Sea Shepherd Conservation Society19 oktober 2006 – 21:43

De overtreding van de internationale beschermwetten en het totale gebrek aan respect voor de wereldopinie, maakt van IJsland het Noord-Korea onder de walvisvaarders.

“De leden van de Internationale Walviscommissie zouden economische sancties moeten instellen tegen IJsland” zei kapitein Paul Watson, oprichter en voorzitter van de Sea Shepherd Conservation Society. “Maar dat zullen de leden niet doen, “gaat hij verder. “De IWC is een oneffectieve organisatie zonder lef geworden. Meer zelfs, de Verenigde Staten zou IJsland op basis van het Packwood-Magnuson Amendement moeten aanpakken.”

Twintig jaar geleden, op 16 november 1986, hebben Sea Shepherd bemanningsleden de helft van de IJslandse walvisvloot tot zinken gebracht en een verwerkingsfabriek voor walvisvlees in Reykjavik vernietigd. Deze actie werd ondernomen omdat IJsland het wereldwijde mortuarium op de walvisvangst meteen na ingang overtrad.

De IJslandse autoriteiten weigerden om klacht in te dienen tegen de bemanningsleden, hoewel kapitein Watson zichzelf ter beschikking stelde en de overheid verzocht om voor de rechtbank te mogen verschijnen. “Ze weigerden om klacht in te dienen omdat de internationale wetten met voeten getreden werden en omdat ze wisten dat een rechtszaak tegen ons zou uitmonden in een rechtszaak tegen IJsland.”

Sea Shepherd Conservation Society is van plan om terug te keren naar IJsland. “Op dit ogenblik zijn de illegale Japanse walvisactiviteiten in het Antarctische walvisreservaat onze prioriteit. Al onze middelen worden hiervoor aangewend.” zegde kapitein Watson. “Maar als we voldoende steun krijgen om onze schepen volgende zomer naar IJsland te sturen, zullen we deze wrede piraten nog een keer confronteren."