Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

11.11.11: Ontspringt Groep Forrest de dans voor omstreden activiteiten in Congo?

11.11.11: Ontspringt Groep Forrest de dans voor omstreden activiteiten in Congo?

BRUSSEL -- Volgt de Forrest-groep de Oeso-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen, ja of nee? Antwoord van het hiervoor bevoegde Nationaal Contactpunt (NCP): “in de mate van het mogelijke”. De coalitie van ngo’s die onder leiding van 11.11.11 een jaar geleden een procedure inleidden bij het NCP is teleurgesteld over de dubbelzinnigheid van deze uitspraak.

Van de reeks concrete aanbevelingen van de NGO’s aan het adres van de Forrest Groep voor een effectieve toepassing van de OESO-gedragscode zijn slechts enkele in zeer afgezwakte versie opgenomen. Het cruciale thema van de omstreden mijnconcessies van de groep Forrest wordt helemaal verzwegen. Tot op vandaag blijft de exploitatie van natuurlijke rijkdommen eerder een vloek dan een zegen voor Congo. De dubbelzinnige en flexibele uitspraak van het NCP duidt op de nood aan een, juridisch bindend kader om maatschappelijk verantwoord ondernemen van multinationale bedrijven in ontwikkelingslanden daadwerkelijk te promoten.

In november 2004 startte een coalitie van Belgische ngo’s onder leiding van 11.11.11 een procedure om schendingen van de OESO-gedragscode voor multinationals door Belgische ondernemingen in Congo te laten vaststellen en om die bedrijven aan te sporen de gedragscode te respecteren. Het Belgische Nationaal Contactpunt dat in theorie de waakhond is, die de OESO-richtlijnen opvolgt, lijkt in praktijk eerder een schoothond.

We betreuren dat klaarblijkelijke schendingen van de OESO-richtlijnen niet veroordeeld werden en dat aanbevelingen om de herhaling van deze schendingen te voorkomen niet werden opgenomen. Zo zwijgt het NCP bijvoorbeeld over het feit dat George Forrest in 2001 als voorzitter van het Congolese staatsbedrijf Gécamines een mijncontract met zijn eigen groep onderhandelde, wat door de onderzoekscommissie Grote Meren van de Belgische Senaat omschreven werd als “niet aangewezen, omdat deze situatie aanleiding geeft tot een verdenking van belangenvermenging”.

Het NCP raadt de groep Forrest aan om regelmatig betrouwbare en pertinente informatie te verstrekken over zijn financiële situatie en over de effecten van zijn activiteiten op het vlak van milieu en op sociaal vlak. Het NCP roept de groep Forrest ook op om de OESO-richtlijnen te promoten bij zijn onderaannemers. “We juichen deze aanbevelingen toe, ook al blijven ze zeer vaag”, zegt Marc-Olivier Herman van Broederlijk Delen. “We betreuren echter dat onze zeer concrete aanbevelingen ter bevordering van de naleving van de OESO-richtlijnen niet werden opgenomen”. Die aanbevelingen gingen onder meer over de publicatie van de lijst van toeleveranciers van Forrest, en over een milieu-audit en een studie over het effect op de volksgezondheid van een cobaltverwerkende fabriek van de Groep Forrest die in een dichtbevolkte woonwijk van Lubumbashi gevestigd is. Het NCP laat ook na om een herziening door een onafhankelijke internationale instantie aan te bevelen van de zeer belangrijke Kamoto-concessie die de Forrest groep in augustus 2005 verwierf. Deze concessie is omstreden o.a. omwille van de banden tussen George Forrest en de partij van president Kabila en van de gevolgen ervan voor de werknemers van Gécamines.

Over de werking van het NCP wil Bogdan Vanden Berghe van 11.11.11 het volgende kwijt: “We waarderen de ernst en het engagement die de vakbonden aan de dag hebben gelegd als lid van het NCP. Anderzijds zijn we erg verontwaardigd over het gebrek aan waarborgen omtrent de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van andere leden van het NCP.”

De nood aan een wetgevend initiatief om het NCP te hervormen en de OESO-richtlijnen dwingend te maken is de belangrijkste les die de initiatiefnemende organisaties uit de procedure trekken. Zowel in de Kamer als in de Senaat liggen wetsvoorstellen in die zin klaar. Bogdan Vanden Berghe: “We roepen alle democratische partijen op om, in het belang van landen als Congo en van de goede naam van onze ondernemingen, werk te maken van deze wetsvoorstellen.”