Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Strijkwinkels produceren op kosten van de RSZ

Strijkwinkels produceren op kosten van de RSZ

Strijkwinkels gebruiken infrastructuur, materiaal en producten op kosten van de RSZ - Materiële productiekosten strijk/vervoer dienen altijd aangerekend aan de gebruiker - Strijkactiviteit van PK 322.01 (Dienstencheques) moet naar PK 110 Textielverzorging - Dienstenchequesmotor sputtert langzaam maar zeker verder in september 2007 - Op 1 jaar stijgt aankoop DC in Brussel met 124%, in Vlaanderen 46%, in Wallonië 66% - 10 principes voor sanering van dienstencheques tot decent tewerkstellingsproject

Tabellen zijn te consulteren op http://www.npdata.be/BuG/77/

Prisma-1.jpg

De reguliere strijksector vecht terug, zoals VZW en OCMW op kosten van de RSZ

Materiële kosten dienen betaald door de gebruiker
Voor huishoudelijk werk en meer speciaal de strijkdiensten in de thuissituatie is geen betoelaging voorzien voor strijkijzer, strijkplank of hemdenstoomijzer, noch voor de verbruikte elektriciteit, het kalkvrije water, de afbetaling van de lening voor het strijkkamertje of een gedeelte van de huishuur. Deze worden nu wel ten onrechte en onwettelijk door de strijkateliers of –firma’s geheel of gedeeltelijk ten laste gelegd van het dienstenchequesbudget en de sociale zekerheid. De strijkdienst in een thuissituatie en de strijkdienst in een collectieve ondernemingssetting of strijkdienst dient op een zelfde wijze behandeld, met uitsluiting van gebruik dienstencheques voor materiële en uitbatingkosten. De materiële kosten moeten extra ten laste gelegd als kost ten aanzien van de gebruiker, dat is de enige comforme toepassing van wet en reglementering. Dienstencheques zijn nu een blanco cheque die niet alleen de reguliere kuis- en strijkmarkt volledig ontregelen maar toelaten dat er geen einde komt aan het oneigenlijk en onbedoeld gebruik/misbruik van RSZ-gelden.

Diensten arm of (st)rijk
Prisma uit Vilvoorde, met was en strijk als core-businees, gaat samen met de gehele sector tekstielverzorging de uitdaging aan de strijk 'terug te winnen' op de VZW's en OCMW's die hun sector volledig gedereguleerd en ingepalmd hebben.Het Paritair comité 110 strijksector is met de minister overeengekomen geen materiaalkosten, infrastructuur en producten op rekening te brengen van de RSZ. Maar waar dan wèl? En wat doen hun 'concurrenten', de strijkwinkels van VZW's en OCMW's die door geen enkele afspraak gebonden zijn, maar die het evenmin aanrekenen aan de gebruiker?

In een gesprek met Prisma werd duidelijk dat reguliere strijsector, evenals de niet-commerciële strijkwinkels en -ateliers, hun financiele rekeningen opmaken met énkel de de RSZ en gebruikersbijdrage als inkomsten. Het FBT (Federatie Belgische Tekstielverzorging) stelt dat minimaal 10% materiele kost is in ambachtelijke strijkbedrijven tot meer dan de helf in sterk geautomatiseerde bedrijven. Vooral deze laatsten doen gouden zaken gezien de dienstenchequesinkomsten berekend worden op een tariefkaart met opgave van aantal 'arbeidsminuten' per kledingstuk. Hierbij wordt de indruk gewekt dat enkel de benodigde arbeidstijd in rekening gebracht wordt, ongeacht de mate van automatisering van de strijk. Niets is minder waar. Hoe sterker geautomatiseerd, hoe groter de winst en hoe lager de tewerkstelling. In feite worden, ook door Prisma, alle kosten gedekt door de RSZ-financiering, zonder de aanrekening van deze niet gedekte infrastructuur, materiaal en producten aan de gebruiker, want er wordt geen enkel supplement gevraagd.

Ook de Strijkwinkel van Vilvoorde weet van wanten
In de strijkwinkel van Vilvoorde wordt enkel voor 'stijfsel' een supplement gevraagd aan de gebruiker. Voor huur lokalen en infrastructuurgeen zijn er geen kosten, gezien deze op rekening van het O.C.M.W. of de gemeente staan. Alsof die niet iemand en uiteindelijk door de belastingbetaler betaald worden. Bij ontbreken van een verplicht boekhoudkundig plan waar evident alle kosten in rekening moet gebracht, kan elk initiatief maar wat aan doen, schuiven met kostenposten en langs de dienstencheques, buiten elke controle om, de RSZ uitmelken.

PK 322.01: de tang op het varken
Het dienstenchequessysteem is opgezet zonder visie, zonder budget, zonder principes, zonder controle op tewerkstelling, zonder boekhoudkundig plan, zonder erkenning van de sectoren die reeds gelijkaardige actibiteiten uitoefenden. Het werd uiteindelijk bezegeld met de kunstgreep van een nieuw paritair subcomitee dat niet rond een bedrijfsactiviteit maar rond een 'financieringtechniek' werd bedacht. Deze Oxfordiaanse constructie met bedrijfsactiviteiten sui generis zijn als een een tang op een varken dat best zo vlug mogelijk geslacht wordt en uitsluitend toebedeeld aan de sectoren waar de activiteit thuishoort:

- strijken bij het PK 110 van Textielverzorging, Kuisen en Poetsen bij het PK 121 van de Schoonmaakondernemingen

- niet zorggebonden poetsen en schoonmaken onder het PK 121

- gehandicapten- en mindermobielenvervoer bij het PK 319 van gehandicapten en welzijnszorg

- zorggebonden huishoudelijk werk bij het PK 318, Gezins- en Bejaardenhulp

- dienstenchequesactiviteiten van de interimsector dienen, zoals voor al hun activiteit, te gebeuren onder de voorwaarden van de hierboven vermelde PK

Voor een heldere uiteenzetting over de evolutie van bevoegdheden van Paritair Comités over dienstenchequeswerknemers in dit alsmaar duisterder verhaal van PK 322.01, zie ADMB: http://www.admb.be/evap/evap.nieuws_pagina.show?p_code=2007_06_dienstenc...

Alle kuis en strijkactiviteit, dient te ressorteren onder het daarvoor bevoegde PC
VZW's met zorg als core-business ontdubbelden hun activiteit om een graantje mee te kunnen pikken van het niet-zorggebonden huishoudelijk werk. Om de commerciële sector af te blokken die langs de dienstencheques toegang kreegt tot de zorggebonden schoonmaak en strijk zijn zij zelf resoluut op de markt hun diensten gaan aanbieden. Zij dienen dan ook, bij strikte toepassing van de wet op de Paritaire comités voor deze activiteit te ressorteren onder het Paritair Comité van de desbetreffende activiteit. Voor de strijkdiensten is dat het PK 110, Tekstielreiniging. De Profitondernemingen dienen daarbij evenwel uitgesloten te worden van het zorggebonden huishoudelijke werk.

Uitsluiten van dubbel of trippel financiering langs de bijkomende lastenverminderingen
De dubbele of trippelfinanciering van dienstenchequespersoneel langs andere lastenverminderingen dient uitgesloten zolang gewerkt wordt met cheque-financiering. Een controle op de boekhouding en de bijkomende tewerkstelling dient ingesteld, analoog aan de Sociale Maribel in de Non-Profitsector. Op termijn kan overgegaan worden op dotaties met controle en tewerkstellingswaarborg. Dienstenchequesfinanciering mag enkel aangewend zoals wettelijk bepaald voor personele kosten met een maximum van bv. 5% omkadering en werkingskost.

Materiële kosten dienen verhaald op de gebruiker
Elke ten laste legging van infrastructuur, machines, materiaal, onderhouds- en strijkproducten op rekening van de RSZ dient uitgesloten en strikt gecontroleerd voor de financiële verslaggeving en afrekening voor 2007. Deze kosten dienen op de verbruiker verhaald door alle strijkdiensten die met dienstencheques actief zijn.

Aankoop dienstencheques blijft wat hangen in september
In vergelijking met de algemene evolutie en deze van vorige jaren blijft de aankoop dienstencheques in september voor het eerst onder het niveau van juni. Allicht zullen de dienstencheques het laatste kwartaal 2007 nog naar een top spurten.

In de simulatie op jaarbasis van het totale budget van 1 miljard € voor de dienstencheques, is npdata uitgegaan van juni als gemiddelde voor 2007. Er zal nog een sterke stijging nodig zijn het laatste kwartaal om op dat niveau te landen. Op juniniveau worden er meer dan 50.000 jobs van gemiddeld 0,6 jobtime betaalt met dienstencheques. Zoals uit de evaluaties blijkt is het de vraag wat hiervan het volume is van 'bijkomende' tewerkstelling. Hopelijk wordt in de evaluatie door Idea Consult een meer accurate en bredere enquêtering opgezet voor 2007 dan voor de voorgaande jaren en zal Price Waterhouse Cooper, of een andere onderzoekseenheid kunnen rekenen op de verplichte deelname van alle dienstenchequesondernemingen aan de financiële audit 2007, in plaats van de 25% die in 2006 vrijwillig hebben meegewerkt met toezending van valabele gegevens.

Brussel al goed voor 6% van de chequesaankopen in 2007
Over 1 jaar tijd gezien stijgt de aankoop dienstencheques in Brussel met 124%, Vlaanderen met 46% en Wallonië met 66%. Het aantal dienstenchequesonderneming tussen de gewesten kent ongeveer dezelfde spreiding als de bevolking: 55% in Vlaanderen, 12% in Brussel, 33% in Wallonië.

Samenvattende tabel aankoop, gebruik, gebruikers, ondernemingen

Met de aankoop van 4.428.336 cheques in september 2007 zijn op een jaar tijd 31% meer cheques aangekocht, is het aantal eerste gebruikers met 48% gegroeid en het aantal ondernemingen met 17%.

10 principes tot sanering van de dienstencheques tot een decent tewerkstellingsproject
Tot slot en om een idee te geven hoe het dienstenchequesrijk enigszins kan gesaneerd worden, de RSZ-financiering ontdaan van misbruik en oneigenlijke aanwending, de tewerkstellingscreatie gewaarborgd op een gecontroleerde manier, met aanrekening van een 'eerlijke' prijs aan de gebruiker, volgende oefening:

1. Materiële kosten van infrastructuur, machines, hulpmiddelen, gebruiksproducten om het strijk- en vervoersproduct te leveren mogen niet ten laste gelegd worden van de financiering langs de dienstencheques, dwz noch op de 6,7€ gebruikersbijdrage, noch op van de aanvulling tot 20€ welke door de RSZ gedragen wordt.

2. De uitsluiting van materiële kosten uit de Dienstencheques-financiering is van toepassing op de commerciële ondernemingen én op de VZW’s, OCMW,s Sociale Werkplaatsen, vervoerdiensten enz. Deze dienen daarbij ook alle kosten boekhoudkundig op te nemen in hun resultatenrekening, ook de ‘gratische’ toelevering of ter beschikkingstelling van infrastructuur of ‘investeringen’ in materialen in gemeente, OCMW, VZW's die ze op andere kostenposten inschrijven. De werkelijke kost dient volledig ingeschreven en geplaatst tegenover de inkomsten binnen het dienstenchequesbedrijf.

3. De 20€ inkomsten langs de dienstencheques mag uitsluitend aangewend worden voor personele kosten of aan het personeel verbonden kosten, met inbegrip van een zekere omkaderings- en werkingskost met een maximum van bv 5% van de kost van de dienstenchequesjobs.

4. Alle meerinkomsten die nodig zijn om een evenwicht in de rekeningen te verkrijgen dienen verhaald op de gebruiker.

5. Dienstenchequesbetoelaging mag enkel aangewend worden voor ‘bijkomende’ tewerkstelling in vergelijking met het tewerkstellingsvolume aanwezig vóór het gebruik of de inschakeling van bijkomende dienstenchequestewerkstelling.

6. De betoelaging is maar effectief verworven voor het gedeelte dat effectief als loonkost uitgegeven wordt t.a.v. de werknemer, de RSZ, de belastingen en ondersteunende diensten. Dwz dat bijkomende lastenverminderingen, hetzij wegvallen ingeval het om een dienstenchequeswerknemer gaat, hetzij in aftrek komen van de betoelaging langs de dienstencheques. Elk jaar dient een afrekening opgemaakt waaruit het saldo blijkt van effectief verworven middelen, zonder de maximale, aan de dienstencheques verbonden bijdrage te overstijgen.

7. Het Paritair subkomitee 322.01 dient elke bevoegdheid ontnomen te worden en opgeheven en dienstenchequesactiviteiten dienen eenduidig onder de paritaire comités te ressorteren overeenkomstig de activiteit zoals ondermeer de strijk, schoonmaak, vervoer, zorggebonden activiteiten enz. De bevoegdheid van deze paritaire comités dient ook te gelden voor de activiteit die ontwikkeld wordt door de gemeentelijke of VZW-strijkdiensten die aan de voorwaarden van het enige voor deze activiteit bevoegde comité dienen te werken.

8. Het dient uitgesloten voor commerciële ondernemingen om zorggeboden huishoudelijke en gezinsdiensten te leveren. Zorg en hulpverlening moeten strikt voorbehouden worden aan gespecialiseerde diensten die onderhevig zijn aan financiering door de gemeenschappen en waarin de gebruikersbijdrage voor de dienstverlening gebaseerd is op de solidariteit.

9. Aan alle dienstenchequesondernemingen dient een verplicht te volgen boekhoudig plan opgelegd dat als aparte eenheid van de globale bedrijfsactiviteit haar verslag dient in te leveren bij de Minister van Tewerkstelling, aan de sociale partners in het bevoegde PK en aan de Nationale Bank. Deze rekeningen zijn publiek toegankelijk.

10. Op termijn kan nagegaan worden om de techniek van cheques te vervangen door dotaties tav bewezen en recurrente bijkomende tewerkstelling zoals het geval is bij de Sociale Maribel in de Non-Profitsectoren.

Jan Hertogen, socioloog