acv jongeren30 maart 2009 – 11:18

Tijdens een studie-tweedaagse hebben de ACV-jongeren zich uitgesproken over de moeilijke overgang van onderwijs naar de arbeidsmarkt.

Hierbij hebben wij ons vooral toegespitst op
- jongeren in individuele beroepsopleiding
- jongeren in interim en tijdelijke tewerkstelling
- jongeren in jeugdwerkloosheid

Ter voorbereiding vroegen wij 1.000 jongeren hun mening.

Na een uitgebreide terugkoppeling van deze bevraging en studie van de verschillende onderwerpen, kwamen onze jongeren tot de volgende eisen:

Algemene eis
Jongeren verkiezen vaste contracten van onbepaalde duur boven tijdelijke overeenkomsten. Jongeren hebben nood aan zekerheid (zowel in inkomen als in werk).

Betreffende: Jongeren in jeugdwerkloosheid
- Wij vragen een maximale inspanning om de verbintenis aan te gaan dat jongeren in een onderneming na 1 jaar zicht krijgen op hun toekomst en perspectief. Vervolgens moeten er maximale inspanningen gedaan worden om elke tijdelijke tewerkstelling om te zetten in een overeenkomst van onbepaalde duur.
- Wij eisen in eerste plaats een kwalitatievere ondersteuning van de weg naar tewerkstelling en vervolgens een betere opvolging en sanctionering van de sociale wetgeving met specifieke aandacht voor jongeren en tijdelijke tewerkstelling.
- Via gerichte voordelen moeten de werkgevers aangemoedigd worden om van een tijdelijke overeenkomst zo snel mogelijk een contract van onbepaalde duur te maken.
- In begeleiding van werklozen willen wij meer kwalitatief maatwerk.
- We betreuren dat er zo veel verschillende programma’s nodig zijn om de VDAB haar basistaak te laten uitvoeren.
- Wij wensen een behoud van wachtuitkering en wachttijd maar wij vragen dat de werkzoekende jongeren de eerste periode – 1 jaar – niet aan hun lot worden overgelaten, niet gesanctioneerd worden en de ruimte te krijgen om zichzelf te oriënteren.

Betreffende: Jongeren in individuele beroepsopleiding
- Na VDAB-analyse van 2007 halen wij enkele positieve elementen uit: zoals ervaring en opleiding, vergoedingen en het uitkijken op vaste tewerkstelling.
- Desalniettemin is alles voor verbetering vatbaar en halen wij hier enkele verbeterpunten aan:
o Initiatiefname voor IBO komt té vaak vanuit de werkgever en té weinig vanuit VDAB. Daarom is een betere controle en opleiding niet altijd gegarandeerd.
o Het tussentijdse evaluatiegesprek in functie van de opleiding zou moeten kunnen doorgaan zonder de werkgever, enkel in aanwezigheid van VDAB-consulent, om zo de drempel te verlagen. Hierbij kan een eigen evaluatieformulier door de IBO-er gebruikt worden.
o Deze evaluatiemomenten zouden moeten structureel ingebouwd worden tijdens de opleidingsperiode. Dit minimaal 1 maal per maand omdat de meeste ibo-ers dit als positief ervaren (data, afspraken, stappenplan)
o VDAB dient hierbij een eerlijk rechten en plichten verhaal te vertellen.
- Ook voor het ACV: via de gehele syndicale werking zou een permanente aandacht moeten gaan naar opleidingen in functie van onthaal, ondernemingsraad en voorwaarden voor peter-meterschap in functie van de opleiding.
- Verbetering statuut:
o Opbouw van rechten: op zijn minst recht op vakantie en zeker een betere uitwerking van de regeling jeugdvakantie. Mogelijks kan dit ook gekoppeld worden aan sociaal statuut student, loopbaan geleidelijk uitbouwen is ook geleidelijk opbouw van rechten (cfr. Generatiepact).
- De huidige kost bij IBO voor de werkgever staat niet in verhouding tot de groeiende rendabiliteit gedurende de opleiding. Een degressiviteit van de voordelen van de werkgever, waarbij sociale lasten dienen betaald te worden, zien wij als een mogelijke oplossing, eveneens om geleidelijk sociale rechten op te bouwen voor de ibo-er.
- Elke jongere (in werk of opleiding) zou recht moeten hebben op vakantiedagen en vakantiegeld.

Betreffende: Jongeren in interim en tijdelijke tewerkstelling.

- ACV-jongeren vraagt om een maximumduur te zetten op een interimcontract, de wetgeving “opeenvolging contracten” in overeenstemming brengen met tijdelijke contracten en dit vast te stellen per gebruiker en niet per interimkantoor.
- Bij gekende afwezigheid – bv. zwangerschap – de duur van afwezigheid aannemen als duur van het contract i.p.v. opeenvolgende weekcontracten voor zelfde periode.
- De proefperiode en anciënniteit mee laten tellen bij contract onbepaalde duur.
- De overheid heeft nog steeds een voorbeeldfunctie en mag geen uitzendarbeid toelaten.
- Geen uitbreiding van uitzendarbeid, naar sectoren, tijdstip en motieven.
- Dagcontracten enkel verstrekken onder bepaalde strikte voorwaarden.
- Opvolging en begeleiding versterken van uitzendconsulenten. Dit moet gebeuren bij de start als uitzendconsulent en indien niet ingevuld moet er een bedrag gestort worden aan Vormingsfonds Uitzendkrachten.
- Meldingsplicht van bepaalde rechten door uitzendkantoren aan jongeren bv. feestdagen en eindejaarspremie.
- Wetgeving onthaal controleren en sanctioneren.
- Correcte invulling en toepassing van wetgeving sociale balans.

Namens ACV-jongeren