Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Iraanse vakbondsman te gast in Brussel: “Internationale solidariteit stemt mij hoopvol”

Iraanse vakbondsman te gast in Brussel: “Internationale solidariteit stemt mij hoopvol”

De internationale confederatie van vakbonden had woensdag 20 juni Mansoor Osanloo te gast in Brussel. De voorzitter van de Iraanse vakbond voor buschauffeurs in Teheran riskeert in zijn land vijf jaar cel voor het in gevaar brengen van de staatsveiligheid. “De regering doet er in Iran alles aan om de organisatie van vakbonden te verhinderen. Ze vrezen dat anders de arbeiders te veel macht in handen krijgen”, zo vertelt Mansoor Osanloo aan Indymedia.be.

portret1.jpg

Mansoor Osanloo is een vakbondsman van het eerste uur. In Iran strijdt hij voor de rechten van de mens en voor de rechten van de vakbonden. Hij is voorzitter van ‘Sherkat-e Vahed’, de vakbeweging, 8.000 man sterk, neemt het op voor de rechten van de buschauffeurs in Teheran.

Enkele maanden nadat Osanloo vorig jaar op borg vrijkwam, wordt hij opnieuw gearresteerd. Er ontstaat internationaal protest tegen zijn gevangenschap en de Iraanse minister van Werk belooft Osanloo vrij te laten. Nog altijd was er grote internationale druk nodig om de vakbondsman werkelijk uit de cel te krijgen. Nu wordt hij opnieuw bedreigd en hangt er vijf jaar cel boven zijn hoofd.

Wat is juist het probleem tussen de vakbonden en de Iraanse overheid?
Mansoor Osanloo: “Wij waren aanvankelijk helemaal niet tegen de overheid, zij hebben zelf een probleem gecreëerd waardoor heel het overheidsnetwerk in beweging is gekomen. De tweestrijd is in het begin van de jaren ’90 ontstaan. De Islamitische Raad deed alsof zij de vertegenwoordigers van de arbeiders waren, maar dat was absoluut niet het geval. Toen ze zagen dat we ons aan het organiseren waren, hebben ze fel gereageerd om hun macht op de werkvloer te kunnen behouden.”

Wat is er toen gebeurd?
“De Islamitische Raad heeft nauwe banden met de Iraanse inlichtingendienst. Ze hebben ons in de gaten gehouden en zijn samen met de mensen van de staatsveiligheid ’s nachts tijdens een bijeenkomst onze gebouwen binnengevallen."

"Iedereen werd bruut gearresteerd en meegenomen voor ondervraging. We zorgden ervoor dat we bewijsmateriaal hadden van de lichamelijke mishandelingen en dienden een officiële klacht in tegen het optreden van de Islamitische Raad, de inlichtingendienst en tegen de politie. Uit schrik voor een verdere opvolging van onze klacht is de Raad, met steun van de inlichtingendienst van Teheran, begonnen met het bedreigen van de vakbewegingen. Hun felle reactie had niet het effect waar ze op hoopten. Steeds meer mensen zagen het belang in van een sterke vakbond en kwamen bij ons om raad vragen. We leerden hen over de arbeidswetgeving, de grondwet, de mensenrechten en de burgerrechten.”

Waarom wordt het organiseren van vakbonden in Iran zo hard aangepakt?
“De overheidsmensen zijn voor een stuk ook actief in het bedrijfsleven. Ze weten dat op het moment dat de vakbonden te machtig worden de werkgevers niet meer mogen doen wat ze willen en dat een bedrijf het moeilijker krijgt om te functioneren. Ze willen hun macht over de werkvloer niet verliezen.”

Is het leven van een Iraanse arbeider dan zo slecht?
“De arbeiders zitten in een heel benauwde situatie en we moeten opletten of anders gaat de toestand nog verder achteruit. De privatiseringspolitiek en de globalisering houden geen rekening met wat de mensen nodig hebben. Op die manier komen de arbeiders in een bijzonder slechte situatie.”

portret2.jpg

Maken de spanningen tussen de Verenigde Staten en Iran het organiseren van vakbonden extra moeilijk?
“De dreiging van een oorlog zorgt ervoor dat de mensen bang zijn. Bange mensen hebben niet de moed zich te organiseren en houden zich aan de opgelegde regels. Een oorlog zou alles vernietigen. Heel de infrastructuur zou vernield worden, maar ook de fabrieken en de steden moeten er dan aan geloven. Als er oorlog komt moeten de arbeiders gaan vechten aan het front. Heel Iran wordt dan uit evenwicht gebracht en het zijn de gewone mensen die de prijs moeten betalen. Ook de economische sancties zorgen voor veel problemen. Ze kunnen leiden tot het sluiten van bedrijven, waardoor er veel mensen zonder werk vallen. Dat betekent dat de kracht van de vakbonden sterk afneemt. Als je geen job hebt kan je je ook niet organiseren.”

Hoe ziet de toekomst er voor de arbeiders?
“Het opleidingsniveau en het bewustzijn van de mensen in Iran is aan het stijgen. Vandaag leven we in de ‘global village’ en kunnen we onze ervaringen uitwisselen met elkaar. We moeten lessen trekken uit de ervaringen van de oude generatie en we moeten onze kennis doorgeven aan de nieuwe generatie.”

Er is dus nog hoop.
“Door mijn uitstap naar Brussel zie ik dat er een internationale solidariteit is met onze arbeiders. Die solidariteit stemt mij hoopvol. We zitten in een hoopvol proces waarin we niet alleen de vakbonden organiseren, maar waar we ook in dialoog treden met de overheid. Mijn reis bewijst dat onze toekomst duidelijk en veelbelovend is.”