Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

James Ensor was een geniale spons

James Ensor was een geniale spons

‘Jamaar nee’ – ‘Non Peut-Être’, het zijn zo’n eigen Belgische uitdrukkingen en ze passen wonderwel bij de persoonlijkheid en de schilderijen van James Ensor. Alles en toch weer niet: sociaal en amuserend, politiek en speels, picturaal en kleurrijk, lichtgevend en somber, provinciaal en universeel, meegaand en rebels, burgerlijk en… erotisch. James Ensor was een krabbenmand met vele pootjes. Als de wereld – te beginnen met New York en Parijs – dat nu ook zou willen begrijpen,…

ensor hareng.bmp

James Ensor en de metafoor van de 'Hareng Saur'

‘Hareng Saur’, zo omschreef Ensor zijn eigen werk. Nee, niet letterlijk te vertalen als zurige, gerookte haring maar wel fonetisch als ‘Art Ensor’. Twee skeletten van kunstcritici bekvechten – letterlijk – om een ‘boestering’(gerookte haring). Ensor voelde zich de gebeten hond. Niet begrepen, niet gewaardeerd. Niet in één vakje te stoppen, niet met één etiket te beschrijven, dus niet gemakkelijk te ‘kaderen’. Dat onbegrip, de onbegrepenheid en nog andere menselijke dommigheden ergerden hem en dus plooide hij zich terug op zijn geboortestad: ‘Avec la mer du Nord comme unique terrain vague, comme unique horizon.’

De zee is nooit veraf in het werk van de Oostendenaar met z’n melancholieke, Engelse vader. De zee kwam bijna tot aan zijn ouderlijke huis, dat nu het stemmige Ensormuseum is en dat nog de bestofte, burgerlijke sfeer van in zijn tijd uitademt: de schone kamer met het behang, de zetels met de macassardoekjes, de tafel en de stoelen, het harmonium waarop de schilder speelde,…Het is allemaal terug te vinden in zijn werk dat na al die tijd nog tochtvrij is en dat het effect van een frisse bries heeft. De beklemming van een te enge leefwereld waaruit hij met zijn fantasie en zijn talent wist te ontsnappen, maar die hij ook manipuleerde in zijn fantasmorgieën. De werkelijkheid die veel straffer is dan de fantasie.

Zelfs het prullerige souvenirwinkeltje van zijn ouders was een vergaarbak voor inspiratie van zijn doeken: schelpen, die nauwelijks verholen een seksuele allusie zijn, carnavalsmaskers die al dan niet dienden voor het jaarlijkse ‘Bal du Rat Mort’, doodshoofden,… Bij de ingang van de Parijse retrospectieve lurkt een schedel met een bebloemde vilthoed op een Chinese vaas. Een zottigheid? Jawel maar dan wel eentje die op zijn schoorsteenmantel stond en die hij zelfs weergaf in een van zijn schilderijen. Een schilderij waarop het beroemde doek ‘De Blijde Intrede van Christus in Brussel’ prijkt. Een hoed die hijzelf op zijn hoofd drukte, voor een zelfportret en nogmaals voor een zelfportret met maskers.

De maskers die hij in zijn doeken toonde, waren ook daadwerkelijk zijn eigendom en prijken nu midden in de zaal waar de doeken met dezelfde mombakkes hangen. Het is een bijzondere ervaring want het toont hoe nauw verweven de man Ensor met zijn werk is. Via die tronies hekelde hij de stompzinnigheid van de mensen, de bekrompenheid van de burgerij, het achterbakse gefrunnik van de politiek en maatschappij van zijn tijd.

Zijn politieke tekeningen zijn karikaturen gedrenkt in vitriool. Zijn borstelstreken tonen zijn nauwelijks ingehouden gedrevenheid. De voorbereidende studie voor ‘De Blijde intrede van Christus in Brussel’ is een striptekening in superlatieven.

Ensor zoog als een spons de schildertechnische en maatschappelijke ideeën die hem aanspraken, herkauwde ze en het distillaat dat daaruit voortvloeide, is nog altijd modern, genietbaar, intelligent en prikkelend.

Vanop de vuurtoren van zijn schildervak keek hij spiedend en speurend naar het mensengewriemel.
Ensor was een chroniqueur van zijn tijd: ‘Kijken, observeren en het talent hebben om wat je ziet, weer te geven’, dat was voor James Ensor de samenvatting van zijn kunst. En dat deed hij grandioos zowel in de schilderijen die het licht proberen te vangen, als de zwarte krijttekeningen die de sociale gruwel en de somberte van de dubbelzinnige 19e eeuw aanklagen. Schelden en schimpscheuten zijn bij Ensor van een grote verfijning. Hij herkauwde ervaringen en gedachten zodat ze het egocentrische gemurmel overstijgen en zijn oeuvre na al die tijd nog iets te vertellen heeft. En met een verbazende actualiteit: de kapitalisten die letterlijk op het werkvolk ‘kakken’; de rigiditeit van de religieuze gezagdragers, het ongebreidelde massatoerisme in ‘Les Bains d’Ostende’, geneesheren als vleesbewerkers, corrupte magistraten en juristen, roddelende viswijven, sjoemelende politici, menselijk gespuis, welvoldane burgers, de azijnpissers,…

Ensor tekende en schilderde zijn ‘kolere’,… 60 jaar na zijn dood, bijna 150 jaar na zijn geboorte zijn zijn tekeningen nogal altijd donker-van-somberheid en zijn schilderijen … lichtgevend.

Een dubbelzinnigheid die als metafoor gestalte kreeg in een klein voorwerpje dat hem ooit toebehoorde: een sirene! Half mens-half beest als muze. Het kleinood heeft een vissenstaart en een hoofd van een… aapje. Gladheid en domheid als symbool voor de menselijke staat. Ensor monkelt vanaf zijn verre horizon.

De tentoonstelling ‘ James Ensor’ is tot 4 februari te zien in Musée d’Orsay in Parijs. www.musee-orsay.fr. Het Mercatorfonds bracht een catalogue raisonné uit: www.mercatorfonds.be
Maar best is nog in het écht te gaan kijken want deze tentoonstelling ‘vaut le détour’. Met de trein ligt Parijs niet veel verder dan Oostende: www.thalys.com.