werden gekwalificeerd als ‘stadsvernieuwingsgebied’. Onder die noemer viel ook de Brugse Poort. Een ambitieus stadsontwerp werd getekend door de bureaus Nero en Stramien. Het Sociaal Impulsfonds verfijnde de planning voor wijkontwikkeling verder tot een integrale en multidimensionele aanpak met specifieke aandacht voor de achterstellingproblemen in kansarme wijken. Dit proces vormde uiteindelijk de grondslag voor het project ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’. Een hele verademing… ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ richt zich onder meer op het creëren en herinrichten van buurtparken en -pleinen in de wijk. Het Luizengevecht wordt uitgebreid en voorzien van extra toegangen. Tegelijk wordt het Seghersplein heraangelegd. Aan de Kringloopwinkel wordt een nieuw park aangelegd, het Pierkespark. Ook aan de bestaande cités van de Brunelstraat en de Sikkelstraat komt een nieuw buurtpark, het Acaciapark. Tot slot wordt het Fonteineplein heringericht. Daarnaast wil de Stad een ‘rode loper’ doorheen de wijk afrollen: een luwe route voor voetgangers en fietsers. Die route moet de verschillende buurtvoorzieningen (school, crèche, theater, kringloopwinkel, …) verbinden en de wijk doen aansluiten op de Groene Vallei. Even de belangrijkste ingrepen op een rijtje: * Het Acaciapark: ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ voorziet in het hart van de wijk, waar nu de Sikkelstraat en de Brunelstraat liggen, een nieuw buurtpark: het Acaciapark. Om dit project te realiseren kocht de Stad de woningen van de cités op. De huizen zijn intussen verdwenen. Ook enkele woningen in de Acaciastraat en de Hulstboomstraat en het achterliggende garageboxencomplex zullen worden gesloopt. De mensen die moeten verhuizen, worden volgens de Stad begeleid in hun zoektocht naar een nieuwe stek. Aan de rand van het park komen nieuwe woningen met tuin. Daarenboven zullen een aantal mensen in de Hulstboomstraat en de Acaciastraat de kans krijgen hun koertje uit te breiden tot een tuin. * Luizengevecht: Ietwat verborgen achter de woningen aan het Seghersplein ligt momenteel het buurtpark Luizengevecht. Met het project ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ wil de Stad dit park terug in de kijker stellen, het van zijn kwalijke reputatie verlossen en het plein nieuw leven inblazen. Drie woningen in mindere staat aan de Bevrijdingslaan en de videotheek aan het Seghersplein maken kennis met de sloophamer. Het wijkgezondheidscentrum aan het Seghersplein wordt eveneens afgebroken en overgebracht naar een nieuw gebouw aan de rand van het plein. Zo ontstaat er een ruimere toegang tot het park. Aan de andere kant van het park wordt de Reinaertstraat doorgetrokken tot aan de Groendreef. Zo zullen veel meer mensen vlakbij het park wonen. Daar worden een dertigtal nieuwe woningen gebouwd met zicht op het park. Daarenboven verdwijnen de elektriciteits- en gascabines uit het straatbeeld en komt er een nieuwe bestrating. * De Stad slaat bruggen: De Groene Vallei wordt een volwaardig park. Met de aanleg van dit wijkpark van 6 ha krijgt de Brugse Poort een volwaardige groene long. Van groot belang is de bereikbaarheid van het park voor iedereen. Daarom wordt voor fietsers en wandelaars een brugje vanaf de Leiestraat over de Leie gebouwd. * Het Pierkespark: De bedoeling is een buurtpark uit te bouwen op de terreinen van de Kringloopwinkel. Het buurtpark zou volgens de stad de centrale knoop worden van enkele buurtfuncties, waaronder theater, de kringloopwinkel en multifunctionele zaal. * Biezenstuk: Hier worden sociale woningen opgetrokken. * De Rode Loper, fietsroute: De Kastanjestraat en het Fonteineplein worden heraangelegd, zodat een fiets en -wandelroute ervoor kan zorgen dat de buurtfuncties veilig met elkaar verbonden worden. Integrale en gebiedsgerichte aanpak Omdat er in de Brugse Poort wordt gewoond, geleefd én gewerkt, moest er een invalshoek gevonden worden die al deze aspecten integreert. Alle onderdelen van het buurtleven verdienen volgens de Stad immers de nodige aandacht en opwaardering. Een dergelijk project is dan ook steeds maatwerk, omdat de noden verschillen van wijk tot wijk. Jurgen Heytens, kabinetsmedewerker van schepen van Stedenbouw Karin Temmerman (sp.a) en begeleider van het project ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’, verduidelijkt: “Naast de buurtbibliotheek en de kinderkribbe subsidiëren we de nieuwbouw van de kringloopwinkel, ondersteunen we de Vieze Gasten, die actief zijn in de wijk, en krijgt het wijkgezondheidscentrum een nieuwe stek. Van de zwarte scholen willen we weer gemengde scholen maken, waardoor het scholingsniveau van de migranten omhoog gaat. Het is een echt stappenplan, bedoeld om de hele wijk met al haar bewoners vooruit te helpen.' (De Morgen, 04-12-2004). Een coördinator en een communicatieverantwoordelijke staan in voor de opvolging van het project. Ze brengen verschillende actoren bij elkaar en zorgen voor de afstemming en communicatie met het beleid, het directiecomité en de uitvoerders ter plaatse. Deze ‘gebiedsgerichte’ aanpak leidt ertoe dat rekening wordt gehouden met verschillende leefbaarheidthema's, zoals stadsvernieuwing, stedenbeleid, lokale economie, sociale huisvesting, verkeer, milieu, welzijn,… Toch blijft kritiek op deze mooie omschrijving van ‘gebiedsgerichte werking’ niet uit. Sommige actoren vragen zich af of werkelijk álle spelers uit de wijk betrokken worden bij alle stappen van het project. Voor het integrale stadsvernieuwingsproject ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ dient het ruimtelijke aspect als uitgangspunt, al kan dit niet los gezien worden van sociale, economische en culturele aspecten. Ruimte is immers het kader waarbinnen stedelijkheid zich ontwikkeld tot een levendige smeltkroes van activiteiten, functies en gebruikers. Ook volgens de stedelijke overheid betekent ‘stadsvernieuwing’ in dit project meer dan enkele ruimtelijke ingrepen. Het slaat evengoed op het verbeteren van de kwaliteit van de huisvesting en het inspelen op noodzakelijke sociale en culturele wijkvoorzieningen zoals een buurtcentrum, een crèche, scholen, een buurtrestaurant, een theater, een spelotheek, een clubhuis voor de senioren, een kringloopcentrum, een sportschuur, een wijkgezondheidscentrum en een wijkbibliotheek. Een multidisciplinaire wijkontwikkeling is in dit project dus duidelijk aanwezig. Encore un effort... ? Met ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ maakt de wijk een grote sprong voorwaarts, niet alleen door de ruimtelijke ingrepen, maar zeker ook door de veelzijdige invalshoek en het in acht nemen van verschillende activiteiten in de buurt. Toch is ook een constructieve kritiek op zijn plaats, om de Stad een duwtje in de rug te geven om het nog beter te doen op het vlak van ‘stadsvernieuwing’. We willen twee bezorgdheden rond dit specifieke project formuleren. Al is de stad op de goede weg met dit project, toch kan dit slechts het begin zijn van een echte aanpak van de woonproblematiek in de 19de-eeuwse gordel. Gent blijft namelijk kampen met een groot aantal sterk verouderde en minderwaardige woningen. Voor veel van deze woningen heeft het geen zin ze op te lappen tot een nieuwe staat van beperkt wooncomfort. ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ is in die zin een stap vooruit. Het is een stadsvernieuwingsproject dat zich richt op het verbeteren van de situatie van de buurt en zijn bewoners, en zich dus niet louter beperkt tot de zo vaak bekritiseerde ‘stadsontwikkeling', die voor een groot deel aan private ondernemingen of projectontwikkelaars wordt overgelaten. Het vraagt daarenboven de nodige moed om woningen te onteigenen en de bewoners vervolgens te begeleiden bij de herhuisvesting. De Stad heeft dan ook gelijk bepaalde inwoners van de wijk, die beweren dat het beter is alles op zijn beloop en de mensen met rust te laten, van repliek te dienen. Terecht stelt schepen De Temmerman: “Bij stedenbouw gaat het om het algemene belang, niet om het particuliere belang.” (De Morgen 08-01-2005) Toch vragen we ons af waarom de Stad het nalaat diepgaander ingrepen uit te voeren die de structurele woonproblematiek in de 19de-eeuwse gordel aanpakken. De ernst van de woonproblematiek kan nauwelijks overschat worden. Tussen 1 september 2002 en 31 december 2006 worden bepaalde woongebieden in Gent gescreend. De drie regio’s waarin dit onderzoek al werd afgerond, zijn delen van de Brugse Poort (925 woonentiteiten), het Rabot (+/- 700) en de Dampoortbuurt (+/- 300). Bij de tot nog toe gescreende woningen vertoonde de overgrote meerderheid van de woningen ernstige tekortkomingen. 41% had bijvoorbeeld te kampen met onveilige gasleidingen, 57% met een verhoogd risico op co-intoxicatie, 20% met de elektrische installatie. Aangezien er slechts 89 slechte woningen worden gesloopt in het project ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ en er slechts een honderdtal nieuwe sociale woningen worden voorzien, moeten we besluiten dat dit onvoldoende is om tegemoet te komen aan de enorme woonproblematiek in de buurt. Zowel de woonbehoeftestudie in 2002, het Ruimtelijk Structuurplan Gent, als het lokaal sociaal huisvestingsplan 2003 geven een coherent beeld van de slechte huisvesting in Gent, en vooral in de 19de-eeuwse gordel. Vier zaken vallen daarbij op: * Het hoge aandeel aan slechte woningen * De slechte woonblokken die zo klein en ondiep zijn dat de woningen er nooit een goede woonkwaliteit zullen bieden * De grote nood aan sociale woningen * Het belang van omgevingsfactoren De woonbehoeftestudie 2002 spreekt van een minimumnoodzaak van 3497 bijkomende sociale woningen voor prioritair behoeftige gezinnen. Volgens inschrijvingslijsten van sociale huisvestingsmaatschappijen lopen deze cijfers op van 5.500 tot 8.944 sociale woningen. Dit kan natuurlijk niet tijdens één legislatuur verwezenlijkt worden. In andere studies betreffende de stadsvernieuwing van vier regio’s in de stad (Noord: Rabot, Blaisant, Ham; West: Brugse Poort; Oost: Sint-Amandsberg en Heirnis; Zuid: Ledeberg) werd eveneens de noodzaak duidelijk van grote ingrepen in het stedelijke weefsel. In de deelstudie over de Brugse Poort, namelijk het ‘Stadsontwerp West’ door de onderzoeksbureaus Stramien en Nero uit 2000, werden vijfentwintig ingrepen in de wijk gesuggereerd. In het maximale scenario zouden er volgens deze studie 582 woningen moeten worden gesloopt en 953 nieuwe woningen worden gebouwd, in het minimale of ‘essentiële’ scenario zouden 186 slechte woningen moeten worden afgebroken en 180 nieuwe woningen worden opgetrokken. Een heel verschil met de 89 gesloopte en 82 nieuwe woningen die uiteindelijk in het project werden voorzien! Pascal De Decker, een socioloog gespecialiseerd in stedenbeleid, legt de vinger op de wonde: “Het project ‘Zuurstof voor de Brugse poort’ is een zeer goed voorbeeld (van een positieve ontwikkeling inzake stedenbeleid), maar het staat alleen. (…) Op de Brugse Poort bouwt men nu 82 nieuwe woningen. Dat is goed. Maar Gent heeft het honderdvoud hiervan nodig. Die plannen zijn er niet. En ze zijn ook niet in voorbereiding.” (Oikos 35, p. 29) Tot slot nog deze bedenking: stadsvernieuwingsprojecten als ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ hebben hoe dan ook steeds een negatieve weerslag op de zwakste groepen in de samenleving. In dit project werd wel rekening gehouden met herhuisvesting, maar niet alle bewonerscategorieën werden onderscheiden. Wat te doen met politieke vluchtelingen? Er zijn er die legaal in het land zijn en alle rechten hebben. Anderen zitten nog in een procedure en beschikken al over bepaalde rechten, waaronder het recht zich in te schrijven in sociale huisvesting. Nog anderen verblijven illegaal in het land. Vooral voor deze laatste categorie buurtbewoners vormen dergelijke projecten een probleem: juridisch bestaan ze niet, maar ze zijn er wel. Wat doet de stad? Ze voert minimaal strijd tegen huisjesmelkerij (zie TiensTiens3, Razzia's in Gent) en ze voorzien in een opvangcentrum. De noodzaak van een goede sociale begeleiding blijft… PASCAL DEBRUYNE Meer info over het project ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ op www.gent.be