Luc Vankrunkelsven en Kárin Knop08 mei 2008 – 16:50

Aan Minister Frank Vandenbroucke, Averbode, 9 januari 2008.
Vlaams Minister van Onderwijs. 2 mei 2008.

Aan Minister Steven Vanackere,
Vlaams Minister van Welzin, Gezin en
Volksgezondheid.

Waarde Heren Ministers,

We waardeerden het bijzonder dat U beiden als beleidsmakers aanwezig waren in de abdij van Averbode op de viering van ‘20 jaar ISG (Incest en Seksueel Geweld)’ en op de boekvoorstelling ‘Troost het kind in mij. Over incest en seksueel geweld.’

We zijn nu twee maand verder en we zouden graag even terug komen op het debat. Het was een geanimeerd gesprek, waarin U beiden een gewaardeerde inbreng deed. Mogen we even herinneren aan uw beider toezegging? U zou als Ministers, wier bevoegdheden in verband met de problematiek van incest en seksueel geweld soms in elkaars buurt komen, met elkaar samenzitten en overleggen. U zou onderzoeken hoe er samen actie kan gevoerd worden in schoolverband rond de preventie en de bestrijding van incest en seksueel geweld.

Verder willen we U volgende aandachtspunten voorleggen:

- U deelde tijdens het debat mee dat er 10 personen extra tewerk gesteld zouden worden in de Centra voor Algemeen Welzijnswerk. Alhoewel deze Centra nuttig werk verrichten, mogen zij geen langdurige begeleiding op zich nemen. Vandaar dat deze maatregel niet ten goede komt aan slachtoffers van incest en seksueel geweld.

- Meer ondersteuning voor slachtoffers van seksueel misbruik zou kunnen op het niveau van de Centra Geestelijke gezondheidszorg. Tijdens het debat bleek overduidelijk dat die lange wachtlijsten hebben. Dat is niet bevorderlijk als iemand met de moeilijke thematiek van incest en seksueel geweld wil binnenkomen. Hoe hieraan te verhelpen?

- Eén van de voorstellen op 20 oktober 2007 was dat ervaringsdeskundigen zouden betrokken worden in vorming en beleid. ISG pleit inderdaad voor samenwerking tussen ‘ervaringsdeskundigen’ en ‘professionelen’.

- Er werd geopperd een vorming voor leerkrachten op te zetten in verband met incest en seksueel geweld. ISG is bereid aan deze vorming mee te werken.

- Het boek dat op zaterdag 20 oktober 2007 verscheen, is vooral geschreven voor leerkrachten en leerlingen. En via hen, voor heel de Vlaamse samenleving. Onze vraag aan de Minister van Onderwijs: zou er kunnen overwogen worden om het boek in onderwijsmiddens aan te prijzen of zelfs te verspreiden, al dan niet met middelen van het Ministerie?

We groeten U van harte en hopen op een positief vervolg van wat op 20 oktober 2007 in Averbode begon.

Namens ISG,

Luc Vankrunkelsven
Karin Knop, Voorzitter ISG