Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Cakehouse: uw delicatessenzaak voor beeldende kunst op Festivaaalllaallal

Cakehouse: uw delicatessenzaak voor beeldende kunst op Festivaaalllaallal

ANTWERPEN -- Vzw Cakehouse nodigde kunstenaars uit om iets te maken voor Festivaaalllaallal. Cakehouse liet twaalf perfecte piedestals maken en deelde die uit aan evenveel kunstenaars. Twaalf kunstenaars deden iets met die piedestals en brengen ze vandaag terug naar Scheld'apen, de speeltuin voor kunstenaars aan de Schelde in Antwerpen. Van 13 tot 29 september te bewonderen in Scheld'apen.

(foto's Wendy)

PilaarBartWeb.jpg

Dit smeuig, geglazuurd baksel is in januari 2007 opgestart door Lieven Segers en Michèle Matyn. Lieven was vroeger actief binnen Frigo, Michèle in Rotkop. Deze collectieven zijn ter ziele gegaan. Het duo besloot Cakehouse op te richten. Met deze vzw willen ze kunstenaars een podium bieden. Hun “merknaam” lenen ze graag uit om gelijkgestemde projecten te ondersteunen. Cakehouse werkt redelijk onafhankelijk, vaak los van menig trappelend curatorschap en aandravende galeristen. Want ze geven het initiatief en de realisatie ervan niet uit handen. Het beetje winst van vorige projecten wordt gebruikt om nieuwe dingen te kunnen realiseren.

Cakehouse was in een gulle bui en vroeg een instrumentenbouwer van weleer 12 sokkels te vervaardigen. Mattias Cré verzaagde ze met veel liefde en vakmansschap en plakte ze aan elkaar. Ze werden spekgladgelakt, oerdegelijk en onverwoestbaar. Deze lading catapulteerde Cakehouse (trots en fier) naar een dozijn kunstenaars wiens werk licht verslavend werkt.

Gevestigd of niet, iedereen kreeg hetzelfde piece of cake met de vraag: botvier hiermee uw kookkunsten en maak er iets van voor ons publiek.

Als men mij van tevoren zegt dat we een cadeau krijgen, heb ik de vervelende gewoonte het op te sporen en er op ongepaste tijden aan te rammelen. Ik start bij het inpakpapier van deze gelegenheidsexpo: de brute verroeste loods. Het vunzige zand op de vlakte verraad zijn geschiedenis: in vervlogen tijden werd hier gevaarlijk brandbaar materiaal opgeslagen. Straks stranden hier de terug verenigde sokkels. Deze plek staat in schril contrast met het lelijkste object uit de beeldhouwkunst: de sokkel.

Opsnorren van de sokkels
De kunstenaars blinken uit in verschillende disciplines én een jonge lichting vermengt zich met gevestigde veteranen. De meeste werken van deze lichting zijn niet eenduidig en hebben verschillende betekenislagen. Vele kunstenaars gebruiken humor als toegangspoort tot hun werk, vertellen eerst een klein verhaal om dan aan het serieuze te beginnen. Affiniteiten met banaliteit, kitch, prularia, echt of fake. Referenties naar de huidige beeld- en popcultuur, exotische oorden, sjamanisme, het dierenrijk, gekapteerde en gemuteerde natuur, lokale helden, mythische figuren en nostalgische terugblikken op de kindertijd zorgen soms voor een herkenbaar gevoel. Maar vergis u niet: veilig kan je dit oord niet noemen, deze jungle is niet ontdaan van haar scherpe kantjes.

BartWeb.jpg

Bart Van Dijck
Afgestudeerd als Beeldhouwer aan de Academie, maakt Bart Van Dijck momenteel video’s, documentaires en beelden. Na zijn opleiding richtte hij samen met Tom Liekens, Caroline Coolen en Stefan Serneels het collectief Placenta op. Placenta is een tentoonstelling in leegstaande ruimtes in en rond Antwerpen, waarvan volgend jaar de zevende editie zou moeten plaatsvinden, maar dan wel in het kunstencentrum Z33 te Hasselt. “Dat zou voor mij ineens de laatste Placenta moeten zijn want ik heb het collectief eigenlijk voor dood verklaard. Hoewel het in de kunstwereld uniek is en het op zich een heel mooi gegeven is om samen met vrienden te exposeren, vraag ik me af in hoeverre ons werk nog verband houdt met elkaar.Werken met steeds diezelfde combinatie van mensen is voor mij niet interessant meer. Het déjà-vu gevoel zegt me dat het tijd is voor nieuwe symbioses. En die zullen er ook wel komen.”

Onlangs heeft Van Dijck samen met Lieven Segers een tekententoonstelling gedaan en voor binnenkort staat de expo Six Cultures samen met Tom Liekens en Caroline Coolen op het programma. Culturele identiteit, populaire cultuur, subculturen, globalisering, rituelen en sjamanisme zijn de thema’s die hij aankaart in zijn documentaires en sculpturen. “Al mijn werken zijn een onderdeel van één groot verhaal. Door middel van een grote wisselwerking voeden ze elkaar.” De ervaring die hem heeft geleid van een extreem lokaal (zijn geboortedorp) naar een globaal gebeuren (werk als cameraman), speelt een grote rol in zijn kunst. “Ooit belde de buurvrouw uit mijn dorp de politie op om te melden dat er een zwarte man in de straat rondliep! (lacht) Om maar even de mentaliteit te schetsen vanwaar ik afkomstig ben. Dit staat in schril contrast met de ervaring die ik opgedaan heb door naar verschillende Aziatische en Afrikaanse landen te reizen als cameraman.”

Zijn pilaar:
De mooie, witte sokkel die Cakehouse hem cadeau heeft gedaan, heeft hij in tweeën gezaagd. “Zo’n pilaar is voor mij de perfecte plantenbak. En die schattige planten die je erin ziet staan, zijn één van de sterkst hallucinerende die er bestaan. Vroeger gebruikten de genezers in Mexico deze Herba del Diablo, duivelskruid, en in België was dit kruid populair in de hekserij.” Bart Van Dijck is al heel zijn leven geïnspireerd geweest door planten. “Ik ben dus in een klein dorp tussen de maïsvelden en weilanden opgegroeid waar ik regelmatig ging wandelen. Toen al vervormde ik wilgentakken tot levende sculpturen, wat in mijn werk nog dikwijls opduikt. Planten kunnen je naar een ander bewustzijn brengen, ze kunnen een mens genezen of doden.” Voor dit project heeft Van Dijck voor een hallucinerende plant gekozen als verwijzing naar de link die hij ziet tussen sjamanen (de genezer in een stam) en kunstenaars. Beiden hebben als levensdoel boodschappen van geesten te ontvangen en die door te geven aan de mensen. “Die geestenwereld vind ik ongelooflijk interessant. Van de Eskimo’s tot de Amazone-Indianen en van Siberië tot Spanje, ze zit in alle culturen ingebakken. En weet je wat het hier is? God is dood, al heel lang. En ik merk dat veel mensen, hoewel ze niet achter een religie als instituut staan, er tegelijkertijd toch een probleem mee hebben dat God dood is. Ze hebben nood aan een soort van godsdienst, religie of goddelijkheid. Iedereen vraagt zich af waar God is en gaat schichtig op zoek. Zit dat in andere culturen, onder de mat, in joints of in cocaïne?”

MichèleWeb.jpg

Michèle Matyn
Ongeveer zeven jaar geleden, heeft Michèle Matyn haar studie Illustratieve Vormgeving afgerond met een fotografieproject. Met België als onderwerp werkte ze rond identiteiten door mensen in voortuinen en huizen te portretteren. Na haar afstuderen, financierde ze zelf haar reizen om persoonlijke foto-opdrachten uit te werken. Een rode draad doorheen haar werk is liefde. Als je nu haar tentoonstelling in de galerie van het FotoMuseum gaat bekijken, wordt het wel duidelijk. Love is the answer, and you know that for sure. Liefde voor een idool, een passionele roeping. In 2002 richtte ze met Janus Prutpuss ‘Rotkop’ op. “Oorspronkelijk was het idee hierachter een mailconcept. Naar vrienden in verschillende landen stuurde ik artistieke e-mails die al even artistiek beantwoord werden. Hier is dan een maandelijks magazine uit voortgekomen”, legt Matyn uit. Eén thema, gaande van politiek tot insecten, één curator per maand en vijf leden : Michèle Matyn, Jelle Crama, Dennis Tyfus, Kevin Apetown en Janus Prutpuss dus. Oorspronkelijk bestond Rotkop enkel uit een blad met tekeningen en foto’s. Na verloop van tijd verruimde het concept. Er kwam muziek bij te pas, cd-hoezen werden ontworpen en groepsexposities verrezen. Alles duidelijk, maar vanwaar die naam? “Twee vuile dingen bij mekaar wordt meestal iets goed.”, zegt ze. “Op zo’n groepsexpo kreeg ik dikwijls te horen dat er zoveel grappige namen waren en dat vooral die van mij zo goed gevonden was! (lacht) Euhm, ik doe eigenlijk niet mee aan dat spelletje, dacht ik dan, want Michèle Matyn is mijn echte naam.”

In het Pand (van Scheldapen red.) werden ook Rotkop-avonden gehouden, met als kerngedachte excentriek en marginaal. “Alles van affiches, tot de promotie, website en muziek organiseerden en ontwierpen we zelf. Rotkop was een zelfonderhoudende instantie. Beginnend met 100 exemplaren en eindigend met een 300-tal, werd het maandblad voor vijf à zes euro verkocht. De opbrengst was steeds voldoende om een volgende editie te bekostigen.” Maar het tempo om dit alles bol te werken, lag te hoog voor de groep. Het collectief vertraagde. “Op een gegeven moment konden we het niet meer eens raken over de inhoud van het blad en dus ontstonden er verschillende kampen en stijlen. De vergaderingen werden eerder vechtpartijen”, aldus Matyn. In een laatste poging om het Rotkop-idee te herbekijken, engageert de groep zich in 2005 voor een atelierperiode. “Een maand lang hebben we dag en nacht gewerkt in het Meulensteen Art Centre (MAC) in Eindhoven. Sjablonen en zeefdrukken vormden de basis voor een gezamenlijk werk waardoor we terug op elkaar ingespeeld raakten. Maar het mocht niet zijn. Omwille van een ongeval moest ik er even tussenuit knijpen. En omdat ik de verzoenende factor onder de mannen bleek te zijn, is Rotkop toch ter ziele gegaan.” Maar niet getreurd, want begin dit jaar stampte Michèle samen met Lieven Segers Cakehouse uit de grond. “Vanuit het idee dat het fantastisch is om deel uit te maken van een collectief hebben we die stap opnieuw gezet. Ik had goeie herinneringen aan de dynamiek van zo’n groep. Sympathie voor elkaars werk vanuit andere invalshoeken werkt versterkend. Die beïnvloeding en stimulans, dat is fijn.”

Haar pilaar:
“Ik heb mijn pilaar qua gevoel vrij klassiek benaderd, als een soort altaar of offerplaats.” De thema’s die Matyn hanteert, zijn altijd consistent in al haar lopende projecten. Binnenkort exposeert ze samen met andere kunstenaars in het Hessenhuis met Bivak Glora. Occulte offerplaatsen zullen daar centraal staan in haar werk. “Toen ik in mei dit jaar mijn beste vriendin opzocht in Singapore hebben we het amusementspark van de familie Tijgerbalsem bezocht. Haw Par Villa is een themapark gebouwd in de achtertuin van deze familie. Verzonnen en absurde vormen en kleuren, kortom gekke toestanden die je hier ziet! Uit een tafereel waarin een gevecht aan de gang is tussen witte konijnen en zwarte ratten, heb ik een beeld gekozen voor mijn Pilaar. Je ziet een rat die op zijn rug ligt waarvan alle pootjes zijn afgekapt! Wel een beetje gruwelijk (lacht) en vooral heel slecht gebeeldhouwd. De kitsch druipt ervan af en doet aan een schmoezelige B-film denken.”

LievenWeb.jpg

Lieven Segers
Lieven’s werk is niet onder één noemer te vatten: tekeningen, films, foto’s, performances wisselen elkaar af. “Hij plukt dingen uit de realiteit (teksten,muziek,indrukken,...) en vertaalt die op een relativerende, humoreske manier in tekeningen en ander werk. Op zo’n manier dat hij iets zegt over iets groters.”

Humor is een belangrijke toegangspoort om zijn werk binnen te stappen, daarna kan je in diepere lagen gaan graven, dan ontdek je een kritische kijk naar de wereld. Hij heeft veel respect voor het werk van Franck Scurti die een object uit het dagelijkse leven uit zijn context haalt en in een kunstruimte plaatst. (wat je bv. ook bij Guillaume Bijl merkt, die haalt een hele plek uit zijn context, van atoomschuilkelder, autorijschool tot schoenenwinkel. Het is een installatie die zo levensecht is dat ze bevreemdend werkt.

Guillaume Bijl’s antwoord mijn sokkelvraag : ”Ik maak de sokkel in situ op de plaats zelf, in consideratie met het zien van de andere sokkels.”)

Ook humor versus tragiek vindt Lieven schoon. Dat zie je bv. in het werk van Bervoets. Lieven monteert nu nachten door aan de documentaire “Fred in zijn eeuwige storm”. Hiervoor volgde hij Fred 5 maanden lang. “Ik ken Fred al lang, van op de academie. In mijn tekeningen, performances, fotografie krijg ik er niet in wat hij overbrengt bij mij. Zijn verhalen en oneliners blijven dagen nazinderen. Het enige wat ik daarmee kon doen is een documentaire maken.” Het opstarten van vzw Frigo is ook heel belangrijk geweest voor Lieven. Vzw Frigo bracht creatieve individuen van verschillend pluimage bijeen met het oog op een samenwerking. Leden van Frigo (Geert Saman, Anton Cotteleer, Vaast Colson, Leen De Wael, Lieven Segers, Ben Meewis, Emma Thyssen) werkten 2 jaar lang vooral binnenskamers: performance-achtige acties dienden als aanzet voor een gesprek. Wat eruit die gesprekken voortvloeide nam verschillende vormen aan: beeldende kunst, literatuur, muziek, performance, film, theater,... Hiermee kwam Frigo frequent naar buiten.

Frigo is opgedoekt, maar de opzet is zeer zinvol geweest en bepaalde samenwerkingen zijn blijven bestaan, ze gaan gewoon niet meer door onder de Frigo naam. Lieven & Vaast werken bijvoorbeeld vaak samen. Wat zijn sokkel betreft is hij er nog niet helemaal uit : “Manzoni heeft met zijn sokkel du monde al het beste gedaan.”

Studeerde in 2000 af in fotografie op de academie van Antwerpen En deed nog een bijkomend jaar in Breda, (Post Sint Joost).
http://www.lievensegers.be voor enkele stills
http://www.youtube.com/segerslie voor enkele fragmenten / deleted scenes
http://www.muhka.be voor meer info over de Welcome Home expo
exposeert in small stuff three, curator: Hans Theys, Herman Teirlinckhuis, Beersel van 9 september tot 30 oktober 2007.

TekeningLieven2Web.jpg

Meer info over de expositie:
www.scheldapen.be