Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Congo in de media: “westerse liefdadigheid en Afrikaanse catastrofes”

Congo in de media: “westerse liefdadigheid en Afrikaanse catastrofes”

De Congo-verslaggeving in de mainstream media zit in een diepe crisis. Niet alleen wordt er nauwelijks aandacht besteed aan de Democratische Republiek, er worden bovendien bijna uitsluitend etnische en lokale redenen opgedist als verklaring voor de rampzalige situatie in Congo. Indymedia sprak over de talrijke gebreken in de Congo-verslaggeving met twee kenners en criticasters van de mainstream media: de Congolese activist Kambale Musavuli en de voormalige Afrika-correspondent van de New York Times, Howard French.

Howard French2.jpg

Howard French, foto: Matsumoto

Volgens een recent rapport van het Vlaams Vredesinstituut besteedden de openbare omroep VRT en de commerciële zender VTM tussen 2003-2008 gemiddeld slechts 0,7% van hun berichtgeving aan de Democratische Republiek Congo. Daarnaast bleek uit eigen onderzoek, dat als er over Congo wordt bericht in de mainstream media, er heel eenzijdige oorlogsverhalen worden verteld. De standaard plot van de media in België en daarbuiten is dat het conflict in Congo een etnische oorlog is waarin westerse instanties bijna uitsluitend een humanitaire en pacificerende rol spelen.

Indymedia sprak over de oorzaken van de gebrekkige Congo-verslaggeving met de ervaren Amerikaanse journalist, auteur en professor Howard French, die als voormalig correspondent van de New York Times het reilen en zeilen van de buitenlandse verslaggeving 20 jaar lang van binnenuit leerde kennen. Daarnaast vroeg Indymedia de mening van de geëngageerde Congolese activist Kambale Musavuli, die als woordvoerder van de activistengroep Friends of the Congo stelselmatig met de ongenuanceerde blik van de media wordt geconfronteerd.

De journalistieke insider: Afrikaanse rotzakken vs. westerse hulpverleners

Meneer French, waarom wordt er nauwelijks aandacht besteed aan Congo?
Ik schreef enkele jaren geleden al in een artikel voor de New York Times dat het meest miserabele continent ter wereld momenteel alleen de aandacht van het Westen kan trekken als ze haar eigen superlatieven overtreft, vooral wat menselijke catastrofes en exotisme betreft. Ik denk dat er maar weinig is veranderd sinds ik die woorden schreef.

In het Congo-conflict vielen naar schatting 5 miljoen doden: dat overtreft toch heel wat humanitaire rampen in Afrika?
Ja, maar het conflict bezat noch de vreselijke directheid van de ramp in Rwanda noch een attractief of simpel verhaal van 'goed' tegen 'slecht'. Dat is volgens mij ook een reden waarom er slechts sporadische aandacht was en is voor Congo.

Van de Congolezen is vaak geen spoor te bekennen in de mediaverhalen. Is het correct om te stellen dat heel wat berichtgeving over Congo eigenlijk over het Westen gaat en hoe westerse instanties Congo helpen?
Behoorlijk wat verslaggeving over Congo is inderdaad berichtgeving over hoe het Westen ageert. Congolezen kunnen rotzakken zijn of tijdloos simpele mensen, maar nauwelijks iets daartussenin. Voor 'ideeën' over de crisis in Congo, haar noden, haar toekomstige richting, verwijst de pers graag naar de westerse hulpverlener, de westerse expert, de westerse diplomaat, de westerse onderzoeker. Het resultaat is dat Congolezen gereduceerd worden tot rekwisieten in hun eigen verhaal.

In deze context is het belangrijk te weten dat de meeste correspondenten gewoon gebruik maken van een erg beperkte bronnenbasis: vooral westerse diplomaten en de door het Westen gedomineerde hulporganisaties met name. Journalisten boren nauwelijks Afrikaanse bronnen aan, hoewel die toch overduidelijk heel waardevol zijn.

Congolezen spelen ook nauwelijks een positieve rol in hun eigen verhaal. Waarom?
Eén aspect is dat de stereotypering en de ontmenselijking van de Congolezen in de media de schaamteloze uitbuiting van het land rechtvaardigen. Er is daarnaast ook een lange en complexe geschiedenis van racisme die het dedain van onze maatschappij ten opzichte van Afrikanen verklaart. Afrikanen worden nu eenmaal als een marginale verschijning beschouwd.

Racisme is volgens u dus ook een belangrijk aspect in de huidige malaise van de Congo-verslaggeving?
Het is in elk geval opvallend hoe verschillend de media berichten over gebeurtenissen in Afrika mét en zónder blanken. Zodra er een blanke aanwezig is, worden de gebeurtenissen meteen veel interessanter. In Amerika bestaan er gelijkaardige tendensen voor de binnenlandse berichtgeving. Neem nu het nieuws over de moorden, verkrachtingen of verdwijningen van blanke vrouwen, vooral dan als ze blond zijn. Zulke verhalen krijgen altijd veel aandacht in de media. Dat staat in scherp contrast met het volledige gebrek aan interesse voor de verdwijningen van zwarte vrouwen.

Is de belabberde Congo-verslaggeving ook niet een probleem van de huidige media-economie? Er wordt wel vaker gesuggereerd dat mediabedrijven stevig de schaar zetten in de buitenlandse redacties met het oog op winstmaximalisatie.
Een heleboel kranten reduceren inderdaad het aantal journalisten en ik verwacht dat er in de Afrika-redacties ook in de toekomst veel sterker dan in de andere redacties de knip zal worden gezet. Het onvermijdelijke resultaat zal zijn dat de berichtgeving steeds minder systematisch en steeds onnauwkeuriger zal worden.

De New York Times heeft onder kostendruk slechts vier correspondenten in Afrika en is daarmee nog één van de best uitgeruste kranten in het huidige medialandschap. Wat zijn de gevolgen voor de journalisten ter plaatse?
Verslag brengen uit Afrika met slechts vier correspondenten houdt heel wat ellende in voor de reporters en compromitteert hun verslaggeving. Ik schreef over West- en Centraal-Afrika voor de Times en voelde me constant overwerkt. Als je de job goed wil doen, word je geconfronteerd met een ongewoon zwaar reisregime.

Welke veranderingen zijn noodzakelijk in de Congo-verslaggeving om van het blanke, discriminerende, westerse perspectief af te raken?
We moeten dringend met de Congolezen gaan praten en hun behoeftes leren kennen. We mogen niet langer onze interesses op hen projecteren. Hiervoor zijn niet alleen betere verslaggevers, maar ook betere redacteuren nodig. Méér Afrikanen in de print- en audiovisuele media zou ook een goed idee zijn. Méér Afrikaanse stemmen in de commentaarstukken eveneens. Het is gewoon essentieel om mediagebruikers te laten wennen aan het idee dat Congolezen interessante en beduidende dingen te zeggen hebben over hun eigen leven.

Een nieuwsgebied dat werkelijk naar meer en betere verslaggeving schreeuwt is de economie. Congo verdient goede economiecorrespondenten. Dat is niet alleen gerechtvaardigd door de groeiende economische activiteiten tussen het land en de rest van de wereld. Het is ook nodig om een blik op Congo te krijgen dat duidelijk genuanceerder is dan de stereotypes van westerse liefdadigheid en Afrikaanse catastrofes.

De activistische outsider: constructieve Congolezen

Meneer Musavuli, volgens de mainstream media is het Congo-conflict etnisch geïnspireerd. Welke aspecten worden door de media over het hoofd gezien?
Door het etnische perspectief worden de externe factoren die de oorlog draaiende houden grotendeels genegeerd. Zo krijgt de lezer de indruk dat de enige betrokkenen conflictpartijen in Congo Afrikanen zijn die gedreven worden door corrupte doelstellingen waardoor het land noodzakelijkerwijze met dictatuur en oorlog kampt.

Waarom is het etnische verhaal zo populair in de media?
Het is een veilig verhaal: de betrokkenheid van de westerse industrieën in het Congo-conflict kunnen daardoor worden weggecijferd. Het resultaat is dat het publiek zich zonder meer kan distantiëren van haar eigen verantwoordelijkheden in het conflict.

In de media worden bijna uitsluitend blanke westerlingen aan het woord gelaten als het over Congo gaat. De indruk ontstaat dat er geen Congolezen zijn die iets constructiefs over hun eigen situatie te zeggen hebben.
Het huidige mediasysteem 'koloniseert' de informatie over Congo. Er bestaat duidelijk een groep van westerse 'experten' en 'intellectuelen' waar de mainstream media graag gebruik van maakt en die formuleachtige en weinig duurzame politieke oplossingen verkondigt.

Er bestaat wel degelijk een Congo dat nadenkt en terugvecht. Een van de vele voorbeelden hoe Congolezen dit doen, is de brief die de politieke vertegenwoordigers van de provincie Zuid-Kivu aan Hilary Clinton bezorgden toen ze Congo in augustus bezocht. Van dit initiatief werd natuurlijk nergens melding gemaakt in de media.

U behoort niet meteen tot de expertengroep waar de media graag te rade gaat, maar toch krijgt u aandacht van de mainstream media. Hoe verklaart u dat?
We krijgen af en toe misschien wat aandacht, maar in geen geval op een systematische manier. Ik heb de indruk dat ze ons onder druk van de alternatieve media af en toe wel moeten opnemen.
Maar de mainstream media blijven een constante uitdaging voor ons omdat ze echt immense vooroordelen ten opzichte van Congo en Afrika hebben. Bovendien verwerpen en ridiculiseren ze zonder meer visies die afwijken van de hunne.

U krijgt uw blik op de huidige situatie waarschijnlijk nauwelijks verkocht in de media?
Het blijft uitermate moeilijk een mening te uiten in de media die tegen de huidige westerse industriële interesses ingaat. Eveneens problematisch is de sporadische aandacht van de media voor Congo: ze hebben enkel aandacht voor het land als het geweld er oplaait of als een Amerikaanse minister er op bezoek is. Het publiek kan zich op deze manier nauwelijks een gefundeerde mening vormen over de thema's die er echt toe doen en over hoe de problemen het best kunnen worden opgelost.

Link rapport Vlaams Vredesinstituut:
http://www.vlaamsvredesinstituut.eu/get_pdf.php?ID=286&lang=NL

Link brief aan Hilary Clinton:
http://www.friendsofthecongo.org/2009/08/letter-from-congolese-elected-o...