Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

raf

raf's blog

Katanga moet kiezen tussen wit en zwart

“Hoe kun je stelen wat je zelf gedolven hebt”? Dat vraagt één van de creuseurs in Pale Beko Bantu. Zoals deze arbeiders ertsen winnen uit de groeven van Katanga, dat is niet meer van deze tijd. Uit tunnels en putten spitten ze de grond naar buiten en brengen dat ruwe materiaal als een levende transportband naar het aardoppervlak. Levensgevaarlijk labeur, barslecht betaald. Boven wordt de grond gewassen en gezeefd door vrouwen en kinderen tot er een concentraat overblijft dat tot 15% kobalt of koper kan bevatten. Dat concentraat wordt via tussenpersonen aan mijnmaatschappijen en exporteurs verkocht.

Bram Van Paesschen balt het wel en wee van de creuseurs samen in het verhaal van één van hen: Isaac, een student die spaart om naar de universiteit te kunnen gaan. We zien Isaac evolueren, maar we horen hem ook. Zijn stem leest Off Screen de tekst – hoorbaar bedacht door Bram Van Paesschen - die de beelden bindt.

Isaac werkt in Kapata, een groeve nabij Kolwezi, dè mijnstad bij uitstek in Katanga. De creuseurs hangen volledig af van de prijzen die de opkopers bieden. Sommige opkopers onderschatten stelselmatig de waarde van de concentraten om de creuseurs nog slechter te betalen. Tegen die praktijken gaan de creuseurs in staking, ze belegeren de kantoren van de opkopers van Rody. Het werk in de carrière van Kapata valt stil. Isaac wil koste wat het kost voortwerken om te kunnen studeren. Maar de film krijgt, om aan het verhaal van de creuseurs extra-dramatiek te geven, een gefantaseerde afloop. Dat is een discutabele optie van de regisseur. “Maar om een verhaal te vertellen”, zo verdedigt Bram Van Paesschen zijn keuze, “moet je soms liegen”.

[Meer over Bram Van Paesschen: http://www.indymedia.be/en/node/30476

Historiek van Katanga’s mijnen

In Katanga wordt sinds mensenheugenis koper gewonnen. Een eeuw geleden, tijdens de Belgische koloniale overheersing, is er met grootschalige industriële mijnbouw begonnen. Gaandeweg werden ertsen ook ter plaatse tot metalen verwerkt. Toen Congo onafhankelijk werd, onteigende het land de Belgische multinational Union Minière en richtte Gécamines op, een staatsbedrijf dat de industriële ontginning en verwerking voortzette. Maar Gécamines werd een melkkoe voor het dictatoriale regime van maarschalk Mobutu. Die had al in 1960, het jaar van de onafhankelijkheid, met Westerse steun een staatsgreep gepleegd en mocht Congo als voorpost tegen het communisme blijven regeren. Vanaf de jaren ’80 speelde de wereldconjunctuur met onder meer dalende grondstoffenprijzen in het nadeel van de koperwinning in Congo. Daarenboven plunderde Mobutu zijn eigen land. Zo stortte ook Gécamines in elkaar.

Onder impuls van de Wereldbank werden de eigendommen van Gécamines in stukken aan buitenlandse mijnfirma’s verkocht. Dat betekende niet dat de mijnactiviteit meteen weer aantrok. De buitenlandse mijnfirma’s aasden veeleer op de exploratie- en uitbatingsrechten om ermee te kunnen speculeren en ze met winst door te verkopen. Intussen waren duizenden mensen, om de kost te verdienen, binnengedrongen in de mijngebieden. Zij waren op een “artisanale” manier de ertsen beginnen bovenhalen. Rond 2005 waren er in Katanga honderdduizenden van deze artisanale creuseurs aan het werk.

Het duurde tot ruim nà de eeuwwisseling vooraleer de buitenlandse mijnfirma’s ook echt weer werk maakten van de ontginning van de ertsen-reserves. De conjunctuur verbeterde zienderogen: de vraag naar koper nam overhand toe en de koperprijs op de wereldmarkt steeg sterk. Nu pas werd het voor de mijnfirma’s weer rendabel om in Katanga te investeren en industriële projecten op te starten. Deze firma’s begonnen de creuseurs te verjagen en ze riepen daarvoor politie en leger ter hulp.

In 2006 en 2007 startten dan eindelijk grote industriële projecten. De Amerikaanse multinational Freeport McMoran werd de motor van een greenfield-project in Tenke Fungurume waar van ’s werelds grootste koper- en kobaltreserves onaangeroerd lagen. Drie jaar later zijn er nog altijd géén ertsen bovengehaald. Freeport blijft wel de enige zogenaamde major, dat wil zeggen grote mijnmaatschappij, die tot vandaag in Katanga actief is. De mijnreus BHP Billiton haalde talrijke exploratie-rechten in de wacht maar staakte intussen zijn prospecties in Katanga. Daarnaast kwamen er talrijke middelgrote en kleine (juniors) mijnmaatschappijen die zogenaamde Joint Ventures vormden met Gécamines om concessies van Gécamines uit te baten. In Kolwezi begon de fusiegroep Katanga Mining oude mijnen van Gécamines opnieuw klaar te maken voor productie, zo bij voorbeeld de ondergrondse mijn van Kamoto en de onder water gelopen openluchtmijnen van KOV.

Eind 2008 waren er volgens de provincie-regering in Katanga 385 “mijn-operatoren” geregistreerd. Er waren 1635 mijn-titels toegekend waarvan amper 5% uitbatingstitels maar 82% permis de recherche, dat wil zeggen toelatingen om te zoeken naar ertsaders. Voor de mijnfirma’s betekent dat: ertsaders die winsten kunnen opleveren.

Standpunt van de bazen

Bram Van Paesschen registreerde de overgang van artisanale naar industriële mijnbouw vanuit het perspectief van de creuseurs, een groep die vanwege de economische logica moet verdwijnen. Dat is een pijnlijk proces dat al aan duizenden creuseurs hun broodwinning heeft gekost en tot heftige sociale schokken leidt. Om een aantal creuseurs te laten voortwerken, zijn hen officieel enkele concessies toegekend die evenwel ook door firma’s zijn ingepalmd. Alle creuseurs die elders werken, overtreden strikt genomen de wet. Maar zolang ze de mijnbouwfirma’s niet voor de voeten liepen, heeft de overheid oogluikend laten voortwerken.

Thierry Michel filmde de volgende faze, de overgang naar de gemechanizeerde, industriële mijnbouw in Katanga in 2007 en begin 2008. Hij neemt in zijn film Katanga Business een radikaal ander standpunt in. Hij geeft het woord, niet aan de creuseurs maar aan vijf kopstukken van de industriële Mining Boom in de provincie Katanga. Ze staan als vijf Riders on the Storm verenigd op de affiche van Katanga Business. Daar waar de creuseurs rechtlijnig praten en recht voor de raap, gaan achter deze vijf personages een resem tegenstrijdige belangen, verborgen agenda’s en dubbelzinnigheden schuil.

Het begint bij de man met de cowboyhoed: Moïse Katumbi, zakenman maar ook de goeverneur van Katanga. Hij is een vat vol ambiguïteit. Alvorens in de politiek te belanden, heeft hij in onopgehelderde omstandigheden fortuin gemaakt in Zambia. En, hoewel hij het tegendeel beweert, ook als gouverneur doet hij voort met zijn business. Zijn bedrijf MCK voert grote grondwerken uit en is één van de belangrijkste subcontractors van de mijnmaatschappijen. Katumbi is rijk. Hij geeft in deze documentaire onomwonden toe dat hij in één klap zo’n 60 miljoen dollar heeft verdiend aan de verkoop van zijn belang in het Kinsevere-mijnproject. Moïse Katumbi lijkt omnipresent. Overal waar hij komt strooit hij dollars rond. “De Berlusconi van Congo”, zegt Thierry Michel, want hij bezit ook een voetbalploeg in Lubumbashi. Hij snelt ter plaatse waar er problemen zijn. Hij gaat bemiddelen tussen creuseurs en opkopers; hij leest de doeaniers de les aan een grenspost waar mateloos wordt gefraudeerd.

Achter de goeverneur lopen de buitenlandse belangen, drie witte personages en één Chinees. Zo liggen ook de verhoudingen in Katanga, zegt Thierry Michel: “je hebt de klassenstrijd tussen de kapitalisten en het werkvolk maar je hebt ook de belangenconflicten tussen de multinationals”. De bazen die Katumbi flankeren, heten Paul Fortin, Laurent Décalion, George Forrest en mijnheer Min.

Fortin staat aan het hoofd van Gécamines, de Congolese staatsmijnbouwmaatschappij, maar hij komt uit Canada en dat is de belangrijkste mijnbouwnatie in Afrika. Mijnheer Min vertegenwoordigt Chinese bedrijven die met Paul Fortin over het beruchte Congo-China-contract onderhandelen. Volgens dat contract zal China in Congo scholen, ziekenhuizen en wegen bouwen en daarvoor door Congo geproduceerde kobalt en koper in ruil krijgen. George Forrest leidt een familiebedrijf met koloniale roots en wijdvertakte belangen in de mijn- en cementsector maar ook in de agro-industrie tot de uraniumwinning in Namibië toe.
Laurent Décalion tenslotte, vooraan in de dertig, is Managing Director van Boss Mining. Boss is de gezamenlijke eigendom van Gécamines (30%) en de Britse privé-mijngroep Camec (70%).

Décalion vliegt, wanneer de zaken nog draaien, met de filmploeg per helicopter over de mijnprojecten van zijn bedrijf. Hij klinkt trots over de industriële renaissance die hij in Katanga voor mekaar brengt. Maar ook dat heroïsche epos is nu voorbij. In november 2008 zette Boss Mining in de mijn van Mukondo en de koper- en kobaltabriek van Luita 5000 arbeiders op technische werkloosheid.

Hoe moet het nu verder?

Goeverneur Katumbi geeft zichzelf volgens Thierry Michel een haast bijbelse missie: “Moïse Katumbi spiegelt zich zowel aan Mozes uit de bijbel als aan Moïse Tshombe”. Maar voor wie kiest hij dan? Want die vraag is nu wel aan de orde. Katumbi, die een Italiaanse-joodse vader heeft en een Congolese moeder, wordt in Katanga le demi-blanc genoemd. Op het feest van de onafhankelijkheid rijdt hij in de auto van Moïse Tshombe door de Katangese hoofdstad Lubumbashi. Maar laat Moïse Tshombe nu net de politicus zijn die de provincie Katanga van Congo afscheurde om de belangen van Union Minière, de Belgische koloniale multinational te vrijwaren. Is dat zijn oriëntatie? Kiest Katumbi voor de multinationals en de Westerse belangen? Of opteert hij resoluut voor het volk, voor de creuseurs en de belangen van alle andere Congolezen?

Regisseur Thierry Michel kiest geen positie, en dat is een tekort. Ook Michel’s vorige grote Congo-films mengden zich niet in het debat. Mobutu Roi du Zaire had de verdienste een massa archief-materiaal over de dictator te ontsluiten, maar die accumulatie van feiten liet nog niet toe te begrijpen waarom Mobutu zich kon opwerken en handhaven. Voor zijn epos Congo River over de machtige Congo-stroom die de echte levensader van Congo is, ontwikkelde Thierry Michel zijn breedvoerige stijl, in de traditie van de reisfilms van Exploration du Monde. Soms verzeilde Michel daar in folklore, zoals in een wel erg foute passage over de verzetsstrijders van de Mayi-Mayi. Bovenal toonde Congo River de aftakeling van Congo en hoe de mensen daarin trachten overeind te blijven, maar de film zei niet wat de regisseur van deze impasse vindt.

Katanga Business benadert nu de analyse. Deze film zet uiteen wie de hoofdspelers van de mijnindustrie in Congo zijn. Maar op die informatieve stap volgt geen duidelijke uitspraak. Buiten de film, in interviews en debatten (zoals afgelopen zaterdag tijdens Cinema Novo) spreekt Thierry Michel zich wel uit: hij gelooft rotsvast dat Congo zijn bodemschatten kan gebruiken voor de eigen ontwikkeling in plaats van voor de dividenden van Westerse aandeelhouders. Zo’n ontwikkeling is en blijft een clash met Westerse titanen. Moet die clash in het voordeel van Congo worden beslecht? Daar had Katanga Business – stand alone – duidelijker uit de hoek moeten komen.

Pale Peko Bantu Mambo Ayikosake was tijdens Cinema Novo enkel op 14/3 te zien

Katanga Business wordt tijdens Cinema Novo nog op 21/3 vertoond

BijlageGrootte
Katangaaffiche500.jpg140.76 KB
PaleBekoBantu500.jpg150.4 KB

Lees meer / 1 comment(s)

Congolese leger blijkt goed gemotiveerd in Rutshuru

Gisteren vanuit Goma naar Kinshasa gekomen. En vanochtend vroeg (we zijn zondag 19 oktober 2008) ben ik gebeld uit Rutshuru. Het Congolese leger, zegt mijn correspondent, heeft de afgelopen dagen in de streek van Tongo “grote gebieden” heroverd op de opstandige generaal Nkunda. Maar nu hebben de troepen het bevel gekregen om zich terug te trekken. De militairen van het regeringsleger (de FARDC) zijn niet tevreden. Maar dat het regeringsleger zich terugtrekt, stemt overeen met de afspraken van het akkoord van Goma (van januari 2008). Congo houdt zich aan die afspraken. Zo heeft het regeringsleger onlangs trouwens ook het kamp van Rumangabo opnieuw kunnen innemen, nadat het dat eerder was verspeeld aan de rebellengeneraal Laurent Nkunda. Nkunda heeft eind augustus het akkoord van Goma verbroken en is zo de oorlog in Oost-Congo herbegonnen.

De uitgestrekte regio Rutshuru ligt ten Noorden van Goma, de provinciehoofdplaats van Noord-Kivu. Samen met de regio Masisi (ten Westen) is het één van de uitvalsbases van de bushfighters van Nkunda. Tongo ligt even ten Westen van Rutshuru. Er is de afgelopen week hevig gevochten tussen het leger en de rebellen.

Deze week is in Noord-Kivu de volksvertegenwoordiger François Gatchaba overgelopen naar Nkunda. “De come-back van Gatchaba”, schrijft de krant L’Avenir in Kinshasa, want Gatchaba behoort tot de RCD. Dat is de politieke partij die voortgekomen is uit één van de grote rebellenlegers van tijdens Congo’s algehele oorlog (1998-2003). Ook Laurent Nkunda komt uit de RCD. Gatchaba heeft dus zijn oude kompaan in de bush vervoegd, “hij verlaat de klandestiniteit”, aldus L’Avenir die ervan overtuigd is dat Gatchaba als député in Goma voor Nkunda heeft gespioneerd. Hij zou niet de enige mol van Nkunda zijn. In Noord-Kivu wordt om een onderzoek gevraagd naar andere hooggeplaatsten die voor Nkunda zouden opereren, of die zich vanwege de oorlog verrijken en er dus persoonlijk belang bij hebben dat de oorlog in Oost-Congo voortduurt.

De mensen in Goma zijn bang voor wat er mogelijk gaat komen. “Als Nkunda de invalswegen uit Masisi en Rutshuru afsluit, en Rwanda sluit de grens, dan is het Kivu-meer de enige uitweg”. Dat zei me een bediende van de Regie der Luchtwegen op het vliegveld van Goma. En een technicus van de luchtvaartmaatschappij Hewa Bora: “Ik kom uit Kisangani. Mijn vrouw en vier kinderen wonen daar. Dan hoef ik ze niet allemaal bijeen te scharen als we zouden moeten vluchten”. Niemand die eraan twijfelt dat Nkunda een pion van Rwanda is en dat hij zonder de steun van Rwanda weinig kan beginnen.

Ik begin me echter af te vragen of Nkunda met zijn militie wel zo sterk ingeplant is op het terrein als veel mensen geloven. Ik heb zelf pas nog geschreven dat hij in Nkunda-land, de gebieden die hij controleert, een eigen administratie heeft opgericht waar elke ochtend de vlag van de CNDP (de politieke arm van Nkunda’s leger) wordt gehesen en waar er nu plantages van koffie, thee en pyrèthre uitgebaat zouden worden. Maar feitelijk heb ik dat ook maar uit rapporten van derden. Stemt dit beeld wel met de werkelijkheid overeen? Of spelen we ongewild mee in Nkunda’s (en Rwanda’s) propagandamolen als we dit beeld blijven voortvertellen, zonder dat definitief is uitgemaakt of het geen hersenschim is? Of een deel van een hersenschim, want wie gelooft dat Nkunda oppermachtig is, gelooft ook dat het Congolese leger een bende losgeslagen vagebonden is die bij de minste schermutseling op de loop gaat. En dat klopt alvast nièt met wat ik nu uit Rutshuru hoor.

De gebeurtenissen aan het legerkamp van Rumangabo, zoals ze mij door correspondenten in Rutshuru zijn verteld, illustreren dat. Rumangabo ligt op de weg van Goma naar Rutshuru en 14 km ten Zuiden van deze laatste lokaliteit. Het kamp is op 8 oktober door de Nkundisten ingenomen. Daarvoor waren deze insurgés (opstandelingen) via het plaatsje Kabaya in de stad geïnfilteerd door mensen om te kopen die misnoegd waren over het wangedrag van sommige militairen. De Nkundisten zouden burgerkleren hebben aangetrokken en zich tijdens een religieuze plechtigheid (tegen de oorlog?) onder de menigte hebben gemengd. De volgende ochtend overvielen ze het kamp. Er was een overmacht van insurgés, maar de FARDC hergroepeerden zich. Ze zouden nog tijdig een deel van de wapen- en munitievoorraden hebben kunnen evacueren. In het ziekenhuis van Rutshuru zouden daarna zo’n 60 gewonde militairen en een aantal gewonde burgers zijn binnengebracht.

De media hebben gemeld dat Roeland van de Geer, de afgevaardigde van de Europese Unie in de Regio van de Grote Meren, dan met Nkunda is gaan onderhandelen. Onder grote druk (van een woedende Congolese bevolking en van de internationale gemeenschap) heeft Nkunda enkele dagen later zijn troepen uit Rumangabo teruggetrokken. Maar hoe chaotisch dat verlopen is, heeft de internationale media niet gehaald. Opnieuw de versie van de correspondenten in Rutshuru. Tijdens hun terugtocht hebben de Nkundisten alles geplunderd wat ze konden. Ze hebben vrachtwagenchauffeurs uit Bunagana gevraagd om de buit te vervoeren. Bunagana is de grenspost tussen Congo en Oeganda (dichtbij het drielandenpunt met Rwanda) waarlangs de transporten van Nkunda naar of van Rwanda gebeuren. Toen de kolonne in Bunagana aankwam, eisten de militieleden van Nkunda hun deel van de buit die was meegebracht door de soldaten die Rumangabo hadden ingenomen. Deze soldaten kwamen volgens onze correspondenten uit Oeganda, Rwanda en Burundi. Dit betekent dat de Nkundisten geen rol van betekenis gespeeld zouden hebben bij de inname van Rumangabo.

Het Congolese leger heeft daarna opnieuw het kamp van Rumangabo overgenomen. Toen het daar controleerde of er geen mijnen waren gelegd, zouden er graven ontdekt zijn waarin de lijken van vijandelijke militairen lagen, onder andere van Soedanezen. Op deze lijken zouden talrijke documenten gevonden zijn die aantonen dat Rumangabo was ingenomen door buitenlandse militairen die zich als Nkundisten voordeden. Deze documenten zijn bij de provinciegoeverneur van Noord-Kivu aan de media getoond. Maar sommige media betwijfelen of ze wel autentiek zijn.

De gevechten in Bunagana (waarvan buitenlandse hulpverleners getuige waren) bevestigen nochtans dat Nkunda in Rumangabo buitenlandse, militaire hulp gekregen heeft.

De eenheden van het Congolese leger in Rutshuru, zeggen de bronnen daar, staan onder leiding van nationalistische officieren (onder meer commandant Mushimba van de 6-de brigade en commandant Masunti van de 2-de brigade) en zouden een te duchten troepenmacht vormen.

“De CNDP van Nkunda heeft nog nooit al vechtend gewonnen, wel met smeergeld, verraad, infiltratie, één of andere magouille. Dat is onze analyse”, zeggen mijn correspondenten. “Les enfants du CNDP sont mal intentionnés, ce sont des Batshokoli, des enfants dérangeurs. Les FARDC sont bien équippées. Mais les autres de déplacent la nuit pour déranger”.
“Ceci n’est pas la guerre de l’Est, ceci est une conquête. Les Congolais à l’Est ont compris cela, mais les Congolais à l’Ouest ne l’ont pas encore compris. La politique joue aussi. Quand les FARDC font des progrès sur terrain, dans les 24 heures qui suivent la communauté internationale exige que les FARDC se retirent à leures positions d’avant les combats. Cela fait mal. La population de Rutshuru est tellement fâchée. Elle est farouche maintenant. Elle n’a plus peur. Dernièrement, elle est parti pour s’en prendre les mains vides aux observateurs et aux militaires de la MONUC. Lors de cette manifestation une autoblindé de la MONUC a été incendié. Les soldats de la MONUC ont tiré dans l’air, ils ont beaucoup tiré, beaucoup. Mais les gens n’ont pas peur. Ils disent à la MONUC: quand les FARDC avancent, vous dites: arrêtez. Cela ne va plus”.

Nog een laatste observatie. Donderdag was de Rwandese president Kagame in Gisenyi. Die Rwandese stad ligt vlak over de grens tegen Goma aan. Volgens een officier van de (Congolese) Garde Républicaine woonde Kagame in Gisenyi een vergadering van de Rwandese regering bij. Ik deed donderdagavond evenwel een andere observatie. Voor het eerst was de drijvende installatie op het Kivu-meer verlicht, waarmee Rwanda methaangas uit het meer oppompt om een elektriciteitscentrale in Gisenyi te voeden. De installatie staat op een vlot op enkele kilometers voor de kust en is met een vlottende pijpleiding met het Rwandese vasteland verbonden. Voor het eerst was er boven de installatie ook een vlam te zien, kennelijk werd er gas afgefakkeld. Ik koppelde Kagame’s aanwezigheid aan het feit dat de methaaninstallatie blijkbaar operationeel was en probeerde uit te zoeken of er een link was.

Zo ben ik op een artikel gestoten van de New Times, een krant in de Rwandese hoofdstad Kigali, over de oorlog in Oost-Congo. Daar stelt men het systematisch voor alsof Nkunda het helemaal alléén moet opnemen tegen een overmacht. De aanhef: “Fierce fighting between Maj. Gen. Laurent Nkunda and a coalition of the Armed Forces of the Democratic Republic of Congo (FARDC), Democratic Forces for the Liberation of Rwanda (FDLR) rebel forces and other smaller militias resumed on Wednesday with the Nkunda forces capturing several hills surrounding the Goma-Rutchuro road”.
Dezelfde formule komt nog drie keer terug: “the FARDC fighting alongside the FDLR”, “a combined force of FARDC and FDLR attacked CNDP in the areas of Mweso and Gashuga” en “FDLR units supporting FARDC”. In het laatste geval beweert de New Times dat het Congolese leger tijdens een militaire topmeeting van afgelopen woensdag beslist heeft dat de “FDLR be given their axes of fighting”. Ofwel heeft de New Times dat verzonnen, ofwel zit er inderdaad een Rwandese mol in die Congolese legermeeting.
Volgens Kigali zijn de FDLR terroristen en génocidaires. Kigali speelt dat argument voortdurend opnieuw uit om de Congolese regering te isoleren. Maar: zo worden wel de rollen van agresseur en agressé omgewisseld. Een beproefde techniek in tijden van oorlog.

Lees meer / 0 comment(s)

Nkunda zit op zwart zaad

Het Congolese leger heeft Tongo heroverd op de militie van generaal Nkunda. Die zou wel nog de heuvel Mulimbi-Top boven Tongo controleren. Ook in Tamugenga zijn er gevechten geweest. Dat heb ik vanochtend hier in Goma bij MONUC vernomen, de VN-troepenmacht in Congo.

Maandag en gisteren waren er gevechten in Tongo tussen het regeringsleger en Nkunda. Tongo is een lokaliteit in Rutshuru, ten Noorden van Goma. De Congolese media maakten gisteren ook melding van gevechten rond Bweremana, in Masisi ten Westen van Goma. Maar dat konden ze bij MONUC niet bevestigen. Generaal Nkunda heeft in zowel in Rutshuru als in Masisi zijn legertje in de bush.

Het is vanuit Goma onmogelijk om in te schatten welke de gevolgen van de gevechten voor de burgerbevolking zijn. Er zijn weer vele tienduizenden mensen op de vlucht. Had ik wat meer tijd, ik zou proberen de déplacés te zien, in Sake bij voorbeeld, of aan de rand van Goma. Misschien komt het er nog van voor ik vrijdag weer uit Goma wegga.

Nkunda loopt de regeringsstellingen niet onder de voet. Maar hij klinkt weer bijzonder agressief. Maandag heeft hij zijn woordvoerder laten verklaren dat zijn militie Tongo “à feu et à sang” heeft gezet en dat hij verder wil oprukken naar Kabizo en Butare. Maar zoals gezegd: een bezoeker in Goma merkt daar niet veel van. Gisteravond (dinsdag) patrouilleerde het Congolese leger onder meer met vedettes op het meer en MONUC-helicopters maakten rondjes rond de stad. Maar eens 21 uur hielden de vluchten op.

Nkunda zit financieel op zwart zaad. Dat vertelde me een zakenman die dit weekend nog in de mijnstreek Walikale was. Hij heeft er de administrateur de Territoire van Masisi ontmoet, die door Nkunda naar Walikale was gestuurd. De bestuurder ging in Walikale de truckchauffeurs overtuigen dat ze opnieuw naar Goma moesten beginnen rijden met cassiteriet (tinerts) omdat ze onderweg door het Nkunda-land in Masisi komen waar ze taxen moeten betalen om Nkunda’s oorlogskas te spijzen. Nkunda heeft naar ik hoor de laatste weken nog financiële tegenvallers moeten incasseren. Tijdens een protestmanifestatie van de weduwen van militairen in Goma zou er een benzinestation dat aan Nkunda toebehoort in brand zijn gestoken. Verder zou er een lading pyrochlore van Nkunda in beslag genomen zijn. En, zoals gezegd, de truckchauffeurs uit Walikale die taxen afdragen aan Nkunda hebben al drie weken niet meer gereden (en dus ook niet meer betaald). Al deze zaken worden me hier voor waar verteld.
Vorige week zijn Rwandese troepen Nkunda komen ondersteunen. Volgens een directeur van een VN-bureau is onder meer de 99ste Rwandese brigade hier geweest.

De zogenaamde internationale gemeenschap geeft intussen de indruk daar niet veel van te geloven. Bij MONUC wordt me gezegd dat een commandant van het Congolese leger in Rutshuru eerder al valse informatie heeft verspreid over de zogenaamde aanwezigheid van Rwandese troepen in Congo. De afgevaardigde van de Afrikaanse Unie, Jean Ping, die eind vorige week in Congo was, heeft gezegd dat zijn waarnemers hier in Kivu hem eerste bewijzen van die Rwandese aanwezigheid moeten tonen. Maar zelfs als Ping die bewijzen in handen krijgt, dan nog is het niet zeker of hij en de Afrikaanse Unie meer zullen doen dan vragen dat het Congolese leger èn Nkunda stoppen met vechten. Wie ik hier in Goma ook over die internationale gemeenschap ondervraag, iedereen doet er schamper over. De mensen hier herhalen dat Nkunda uitgeschakeld moet worden maar dat de oorzaak van de oorlogsellende in Rwanda ligt. Maar de internationale gemeenschap zegt al tien jaar hetzelfde: houdt op met vechten, verzoent u, richt een commissie op enz. Gisteren las ik nog twee van zulke verklaringen. Een analist van de International Crisis Group zei aan het persbureau AFP dat zowel Congo als Rwanda hun eerdere verplichtingen moeten nakomen. De Franse minister Bernard Kouchner zei min of meer hetzelfde. Voor de mensen hier in Goma waar ik mee praat, komt het erop neer dat men angstvallig vermijdt om naar de kern van de zaak te gaan, en zo deze oorlog laat voortduren. Cynisme van het hoogste niveau.

Lees meer / 1 comment(s)

Gespannen drukte in Goma, veel vliegverkeer

Goma geeft een gespannen indruk. Vorige week zijn troepen uit Rwanda opnieuw in Congo binnengevallen. Gisteren liet de staatstelevisie bewijzen zien: instructieboekjes, namenlijsten, marsbevelen, identiteitsbewijzen. Ze zijn gevonden in Rumangabo, halfweg tussen Goma en Rutshuru, een kamp van het Congolese leger dat precies een week geleden door Rwandese troepen is ingenomen. Ze hebben er wapenvoorraden buitgemaakt en vervolgens alle installaties vernietigd. Vergelijk het met de taktiek van Israël dat af en toe in een buurland gaat bombarderen. In dezelfde streek opereert de rebellengeneraal Nkunda, wiens legertje sinds jaren hele zones controleert in de bush ten Noorden en Westen van Goma.
Rumangabo kwam opnieuw in Congolese handen na zwaar protest van Congo. In Goma hebben ze vrijdag een dag van Ville Morte gehouden, heel het openbare leven lag stil. De avond daarvoor had president Kabila op de televisie de bevolking gemobiliseerd tegen de oorlog van Rwanda en Nkunda Daarna hebben de VS en de internationale gemeenschap Rwanda zodanig onder druk gezet dat het zijn troepen terugtrok.
“Nkunda ne peut rien sans le Rwanda”, is hier de overtuiging. Er duiken regelmatig bewijzen op dat Nkunda voor rekening van Rwanda opereert. Daarachter schuilt de geopolitiek van vooral de VS en Groot-Brittannië. België deemstert weg uit Congo, de VS rukken op. Sinds een jaar heeft Washington een soort van ambassade in Goma. Dat betekent dat de VS hier actief op de situatie wil wegen. België daarentegen heeft zijn consulaat in Bukavu (in Zuid-Kivu) moeten sluiten, vanwege de ruzie met de regering in Kinshasa die in april 2008 begon.

De (auto-)taxi die me van het vliegveld naar het hotel aan het meer bracht, mist een venster aan de passagierskant. “Ingesmeten”, zegt de chauffeur. Hij is enkele weken geleden met zijn auto in een heftige protestbetoging gestrand, met een menigte bewoners van Goma die met stenen naar MONUC smeten. MONUC is de VN-troepenmacht in Congo. Ze mag gewapenderhand tussenkomen als het regeringsleger en Nkunda vechten, maar ze doet het niet, en dat is haar traditie: op de piekmomenten van de oorlog in Oost-Congo staat MONUC vanop de zijlijn toe te kijken. Nkunda lanceerde eind augustus zijn nieuwe offensief, het verdreef tienduizenden mensen uit hun huizen, maar MONUC heeft – ik overdrijf – een paar keer in de lucht geschoten. Dat was alles. Daarom hebben de betogers in Goma hun woede gekoeld op MONUC.

Een mens maakt zich vuil in Goma. Er zweeft fijn stof door de stad dat in uw ogen kruipt en aan uw vel blijft plakken. En omdat ik me per mototaxi verplaats, het goedkoopste transportmiddel, zal ik stof slikken. Ik vermoed dat het stof verpulverde lava is. Er liggen vulkanen in de buurt, de Nyiragongo is voor het laatst uitgebarsten in januari 2002, lava overspoelde toen een stuk van de stad. Ze winnen hier ook zwart zand uit de Mont Goma om cement te mixen. En om straten en stegen te verharden, gebruiken ze poreus brokkeljon, ook vulkanisch van origine.

Deze morgen maakte geroep vanop Lake Kivu me wakker. De vissers op het meer drijven met hun gelach de vis in hun netten. Gisteravond waren ze al met parafinelampen aan het werk. Ik logeer in het guesthouse van Caritas, de tuin loopt af tot aan het water.
De aan- en afvliegroute van het vliegveld van Goma gaat pal over dit gebouw. Het doet denken aan de campings in Middelkerke die de zware cargo’s van Oostende boven hun hoofd moeten verdragen. Véél luchtbewegingen hier trouwens. Daarnet tijdens een wandeling van bij de doeane tot hier telkde ik vier vertrekkers en één aankomer. Drie vertrekkers draaiden meteen scherp westwaarts. Om in Walikale ertsen te gaan laden? Maar ik zie ook passagiersvluchten en militaire en humanitaire vliegtuigen, de UN-helicopters gaan noordwaarts, die kan ik enkel horen.

In het Kivu-meer drijft er een platform met een toren en een citerne op het water, dat met een vlottende pijleiding met het vasteland van Rwanda is verbonden. De mensen die ik erover ondervraag, zijn er nog niet uit: de één zegt bewonderend – “ils sont forts” – dat Rwanda daar nu al methaangas uit het meer aan het pompen is, een ander zegt dat de extractie nog moet beginnen. Het gas moet dienen om een elektriciteitscentrale van Electrogaz aan te stoken. Die zou in Gisenyi staan.
Ik durf betwijfelen of Rwanda en Congo al afspraken hebben gemaakt over de gaswinningsvelden. De twee landen leven op gespannen voet en hun gemeenschappelijke economische organisatie, de CEPGL, draait vierkant. Aan Congolese kant bestaat de schrik dat Rwanda reserves op Congolees grondgebied aanboort, de grens loopt ergens aan de oostkant in het meer.
Ook over de toekomstige winning van petroleum bij Lake Edward en Lake Albert, verder naar het Noorden waar Congo aan Oeganda grenst, heerst er twijfel. In Lake Albert wordt er geëxploreerd naar petroleum en zijn er al gewapende schermutselingen met doden geweest. Bezuiden Lake Edward zou er petroleum kunnen zitten in het Virunga Park. Dat behoort tot het werelderfgoed en Congo staat er voor een dilemma: conserveren of exploiteren? Oeganda zou intussen ondergronds aan Congo’s voorraden kunnen zitten. Delly, wiens ngo zich met energie en mensenrechten bezighoudt, zegt dat het makkelijk is daarrond nieuwe gewapende conflicten op te fokken. “De milities in Nigeria ontstonden omdat de mensen hun deel van de olie-opbrengsten eisten”, zegt Delly, “maar hier bestaan die milities al jaren en zouden ze voor de zakelijke belangen van de één of de ander gebruikt kunnen worden”.

Goma is een echte grensstad. Ondanks de gespannen relaties tussen Congo en Rwanda, pendelen veel mensen dagelijks voor werk of hun inkopen in deze of gene richting de grens over. Gisteren liep ik bij een négociant langs die ertsen verhandelt. Voor zijn deur: no-man’s land, en aan de overkant van de straat een wachtpost met Rwandese militairen. Hier vijfhonderd meter vandaan, bevindt zich de Grande Barrière, ook midden in de agglomeratie. Het leven van alledag gaat zijn gang. Het doet denken aan de Elzas, destijds ook een rijke mijnstreek, waarvoor Frankrijk en Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog hard hebben gevochten. Maar oorlog of niet, de mensen aan de grens bleven er elkander ook frequenteren.

Lees meer / 0 comment(s)

Goma houdt me op afstand

Het was een korte nacht, na het geimproviseerde feestje in de residentie van Congo's nieuwe premier Muzito. Ik sta op de passagierslijst voor de MONUC-vlucht van Kinshasa naar Goma. De vlucht gaat om 8u op zaterdagochtend, twee uur eerder word ik aan de MONUC-terminal op de luchthaven van Ndjili verwacht om in te checken. MONUC is de verzamelnaam van de VN-Blauwhelmen in Congo, de grootste VN-troepenmacht in een buitenlandse operatie.

Ik mag van geluk spreken dat ik meemag. Je zou verwachten dat er op dit moment veel reizigers met MONUC naar Goma in Oost-Congo zouden gaan. Daar is de situatie opnieuw bijzonder kritiek. In de omgeving van Goma doet de rebellerende generaal Nkunda de gevechten opflakkeren. Er zijn bewijzen dat hij in Congo steun krijgt van het leger van de buurstaat Rwanda.

Maar we vliegen eerst met amper een dozijn passagiers van Kinshasa naar Kisangani. Ook de BBC-correspondent in Kinshasa, Arno Zajtman, zit op deze vlucht. Hij stapt in Kisangani af. Mogelijk gaat hij later door naar Goma. Met niet eens tien passagiers zetten we dan de trip naar Goma voort, nu aan boord van een charmante Antonov-24 met twee propellermotoren en een interieur uit de disco-tijd van de 80-ies.

Het ging allemaal iets te vlot. Na twee uur vliegen, zet de Russische bemanning de Antonov aan de grond op de zandpiste van het vliegveld van Beni, een heel eind ten Noorden van Goma. Het weer in Goma is te slecht om daar naartoe te vliegen. Dan begint een lang palaver met de vluchtoverheden bij MONUC in Kinshasa. Uiteindelijk wordt daar beslist dat we niet naar Goma gaan, maar naar Entebbe in Uganda.

MONUC dumpt ons in Entebbe. Er is niet voor transport gezorgd, niet voor logies: Messieurs Dames, Tirez Votre Plan. Ik wist het, zegt een Oostenrijkse directeur van het World Food Program die ook op de Antonov zat. Volgens hem wil de Russische bemanning gewoon een weekendlang de bloemen komen buitenzetten, in Entebbe of de nabijgelegen Ugandese hoofdstad Kampala. Twee onfortuinlijke medereizigers uit Senegal zijn verontwaardigd: als MONUC zijn eigen personeel al zo in de steek laat, hoe kan je dan verwachten dat ze de Congolese bevolking helpen in de oorlog!

Lees meer / 0 comment(s)

Eerste Belg die Congo's nieuwe premier de hand schudt

Onderweg naar Goma in Oost-Congo, in opdracht van mijn baas IPIS, om er een paar zaakjes uit te zoeken. Daarover meer als er publiek licht op die zaakjes mag schijnen.
In en rond Goma spant het opnieuw. Er zijn Rwandese troepen gesignaleerd op Congolees grondgebied, om er hun mannetje Laurent Nkunda en zijn legertje te flankeren.
Aan de andere kant van het land, in Kinshasa wacht de bevolking op de aanstelling van de nieuwe premier. Congo is weer volop geschiedenis aan het schrijven.

Vrijdag ging ons vliegtuig 's ochtends weg uit Brussel. Albert, analyst van de Congolese politiek en daarom een regelmatige gast op de Congolese televisie, pikt me op aan de luchthaven Ndjili bij Kinshasa. Terwijl we naar de stad rijden, krijgt hij een telefoon: zijn vriend Adolphe Muzito is aangesteld tot de nieuwe eerste minister van Congo.
Een half uur later zijn we bij de eersten die zich aanmelden aan de residentie van de premier tegenover de Halles de la Gombe. Binnen worden stoelen aangesleept en glazen voor de feestdronk klaargezet, er zit amper een half dozijn mensen te wachten.

Dat Muzito is benoemd, is een duidelijk politiek signaal vanwege president Joseph Kabila. Toen eind september premier Antoine Gizenga ontslag nam, begonnen de speculaties. Wie zou hem opvolgen? Vital Kamerhe weerde zich als een duivel in een wijwatervat. Kamerhe is de voorzitter van de Assemblee Nationale, de Kamer van het Congolese parlement. Hij komt uit het Oosten van Congo en voerde aan dat zijn regio aan de beurt is voor de topjob in de politiek. Maar Kamerhe heeft ook zijn onbetrouwbare kanten. Hij voerde destijds de Jeunesse Mobutiste aan, de jeugdbeweging van Mobutu's dictatuur. En Kamerhe schurkt graag tegen het Westen aan. Bovendien zit hij aan de top in de PPRD, een politieke partij die in Kinshasa niet bijzonder populair is omdat ze een krabbenmand met talloze ambitieuze lui is waarvan een aantal bovendien een hoop boter op het hoofd heeft.

De ontslagnemende premier Gizenga is een boegbeeld van de PALU, die zich niet met Mobutu heeft gecompromitteerd. Strikt genomen komt het die partij toe de opvolger aan te duiden. President Kabila volgt nu die logica. Anders, aldus Albert, was er een regelrechte politieke crisis uitgebroken. En dat kan Congo op dit moment van oorlog in het Oosten missen als malaria.

De nieuwe premier Muzito was in Gizenga's regering de minister van Begroting, iemand - zo wordt gezegd - die de cijfers kent, technisch zeer bekwaam maar wel minder een politiek beest.

Op deze man zitten we dus te wachten in de tuin van wat voortaan zijn residentie is. Hoewel ik verneem dat de ordonnantie van zijn aanstelling op die vrijdagochtend 10 oktober is getekend, heeft Adolphe Muzito kennelijk al even zijn intrek genomen in de residentie. Ik zie twee go-karts van zijn kinderen, een rubberboot in het zwembad, een joggingmachine. Binnen hangen portretten van de familie Muzito aan de muur.

De tuin stroomt vol met echte en vermeende sympathisanten, met kennissen die de nieuwe premier gemeend komen feliciteren en vleiers die hopen op een postje. Dan, wanneer we daar zo anderhalf uur hebben gewacht, rijdt er een claxonerende stoet van auto's naar binnen en begint een aantal vrouwen van opwinding te gillen: Congo's nieuwe eerste minister komt thuis. Hij gaat zich even verfrissen en verschijnt dat opnieuw naast het zwembad om felicitaties in ontvangst te nemen. Ik schuif aan, als enige witte, de eerste Belg die de eerste minister sinds zijn aanstelling de hand schudt.

Lees meer / 0 comment(s)

"Europa praat eindelijk over kernenergie"...

...zo jubelt Gerard Mestrallet in De Standaard. Mestrallet is de topman van de energie-reus Suez. Hij nam de media deze week mee op Roadshow naar Oman en de Verenigde Arabische Emiraten. Spannender dan - met alle respect - met Natuurpunt Vlaanderen naar een thermische woning in de Westhoek.

Zo verkoopt de nucleaire lobby haar worm-redenering. Mestrallet: "de negentiende eeuw was de eeuw van de steenkool, de 20ste die van olie en aardgas, in de 21ste zullen we moeten rekening houden met de uitputting van de olievoorraden". Kyoto betekent een zegen voor de nucleairen: kernenergie heet schoon te zijn.

Schrik is de voornaamste troef in het media-offensief: schrik om zonder stroom te vallen, schrik dat Rusland één of andere kraan dichtdraait. De impact laat zich voelen. België besliste in 2003 tot de kernuitstap: kerncentrales met 40 jaar dienst sluiten vanaf 2015. Maar die beslissing zou dit jaar worden ingetrokken. Dat wordt de inzet van onderhandelingen na de verkiezingen van juni. "Want onze kerncentrales kunnen nog 60 jaar mee, en er komen kleine kerncentrales aan, zelfs stadscentrales die ook nucleair afval zouden kunnen recycleren" (Christian Hoenraet, kernfysicus, ex-Synatom in Tertio).

En, naar het schijnt, worden er ook tegen de klippen op al nieuwe reactoren gebouwd. In Finland bij voorbeeld, met het inmiddels al beruchte Olkiluoto3-project. Maar dat is bij nader toezien allesbehalve een model voor de toekomst. De technologie staat niet op punt, de bouw is maanden achter op het plan en de meerkosten lopen al in de miljarden. Maar die meerkosten worden gesocialiseerd, anders gezegd: de belastingsbetaler zal ervoor opdraaien.

Olkiluoto3 is ook bijzonder leerzaam voor de rol van de media. Een citaat:
"Kort nadat het energiebedrijf TVO de toelating vroeg, bleek snel dat de nucleaire lobby het terrein goed voorbereidde bij de belangrijke Finse maatschappelijke organisaties. En omdat de meerderheid van de vrouwen in Finland tegen kernenergie zijn, had de nucleaire lobby gezorgd dat al haar woordvoerders vrouwen waren.
In tegenstelling tot de vorige keren, was deze keer de grote meerderheid van de media heel erg pro-nucleair. Bij een peiling bij de belangrijkste redacteurs van de Finse kranten, beweerde bijna 70% dat hun krant voorstander was van kernenergie. Dat was nog zonder de grootste en bijna monopolistische krant, Helsingin Sanomat, gerekend. Die voerde een expliciete campagne voor de nucleaire reactor,
maar wilde toch een neutraal imago hoog houden. In het debat dat aan de stemming in het Finse parlement vooraf ging, stonden vier elementen centraal: de nieuwe centrale zou geen veiligheidsrisico’s kennen, ze zou slechts ongeveer 2,5 miljard euro kosten, er zouden subsidies komen voor hernieuwbare energie en – wellicht het argument dat de doorslag heeft gegeven - het probleem van
het radioactief afval zou opgelost zijn".

Het citaat komt uit "Olkiluoto3, de bouw van een EPR-centrale in Finland" van Greenpeace, de Bond Beter Leefmilieu en het WWF (www.bondbeterleefmilieu.be/dl.php/170/1/.pdf). Aanbevolen literatuur.

Lees meer / 0 comment(s)

Trekken onze politici zich oprecht iets van Congo aan?

Gisteren had ik nog eens De Zevende Dag aanstaan. Tjonge, tjonge, beschaafd TV-debat! Met het afstandsding bij de hand kon ik gelukkig makkelijk het volume minderen.

Het ging ook over Congo. Dat land is weer wat kortstondig politiek gekrakeel waard. Vermoedelijk zitten de verkiezingen van juni daar voor iets tussen. Of de Congolese bevolking er beter van wordt? Dat lijkt de laatste van de bezorgdheden.

Kort geresumeerd. De SP.a maakt zich druk dat een bezoek van koning Albert-2 aan Congo te vroeg komt. Er zijn, zegt de partij, geen garanties voor goed bestuur en geen garanties over hoe er met de natuurlijke rijkdommen wordt omgesprongen. Premier Verhofstadt mag gaan in plaats van de koning, als hij maar "de juiste boodschap" geeft.
De liberale familie is voor het koningsbezoek. De MR, de partij van minister van Ontwikkelingssamenwerking De Decker, loopt voorop. De VLD volgt, zelfs minister van Buitenlandse Zaken De Gucht draait bij.

Over de grond van de zaak zijn de Belgische politici het eens: de pas verkozen Congolese bewindvoerders zijn onbetrouwbaar, ze zullen het Belgische vertrouwen pas verdienen als ze zich leren gedragen. En passant komt de klacht dat de regeringsvorming in Congo zo lang duurt. Hoe dat komt? Formateur Gizenga wil géén lui in zijn regering wier naam nog maar vernoemd wordt in corruptie-dossiers. Dat mocht er hier wel worden bijverteld.

Flauw spektakel is dit. De oorlog in Congo (1998-2003) heeft vijf miljoen doden gekost. Dat cijfer staat nu ook in officiële teksten. Dit was de bloedigste oorlog sinds WO2. Hebben Geert Lambert (spirit) of een Bart De Wever (n-va) daar eerder al één seconde bij stilgestaan? En heeft de officiële Belgische politiek ooit in blok Rwanda of Oeganda terechtgewezen toen die grote stukken van Congo bezet hielden en er samen met enkele collaboratiebewegingen, zoals die van Jean-Pierre Bemba, een ongeziene terreur uitoefenden?

Onze politici maken nu president Kabila verdacht. De koning mag hem niet met een officieel bezoek legitimeren. Kabila, zo staat in opinie-stukken, heeft schimmige mijncontracten geparafeerd; naste medewerkers zitten in duistere zaken; het nieuwe bewind schendt alweer de mensenrechten.

Het geheugen is kort. Men vergeet de episode van de Inter-Congolese Dialoog. De jarenlange conferenties zijn door de internationale gemeenschap gefinancierd. Zij stelde de (niet-Congolese) voorzitters aan en schreef de 'akkoorden'. Zo is aan Congo een overgangsregime opgedrongen. Daarin kregen naast het loyalistische kamp ook de collaborateurs en oorlogsmisdadigers een plaats. Was dat een 'duidelijk signaal' aan de criminelen?

Dat beruchte regime van '1+4' (één president en vier vice-presidenten) liet ook toe dat notoire Mobutisten weer posities innamen in het Congolese bestel. Zij hebben onder dictator Mobutu de plynder-pyramide doen draaien die Congo heeft kaalgeplukt. Jean-Pierre Bemba komt uit die 'mouvance'. Andere top-Mobutisten als Kengo wa Dondo en Lunda Bululu zitten nu opnieuw in de Senaat.

De SP.a is geschandaliseerd omdat minister De Decker zopas de Belgische ontwikkelingshulp voor
Congo heeft verdubbeld. Heeft Congo dan géén steun nodig? Heeft de bevolking er nog niet genoeg afgezien? Moet, om maar iets te zeggen, het rechtssysteem niet uitgebouwd zodat de kopstukken van de kleptocratie vervolgd kunnen worden?

Congo zit aan de grond. Het land heeft wel één van de eerste exploten van de 21-ste eeuw klaargespeeld: het heeft, in een institutioneel en economisch vacuum, 25 miljoen mensen voor verkiezingen gemobiliseerd en nieuwe leiders legitiem verkozen. Dat verdient méér dan een bemoedigend schouderklopje. Ver van mij om nu voor Albert-2 partij te trekken. Maar een koninklijk bezoek aan Congo, dat is overduidelijk, zal onder de Congolese bevolking een enorm enthousiasme teweeg brengen. Het zal de hoop op een heropbouw van het land doen opleven en de idee versterken dat België, als voormalige koloniale macht, zich nu oprecht achter deze heropbouw zet. En laat de Derde Wereld-beweging in België er dan maar voor zorgen dat België er geen nieuwe bevoogding van maakt.

[Minister De Gucht in Le Soir van 5 februari:
Sur le fond, mon parti et le SP.A. font la même analyse : après les élections, tout reste à faire au Congo : la mise en place d'une bonne gouvernance, la gestion des richesses minières, la lutte contre la corruption et le respect des droits fondamentaux. C'est sur la manière d'atteindre ces objectifs que l'on diverge].

Lees meer / 0 comment(s)

Pocketfilms in opgang (van bij Cinéville-Parijs)

Knap wat ze hier in Frankrijk nu al vijftien jaar met éducation à  l'image klaarspelen. Zelfs al is het in 1991 allemaal vanuit het ministerie gestart, intussen hebben ze toch maar schoon een hoop ervaring met workshops en ateliers waar ze allerlei soorten van mensen - vooral jongeren -:) - televisie en film leren "lezen en schrijven".
"Ze" - de mensen van Cinéville - zijn begonnen met filmvoorstelingen in openlucht. Nu zittten ze in het hele land, hebben ze een hoop lokale partners en werken ze met 400 cinema's en zalen waar ze (zelfgemaakte) films kunnen vertonen.

films3.jpg

Gisteren veranderde Cinéville van naam, ze heten nu Passeurs d'Image, schone nieuwe naam, en dat was aanleiding voor een feest waar een hoop volk van vroeger en vandaag bij elkaar was. Community in de ware betekenis van het woord: cineasten die ergens in de jaren '90 ateliers begeleiden en intussen nà men zijn in de Franse film-industrie, jongeren die zich hebben uitgeleefd met eigen films maar intussen bij een bank of een verzekeraar werken, sympathisanten van alle slag, Cinéville heeft zijn achterban goed bij elkaar gehouden.

Gisterenochtend begonnen de Rencontres van Cinéville met een uitwisseling van ervaringen (http://www.etecine.kyrnea.com/national/2006/rn.html). GetBasic, het "vormingsinstituut" van Indymedia was er ook uitgenodigd.
In de trein naar Parijs bedacht ik dat de Belgische actualiteit van de jongste weken voortdurend de noodzaak heeft aangetoond van alternatieve informatie èn grote scepsis ten aanzien van de dominante informatie.
Ik heb het voor het Franse publiek als volgt geschematiseerd. Vier elementen. Eerst was er de sluiting van Volkswagen in Vorst en dan de gedeeltelijke heropening maar met 20% minder loonkost. Dan was er prins Laurent, de zoon van koning Albert-2, die genoemd is in verband met verduistering bij de marine. Vervolgens - en in Frankrijk heeft dat ontzettend de aandacht getrokken - kwam de RTBf met het nieuws dat Vlaanderen de onafhankelijkheid had afgekondigd. Een vermakelijke stunt, waar wel een resem bedenkingen aan vast te knopen zijn. Zo onder meer dat mensen toch bijzonder goedgelovig voor hun TV zitten en hoe dat wel komt. Maar, vierde element, terwijl dat allemaal in de media gaande is, op wat vor manier dan ook, passeert in het parlement een Programawet van 1083 pagina's, met daarin onder andere de verkoop vanalweer een enorme brok onroerend goed dat de Belgische staat dan nadien gaat terughuren. Hoe anders, laten we die vraag toch nog maar eens stellen, zou België er kunnen uitzien met machtige tegendraadse media?

Soit. Ook gehoord gisteren: ze zijn hier met Pocketfilms aan het experimenteren, video's gemaakt met zaktelefoons Ze hebben hier zelfs al twee festivals met Pocketfilms gehad (http://www.festivalpocketfilms.fr). Benoit Labourdette van het Forum des Images kwam de stand van zaken uit de doeken doen. Qua resolutie gaat het hypersnel vooruit: beelden van zaktelefoons zitten nu al aan 640x480 pixels.
Labourdette is ervan overtuigd dat heel gauw véél mensen zo'n ding op zak zullen hebben en er mee zullen filmen. In Engeland zijn er volgens hem al twee gespecialiseerde persbureau's die beelden van zaktelefoons kopen en verkopen en de BBC heeft onlangs een apart departement opgericht om telefoonbeeld voor het nieuws te kunnen gebruiken.
Het Forum heeft filmtelefoons uitgedeeld aan kunstenaars opdat ze ermee gaan experimenteren. Zij ondervinden nu al merkwaardige praktijken. Ze filmen bij voorbeeld zonder door een venstertje te kadreren, zoals je met een echte foto- of filmcamera doet, en dat levert verbazend stabiele beelden op, omdat - aldus Labourdette - de filmtelefoon op die manier gewoon een onderdeel van je lichaam wordt.
Wat wel gezegd moet worden: het Forum des Images heeft een zakelijk akkoord gesloten met SFR, één van Frankrijks grootste telecomoperatoren. SFR profiteert van de prille experimenten en het Forum laat de technici van SFR nieuwe toepassingen ontwikkelen. Bij voorbeeld: beelden gefilmd met een filmtelefoon worden niet meer in die telefoon opgeslagen maar via de telefoonverbinding op een server. Voor particulieren een uiterst kostelijke aangelegenheid. SFR hoopt waarschijnlijk op termijn weer véél meer telefoonverkeer op te wekken, want hoe meer verkeer hoe meer opbrengst.
Een groot probleem, dat moet ook Labourdette erkennen, blijft dat telefoonbeelden niet zomaar naar video te vertalen zijn, bij voorbeeld om ze tot echte films te monteren. Al die uiteenlopende standaarden en extensies vallen niet in een handomdraai te converteren, dat kost veel zenuwen en tandengeknars. De oplossing zou van Web.2.0 komen. Beter nog: waarom zouden de niet-commerciële nerds die Open Source-soft&tools ontwikkelen, deze kwestie niet kunnen oplossen?

BijlageGrootte
films3.jpg16.45 KB

Lees meer / 0 comment(s)

Exclusief: hoe EU en Wereldbank Congo's toekomst zien (en: hoe dat publiceren?)

Daar stelt zich opnieuw het dilemma van de media-activist: ik heb nieuws, groot nieuws zelfs, maar waar ga ik het brengen? Mainstream of bij Indymedia? Indy gaat snel, de commerciële bladen stellen mijn geduld iets meer op de proef. Maar hun uitstraling en impact is allicht groter. Of, FOEI, onderschat ik Indymedia?

Wat is er aan de hand? Welnu: over twee dagen wordt in Kinshasa president Joseph Kabila ingezworen. Kabila heeft al te kennen gegeven dat hij Congo soeverein wil besturen, nu hij eindelijk als legitiem staatshoofd is verkozen en erkend.

Maar: terwijl staatshoofden, regeringsleiders, ministers en excellenties hun koffers pakken om erbij te zijn in Kinshasa, ligt er een alomvattende 'architectuur' klaar die juist voortgezette 'begeleiding' voor Congo voorziet. Een gunstige wind heeft me deze morgen het kernstuk van dat plan toegespeeld, een zogenaamde Governance Compact. Eerdere contacten met sleutelbronnen laten toe de hele onderneming te kaderen.

De basis-informatie is er, nu nog het juiste kanaal.

Kranten, week- of maandbladen zitten met praktische moeilijkheden: of te weinig plaats voor een 'latent' verhaal (dat niet hèt nieuws van de dag is) of ze willen hun Congo-kenner raadplegen (maar die zit natuurlijk net nu in dat land) of ze verschijnen pas ergens in januari.

Indymedia èn Mainstream tesamen? dat zou pas impact hebben. Maar de mainstream-bladen reageren daar kribbig op. Zij willen alles Exclusief.

Terwijl, vind ik, onze goegemeente èn die van Congo mag weten wat er in de Internationale Gemeenschap wordt bekokstoofd. Want: dit denkproces is bezig
van in juni, in juli was er een eerste informele vergadering in Brussel, nadien is er nog zo'n informele vergadering gevolgd bij de Wereldbank in Washington. Maar de Congolese regering is officieel niet ingelicht, met het argument dat er geen legitieme Congolese regering was.

Raar is dat de eerste berichten over de Governance Compact dateren van eind juli, maar dat voor zover ik weet géén mainstream-journalist op dit thema heeft voortgezocht. Terwijl het toch over de belangrijke materie van correcte Noord-Zuid-verhoudingen gaat. Zijn alle collega's dan zo doordrongen van het feit dat het Noorden een problematisch geval in het Zuiden bij het handje moèt nemen? Want daarover gaat het.

Soit. Woensdag is er een president. Een legitieme regering kan snel volgen. Dus dit nieuws komt op zijn tijd.

Iemand een suggestie om deze knoop door te hakken?

Lees meer / 1 comment(s)

Afrika's Zijde-Route: Noord-Zuid of Zuid-Zuid?

Louis Michel heeft het daarnet op het laatste moment laten afweten. Hij zou zaterdag bij mijn baas (KanaalZ) in een studio-debat zitten, met Johan Cottenie van 11.11.11 en Eric Bruyland van Trends. Maar dat mooie plan gaat niet door. Morgen zoeken we een ander onderwerp en een ander panel: het gaat wellicht over de breuk tussen CD&V en NVA!

Soit, de inspanning is niet weg. Met Michel zou het over de Europees-Afrikaanse relaties gaan. Aanleiding is dat volgende week woensdag in Congo president Joseph Kabila wordt ingezworen. Ik heb dus twee dagen zitten bellen en praten over het thema, om het panel bij elkaar te brengen en onze anchor te kunnen briefen. En dat levert weer nieuwe inzichten op in deze, toch wel, complexe maar o zo belangrijke materie.

Zo kwam ik een nieuw boek van de Wereldbank op het spoor: Africa's Silk Road. Het is deze week hier in Brussel voorgesteld. Het gaat over het oprukken van China èn India in Afrika.

untitled.JPG
Eenzijdige voorstelling van zaken, van Deutsche Bank

China, die Headline is intussen bekend, komt in Afrika hard opzetten. Dikwijls wordt daar dan bijverteld dat China enkel grondstoffen weghaalt uit Afrika, zonder ze lokaal te transformeren (en dus zonder jobs en 'toegevoegde waarde' te scheppen) en het niet zo nauw neemt met 'goed bestuur'. Ook bij de Europese Commissie wordt dat verhaal afgestoken.

Maar de Wereldbank in dit nieuwe boek ziet het anders, is me verteld door iemand die het al gelezen heeft! China en Afrika, is hier de voorstelling, zijn om te beginnen complementair en China gaat niet alleen als een ordinaire straatrover met de schatten lopen, maar geeft er op het vlak van ontwikkeling ook veel voor terug. Ik lees dat er één van deze dagen zelf op na, het boek is onderweg.

In ieder geval: dat de Chinezen worden zwart gemaakt, is niet verwonderlijk. Ze laten in Afrika tenminste blijken dat ze grote middelen inzetten. En daar is nood aan. Journalist Eric Bruyland bij voorbeeld zei me nog: de EU wil de komende vijf jaar 8 miljard € in infrastructuurwerken in Afrika steken, maar China heeft daarin dit jaar alleen al 5,6 miljard € geïnvesteerd. Dan weten de Afrikaanse landen wel bij wie ze te rade moeten gaan.

Bovendien; dat Europese verhaal over 'goed bestuur' klinkt vals. Twee weken geleden nog hebben de Europese en Afrikaanse ngo's dat hier in Brussel gezegd, tijdens de European Development Days van Louis Michel. Want de EU bepaalt éénzijdig en eigenmachtig wat ze onder 'goed bestuur' verstaat en bepaalt dan de criteria waaraan de 'partners' in het Zuiden moeten voldoen.

Naar het Zuiden wordt niet geluisterd. Dat heeft ook Johan Cottenie me gisteren nog gezegd. Hij hoort in het Zuiden: Europa moet ons eerst helpen om sterk genoeg te worden om de vrijhandel aan te kunnen.

Maar de zakenkrant Financial Times deed daarover deze week nog een boekje open, met documenten van van de Europese Commissie als bewijs. De Commissie wil bij voorbeeld niet dat Afrikaanse landen bij voorbeeld de vrijmaking van de handel bevriezen wanneer de EU haar beloften over hulp niet nakomt.

Begrijpelijk dat de Afrikaanse landen in zo'n setting met bewondering naar China kijken. Worldbank-baas Wolfowitz zei het onlangs nog in Brussel: China heeft op eigen kracht 300 miljoen mensen uit de armoede gehaald, dat werkt als voorbeeld.

Nog dit: niet dat de Worldbank nu ineens god is! Kennelijk, dat heb ik zopas ook nog eens gehoord, heeft ze in Congo een oog dichtgeknepen toen daar kaduke mijncontracten zijn getekend. En daar hebben de Congolezen niks aan.

Voor het Worldbank-boek: http://web.worldbank.org/WBSITE/EXTERNAL/COUNTRIES/AFRICAEXT/0,,contentM...

Voor Wolfowitz' verklaringen: http://web.worldbank.org/WBSITE/EXTERNAL/EXTABOUTUS/ORGANIZATION/EXTOFFI...)

BijlageGrootte
untitled.JPG17.31 KB

Lees meer / 0 comment(s)

Volksfeest in Kinshasa: raar stadje!

Deze morgen nog 'nieuws': gespannen rust in Kinshasa, de stad wacht af of de aanhang van Bemba opnieuw voor problemen gaat zorgen. Bemba heeft de presidentsverkiezingen verloren, sinds gisteren en het verdict van het hooggerechtshof is dat nu officieel.

Kin_Massina.jpg
Zaterdag 4 november, richting luchthaven

Maar Kinshasa is een wispelturig geval. Deze middag telefoon van ginds: de stad staat op stelten, het volk viert feest! Ik heb gezegd: drink er een glas op.
In de voorsteden, richting luchthaven, zo wordt me verteld, zijn de mensen de grote boulevard opgegaan om te feesten. Zelfs aan Rond Point Victoire in Matonge wordt de uitslag (en de overwinning van Joseph Kabila) gevierd. Aan Victoire worden nochtans alle propaganda-vodden van Europese websites gevist, afgedrukt en gecopieerd om stemming te maken. Maar de menigte zegt er nu: respecteer de uitslag, over 5 jaar zijn er opnieuw verkiezingen!

Is het nu de zwijgende meerderheid die eindelijk alle spanning kan loslaten? Dat zou niet meer dan menselijk zijn. Nochtans is Kinshasa overwegend Bemba-gezind, zo is de afgelopen weken en maanden voortdurend herhaald?! Maar zegeviert hier dan het gezond verstand van de mensen die dag na dag in die aartsmoeilijke stad Kinshasa trachten te overleven, en de 'democratisering' nu haar tijd willen geven?

Benieuwd wat de media er van gaan maken: mag Congo nu ook op het kleine scherm voluit feesten, nu Kabila het gehaald heeft?

BijlageGrootte
Kin_Massina.jpg29.27 KB

Lees meer / 1 comment(s)

'Oppositie in Congo moet rol (kunnen) vervullen'

Rare tweespraak gisteren in de liberale familie, en telkens in verband met Congo.

Eerst zet Louis Michel, EU-commissaris van de Waalse MR-partij, de Congolese president Kabila op zijn plaats. "Kabila moet de oppositie de plaats geven die haar toekomt", aldus Michel in een verklaring. Begrijp: Kabila vertoont autoritaire trekjes. Michel voegt eraan toe: ik wil me niet in Congo's interne aangelegenheden mengen.
Ik vermoed dat Michel dat juist wèl doet. Volgens mij geeft hij Kabila lik op stuk omdat die in een interview met Colette Braeckman van Le Soir onafhankelijke taal heeft gesproken. In de zin van: laat ons nu eens zelf onze richting bepalen.

Later op de dag hoor ik minister Karel De Gucht, VLD, vanuit Brzailië op Radio-1. Niet over Kabila, wel over Bemba. Aanleiding is het feit dat Bemba's militanten in Kinshasa het Hooggerechtshof hebben aangevallen (met machinegeweren) en er brand hebben gesticht.
De Gucht: "Bemba moet zijn rol vervullen van oppositieleider". Waaronder is verstaan: de voortdurende incidenten door zijn militanten kunnen niet.

Diplomatie, denk ik dan, hoeft niet altijd een kwestie van schipperen te zijn.

Lees meer / 1 comment(s)

Volkswagen: een media-experiment

Hodi, kzat twee weken zonder eigen computer. Zeggen dak evenlang afgekoppeld was van de wereld, zou overdreven zijn. Maar toch.

Mag ik gelijk een oproep lanceren, aan Indymedia, met zijn medewerkers, gebruikers bezoekers: pak VW-Vorst aan als een media-experiment. Want de mainstream-media maken er nu een morbide aangelegenheid van.

Deze morgen, de voorpagina van De Standaard: VW-Vorst Sterft en daarbij een cartoon - een doodsprent! - van een hart-tikker-teller die stilvalt. Gedaan VW, sluit die boetiek, zand erover.
Of op de radio, Jaak Dewulf (die doorgaans nochtans boeiende sociale reportages maakt): over de expertise met tewerkstellingscellen. Is het daarvoor niet nog wat vroeg?
Of in de krantecommentaren: een hoofdcursief van een hoofdredacteur die vindt niemand voortaan nog op vast werk moet rekenen. Moeten we de wispelturigheid van de werkgevers gewend worden? Dat gaat recht richting middeleeuwse horigheid.
Résumé: wat een verslagenheid in de titels! hoe geven de media zich gewonnen!

Akkoord, realisme is nodig, met illusies en valse hoop koopt niemand een brood. Maar willen de media die van VW nog dieper in de put duwen of wat?

In een maatschappij met diepe karaktertrekken van decadentie is het moeilijk positief te blijven. Zware zin, bedacht daarnet terwijl ik naar mijn werk fietste.

Ik spreek uit ervaring. Kwas onlangs in Congo en vlak na mijn terugkeer zag ik het ook niet echt meer zitten voor dat land. Maar intussen zijn we twee weken verder en heb ik weer boeiende dingen vernomen.

Hoe zou dat media-experiment er dan uitzien? Kzou zeggen: als Indymedia nu eens de vitale kanten zou laten zien van de werknemers, de syndicalisten, de sympathisanten bij Volkswagen-Vorst, dat zou die 5200 werknemers wèl vooruithelpen. En neem tegelijk gerust de mainstream-orakels op de hak als ze zeuren dat de toekomst uitzichtloos is.
Tis maar een idee. Maar er valt, denk ik, wat mee te doen. Al was het maar omdat de Indymedia-community er collectief aan zou kunnen werken. Via een Media-watch bij voorbeeld, of via het van nabij volgen van de VW-acties. Want dat die er gaan komen, daar twijfel ik niet aan. Zo makkelijk laat toch niemand zich kisten.

Lees meer / 0 comment(s)

Met Kabalo ('Het Paard') spoorslags naar Kananga

Uitgeslapen als hij is, ontketent Kabalo = "Cheval " = alle duivels. We zijn donderdag 3 november, 6u20 in de ochtend. Kabalo haalt alles uit zijn moto. Nog 120 km te gaan voor we in Kananga aankomen. En dan wil hij het hele eind terug, 240 km naar Mweka, om daar vanavond nog voor het donker aan te komen.

Kabalo.jpg

Dinsdagavond heb ik vernomen dat de MONUC (de VN=macht in Congo) voor zaterdag géén helicopter meer naar Mweka stuurt om me naar Kananga te brengen. Er zat niets anders op dan een motard te zoeken. Woensdag om 15u20 zijn we vertrokken, met acht uur onmogelijke pistes voor de boeg. Kabalo had er toen al een complete shift opzitten en het was hem aan te zien: hij gaf geen heel frisse indruk meer. Maar we schoten goed op, soms aan 50 km per uur ploegend en sleurend door het mulle zand, soms glibberend en slippend door het slijk, door holle wegen waar het water van de onweders alleen maar nog diepere sleuven door de weg trekt. Dan kruisen we een taxi en zegt de chauffeur: als jullie om 20 uur niet in Demba zijn, kunnen jullie beter onderweg overnachten. Ik begrijp van Kabalo dat Demba op nog 60 km van Kananga ligt, "du goudron" zegt hij, maar er zijn daar auto's overvallen en 's nachts is de wijde omgeving van Kananga naar het schijnt onveilig.
Om halfacht tegenslag: een "ampoule" van de koplamp brandt door. We kunnen niet verder. We slapen in de "paroisse" van Beneleka. We zijn halfweg. Ik ben er niet rouwig om. Vier uur schudden en bumpen achter op een terreinmoto was te doen, méér zou echt te veel zijn.
De volgend ochtend is Kabalo uitgeslapen, hij geeft vol gas, zeker als hij weer een strook zand voor de wielen krijgt, dan schakelt hij naar vijfde.
Na anderhalf uur, zo rond 8u, zijn we in Chibambula op 90 km van Kananga. De tank valt droog. En benzine is in dit dorpje niet meteen te vinden. Kabalo neemt zijn moto bij de hand en laat zich naar de markt leiden. Ik wandel achterna, voorbij het schooltje van leem, voorbij de nette huisjes, voorbij de bittere armoe van Congo's binnenland. Het oponthoud haalt een flinke hap uit onze timing, maar ik ben er dankbaar voor: ik word nog maar eens met met neus op de harde waarheid gedrukt, hoe de mensen op het land moeten leven.
Om 11u komen we aan in Kananga. Kabalo dropt me bij de zusterkes van het Centre Tabor waar Blanche, een andere Eurac=observator een kamer voor me heeft gereserveerd. Kabalo bukt naar zijn achterwiel: vier gebroken spaken, het gehavende pad van Mweka tot Kananga teistert zijn materiaal.
Nog een uur later gaan we een hap eten in de stad: Danielle is erbij, een Franse observatrice, en Henriette van Paco die voor de observatoren praktische zaken regelt. Dan strijkt daar een parlementair uit het Bemba=kamp neer: hij is aan het feesten, alsof de overwinning binnen is. _

BijlageGrootte
Kabalo.jpg31.14 KB

Lees meer / 0 comment(s)