Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

‘De eerste generatie heeft een verhaal te vertellen, je moet alleen willen luisteren’

‘De eerste generatie heeft een verhaal te vertellen, je moet alleen willen luisteren’

Rachida Lamrabet staat bekend als schrijfster en ontving in het verleden reeds meerdere prijzen, waaronder de debuutprijs voor haar roman Vrouwland. Momenteel wordt ze haar eerste toneelstuk “BELGA” opgevoerd in ’t Arsenaal. Het stuk schetst het leven van een jonge Marokkaanse man die in België toekomt om te werken in de jaren 60. Indymedia gaat in gesprek met de auteur.

Rachida Lamrabet.jpg

Rachida Lamrabet

BELGA is een toneelstuk, een heel ander genre dan wat we van u gewoon zijn. U heeft al meerdere boeken geschreven waaronder “Vrouwland”, waarmee u de debuut prijs heeft gewonnen. Waarom heeft u nu voor een toneelstuk gekozen?
Toneel is eigenlijk altijd één van mijn passies geweest. Het is niet zo dat het voor mij een vreemd medium is. Ik heb heel lang geleden mij gewaagd aan amateurtoneel. Ik heb teksten geschreven en zelf op het podium gestaan in mijn jonge jaren met een groepje. Voornamelijk in Borgerhout hebben we twee stukken opgevoerd, onder andere ‘Het brood dat moeder maakt’ sprak heel wat mensen aan. Weet je dat de broers Manu en René Verreth van het toenmalig Mechels Miniatuur Teater, wat nu ’t Arsenaal is geworden, ons toen zijn komen opzoeken in Borgerhout omdat ze weet hadden van onze toneelstukken. Toen is het niet tot een samenwerking gekomen omdat onze standpunten te ver uiteen lagen.

Jaren later ontmoet ik dus Michael De Cock naar aanleiding van een ‘interculturele en interdisciplinaire dialoog’ georganiseerd door Demos, een organisatie die participatie binnen, onder andere, de cultuursector wil aanmoedigen en we zijn aan de praat geraakt. Als regisseur en journalist raakt hij dezelfde thematiek aan. Hij schreef al artikels voor onder andere Knack rond migratie en asiel. We waren allebei gefascineerd door die verhalen en hij opperde het idee samen iets uit te werken rond de eerste generatie Marokkaanse mannen die naar hier kwamen om te werken. Uiteraard, dan moet je aan mij zo iets niet tweemaal vragen, ik was onmiddellijk geïnteresseerd om hieraan mee te werken.

Wat was het doel van dit toneelstuk?
Het doel was om terug te gaan naar het prille begin: hoe is deze migratie begonnen? Het waren sterke jonge mannen die vanuit Marokko of Turkije naar West-Europa trokken om hier te komen werken, in het kader van de arbeidsmigratie; daar waren geen vrouwen bij betrokken. Europa vroeg ook geen vrouwen, maar wel jonge mannen om te komen helpen in de industrie, de koolmijnen en in de tuinbouw. En Marokko wou ook geen vrouwen naar Europa laten komen want ze maakten zich zorgen om de zedelijkheid van het leven dat die vrouwen hier zouden leiden in het onbekende Westen. Daarom werden de vrouwen ook niet toegelaten om te emigreren naar West-Europa.

Was hun komst naar België enkel mogelijk als ze huwden?
Ja, inderdaad, de gezinshereniging is pas in de jaren 70 op gang gekomen. De vrouwen volgden hun mannen. Dit werd in het begin ook heel sterk aangemoedigd door de Belgische overheid, men verkeerde in de overmoedige overtuiging dat de economische wonderjaren voor eeuwig waren en dat er ook gedacht moest worden aan een arbeidsreserve voor de komende decennia. En die gezinshereniging bood de beste garantie voor een volgende generatie noeste arbeiders. Als je dit verhaal wil vertellen start je best bij het begin en moet je de ervaring van de mannen gaan schetsen. Dat verhaal werd ook niet vaak gehoord omdat die mannen het vanuit zichzelf ook niet gaan vertellen.

De research die u vooraf heeft uitgevoerd om de nodige informatie en migratieverhalen te verzamelen, heeft dit veel tijd in beslag genomen of viel dit eigenlijk nog mee?
Het heeft wel wat tijd in beslag genomen, maar in België zitten we echt in complete armoede, die periode is helemaal niet zo goed gedocumenteerd en er zijn niet zo heel veel boeken of wetenschappelijke werken over de ervaringen van die eerste-generatie gastarbeiders. Dus ik heb vooral Nederlandse en Franse bronnen geraadpleegd, waar je mooi fotomateriaal in kan vinden, en hier voor België, was het vooral interessant te luisteren naar mannen die ik kende, uit mijn eigen omgeving. De eerste generatie mannen die bereid waren om dingen te vertellen.

En kreeg u ze aan de praat, gezien hun leeftijd en het respect dat ze binnen hun eigen gemeenschap genieten? En ook het feit dat sommigen vaak minder communicatief zijn. Was het niet te moeilijk om hen te interviewen?
Het zijn niet echt interviews geweest, maar ik heb mensen uit mijn onmiddellijke omgeving, kennissen of familie, die mensen heb ik inderdaad gevraagd om iets te vertellen over de beginperiode. Inderdaad, je denkt dat ze niet veel gaan durven of willen zeggen, maar het is verbazend hoe ze toch hun verhaal wilden doen en hoe mooi ze dat ook kunnen vertellen. Je hebt heel veel dingen die terugkomen: de eenzaamheid, de vervreemding. Anderzijds had je ook de spanning en de nieuwsgierigheid die ze ervoeren om “een nieuwe wereld”, te ontdekken, het was een “avontuur”. Het is heel mooi om naar te luisteren, je moet die mensen gewoon de tijd geven om hun verhaal te vertellen en niet je verhaal opdringen. Je moet vooral luisteren. En de eerste generatie mannen appreciëren het toch wel hoor.

Was u niet verbaasd met sommige reacties? Zou het kunnen dat ze soms heel triest werden of opfleurden wanneer ze zich weer helemaal in die periode waanden. Heeft u dat opgemerkt in hun mimiek?
Ja natuurlijk, wanneer ze anekdotes oprakelden dan zag je dat er iets gebeurd was dat toch wel fijn was of waar ze leuke herinneringen aan over houden. Het was echt een plezier om die gesprekken te doen. Ik heb er niet heel veel gedaan maar de paar die ik heb gesproken waren toch heel erg inspirerend voor het stuk.

In het stuk is er ook een rol van een Vlaamse vrouw die een belangrijke rol speelt in het leven van één van de eerste generatie mannen. Heeft u ook een Vlaamse vrouw gekend die in die periode heeft geleefd en u ook wat feedback gaf?
Omdat ik ook bezig ben met een nieuw boek ben ik inderdaad in contact gekomen met een vrouw die eigenlijk de inspiratie was voor het personnage “Lotte” in het stuk, een jonge vrouw uit een tuinbouwersgezin in de buurt van het Mechelse, die inderdaad de allereerste Marokkaanse migranten over de vloer hebben gehad, die in de serres kwamen werken. Haar heb ik enkele keren kunnen spreken en ze gaf me ook een schets van hoe het is geweest in die periode, hoe de eerste Marokkaanse arbeiders eerst in het dorp onthaald werden, wat ze ervan van vonden, hoe ze leefden, hoe ze communiceerden. Dat was wel interessant.

En die informatie heeft u dus in het stuk kunnen verwerken. Zo had u ook een getuigenis van een andere zijde.
Ik heb inderdaad met die vrouw gesproken. Ja, je kan je als schrijver proberen in te leven in de personnages die je wil schetsen maar het is veel geloofwaardiger als je met rechtstreekse getuigen kunt gaan praten, want wat jij je inbeeldt , kan ook foutief zijn. Ik heb heel veel geleerd door die gesprekken te doen. Via die vrouw ben ik ook te weten gekomen hoe men tegenover die mannen stond. Wat opviel was dat toen de angst en het wantrouwen niet zo fel aanwezig was.

Men verwelkomde ook die mannen omdat ze echt wel nodig waren, maar anderzijds had je heel duidelijk die breuklijn. “Ja het zijn inderdaad mensen die hier komen werken, maar er is toch een verschil, het zijn geen blanken, het zijn toch vreemdelingen met een donkere huid en een andere cultuur.” Het leek wel alsof die breuklijn sociaal aanvaard werd door zowel de blanken als de gastarbeiders. Men had er geen moeite mee dat de rollen en de posities zo duidelijk afgebakend waren. Daarover heerste er een consensus die maakte dat er een vreedzame modus vivendi mogelijk was.

Als men nu de vergelijking maakt met de eerste generatie jonge mannen en de huidige 3de generatie jonge mannen die eigenlijk hun plaats moeten vinden, is er dan een verschil?
Ja, die stilzwijgende consensus is er niet meer, alles wordt in vraag gesteld en er worden door die jongere generaties heel duidelijke burgerrechterlijke revindicaties gedaan. De jongeren hebben ook niet dezelfde mentaliteit als die ouderen, die hier kwamen werken met de intentie terug naar het land van herkomst te gaan. Bovendien is de socio-economische realiteit nu volledig anders is dan in de beginperiode toen de vaders werden gevraagd. Wanneer het niet goed gaat in de economie dan zijn het vooral diegene die als buitenstaander worden bestempeld die uit de boot vallen en die geen plek krijgen om mee te draaien in het systeem. Dat is het grote verschil. Die jongere generatie krijgt de kans niet om hun eigen leven in handen te nemen en wat vorm te geven aan hun eigen leven om gewoon menswaardig te kunnen leven. Dat frustreert, dat doet afbreuk aan uw zelfvertrouwen, aan uw zelfrespect.

Hun lange termijnvisie is ook verschillend van die van de ouderen.
Absoluut. Ze kijken niet met de hunkerende blik naar de overkant. Ze wonen hier, spreken de taal, zijn hier geboren. Dit is hun plek.

Bij BELGA zelf zijn er twee zaken die markant zijn. Het feit dat het over jonge mensen gaat en ook de durf om de thematiek aan te snijden over de liefdesrelaties buiten het huwelijk die toen eveneens plaatsvonden en hoogstwaarschijnlijk een impact hebben gehad op het leven van die jonge mannen. Waarom heeft u dit thema naar voren gebracht?
Omdat het gaat over passionele verhalen die echt gebeurd zijn. Ik heb wel van geen enkel van die eerste generatie mannen die getuigenis ontvangen, dat durven ze niet toe te geven, omdat het nog in een zekere taboesfeer baadt. Ze zijn immers de patriarchen. Er is respect voor hen, het zijn ook vaak vrome moslims die hun gebed op tijd verrichten en misschien een paar keer naar Mekka zijn getrokken, dus in dat opzicht is er toch wel een zeker gezag binnen de gemeenschap en past dat hele verhaal van die buitenechtelijke relaties met Belgische vrouwen er niet echt in. En daar zwijgt men over, maar je hoort het wel onrechtstreeks. Of je hoort het van mensen die als kind uit deze relaties zijn geboren.

Vaak zijn deze kinderen ook niet erkend door de vader of de familie. Uiteraard zijn er uit die periode ook verhalen van mannen die het wel hebben aangedurfd om voor hun relatie uit te komen en die effectief getrouwd zijn met Belgische vrouwen, zo was er tijdens een nabespreking van een voorstelling van Belga in Mechelen een gemengd koppel op de eerste rij. De man moet een eind in de zestig zijn geweest en hij vertelde me dat de thematiek heel erg herkenbaar was, de verwondering voor de nieuwe wereld, maar ook de eenzaamheid en de moeizame aanvaarding door de buitenwereld van zijn huwelijk met zijn Belgische vrouw.

U vertelt het ook vanuit de leefwereld van die jonge mannen, die toen geen traditionele kledij droegen, en zich eigenlijk als jongeren van toen gedroegen. Waarom een persoonlijk verhaal over die migratie?
Toen ik het stuk schreef, wilde ik niet de grote geschiedenis over de migratie vertellen, want dat is veel te complex en dat zou misschien al snel een soort steriele documentaire worden. Het leek me interessanter om, weliswaar tegen die grotere achtergrond van de migratie en ontheemding, een individueel verhaal te schrijven: een man die hier naartoe komt in de eerste plaats om te werken maar ook om een nieuwe wereld te ontdekken.

In mijn ogen waren die mannen echte avonturiers, ze wilden de beslotenheid van hun eigen gemeenschap doorbreken, en kijken wat er daarbuiten was. Voorbij de heuvels gaan als het ware. En uiteraard waren er ontmoetingen, dat kan ook niet anders. Die mannen waren ook heel erg eenzaam.‘Ik wil iemand om mee te praten, ik wil geen halve mens zijn’ zegt het personage van de vader op een gegeven moment. En dat is denk ik een fundamentele menselijke behoefte, kunnen communiceren met anderen en niet enkel de godganse dag kabels trekken of voorovergebogen in de serres werken.

Denkt u dat uw toneelstuk op een dag verfilmd kan worden?
Ik weet het niet. Het is echt geschreven als toneelstuk. Je kan vanalles eigenlijk een mooie film maken. Zoals “Les Barons” die het nu zo heel goed doet. Het is primordiaal dat je je eigen verhaal kan vertellen op je eigen manier, je moet je stem laten horen op alle mogelijke manieren alleen zo kom je tot dialoog, tot communicatie.

Meer info over de voorstelling BELGA:

Tags