Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Guy Ryder (IVV): “De vrije markt zal klimaatprobleem niet oplossen”

Guy Ryder (IVV): “De vrije markt zal klimaatprobleem niet oplossen”

Kopenhagen -- Hoe kijken vakbonden naar de klimaatcrisis? Leeft de vrees voor jobverlies of zal een groene omschakeling werkgelegenheid creëren? We vroegen het aan Guy Ryder die als voorzitter van het Internationaal Vakverbond de belangen van 175 miljoen mensen in 155 landen vertegenwoordigt in het Bella Center.

20091216_5512.jpg

Foto van Jan Litaert

Wat zijn de eisen van het Internationaal Vakverbond hier in Kopenhagen?
RYDER: “Onze belangrijkste eis hier in Denemarken is dat het begrip 'rechtvaardige transitie' in het klimaatakkoord staat. Een transitie van de onduurzame economie die we vandaag kennen naar de lagekoolstofeconomie van de toekomst. De transitie moet rechtvaardig zijn, dat wil zeggen dat werkgelegenheid en levensstandaard er een belangrijk deel van uitmaken. Dat is de meest drastische verandering van productiesystemen die we ons kunnen inbeelden. Deze transitie kan positief uitdraaien voor werkgelegenheid. Maar dat gebeurt niet automatisch. Als je werkgelegenheid goed plant, geloven wij dat je jobs kan creëren in een nieuwe groene economie.”

Bedoelt u dat de vrije markt een stap terug moet zetten om plaats te maken voor meer overheid?
RYDER: “Ja. In het bekende Stern-rapport over klimaatverandering, staat duidelijk dat het klimaatprobleem de grootste uiting van marktfalen is uit de geschiedenis. En hij heeft gelijk. Ik ga er absoluut mee akkoord dat de staat terug moet komen. Niet alleen om de klimaatcrisis aan te pakken, maar ook om de financiële crisis op te lossen. De vrije markt zal het probleem niet oplossen. De markt moet, zoals je zegt, een stap terugzetten en de staat moet een stap vooruit zetten.”

Wat zegt het Internationaal Vakverbond over het financieel aspect van de klimaatcrisis?
RYDER: “Aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering en de uitstoot van broeikasgassen reduceren zal heel veel geld kosten. En dat geld zal ergens moeten vandaan komen. Enerzijds moeten we geld vinden voor een groene transitie in België, in Engeland, in Amerika. Anderzijds moeten we ook geld van rijke landen overhevelen naar arme landen, om hen te helpen met hun transitie.”

Moeten we in de eerste plaats onze uitstoot van broeikasgassen niet aanpakken?
RYDER: “Ja, we moeten bindende doelstellingen uitstippelen voor uitstootreducties. Dat is binnen de vakbonden een grote discussie en zeker geen gemakkelijke. Want mensen zijn bang om hun job te verliezen. We zijn internationaal overeengekomen -en dat zijn meer dan 150 landen- dat we de reductiedoelstellingen aanvaarden die het VN-klimaatpanel nodig acht. Dat wil zeggen 25 à 40% tegen 2020 en 80 à 95% tegen 2050. Dat willen we, maar we zien in dat dit geen gemakkelijke opdracht is. Daar is een overheid voor nodig die de plannen uitwerkt, er moet geld voor vrijkomen en er zal veel sociaal overleg in kruipen. Werknemers en vakbonden zullen daarbij betrokken moeten worden, de veranderingen mogen niet zomaar opgelegd worden.”

Met zulke drastische doelstellingen, vreest u niet dat nog meer jobs verloren zullen gaan?
RYDER: “Mensen beginnen meer en meer over de creatie van groene jobs te praten. Groene jobs zijn noodzakelijk, maar dat wil nog niet zeggen dat elke job die niet groen is, moet verdwijnen. We moeten ook denken aan de 'vergroening' van bestaande jobs. Jobs en productieprocessen moeten opnieuw uitgewerkt worden.”

Met de reductiedoelstellingen die u aanvaardt, zullen er heel veel sectoren getroffen worden en misschien zelfs moeten verdwijnen. Is er nog een toekomst voor sectoren als de staal- of de automobielindustrie?
RYDER: “Je zal nog altijd heel veel staal nodig hebben om windmolens te bouwen bijvoorbeeld. Je moet niet denken dat de zware industrie van vandaag zal verdwijnen. Het zal efficiënter moeten gebeuren en de producten die gemaakt worden zullen klimaatvriendelijker moeten zijn. Je kan misschien wel de vraag stellen of we in de toekomst geen eigen wagen meer gaan hebben. Die dag komt misschien, maar nog niet vandaag. Ondertussen zijn er andere dingen die kunnen en moeten gedaan worden.”

De uitstoot van broeikasgassen moet pieken in 2015, dat is over vijf jaar. Dat wil zeggen dat we wel drastische ingrepen zullen moeten doorvoeren.
RYDER: “Ons gedrag zal inderdaad moeten veranderen, maar je moet de steun van de mensen daarvoor hebben. Je moet ze overtuigen dat er iets beter voor in de plaats komt. Ik denk dat de mentaliteit in de samenleving aan het veranderen is. Maar we hebben nog een lange weg af te leggen.”

Hoe kan een koolstofarme toekomst beter zijn dan de wereld waarin we nu leven?
RYDER: “Ik geloof dat je de uitdaging van de klimaatverandering en een groene toekomst in een bredere context moet bekijken. Onze visie is dat we naar een rechtvaardigere globalisering moeten evolueren waarin het groene aspect een component is, maar niet het totale plaatje. We moet meer gelijkheid nastreven, want de ongelijkheid in groei wordt stilaan onaanvaardbaar. In de economie van de toekomst moeten mensenrechten centraler staan dan winst voor bedrijven. De staat moet zijn verantwoordelijkheid nemen en zijn burgers beschermen. De afgelopen dertig jaar heeft de staat zich te veel teruggetrokken. Veel overheden zeggen letterlijk dat ze de weg moeten vrijmaken voor privé-initiatieven. De fundamentele les uit deze crisis is dat we de klok moeten terugdraaien zodat de staat opnieuw zijn rol kan spelen.”

De visies van Noord en Zuid staan lijnrecht tegenover elkaar in het klimaatdebat. Het Zuiden vindt dat het Noorden moet opdraaien voor de kosten en het Noorden vindt dat iedereen in de kosten moet delen. Wie heeft gelijk?
RYDER: “Het rijke deel van de wereld -dat rijk werd met een milieuvervuilend traject- heeft een historische schuld. We mogen arme landen hun recht op ontwikkeling niet afnemen. Je kan op geen enkel manier een klimaatakkoord bereiken dat het recht op ontwikkeling van de ontwikkelingslanden niet accepteert. En dat staat ook op de agenda van de onderhandelingen: gedeelde en gedifferentieerde verantwoordelijkheden, het feit dat de geïndustrialiseerde wereld de last moet dragen.

Maar hier in Kopenhagen proberen de rijke landen de kosten van de klimaatverandering af te wentelen op het Zuiden.
RYDER: “Absoluut. Ik vind dat er onvoldoende solidariteit is met de arme landen. We zullen meer moeten doen. Daarom lopen de onderhandelingen fout. Het recht op ontwikkeling voor ontwikkelingslanden moet gerespecteerd worden. Hun emissies zullen dus nog toenemen, maar we zullen op zoek moeten gaan naar alternatieve ontwikkelingspaden. De toekomst voor India mag niet zijn wat de VS, Engeland of België deden honderd jaar geleden.”

In China komt er elke week een nieuwe steenkoolcentrale bij. Als u het over 'rechtvaardige transitie' hebt, dan moet duurzame energie toch centraal staan?
RYDER: “Inderdaad, China bouwt nog steeds steenkoolcentrales, maar China is een gigantisch groot land. Het is nochtans opmerkelijk wat China op de onderhandelingstafel van de klimaattop legt. Moesten de VS bereid zijn om dezelfde inspanningen te doen als China dan zouden we veel verder gekomen zijn in Kopenhagen. China investeert heel veel in groene technologie en de Chinese positie is zeer hoopgevend en een inspiratie voor veel landen.”

Ook in Europa worden er 50 steenkoolcentrales gepland. De energiecentrales die vandaag gebouwd worden, zullen over 30 jaar nog steeds vervuilen. Moeten dat soort praktijken niet meteen aangepakt worden?
RYDER: “Dat is de realiteit waar we mee te maken hebben. Vandaag sprak ik met een Poolse collega, hij moet de belangen verdedigen van de arbeiders in de steenkoolmijnen. Die mensen hun inkomen hangt af van de ontginning van zeer vervuilende steenkool. Behalve dat is er helemaal niets in die regio. Ik kan hem onmogelijk overtuigen dat de steenkoolmijn moet sluiten, want dat zou werkloosheid en armoede betekenen. De enige uitweg is dat de overheid in alternatieven investeert. En dat gaat niet van vandaag op morgen, ook al tikt de klok.”

Op de grote klimaatbetoging waren er 100.000 mensen die een rechtvaardig klimaatakkoord eisten. Jullie zijn hier met 350 mensen. Is dat geen zwak signaal voor een organisatie die wereldwijd 175 miljoen mensen groepeert?
RYDER: “Ik vind dat wij wel wel talrijk zijn. Het is niet evident voor iemand van Sierra Leone of van Brazilië om naar hier te komen. We moeten hier niet met 300 Britten zijn, 2 of 3 is voldoende om een politiek signaal te geven. Het was niet onze bedoeling om mee te doen aan een massabetoging, maar om de onderhandelingen zo goed mogelijk te beïnvloeden. En dat lukt want 'rechtvaardige transitie' staat in de ontwerptekst en daar zijn we blij om.”

Bent u ook blij met het verloop van de klimaatconferentie?
RYDER: “Neen. De onderhandelingen verlopen niet zoals wij het zouden willen. Wij hoopten op een ambitieus akkoord, we wilden bindende doelstellingen, we wilden financiële engagementen. Maar het ziet ernaar uit dat de discussie over al die gevoelige thema's pas zullen besproken worden in een nieuwe conferentie volgend jaar. En tijd kopen is altijd de gemakkelijkste oplossing. Maar nu is de tijd op.”

Velen zeggen dat er geen oneindige groei mogelijk is op een begrensde planeet. Wordt het geen tijd om ons groeimodel in vraag te stellen?
RYDER: “Daar moeten we zeker over nadenken. Hebben we de grens van de groei bereikt? Dat is een belangrijke vraag die zich opdringt. Sommigen gebruiken zelfs de term 'overontwikkeling'. Waar ik het alleszins mee eens ben is dat we het welzijn van de mens niet moeten afmeten aan het inkomen van een land. Maar in het Zuiden is de situatie helemaal anders. In Azië en Afrika is groei wél nodig om te ontwikkelen en het Noorden moet daarbij helpen.”

Moeten we niet nadenken over een krimpsamenleving?
RYDER: “De natuurlijke hulpbronnen zijn beperkt en we kunnen niet meer verbruiken dan de voorraad strekt. Uiteindelijk zullen we op de grens botsen. Maar we kunnen grondstoffen anders gebruiken, we moeten geen economische groei nastreven zoals we in het verleden deden. Ik denk niet dat de stekker uittrekken een oplossing biedt. We moeten een andere richting uit, maar dat debat is nieuw, we zullen er hard aan moeten werken, maar het zal niet gemakkelijk zijn.”