Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Opinie] Vlaming is geen synoniem voor asociaal (3)

[Opinie] Vlaming is geen synoniem voor asociaal (3)

De eerste uitgesproken socialistische partij van België was de Vlaamsche Socialistische Arbeidspartij (VSP). Het partijprogramma werd geschreven door Edmond Van Beveren in 1877. Diezelfde Edmond Van Beveren was ook stichtend lid van de Samenwerkende Maatschappij Vooruit in Gent.

    Klik hier voor het eerste deel van het opiniestuk, over media en politiek.
    Klik hier voor het tweede deel van het opiniestuk, over de Belgische revolutie.

Al in 1898 publiceerde Paul De Witte zijn "Geschiedenis van Vooruit". Een soort 'back to the future' avant la lettre. Nooit heeft een boek meer ophef gemaakt binnen de socialistische beweging. Het Belgisch socialisme mag dan vooral veel aanhangers kennen in Luik en Charleroi, zijn wortels liggen in Vlaanderen.

VSP, BSP, BWP

Op het stichtingscongres van de VSP in Mechelen hadden zestien Vlaamse afdelingen afgevaardigden gestuurd. Merkwaardig genoeg konden de toen bestaande socialistische groeperingen uit Wallonië geen bindende ideologie creëren. In 1880 fuseerde de partij met Brusselse socialistische groepen en nam een nieuwe naam aan: Belgische Socialistische Partij (BSP) (een naam die men in 1945 opnieuw aan zou nemen). In 1885 verbond men zich met de Waalse socialistische partij onder de naam Belgische Werkliedenpartij. Het voornaamste strijdpunt van de BWP was het algemeen stemrecht voor mannen. Door de grote aanhang voor dat punt kon er een socialistische zuil ontstaan. In 1893 was het algemeen meervoudig stemrecht voor mannen een feit.

De partij verkreeg electoraal succes in Brussel en Wallonië. In Vlaanderen was dat vooralsnog alleen in Gent het geval. Het bleef sowieso heel lang een partij die enkel in de steden succes scoorde. Rond 1900 verschenen de socialistische bladen Vooruit en Volksgazet voor het eerst waarmee een groter publiek bereikt kon worden. In 1909 bereikte de BWP in Gent een mijlpaal toen hun eerste schepenen benoemd werden.

Tijdens de bezetting gedurende de Eerste Wereldoorlog slaagde de BWP er ondergronds in een duurzame samenwerking aan te gaan met andere sociale organisaties. Edward Anseele werd na de eerste wereldoorlog de eerste socialistische minister met als portefeuille Openbare Werken en Wederopbouw. Hij realiseerde zaken als de achturige werkdag, de oprichting van het Nationaal Krisisfonds voor werklozen en de afschaffing van de beperkingen op het stakingsrecht. Daardoor sloeg de partij ook aan in Vlaanderen waar een kwart van het electoraat BWP ging stemmen. In het Interbellum bleef de BWP een constante regeringspartij.

In juni 1940, ruim een maand na de inval van de Duitsers, ontbond Hendrik De Man de partij. Hij besloot, met enkele medestanders, mee te gaan werken aan De Nieuwe Orde die de bezetter in Europa zou doorvoeren en werd zodoende een collaborateur.

De rest van de partijtop werkte echter, voornamelijk in ballingschap, aan de heroprichting na de bevrijding. Reeds in 1944 kreeg een clandestiene Belgische Socialistische Partij (BSP) vorm onder aanvoering van Achiel Van Acker; op het Congres van de Overwinning in Brussel, van 9 tot 11 juni 1945, werden de nieuwe partijstatuten vastgelegd.
(bron: Wikipedia)

BSP

Het initiatief voor de oprichting van de BSP in 1944 kwam het aanvankelijk vanuit het een aantal socialistische vakbondskernen met een sterk syndicalistisch en antikapitalistisch profiel. Na de oorlog kon de BSP moeilijk voorbijgaan aan de radicalisering die zich aan de basis voltrokken had en die op syndicaal vlak tot uiting was gekomen. Het Congres van de Overwinning van 9 tot 11 juni 1945 keurde een radicaal programma goed rond de uitbouw van de sociale zekerheid en de openstelling van het krediet- en verzekeringswezen voor bredere lagen van de bevolking, de steenkoolnijverheid, de elektriciteitsvoorziening, de chemische industrie en de staalnijverheid. In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog hebben de socialisten een belangrijke bijdrage geleverd aan de heropbouw van het land. Achiel van Acker heeft zijn stempel gedrukt op de ontwikkeling van het land, onder andere via de kolenslag en door zijn invloed op de realisatie van de sociale zekerheid.

Bij de verkiezingen van juni 1949 hadden voor het eerst ook vrouwen stemrecht. Het was de periode van de Koningskwestie en de BSP verloor veel kiezers aan de CVP. In 1954 werden de rollen opnieuw omgekeerd en belandde de CVP in de oppositie. Meteen werd de oude frustratie over de kerkelijke overheersing van het onderwijs aangepakt. Dit leidde tot een grote ideologische patstelling en een vervreemding van de christelijke arbeiders. Het gevolg was een zware verkiezingsnederlaag in 1958.

Na de ondertekening van het Schoolpact (1958) kwamen de economische en sociale problemen opnieuw op de voorgrond. In 1960 legde de regering Eyskens (met christendemocraten en liberalen) zijn Eenheidswet voor, waarop de socialistische oppositie – vooral in Wallonië – erg scherp reageerde. Door de toenemende regionalisering binnen het ABVV was er echter geen duidelijke strategie, waardoor de acties al snel verzanden in chaos. Het verzet tegen de Eenheidswet brachten in elk geval duidelijk de tegenstelling tussen links en rechts en tussen Vlamingen en Walen aan het licht. Desondanks kwamen de socialisten versterkt uit de verkiezingen van maart 1961. Vanaf de jaren zestig kwam de taalproblematiek echter steeds meer op de voorgrond.

Hoewel de socialisten als laatsten van de drie traditionele partijen tot de scheiding van hun Nederlandstalige en Franstalige vleugel overgingen, waren ze de eerste om met concurrerende lijsten op basis van taalverschillen op de proppen te komen. Al op 21 december 1967 werd een Manifest van Vlaamse Socialisten gepubliceerd en in 1967 werd een Vlaams Socialistisch Congres georganiseerd te Klemskerke waarop het “Brusselse probleem” werd besproken (de Waalse socialisten congresseerden te Verviers). In 1968 kwamen twee Brusselse Nederlandstalige volksvertegenwoordigers, die door een Franstalige meerderheid naar quasi onverkiesbare plaatsen op de lijsten werden gezet, met een scheurlijst onder de naam Rode Leeuwen. De BSP ging de verkiezingen in met een programma rond de drieledige gewestvorming van de economische bevoegdheden (de zgn. akkoorden van Klemskerke-Verviers). De culturele gewestvorming was vrij snel een feit, maar de economische decentralisatie bleef als gevolg van zware meningsverschillen tussen Vlamingen en Walen achterwege.

In de jaren zeventig kon ook de BSP niet meer weerstaan aan de tendens tot federalisering van de partijstructuren. In 1971 werd eerst het dubbel-voorzitterschap (een Vlaming en een Waal) ingevoerd. De mislukking van het Egmontpact in 1977 was in feite het eindpunt van het groeiend wantrouwen tussen Vlamingen en Walen binnen de partij. In plaats van een nationaal congres op 28 oktober 1978 kwamen er twee afzonderlijke congressen bijeen. De scheiding was een feit, al werden nieuwe statuten en een nieuwe naam voor de Nederlandstalige vleugel (Socialistische Partij) pas op een administratief congres in 1980 aangenomen.
(bron: Wikipedia)

SP

Bij de verkiezingen van 1981 had men nog een aarzelend vertrouwen in deze nieuwe partij. In 1985 en 1987 won de SP het vertrouwen van de Vlaamse kiezers en en steeg van 12% naar 15%, ten nadele van de CVP die in de jaren '80 een dalende trend kende. In de jaren '90 kenden zowel de SP als de CVP een dalende trend met de opgang van de liberalen, maar vooral het Vlaams Blok. Omdat echter geen enkele democratische partij met het VB een regering wilde vormen, bleef de SP in de regering, eerst in een rooms-rode formatie en vanaf 1999 in een paarse regering.

sp.a

In 2001 veranderde de partij de naam in Socialistische Partij Anders (sp.a) met als ondertitel Sociaal Progressief Alternatief. (Het puntje in sp.a moet het onderscheid maken met de Belgische gemeente Spa en met bronwaterfabrikant Spa Monopole.) In 2002 sloot de partij een kartel met het links-liberale regionalistische Spirit. Het nieuwe elan met minister Steve Stevaert (Steve Stunt) oogste aanvankelijk veel succes. In 2003 scoorde de kartellijst sp.a-spirit een overwinning bij de federale verkiezingen.

Sp.a rood

Toch is niet iedereen tevreden. Sp.a rood ontstond uit het verzet tegen het Generatiepact van oktober 2005. De beweging streeft naar "verlinksing van de partij", versterking van de band met de vakbonden (vooral het ABVV) en de interne partijdemocratie. Het motto van de beweging is "socialistische herbronning". Tot een afscheuring is het tot op heden niet gekomen.

Comité voor een andere politiek

Een groep gewezen politici onder leiding van Jef Sleeckx (ex-SP.a-Kamerlid), kwamen wél met een aparte beweging, het Comité voor een andere politiek (CAP) en gingen in juni 2007 met een afzonderlijke lijst naar de federale verkiezingen. CAP kwam op voor een ander tewerkstellingsbeleid, voor een veralgemeende 32-urenweek, voor geplafonneerde huurprijzen, voor de afschaffing van de BTW op noodzakelijke basisproducten, voor het optrekken van de publieke financiering tot minstens 7% van het BBP voor onderwijs, voor een vermogensbelasting bij de 160.000 Belgische superrijken met meer dan 300.000 euro vermogen en voor een beter leefmilieu. Uiteindelijk haalde de partij bij zijn eerste verkiezingen voor de Kamer 0,4 % van de stemmen in Vlaanderen. Het beste resultaat werd behaald in de provincie Limburg, nl. 0,7 %, waar het resultaat in het kanton Peer (5,3 %) een uitschieter was. Voor de senaat werd 0,3 % van de stemmen behaald.
bron: (Wikipedia)

Het CAP houdt op 25 oktober 2008 in Brussel een Federaal Solidariteits congres. Verder is het CAP ook sterk gekant tegen het Verdrag van Lissabon.

Quid Sp.a?

Met de Sp.a gaat het intussen bergaf. Bij de federale verkiezingen in 2007 verliezen ze bijna 5% van de Vlaamse kiezers. Het kartel CD&V/N-VA komt als grote winnaar uit de verkiezingen, met een programma voor verregaande regionale bevoegdheden. In de onderhandelingen die daarop volgen doet Sp.a wel mee met een eerste ronde 'staatshervorming', maar blijft voor een tweede ronde, na langdurige perikelen rond de regering Leterme I, liever afzijdig.

Begin mei 2008 werd bekend dat Frank Vandenbroucke tijdens een sp.a-partijbureau had gedreigd met ontslag als vice-premier en minister in de Vlaamse regering. Hij is het er niet mee eens dat zijn partij niet wil wegen op de onderhandelingen voor een nieuwe staatshervorming. "Hier gaat het om het veiligstellen van ons sociaal model, het versterken van de sociale zekerheid en van alle overheden in dit land", zo liet hij verstaan.
(bron: Wikipedia)

'A new deal'

Op 2 juli 2008 publiceerde minister Vandenbroucke samen met Caroline Gennez een tribune over de visie van sp.a op de staatshervorming. Het document draagt de titel: 'Een new deal voor ons land' en als ondertitel: 'Een sociale staatshervorming'. Het is te vinden op de website van de Vlaamse overheid. Minister Vandenbroucke kiest daarin voor een rationele staatshervorming die goed is voor de mensen.

"De belangrijkste uitdaging, inzake staatshervorming, voor de linkerzijde, is ervoor zorgen dat de verschillende overheden hun sociale slagkracht behouden en kunnen uitbouwen. Wat op het spel staat is de mogelijkheid zelf om een sociale politiek te voeren. De christelijke en socialistische arbeidersbeweging luidden onlangs gezamenlijk de alarmbel over de toekomst van ons sociaal model. Zij wezen vooral op de dreiging die uitgaat van een gebrek aan middelen voor sociale bescherming."

"Wanneer overheid en sociale zekerheid over onvoldoende financiële middelen beschikken om een adequate sociale bescherming te garanderen, dan zal deze groeiende lacune opgevuld worden door de markt voor aanvullende, private verzekeringen. Niet voor iedereen, maar voor wie ze kan betalen."

"Die sociale slagkracht van de verschillende overheden staat onder druk, ondermeer omwille van internationale verschuivingen (de globalisering, klimaat- en energievraagstuk) maar ook door demografische ontwikkelingen (de vergrijzing en verkleuring van de samenleving)."

"Deze verschuivingen kunnen leiden tot groeiende onzekerheid en nieuwe ongelijkheden en uitsluiting, maar ze scheppen ook kansen. Met een slimme combinatie van vooruitzien, beschermen van mensen én investeren in weerbaarheid en menselijk kapitaal kunnen we van globalisering, vergrijzing en verkleuring een succes maken."

De tijd zal uitwijzen of deze nieuwe deal er komt...