Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Loopbaanonderbreking: de dromedaris en de kameel

Loopbaanonderbreking: de dromedaris en de kameel

100% stijging loopbaanonderbreking tussen 2001 en 2008 - Voltijdse loopbaanonderbreking daalde sinds 2001 met 18% - Deeltijdse loopbaanonderbreking gestegen sinds 2001 met 141% - Aandeel volledige loopbaanonderbreking daalt van 25,4% in 2001 tot 10,4% in 2008 - 70% van de loopbaanonderbrekers wonen in het Vlaams gewest - Aandeel Vlaanderen is constant van 70,5% in 2001 tot 69,7% in 2008 - 6,8% van loontrekkenden (RSZ) in 2008 in loopbaanonderbreking: Industrie 7%, Non-Profit 10%, Horeca 13%, Overheid 19%, Cultuur 24% - Aandeel mannen in LBO stijgt van 16,8% in 2001 tot 31,4% in 2008 - Voltijds loopbaanonderbreking met 80% aandeel een vrouwenzaak - Leeftijdverdeling loopbaanonderbreking: de dromedaris en de kameel. Voor alle tabellen en grafieken zie http://www.npdata.be/BuG/114-Loopbaanonderbreking . Bron: gedetailleerde RVA-cijfers 2008: http://www.npdata.be/Data/Werkloosheid/RVA/2008/Janhertogen_2008.xls (2,2 MB excel)

Loopbaanonderbreking-gewest-2008_26915_image001.gif

De loopbaanonderbreking/tijdskrediet wordt gekoesterd door de vakbonden. Het is een belangrijk soelaas voor vrouwen inde periode waarin zij voor nageslacht zorgen en voor mannen en vrouwen aan het einde van de loopbaan. Voor mannen dus een dromedaris, voor vrouwen een kameel zoals hierboven, als het aantal loopbaanonderbrekers wordt gespreid over hun leeftijd.

Proloog - Vakbond, loopbaanonderbreking en Witte Woede, een anekdote
Loopbaanonderbreking en later het tijdskrediet zijn altijd het hartekindje van de vakbonden geweest. Begonnen als een sterk instrument voor arbeidsherverdeling met verplichte vervanging door een werkloze is het meer en meer geëvolueerd tot een systeem waarin vrouwen en in groeiende mate ook mannen de werkdruk kunnen verminderen of afbouwen voor pensionering en tijd vrij maken voor persoonlijke interesses. Ook de Non-Profitsectoren hebben altijd iets gehad met de loopbaanonderbreking, al is het maar omwille van de hoge vrouwelijke tewerkstelling, en de politiek heeft daar altijd op ingespeeld. Maar meer nog dan de loopbaanonderbreking is de verhoging van het aantal verlofdagen met 36 in de Non-Profit voor 55 plussers dé formule voor langer en comfortabeler werken.

Twee 'anekdotes' als deel van de ongeschreven geschiedenis van de Witte Woede. Begin 1985, met Paul Pataer aan het roer van LBC-NVK Non-Profit, werd ik als toenmalig directeur van Eigen Thuis Grimbergen, een home voor zwaar fysiek gehandicapten, 'toegelaten' tot de syndicale activiteit in de gehandicaptensector. Enkele weken later zat ik met Paul Pataer aan tafel bij Fons Verplaetse, kabinetschef van Premier Martens, voor een brainstorming over de wet op de Loopbaanonderbrekingen en de afstemming ervan op het syndicale agenda. (Paul Pataer over z'n keuze voor de politiek: http://www.groengent.be/verkiezingen_2006/51_paul_pataer). Vijftien jaar later was het de beurt aan Joos Wauters, die zoals Pataer en Voorhamme voor de politiek kozen, om langs Minister Vogels de loopbaanonderbreking/tijdskrediet met specifieke premies te versterken in de Non-Profitsectoren . Hier was evenwel geen afstemming van het nu Groene politieke agenda op de vakbondswensen zodat de onderhandelingen in 2000 onmiddellijk afsprongen en de broederstrijd een nooit meer geheelde wonde zou slaan. Pas nadat Vogels zowel het 'brood' (premies tijdskrediet) als de 'groente' (arbeidsduurvermindering 45+) bespreekbaar stelde, bereikte men een akkoord dat de Welzijnssector in Vlaanderen definitief op de economische kaart zou zetten:
- regularisering en harmonisering van DAC
- baremieke harmonisering met 'carrièrebarema's' voor alle functies in de gehele welzijnssector
- de arbeidsduurvermindering voor alle personeel 45+ (12 dagen 45+, 24 dagen 50+ en 36 dagen 55+) én ook
- de specifieke toeslagen voor Non-Profitwerknemers bij tijds- en zorgkrediet. Daar bovenop kwam nog het toetje van
- de 'landingsbanen' vanaf 50 jaar en de welzijnssector kon en kan niet meer kapot.

Walter Cornelis had, zoals zijn voorgangers Pataer en Wauters, met deze realisatie geen politiek engagement meer nodig om het belang van de arbeiders en werknemer (in de Non-Profit) definitief op de politieke agenda te zetten ('Impressie' van de syndicale actie van Joos Wauters http://www.npdoc.be/Wauters-Joos en een Terugblik op 20 jaar Witte Woede door Walter Cornelis http://www.npdoc.be/Cornelis-Walter ), of hij moest er wat is zien om het gat van links (en van de ouderen) met een gedegen politiek alternatief te vullen.

Methodologische noot: Als over Loopbaanonderbreking gesproken wordt betreft dit zowel de loopbaanonderbreking als het tijdskrediet. In de hier gebruikte RVA-cijfers wordt geen onderscheid gemaakt tussen thematische verloven en de andere vormen van tijdskrediet. Deze thematische verloven worden meegeteld in de voltijdse en deeltijds onderbrekingen. Alle gegevens komen uit een door de RVA opgemaakt bestand 2008

Stijging Loopbaanonderbreking met 100% op 8 jaar tijd tussen 2001-2008
De RVA en de media hebben vooral de stijging loopbaanonderbreking met 20% de laatste 4 jaar in het licht gesteld , en de stijging met 4% in 2008 t.a.v. 2007. Het potentieel van loopbaanonderbreking is blijkbaar nog niet uitgeput is en het blijft een belangrijk instrument in het opvangen van de economische crisis, zoals het dit ook was in het begin van dit millennium. Ook de werkgevers die meestal niet veel van tijdskrediet moeten hebben laten zich positiever uit. Meer dan de werkgevers of het VBO beseffen wordt een goed deel van de Belgische Economie mee gedragen wordt door een netwerk van publieke dienstverlening, publieke tewerkstelling en publieke financiering, dat best in een historisch perspectief begrepen word terwijl Pieter Timmermans van het VBO constant blijk geeft van het tegendeel. En dan is de rekening nog niet gemaakt van de 'staatstussenkomst' onder vorm van belastingsreductie en alle voordelen voor economische bedrijvigheid tot op het locale overheidsniveau.

Een overzicht van loopbaanonderbrekingen op vier jaar is belangrijk maar een historische evolutie op 8 jaar van 2001 tot 2008 brengt de evolutie geprofileerder in beeld: een verdubbeling op 8 jaar van het aantal loopbaanonderbrekers van 116.324 in 2001 tot 233.399 in 2008. Maar zelfs dit beeld is dubbel: het bestaat enerzijds uit een afname van de voltijdse Loopbaanonderbrekingen met 17,7% en een toename van de deeltijdse loopbaanonderbreking met liefst 140,9%. En dat geeft toch een betere en exactere aanduiding dan de 20% groei de laatste vier jaar. Aandeel volledige loopbaanonderbrekingen daalt op 8 jaar van 25,4% tot 10,4%, dat van de deeltijdse onderbrekingen stijgt van 74,6% tot 89,6%.

Stijging aandeel mannen in loopbaanonderbreking van 16,8% naar 31,4%
Over een termijn van acht jaar bezien groeit het aandeel mannen in loopbaanonderbreking van 16,8% in 2001 naar 31,4% in 2008 of bijna een verdubbeling. Deze stijging komt sterker in beeld als gekeken wordt naar deeltijdse loopbaanonderbreking waar de mannelijke loopbaanonderbrekers stijgen van 14.538 in 2001 naar 68.444 in 2008, bijna een verviervoudiging.

Het aandeel Vlaams gewest blijft in loopbaanonderbreking constant op 70%
In de verdubbeling van de loopbaanonderbreking tussen 2001 en 2008 blijft het Vlaams gewest constant op een aandeel van 70%, tegenover 4,8% voor Brussel en 25,5% voor Wallonië. Vooral voor Brussel is dit een aanzienlijk 'ondergebruik' van de loopbaanonderbreking, of omgekeerd, naar de toekomst toe ligt in Brussel nog een potentieel aan arbeidsherverdeling en 'onthaasting', weliswaar voor een goed stuk op rekening van de werknemer zelf.

De deeltijdse loopbaanonderbrekingen is Brussel zijn bijna verdubbeld op 8 jaar tijd maar hun relatief aandeel is toch maar beperkt gestegen van 4,1% in 201 tot 4,8% in 2008. De impact van de loopbaanonderbreking in de drie gewesten is vrijwel constant gebleven.

6,8% van de loontrekkenden onder RSZ-statuut (zonder RSZ-PPO) neemt loopbaanonderbreking
Met 6,8% loopbaanonderbrekers op 3,5 miljoen loontrekkenden in RSZ-statuut, is loopbaanonderbreking en tijdskrediet een onderdeel van publieke dienstverlening aan de bevolking waaruit rechtstreeks tewerkstelling uit voortkomt of behouden blijft. Het schrijft zich in naast tijdelijke werkloosheid als een tewerkstellingsfactor voor werknemers met een arbeidscontract. Werknemers en hun werkgevers krijgen met de loopbaanonderbreking faciliteiten om de tewerkstelling te behouden of te bevorderen. Minister Milquet voorziet een verdubbeling van haar budget tijdelijke werkloosheid): 811 miljoen € voor 2009 tegenover de 434 miljioen € in 2008. Voor de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet, evenmin als voor de dienstencheques (132.000 DC-jobs in 2009 volgens Milquet) zal het zo'n vaart niet lopen. De bezorgde stemmen over het gat van 1,7 miljard in de sociale zekerheid zwijgen daarbij in alle talen over de 1,1 miljard RSZ- en belastingsgelden die nu als cheques worden uitgedeeld om bestaand en nieuwe huishoudelijk werk te betalen. Zien of dit deel van publieke dienstverlening stand houdt of gerecycleerd wordt tot een sectoraal beheerd en gecontroleerd tewerkstellingsproject waar inhet Antwoord Milquet op het Rekenhof enige aanzetten toe gegeven worden.

Vooral in de overheidssector (openbaar bestuur) is de impact van de loopbaanonderbreking aanzienlijk met 19,1 % van de ambtenaren onder RSZ-statuut. Dit is dubbel zoveel als in de Non-Profitsector waar 10% van de werknemers onder een of andere vorm in loopbaanonderbreking zijn. Bij de Gemeenschaps-, persoonlijke- en socio-culturele diensten is dit aandeel 24,3% wat enigszins verrassend hoog is. de De Horeca komt met 13% op de derde plaats als we even geen rekening houden met de Visserij waar praktisch de helft (40,8%) van de werknemers in loopbaanonderbreking is. De industrie neemt met 7% een gemiddelde positie in.

Detail van de loopbaanonderbreking in de industrie geeft aan dat meer dan 55% bij hen terug te vinden is in de Machinebouw en de Chemie. De Voeding en Drank neemt met 13,7% van de industrie ook een wezenlijk deel van loopbaanonderbreking op.

Evolutie op 1 jaar tijd: Lager dan gemiddelde groei in Non-Profit niet toevallig
De loopbaanonderbreking groeit gestaag verder, 4,1% in 2008 t.a.v. 2007. Een inhaalbeweging is aan de gang in sectoren met een relatief lager gebruik zoals de Diensten aan de ondernemingen met 10,9%. De Industrie haakt enigszins af met 1,7% en ook de groei in de Non-Profitsectoren ligt met 3% onder het gemiddelde, ondanks een sterke personeelaangroei. Dit is eventueel te begrijpen vanuit de goede eindeloopbaanregeling met 36 bijkomende verlofdagen voor 55 plussers, 24 voor 50- en 12 voor 45 plussers. Hierdoor wordt de druk om loopbaanonderbreking te nemen kleiner en blijft met in een hoger job-% beschikbaar voor de werkgever. In deze eindeloopbaanformule levert men ook niet in op het inkomen zoals bij de loopbaanonderbreking. De eindeloopbaanregeling in de Non-Profit is een wissel op de toekomst die voor de Profit-sectoren zelfs nooit onderzocht is en ook voor hen een realistische en in feite budgettair neutrale operatie is.

Leeftijdsverdeling loopbaanonderbreking: de dromedaris en de kameel
Bij mannen is loopbaanonderbreking vooral zaak van eindeloopbaan (dromedaris), bij vrouwen een van procreatie en eindeloopbaan (kameel). In de drie gewesten is deze verdeling gelijklopend zodat we enkel het grafische beeld voor België geven.

Mannen, de dromedaris
De tijdsevolutie bij de mannen maakt duidelijk dat de expansie vooral gebeurd is bij 50 plussers en in mindere mate maar toch wezenlijk bij 30 tot 50 jarigen. Na een forse stijging bij 50 plussers tot 2004 is de stijging minder uitgesproken en piekt ze op 58 jaar.

Vrouwen: de kameel
In tegenstelling tot de mannen is de stijging van het aantal loopbaanonderbrekers niet alleen gesitueerd bij de 50 plussers maar ook bij de 27-40 jarigen. Waar in 2001 het aantal loopbaanonderbrekingen piekte in de procreatieperiode, meer dan bij 50+ is deze situatie structureel veranderd. Ook voor de vrouwen is de loopbaanonderbreking meer en meer een eindeloopbaanmaatregel geworden om de werkdruk bij ouder worden af te bouwen. Maar, meer nog dan bij de mannen is bij de vrouwen wel een aanzienlijke verhoging van loopbaanonderbreking tussen 40 en 50 jaar.

Totaal voor België
Mannen en vrouwen samen versterken het beeld van de loopbaanonderbreking als een fin de carrièremaatregel met een constante en progressieve jaarlijkse groei tot 14.000 gegadigden voor elk van de leeftijdsjaren 53 tot 55 jaar. Een uitbreiding van de eindeloopbaanregeling van de Non-Profit tot alle sectoren kan hier verder of ook soelaas brengen.

Jan Hertogen, socioloog