Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Interview] Niet meer of minder Europa, maar welk Europa willen wij?

[Interview] Niet meer of minder Europa, maar welk Europa willen wij?

Europa is voor de meeste Belgen nog steeds buitenland én vakantieland. En daar hebben ze natuurlijk geen probleem mee. Maar dat Europa tegelijkertijd ook reeds een heel stuk ‘binnenland’ is, dat een groot deel van onze Belgische wetten het gevolg zijn van Europese richtlijnen, is heel wat minder bekend. Dan is Europa voor diezelfde Belgen opeens een hele ver-van-mijn-bed-show. Met al onze vragen over die tegenstrijdige omgang met Europa, trokken we naar Hendrik Vos, professor Europese politiek aan de Universiteit Gent.

“Mensen weten nauwelijks dat Europa effectief heel veel dingen regelt. En niet zomaar wat algemene zaken, maar heel concrete dingen waar je niet spontaan aan zou denken, zoals het maximum toegestaan lawaai van grasmachines of het lettertype voor de onheilsboodschappen op pakjes sigaretten, de maximale hoogte en breedte van de kooi van een kip in de legbatterij, de rijtijden van vrachtwagenchauffeurs, dat een trap op een bouwwerf een leuning moet hebben, dat je een helm moet dragen en dat die moet betaald zijn door je werkgever, enzovoort. Of dat bijna het hele Vlaamse milieubeleid een doorvertaling is van Europese regels, is ook zeer weinig geweten.”

Heb je daar een verklaring voor?

Hendrik Vos: “De belangrijkste verklaring hiervoor is m.i. te zoeken bij de media die niet of te weinig of onvolledig berichten over Europa. Voor een stuk ligt de verklaring zeker ook bij onze nationale politici. Als er moet bespaard worden, als boeren geen mest meer mogen buiten rijden, als KMO’s failliet gaan omwille van strenge milieuregels, dan wordt dikwijls met de vinger naar Europa gewezen. Europa als zondebok voor al wat fout loopt of waarover ontevredenheid is. En als het over positieve zaken gaat dan krijgt Europa hoogstens een vermelding in voetnoot. Neem de wet Onkelinx ivm non-discriminatie, dat is een schitterende wet, iedereen is daarvoor. Alleen heeft dat nauwelijks iets met Onkelinx te maken maar is dat de omzetting van een Europese richtlijn. Hetzelfde met de veralgemening van het ouderschapsverlof. Of Freya Vandenbossche die, als minister van consumentenzaken, nog niet zolang geleden aankondigde dat op huishoudtoestellen iedereen minimum twee jaar garantie zou krijgen. Ook hier ging het om een Europese richtlijn waarbij België bijna drie jaar omzettingsachterstand had. Het Hof van Justitie stond zelfs op het punt België te veroordelen voor het niet naleven van deze richtlijn. Als over een project alleen maar negatief wordt bericht en de positieve verhalen niet aan bod komen, moet je niet schrikken dat mensen afhaken.”

Ligt hier misschien ook de reden waarom mensen zich zo weinig met Europa identificeren?

“Zoiets als een Europese identiteit bestaat volgens mij niet. Er zijn geen mensen die emotioneel worden bij het zien van de Europese vlag, zoals we dat wel kennen in de Verenigde Staten. Voor mij is Europa op de eerste plaats een politiek project. Je zit met een aantal problemen vandaag die je onvoldoende goed kan aanpakken in elke staat afzonderlijk. Sommige problemen, zoals milieuproblemen, zijn per definitie grensoverschrijdend. Een tweede punt is de globalisering. Als je een globaliserende economie aan regels wil onderwerpen dan kan dat eigenlijk alleen maar op een hoog niveau, liefst op wereldvlak, maar Europa is al een behoorlijk hoog bestuursniveau om dergelijke zaken aan te pakken. Misschien komt er ooit nog wel een ‘Europees gevoel’, maar het zal niet omgekeerd kunnen. Nu een Europese identiteit creëren en dan maar hopen dat mensen aanvaarden dat Europa regels oplegt. Europa zal eerst moeten presteren, bewijzen voorleggen, vooraleer er een identificatie kan groeien met dat positieve resultaat.”

In België moet het parlement in theorie alle wetten goedkeuren. Toch is de echte macht van het Belgisch parlement sinds enige tijd behoorlijk uitgehold ten voordele van de regering en de partijen. Waarom zou dat in Europa zoveel anders zijn?

“De vergelijking met het nationaal parlement is interessant. Het EP is als wetgever veel machtiger dan het Belgische parlement omdat je hier nog die klassieke structuur hebt waarbij een regering in het zadel wordt gehouden door een meerderheid in dat parlement. Als de regering een voorstel lanceert wordt daar wel wat over gediscussieerd, maar finaal stemt de meerderheid voor en de minderheid tegen. In de EC zijn daarentegen alle landen vertegenwoordigd en zij steunt niet op een meerderheidscoalitie in het EP. Een voorstel van de EC wordt dus door alle fracties in het EP grondig onderzocht en geamendeerd. Voor ieder voorstel of een onderdeel ervan, voor ieder amendement, moet steeds opnieuw een meerderheid worden gezocht in het EP. Het resultaat is dat in het EP nog echt parlementair basiswerk gebeurt: voorstellen onderzoeken en evalueren en meerderheidscoalities zoeken om de voorstellen van de EC te kunnen wijzigen. Spijtig genoeg durft ook het EP geen echt ideologisch debat voeren maar is het vooral op zoek naar het ultieme compromis, de grootste gemene deler om toch zeker niemand tegen Europa te krijgen.”

Maar de gewone burger die blijft zich wel afvragen hoe luid zijn stem nog kan klinken in dat steeds groter wordend Europa dat nu al 450 miljoen inwoners telt.

“Kijk. Politiek heeft te maken met mensen overtuigen en allianties zoeken. Je hebt zeker niet meer democratie wanneer de individuele burger zijn gedacht kan doordrukken. Democratie is met meerderheden werken. Het EP lijkt mij daar een goed forum voor. Nogal wat bewegingen en belangengroepen hebben overigens hun weg naar het EP gevonden en proberen te wegen op de besluitvorming. Maar misschien moet vooral het debat anders gevoerd worden. Niet zozeer over meer of minder Europa maar over welk Europa wij willen. En dat is een ideologisch debat. Want als Verhofstadt zegt: meer Europa, dus een Europees leger, dan heb ik wel de vraag of dat meer Europa op die manier moet worden ingevuld. En het debat daarover voeren, dat is democratie en dat gebeurt nog altijd veel te weinig. In die zin is het hele debat rond Bolkestein een stap vooruit.”

Jozef Mampuys is hoofdredacteur van Raak, ledenblad KWB (Kristelijke Werknemersbeweging)