Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Na de G8: nog wat tijd voor WTO, maar heeft Doharonde nog wel zin?

Na de G8: nog wat tijd voor WTO, maar heeft Doharonde nog wel zin?

BRUSSEL -- Sinds de mislukte informele mini-ministerbijeenkomst van einde juni valt er over de Doha-onderhandelingen niet zo veel te melden. Na de intensieve onderhandelingen in mei en juni heeft de drukte plaats gemaakt voor een onwennige kalmte in combinatie met een zekere ongerustheid over wat nu precies de volgende stappen zullen zijn. Een stand van zaken door Marc Maes van de studiedienst van 11.11.11.

marc_maes.jpg

Marc Maes (foto raf custers)

Lamy mag het uitzoeken
Het Trade Negotiating Committee (TNC) van de WTO (dat is de voltallige vergadering van de WTO-leden als ze samenzitten om over de Doharonde te praten) besliste op zaterdag 1 juli dat Directeur-generaal Pascal Lamy belast zou worden met het zoeken naar een mogelijke oplossing van de vastgelopen onderhandelingen.

Het is te zeggen: Lamy moet zelf geen oplossingen bedenken of een ontwerptekst produceren; hij moet vooral intensief consulteren en luisteren en proberen te ontdekken hoe de leden hun verschillende standpunten inzake landbouw en industriële tarieven (NAMA) kunnen vernauwen. Daarover moet hij dan zo snel mogelijk verslag uit brengen aan de TNC. Maar terwijl Lamy druk reist, telefoneert en technici, ambassadeurs en ministers ontvangt, liggen de onderhandelingswerkgroepen voor landbouw en NAMA dus stil. Op vlak van brede participatie aan de onderhandelingen is dit dus een stap achteruit; in plaats van bottom-up is dit top-down. Het initiatief ligt bij Lamy.

G8 verschuift de bakens (maar lost niets op)
Het mandaat dat Lamy kreeg zei niets over de tijd die hij daar voor mocht uittrekken. Iedereen vroeg zich dus af of hij tegen de WTO Algemene Raad van 27-28 juli het licht zou gezien hebben. Tot enkele weken geleden werd die Algemene Raad algemeen aanzien als dé allerlaatste kans om de moeilijkste knopen door te hakken, als men het doel om de Doha Ronde af te sluiten tegen einde 2006, wilde halen. Nu is het al een stuk minder zeker of die Algemene Raad nog wel zo belangrijk is en of het nodig is om opnieuw ministers naar Geneve te halen om de Raad te versterken.

De bijeenkomst van de G8, de 8 rijkste landen ter wereld in Sint Petersburg op 15-17 july, heeft immers een termijn geplakt op de opdracht van Lamy. In hun conclusies over handel roepen de G8 Lamy op “om zo snel mogelijk verslag uit te brengen zodat er binnen de maand een oplossing kan gevonden worden voor de knelpunten in landbouw en Nama”. “Binnen de maand” is tegen half-augustus, na de Algemene Raad dus. Hoewel de formulering slaat op “de oplossing” die moet gevonden worden en niet op het “verslag”, is dit toch in alle media geïnterpreteerd als twee weken uitstel voor Lamy en tegelijk als een afmelding van de Algemene Raad van einde juli als belangrijk beslissingsmoment.

Men kan zich uiteraard af vragen waar de G8 de pretentie vandaan halen om dit zo maar eventjes onder elkaar te beslissing (Rusland is trouwens niet eens lid van de WTO – nog niet, en ook dat is weer een veeg teken want eigenlijk had men in Sint Petersburg willen uitpakken met het laatste akkoord over de toetreding van Rusland tot de WTO, namelijk het akkoord tussen de VSA en Rusland. Maar ook dat schijnt dus niet te lukken). Maar de formulering is zo gekozen dat de G8 formeel niets kan aangewreven worden. Het uitstel is eerder een interpretatie die derden er in leggen. Toch meldde de gespecialiseerde pers tegelijk ook dat de Europese Unie liever géén uitstel gewild had en een voorkeur had voor de woorden “tegen de Algemene Raad” in de plaats van “binnen de maand”. De VSA wou zich echter niet vast pinnen op een exacte datum. Wat er ook van zij, het is duidelijk dat de G8-ontmoeting de WTO-onderhandelingen niet gedeblokkeerd heeft – iets wat sommigen nog hadden gehoopt- , het uitstel is dus gewoon de bevestiging van het feit dat een oplossing nog lang niet in zicht is.

Heeft de G6 het voor het zeggen?
Overigens hadden de G8 op maandagmiddag 17 juli nog een lunchmeeting met de regeringleiders van Brazilië, India, China, Mexico en Zuid-Afrika over de Doha-onderhandelingen en ontmoetten ministers van de G6 elkaar die avond nog in Geneve.

Over de G8+5 ontmoeting is weinig verschenen in de pers. De 5 ontwikkelingslanden hadden gehoopt dat er een gezamenlijke verklaring zou uitgewerkt worden, maar moesten vastellen dat de G8 al een éénzijdige verklaring klaar hadden, waarin bovendien de meest offensieve stellingen van de G8 landen waren opgenomen. President Lula van Brazilië hield naar verluid een sterke speech waarin hij de onrechtvaardige handelsverhoudingen in de wereld en de torenhoge landbouwsusbidies van het Noorden aanklaagde. Maar veel gehoor heeft hij bij de G8 niet gekregen.

Ook de zeer korte G6 ontmoeting in Geneve bracht weinig nieuws, behalve de afspraak dat ze elkaar opnieuw zouden ontmoeten op 22-23 juli en op 28-29 juli. In tegenstelling tot de G8 is de G6 wél een WTO-configuratie. De G6, bestaande uit VSA, EU, Japan, Australië, India en Brazilië, ontmoetten elkaar sinds 2005 regelmatig om over de WTO-onerhandelingen te praten. De G6 heeft geen formele status, maar samen vormen zij het informele leiderschap in de WTO: als er tussen hen geen akkoord bestaat, dan heeft het weinig zin om het elders te gaan zoeken; zonder hen gaat het niet.

De opdracht van Lamy om een oplossing te zoeken voor de impasse in de WTO-onderhandelingen spitst zich dan ook toe op deze zes landen. Lamy probeert eerst en vooral een compromis te vinden binnen de G6 om pas nadien de kring van overeenstemming te verbreden. Bovendien concentreert Lamy zich vooral op de drie hete hangijzers die hij al weken geleden identificeerde: markttoegang in landbouw; binnenlandse subidies in landbouw; markttoegang in NAMA (non-agricultural market access).

Die aanpak is niet naar de zin van vele WTO-leden. Zij vinden dat de G6 helemaal niet representatief is voor het hele WTO-lidmaatschap. Zij kunnen misschien wel een compromis vinden op basis van hun belangen, maar die vallen niet per se samen met de belangen van de (meerderheid) van de andere leden. India en Brazilië bijvoorbeeld hebben veel “water” in hun NAMA-tarieven; dat wil zeggen dat er een groot verschil is tussen de tarieven die ze mogen toepassen voor hun invoertarieven op industriële producten (hoog) en de de tarieven die ze werkelijk toepassen (laag). Bij ander landen is dat verschil veel minder groot. Het gevaar bestaat dus dat Indië en Brazilië een verlaging van de toegelaten tarieven zouden toestaan die voor anderen onaanvaardbaar is. Tegelijk zijn ze geïnteresseerd in markttoegang voor hun landbouwproducten. Ze zouden dus een veel grotere liberalisering in de landbouw kunnen toestaan dan anderen lief is. Die andere leden vrezen dat het compromis dat Lamy bij de G6 vindt, zal voorgesteld worden als het enige mogelijke en dat het dus te nemen of te laten is.

Andersom: zelfs als Lamy bij de G6 een compromis vindt, is hij nog lang niet klaar. De 47 landen van de G33 zijn niet van plan om een diepgaande tariefverlaging in de landbouw te aanvaarden als ze de producten die van belang zijn voor hun voedselzekerheid niet afdoende kunnen beschermen. Net zo goed zal Zuid-Afrika geen scherpe verlagingen van de industriële tarieven kunnen toestaan, zeker niet nu haar de grote metaalvakbond stakingen en betogingen op touw aan het zetten is tegen de NAMA-onderhandelingen. Net zo goed zullen de ACP landen geen akkoord aanvaarden dat geen rekening houdt met de vermindering van hun bevoorrechte markttoegang tot de Europese Unie, enz.

Het is dus duidelijk dat “de oplossingen” die Lamy misschien vindt in de G6, eerst nog terug door de molen moet. Voor de meeste WTO-leden betekent dit dat de “oplossingen” moeten voorgelegd worden en besproken in de onderhandelingsgroepen over landbouw en Nama.

De vraag stelt zich trouwens wanneer dit dan zal gebeuren? Aan wie zal Lamy half augustus rapporteren? Er zijn dan géén formele vergaderingen gepland. De eerstvolgende Algemene Raad vindt pas plaats op 10-11 oktober. Het kan zijn dat de Algemene Raad van 27-28 juli alvast daarover een beslissing zal nemen: over waar Lamy half-augustus zijn ei zal mogen leggen en wanneer en hoe de overige WTO-leden daar dan naar zullen komen kijken… Volgens sommigen blijft de mogelijkheid bestaan dat er in augustus of september een nieuwe grote informele minsterbijeenkomst wordt samengeroepen zoals die van einde juni.

Weg met deze ronde
Ondertussen ziet het er hoe langer hoe meer naar uit de de knopen die Lamy moet ontwarren niet te ontwarren zijn en dat het hele kluwen het best kan weggesmeten worden om met een nieuwe bobijn garen te beginnen. De WTO is krampachtig op zoek naar eenvoudige formules om scherpe tariefverlagingen en drastische liberaliseringen te realiseren. Maar markttoegang en liberalisering zijn niet de maatregelen die ontwikkelingslanden nu het meest nodig hebben om hun duurzame ontwikkeling te bevorderen. Een groot aantal landen wil zijn landbouw niet te grabbel gooien, maar juist verbeteren en versterken. Met open grenzen gaat dit niet. Andere landen willen hun economie diversifiëren en industriële activiteiten opstarten in nieuwe sectoren. Ook dat gaat niet met open grenzen. Landen hebben beleidsruimte nodig en de mogelijkheid om een goede mix van economische maatregelen uit te dokteren. De WTO verkleint alleen maar de mogelijkheden die landen hebben om een goed beleid uit te werken.

Het wordt tijd dat de Doharonde wordt opzijgeschoven en dat er ernstig wordt nagedacht over welke ontwikkelingsstrategieën het meest afdoende zijn. Marktoegang blijven najagen omdat de rijke landen dit het best uitkomt heeft géén zin.