Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

LBC: "Meer kwalitatieve tewerkstelling in de verzamelsector Financies"

LBC: "Meer kwalitatieve tewerkstelling in de verzamelsector Financies"

Zo een vijftien jaar geleden werkten in de ‘verzamelsector’ Financies ongeveer 108.000 bedienden. Momenteel ziet het tewerkstellingsplaatje in de financiële sector er héél anders uit! Met duizenden tegelijk werden werknemers overgeheveld van de ene sector naar de andere.

Zo een vijftien jaar geleden werkten in de ‘verzamelsector’ Financies ongeveer 108.000 bedienden. Opgedeeld in sectoren, die we onder ‘Financies’ rekenen waren er dat ongeveer 18.000 in de Openbare Kredietinstellingen (OKI), 30.000 in de Verzekeringssector, 52.000 in de Banken en ongeveer 8.000 in de Spaarbanken . Daarnaast werkten nog duizenden bedienden in kantoren van ‘zelfstandige’ agenten, maar die worden hier niet meegeteld; zij behoorden en behoren nog steeds niet tot één van de genoemde sectoren en genoten en genieten nog steeds niet de loon- en arbeidsvoorwaarden, die hun collega’s in de genoemde sectoren genieten.

Momenteel ziet het tewerkstellingsplaatje in de financiële sector er héél anders uit! Met duizenden tegelijk werden werknemers overgeheveld van de ene sector naar de andere. Spaarbanken kozen voor het Bankstatuut en lieten zich door de Bankcommissie erkennen als Bank; OKI werden na privatisering eveneens opgenomen in de lijst van Banken. Die erkenning als Bank had voor gevolg dat de betrokken werknemers ook veranderden van paritair comité en dus onderworpen werden aan nieuwe loon- en arbeidsvoorwaarden; in hoofdzaak ging het om een overgang naar het paritair comité (PC) van de Banken, het zogenaamde PC 310. Vier grote ‘golven’ moeten hier genoemd worden: de toenmalige Spaarbanken BACOB (met 3.453 werknemers) en CERA (met 4.476 werknemers) werden Banken in 1993 en 1994; in 2000 werd de vroegere ASLK (een OKI) geprivatiseerd en ging met goed 9.000 werknemers eveneens over naar het PC 310; het vroegere Gemeentekrediet, later omgedoopt tot Dexia, volgde in 2002 met 4.326 werknemers. Maar ook andere, kleinere overhevelingen vonden plaats...

In haar jaarverslagen kon de Belgische Vereniging van Banken (BVB) dan ook jaarlijks trots herhalen welke belangrijke bijdrage de Banksector wel leverde inzake tewerkstelling. De BVB vergat er echter steeds bij te zeggen dat de toename van de tewerkstelling in de Banksector ten koste ging van tewerkstelling in ‘aanpalende’ sectoren...

Voor heel de verzamelsector financies stellen we volgende evolutie van de tewerkstelling vast tussen 1990 en nu:
OKI
-14.743-Spaarbanken
-5.500--Verzekeringen
-6.078--Banken
+ 14.877 (*)

(*) In dit cijfer zijn begrepen de meer 5.000 werknemers die wel nog op de loonlijst staan en dus worden opgenomen in de tewerkstellingscijfers, maar de facto in een uitstapregeling zitten...

In totaal gingen dus meer dan 15.000 jobs verloren in de financiële sector! En die ontwikkeling zet zich door. Onlangs waren er de herstructureringen in enkele kleinere banken; momenteel zijn er de acties tegen de afbouw van de tewerkstelling en de delokalisatie in ING; de werkgevers in de Verzekeringssector willen de geldende tewerkstellingsgaranties terugschroeven,...

Zijn al die jobs ‘verloren’?
Er zijn inderdaad jobs verloren, geschrapt, weg! Het grote aantal fusies en overnames van de voorbije periode bracht samenvoeging mee van diensten die in elk van de samenstellende firma’s bestonden met in de meeste gevallen personeelsoverschot tot gevolg. Veel van dat ‘overschot’ kon weggewerkt worden door allerlei ‘uitstapregelingen’, waarbij op vraag van de werkgevers (die zich ‘naakte ontslagen niet konden permitteren!) dankbaar gebruik gemaakt werd van systemen van ‘canada dry’ en ‘brugpensioen’, die nu door de werkgevers worden afgedaan als misbruiken van werknemers die niet lang genoeg willen werken! Een ander deel van het ‘overschot’ werd weggewerkt door ‘vrijwillige uitdiensttredingen’ (pensioen, ziekte, ander werk,...) zonder vervanging.

Er zijn echter ook jobs blijven bestaan maar overgeheveld (outsourcing in de brede zin van het woord) naar andere sectoren en paritaire comités (vooral naar het PC 218) buiten de verzamelsector financies. Allerlei activiteiten (IT, betalingsverkeer, scanning, enz.) werden
- ofwel omgevormd in een ‘dochteronderneming’
- ofwel uitbesteed aan ‘derden’
- ofwel in handen gegeven van ‘zelfstandigen’ (‘schijnzelfstandigen’!)
In al die gevallen wordt een juridische constructie opgezet om die activiteit te onttrekken aan de ‘bevoegdheidsomschrijving’ van het PC waartoe de moederonderneming behoort en ondergebracht in een PC met minder gunstige loon- en arbeidsvoorwaarden, waardoor de loonkost voor de werkgever vermindert.

En tenslotte: een aantal activiteiten werden gedelokaliseerd naar lageloonlanden (derde wereld, Oost Europa,...).

Zowel de uitstapregelingen voor oudere werknemers als de outsourcing (in de brede zin van het woord) van de vele andere jobs betekenden en betekenen een forse verlaging van de loonkost, zelfs als we de loonkost van de ‘afgestoten’ activiteiten mee in rekening brengen. Deze lagere loonkost draagt uiteraard wezenlijk bij tot de toename van de winsten, die – afgezien van enkele minder gunstige (niet eens slechte!) jaren – zéér groot zijn.

En toch klagen de werkgevers ‘steen en been’, ook de werkgevers in de financiële sectoren. “De loonlast in België is veel te hoog!” roepen ze al jaren in koor en ze doen ons geloven dat verlaging van de loonkost de tewerkstelling ten goede zal komen. Daarom respecteerden en respecteren wij de ons opgelegde loonnorm. (Als er al overschrijdingen zijn, dan bij hogere kaderleden die buiten de door ons onderhandelde barema’s vallen en aan wie de werkgevers uit eigen beweging grote extra’s toekennen!!!) Maar er is meer, véél meer! Berekeningen leren ons, dat werkgevers dank zij een aantal maatregelen, die de regering nam, jaarlijks een loonlastverlaging mogen optekenen van 1.600 euro per jaar per werknemer! Voor de banksector betekent dat een jaarlijkse loonlastverlaging van om en bij de 108.000.000 euro, voor heel de verzamelsector financies gaat het om 156.000.000 euro! (En let op: deze grote bedragen gaan ten koste van de financiering van de Sociale Zekerheid!)

Daar aan deze lastenverlaging geen resultaatsverbintenis inzake tewerkstelling gekoppeld is (die zou daar volgens werkgevers en regering als vanzelf uit voortvloeien!), zijn de werkgevers vrij met de minder uitgegeven bedragen te doen wat hen zint. De hiervoor aangehaalde cijfers maken duidelijk dat de extra vrijgekomen middelen in elk geval niet gebruikt werden om de tewerkstelling uit te breiden, zelfs niet om ze in stand te houden! Resultaten van stressonderzoek in zowel de banksector als bij de verzekeringen leren nochtans overduidelijk dat meer tewerkstelling een dringende noodzaak was en is. Werkdruk en stress zijn er duidelijk groter dan in vergelijkbare sectoren en ondanks sectorale overeenkomsten betreffende tijdsregistratie en overwerk blijft het aantal (onbetaalde) overuren zeer groot...

Aansluitend bij het (einde)loopbaandebat lijkt het dan ook méér dan aangewezen om in de verzamelsector Financies en in de onderscheiden sectoren een bezinning op gang te brengen over
- behoud van tewerkstelling
- wegwerken van werkdruk, stress en overwerk door arbeidsherverdeling
- verbetering van de kwaliteit van het werk om het ‘doorlopen’ en ‘voltooien’ van een loopbaan menselijk mogelijk te maken
Werkgevers, die jaar na jaar enorme winsten maken en hoge uitkeringen toekennen aan de aandeelhouders en die daar boven op nog genieten van de aangehaalde lastenverlagingen, kunnen zich niet onttrekken aan de terechte verwachtingen van de werknemers en hun vertegenwoordigers, de vakbonden! Meer nog: ondernemingen kunnen zich in dit geval niet onttrekken aan hun ‘sociale verantwoordelijkheid’ ten aanzien van de werknemers, zeker niet als aan andere stakeholders (aandeelhouders, management,...) moreel niet meer te verantwoorden voordelen worden toegekend!

De werknemers in het algemeen en dus ook die in de verzamelsector financies zijn onderworpen aan een door de werkgevers gevraagde en door de overheid opgelegde loonmatiging. Tegelijkertijd is de return op investeringen aan geen enkele beperking onderworpen. Bovendien genieten, zoals gezegd, ook de werkgevers in de financiële sectoren mee van de veralgemeende lastenverlaging (eigenlijk bedoeld voor sectoren zoals metaal, textiel,... die rechtstreeks onderhevig zijn aan zware concurrentie uit de lage-loonlanden) (**). Het kan dan toch niet anders dan dat die werkgevers vrijwillig of verplicht een tegenprestatie leveren in de vorm van behoud en uitbreiding van kwalitatieve tewerkstelling!

(**) Ook werkgevers in de financiële sectoren klagen over concurrentie vanuit de lage-loonlanden, vooral vanuit de nieuwe EU-lidstaten. Deze klacht is echter ongegrond daar het overgrote deel van de financiële instellingen in die landen nu al in handen is van financiële instellingen hier bij ons...

Werkgevers in de financiële sectoren kunnen niet blijven mee heulen met de anderen, die van de daken verkondigen – daarin bijgetreden door de overheid! - dat de tewerkstellingsgraad in ons land te laag ligt terwijl ze zelf het aantal kwalitatieve jobs afbouwen, blijven aandringen op uitstapregelingen, werkdruk en overwerk in de hand werken en niet eens de verplichte 1,9 % van de loonkost besteden om jong en oud op te leiden voor de hen opgelegde taken...

Tjeu Tijskens LBC-NVK Pierre Fafchamps CNE-GNC