Silvie Roelans13 maart 2007 – 16:27

“Jongeren kunnen dankzij de nieuwe wetgeving 23 dagen tijdens de zomermaanden en 23 dagen in het schooljaar aan een verlaagd RSZ tarief werken. Als ze die dagen overschrijden moeten ze 13.07% betalen, en dit met terugwerkende kracht. Zelfs als ze maar één dag te veel werken moeten ze voor die volledige periode 13.07% bijdragen. Daar willen we hen toch voor behoeden.”

Bovendien weten jobstudenten vaak niet dat ze die telling zelf moeten bijhouden. “Een interimkantoor doet dat niet. Zij laten de jobstudent gewoon een document tekenen waardoor ze verplicht worden de maximale duur te respecteren. Als ze de telling niet bijhouden moeten ze daar ook zelf de consequenties van dragen. Een dag waarop je maar enkele uurtjes werkt telt trouwens als een volledige dag.”

De kinderbijslag is samen met de nieuwe wetgeving aangepast en wordt sinds kort berekend per kwartaal. Van zodra de studenten 18 jaar zijn mogen ze maar 240 uren per kwartaal werken. “Wanneer ze dat overschrijden verliezen ze de volledige kinderbijslag voor dat kwartaal. Als ze tijdens het tweede kwartaal (april, mei, juni) te veel werken verliezen ze niet alleen de bijslag voor die periode, maar ook voor het kwartaal van de zomermaanden. Dat is zo omdat een jobstudent in de zomermaanden onbeperkt uren mag kloppen, en de fiscus bijgevolg niet aan de kinderbijslag kan raken.”

Een ander probleem is het bedrag dat studenten mogen verdienen om nog fiscaal ten laste van hun ouders te zijn. “Meer en meer studenten werken in weekends en vakanties, en dan zitten ze al snel aan het bedrag dat ze maximaal mogen verdienen. Een kind van een gehuwd koppel mag 2660 euro netto verdienen. Dat is een mooie som, maar een jobstudent die alle weekends en vakanties werkt komt al snel aan dat bedrag. Studenten die met een jobstudentencontract werken mogen naast hun 2660 euro ook nog 2120 euro netto bijtellen als belastingvrije som. Het probleem is de definitie van jobstudent. Ben je dat als je als student wat bijverdient? Of moet je effectief een jobstudentencontract hebben en hoe moet je dat dan invullen op de belastingsbrief? We wachten op de belastingsbrief van mei, want we krijgen daar nog geen informatie over.”

Ouders kennen de gevolgen van de verschillende statuten voor studenten bovendien onvoldoende en interimkantoren vergeten dat soms te vermelden. “Zij geven de boodschap mee dat studenten zoveel mogen werken als ze willen aan 13,07%. Soms wordt die vraag zelf niet eens gesteld. Dan zeggen ze “we schrijven je in als werkstudent, dat is veel interessanter”. Dat is zo, maar niet voor de belastingsbrief van de ouders.”

Werken aan 13.07 % is op zich niet negatief. “De jobstudent is er vooral op gebrand zoveel mogelijk te verdienen, daarom is er dat verlaagd tarief. Werken aan 13.07% biedt echter ook voordelen, zoals vakantiegeld bijvoorbeeld. Werkstudenten moeten de telling ook niet zelf bijhouden. Het enige waar zij op moeten letten is de kinderbijslag. Over het bedrag op hun loonbriefje moeten werkstudenten zich ook niet zoveel zorgen maken. Pas als ze schoolverlater zijn moeten ze erover waken dat hun kinderbijslag niet in het gedrang komt. Het is niet allemaal kommer en kwel, maar ze moeten wel bewust kiezen voor een bepaald statuut. Gaan ze aan de slag als jobstudent aan een verlaagde RSZ tarief of als werkstudent tegen 13.07%?”

“Jobstudenten moeten over het algemeen niet veel belastingen betalen. Meestal krijgen ze zelfs geld teruggestort omdat de afhouding niet correct is gebeurd. Een jobstudent betaalt, zoals iedereen, pas belastingen vanaf 6040 euro netto. Dat is wel een aanzienelijk bedrag, iemand die aan dat bedrag komt is eerder werknemer dan werkstudent.”

Studenten van wie verwacht wordt op school aanwezig te zijn mogen trouwens niet werken als jobstudent. “Dat is vooral een probleem voor hogeschool- en universitaire studenten omdat het voor hen niet altijd duidelijk is wanneer zij ter beschikking moeten zijn van de school. Wanneer moet je aanwezig zijn en kan avondwerk dan wel? Voor ons is het ook allemaal niet duidelijk.”

Ook aan de veiligheid voor jobstudenten schort van alles. “Als er gevraagd wordt veiligheidskledij te dragen moet de jobstudent dat effectief doen. Interimkantoren zijn daar verantwoordelijk voor, want zij zijn de werkgever. En bepaalde beroepen mogen pas vanaf een zekere leeftijd uitgeoefend worden. Een zestienjarige mag zo bijvoorbeeld niet op een stelling kruipen of met slijpmachines werken. Ze mogen dus niet zomaar elke job uitoefenen.”

Maar het grootste probleem blijft de onwetendheid. Jobstudenten en hun ouders kennen hun rechten onvoldoende. Het uitbetalen van feestdagen en overuren is zo een probleem. “Een jobstudent wil dat meestal maar al te graag doen om zoveel mogelijk te verdienen. Maar die overuren staan niet altijd in het contract en worden soms gewoon niet uitbetaald. Jobstudenten zijn niet altijd vertrouwd met hun loonbrief en bijgevolg ontgaat hen dat soms. Het is heel belangrijk dat de jobstudent zich op voorhand voldoende informeerd en zich niet in de luren laat leggen. Het ACV heeft een gratis lidmaatschap voor jongeren, en daarmee kunnen ze beroep doen op het volledige aanbod van dienstverleningen die wij aanbieden. In geval van problemen kunnen ze bij ons terecht. Wij maken dan een klacht op en bieden gratis rechtsbijstand aan. Bij vragen geven we hen ook de nodige uitleg.”

Het ACV blijft aankloppen bij de overheid voor een duidelijke regelgeving. “Naar verluidt zou de wetgeving herbekeken worden. Als dat zo is willen we betrokken worden in het debat zodat we voor iedereen de optimale keuze kunnen maken. Want nu heerst er nog te veel verwarring en onduidelijkheid.”