Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Opinie] China: armoedebestrijding, millenniumdoelstellingen en de media

[Opinie] China: armoedebestrijding, millenniumdoelstellingen en de media

Iemand stelde op Indymedia.be een vraag i.v.m. de armoekwestie in China n.a.v. het interview over ons boek ‘Made in China’. Ik geef daar graag een antwoord op omdat het ook te maken heeft met de berichtgeving in de media.

In ons interview hebben we het over de sterk gedaalde armoede in China. Iemand merkte op dat in De Standaard een bericht was verschenen dat het inkomen van de armste tien procent is gedaald met 2,5%. Hoe valt een en ander met elkaar te rijmen?

Het bericht uit DS klopt en is afkomstig van een recente studie van de Wereldbank. Om het bericht te kaderen in het geheel dien je een onderscheid te maken tussen de globale situatie, de algemene trend en kortstondige fluctuaties.

1. De globale situatie is dat China, vrij behoorlijk scoort qua armoede en qua sociale indicatoren uitsteekt boven zijn buurlanden of over landen met een vergelijkbaar inkomen per capita. De Wereldbank: “Clearly, framed against international development experience, both its anti-poverty and growth performance are impressive. In this sense, drawing on its know-how China has much to offer the developing world.” UNDP in zijn jaarrapport van 2000: “Certain pays ont fait des progrès spectaculaires dans la lutte contre la pauvreté monétaire. C’est notamment le cas de la Chine, où cette forme de misère touchait 33% de la population en 1978, et seulement 7% en 1998.” India bijvoorbeeld heeft procentueel meer dan tweemaal zoveel extreem armen en ongeveer het dubbele aantal armen ($2 PPP), idem voor Bangladesh, Laos, Mongolië, ... (Cijfers afkomstig uit het laatste World Development Report van de Wereldbank.)

De algemeen gunstige score geldt niet alleen op het vlak van pure armoedebestrijding. Het geldt op vlak van levensverwachting, kindersterfte, alfabetisering, kinderarbeid, … Ik citeer een onlangs verschenen ILO rapport over kinderarbeid ‘The end of child labour’: “The examples from Asia and Brazil reinforce the message that poverty reduction and mass education are important prerequisites for moving countries to the transition point in child labour elimination. If Brazil and China can manage this historical transition, other countries can too.” Ik kan zo nog een tijdje doorgaan met citaten en cijfers. Tot zover de globale situatie.

2. De algemene trend is drievoudig. Om te beginnen is er een sterke daling van het aantal armen de laatste 25 jaar. Opnieuw de Wereldbank: “No country has been more successful than China in reducing poverty in the past 20 to 25 years”. “Since reform took off in 1978 China has been among the most rapidly growing countries in the world and unequalled in the number of people it lifted out of poverty.” De cijfers spreken voor zich: het aantal extreem armen (minder dan $1 PPP per dag) tussen 1981 en 2001 daalde in China met 422 miljoen (!) terwijl in de rest van de wereld er 20 miljoen bijkwamen. [Studie van Chen & Ravallion, 2004 in opdracht van de WB]. Zelfs in de jaren negentig, dus toen de markthervormingen op volle kruissnelheid kwamen, was er nog steeds een vermindering van 157 miljoen, terwijl in de rest van de wereld er toen 104 miljoen bijkwamen. In die zin wordt China gezien als een modelland voor het behalen van de Millenniumdoelstellingen. Recupero (hoofd van Unctad): "I personally believe China is indeed a model, this is not only shown in its meeting some goals ahead of schedule, such as cutting poverty-stricken population and increasing children's enrolment in primary schools, but also in the country's model progress in development. China has always been the fastest growing economy in the world over the past 22 years, which has resulted in a sharp drop in poverty-stricken population. So in regard to development China is a model in meeting MDGs".

De tweede globale trend is een vertraging sinds de jaren negentig in de vermindering van de armoede. Er was een spectaculaire daling in de het begin van de jaren tachtig, maar die vertraagde en tussen ’87 en ’90 was er zelfs een lichte toename. Tussen ’96 en 2001 was er een tijdelijke stagnatie. De globale curve (op lange termijn) blijft naar beneden gaan, maar wordt minder steil.

De derde globale trend is de toename van de kloof tussen vooral het platteland en de steden. Dat is het gevolg van de (zelfs naar derderwereldnormen) primitieve (niet gemechaniseerde) landbouw die heel traag ontwikkelt, terwijl de industrie (en dienstensector) met sprongen vooruit gaat. Daardoor is er een toenemende kloof op het vlak van de productiviteit, hetgeen zich vertaalt in een toenemende inkomenskloof. Tenzij er drastische maatregelen worden genomen (mechanisering van de landbouw, maar dat lijkt niet waarschijnlijk omdat dan direct enkele honderden miljoenen boeren op overschot komen wat tot nooit geziene migraties en sociale catastrofes zou leiden), zal die kloof nog even toenemen. De toename van de kloof zie je overigens bij zowat alle landen uit de regio die een vergelijkbare evolutie (ontwikkeling) laten zien op het vlak van het inkomen per inwoner. (An East Asian Renaissance: Ideas for Economic Growth, WB 2006, p. 50). Het verschil is wel dat die kloof in China openlijk wordt besproken en bekritiseerd door de top van de regering, en dat de overheid er een prioriteit van maakt om er iets tegen te doen. Het is overduidelijk dat een land dat het egalitarisme gekend heeft en als doelstelling expliciet in zijn vaandel draagt, de ontstane kloof meer dan problematisch is, de sociale cohesie in gevaar brengt en de legitimiteit van de regering en de partij ondermijnt.

3. De laatste gekende evolutie (door de recente studie van de WB in kaart gebracht) laat het volgende zien: tussen 2001 en 2003 is het inkomen van de armste 10% gedaald met 2,5%. Maar terzelfdertijd is het aantal armen gedaald van 16% naar 10%, dat is ongeveer een daling met 80 miljoen. Staat dit cijfer ook in DS?… Er is m.a.w. opnieuw een daling (na de stagnatie), maar de dynamiek van de armoede is gewijzigd: de onderste laag gaat er nu op achteruit, ondanks de snelle economische groei. Opvallend is dat meer dan de helft van deze ‘nieuwe’ armen stedelijk is en 70% ervan gaat achteruit als gevolg van een ‘inkomenschok’ omwille van gezondheidsproblemen, slechte oogst of zeer lage prijzen voor de geoogste goederen, en tenslotte ook onrechtmatige behandeling (bvb. verdreven van hun land zonder eerlijke compensatie).

Deze studie is gebeurd vóór de nieuwe regeringsploeg een grootscheeps programma heeft gelanceerd om de armoede op het platteland te bestrijden. Omgerekend gaat het om ontwikkelingshulp die driemaal zo groot is als de rijkste landen samen uitgeven aan de rest van de Derde Wereld. Resultaten daarvan zijn nog niet bekend, want het gegeven is nog te recent. Of dit het tijdelijk negatief effect voor de armste 10% van de periode 2001-2003 zal teniet doen zal moeten blijken. Daarnaast zijn er zeer grootse plannen voor het ontwikkelen van ziekteverzekering en sociale zekerheid voor de gehele bevolking. Dat zou binnen de tien jaar moeten gerealiseerd zijn. Ook dat is afwachten geblazen.

Tijd voor enkele conclusies
1. Op het vlak van armoedebestrijding zijn de resultaten van China globaal gesproken overweldigend en zijn ze een model voor veel andere arme landen. Daar zijn zowat alle ernstige organen die daarmee bezig zijn (UNDP,ILO, UNCTAD, WB, …), het over eens.

2. De globale trend vertraagt, maar gaat de goede richting uit, nog steeds. Die lange termijntrend is wel niet lineair: er zijn schommelingen en periodes van stagnaties.

3. Er zijn enkele belangrijke minpunten: de toegenomen kloof baart zorgen en de (tijdelijke) ontmanteling van de gezondheidszorg en de sociale zekerheid treffen vooral de tien procent armsten, die hun situatie er tussen 2001 en 2003 op zagen achteruit gaan. Of de plannen van de nieuwe bewindsploeg daaraan zal tegemoet komen zal moeten blijken.

4. De belangrijkste conclusie, wat mij betreft, is de perceptie in het Westen. Dat China op vlak van armoedebestrijding een mirakelstory is, dat het een modellland is voor het bereiken van de millenniumdoelstellingen is niet, of nauwelijks gekend. Maar als zich één negatief (en tijdelijk) deelfenomeen voordoet, dan weet iedereen het. Hoogst merkwaardig, maar niet vreemd, als je weet welke rol de mainstream media (dus bedoeld voor het grote publiek) hier speelt. Het eurocentrisme druipt er bij de mainstream media bij ons van af. (Ga je te rade bij media voor zakenlui (de elite dus) bvb, zoals Financial Times of The Economist, dan krijg je al een heel ander plaatje.) Met Eurocentrisme of het kijken door een Westerse bril bedoel ik: het afmeten van derdewereldlanden aan onze normen; het zeer korte geheugen i.v.m. onze eigen (a)sociale geschiedenis; het uitgevergroten van de problemen in het Zuiden en het zwart-wit voorstellen van de zaken ginder; het geven van lesjes alsof de mensen in het Zuiden hun problemen zelf niet kennen; het niet dulden dat landen een andere koers varen (op vlak van politiek systeem, vakbondswerking, …) en vooraal een ‘wijwetenhettochzoveelbeterinEuropa mentaliteit’.

Tot slot nog een mediavoorspelling. China, maar ook India en andere Aziatische landen zullen naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn (binnen de twintig jaar) het zwaartepunt van de wereldeconomie zijn. Wij zullen dan na tweehonderd jaar niet langer meer het centrum van de wereld zijn. Wij zullen daar mee moeten leren leven. Maar, de kans is zeer groot dat velen deze gedachte, laat staan die realiteit, niet kunnen verdragen. Dat is ondertussen mijn ervaring uit lezingen over China en de wereldeconomie. Ik voorspel dan ook dat de ‘China bashing’ in de media sterk zal toenemen naarmate het land zijn plaats in de wereldeconomie zal verstevigen.

Het doet er niet toe waar

Het doet er niet toe waar het economisch zwaartepunt ligt. De enige relevante vraag is: waar en hoe wordt er sociale rechtvaardigheid gerealiseerd. Dat gebeurt volgens mij wel in het kleine Cuba, zo dicht bij het machtigste land ter wereld, maar ze blijven wel tegengas geven. China daarentegen... vanuit Zuid afrika komt de kritiek dat China in Afrika grondstoffen koopt en het continent overspoeld met goedkope produkten. Op die manier wordt de economische ontwikkeling van het continent onmogelijk gemaakt. Proletarisch internationalisme betekent voor China helemaal niks meer: ze leverden zoals Belgie wapens aan de nepalese regering om de maoisten te bestrijden. En , hoe je het ook draait of keert: de 10 procent armsten in China gaan erop achteruit. Precies zoals de liberalen overal beweren (de trickle down theorie) wordt gezegd dat naarmate de economische koek groeit, ook de armsten daarvan zullen profiteren. Maar intuss3en worden de rijken er wel schanddalig rijk. De harmoniueuze samenleving waarvan de Chinese KP spreekt, waar werkgevers en werknemers gemeenschappelijke belangen hebben bij economische groei, is erg gelijklopend met het verhaal dat het Vlaams Blok vertelt: werken baat, staken schaadt. In China is staken verboden, de natte droom van het Blok is daar gewoon waar. In de toekomst zullen China en de VS ongetwijfeld steeds meer tegenover elkaar staan: een botsing tussen een oud en een nieuw imperium waarin we geen partij moeten kiezen want de arbeiders, waar ze ook wonen, hebben geen vaderland.

Socialisme?

Een maatschappij geleid door een KP moet dan ook in het licht van haar eigen idealen beoordeeld worden.
Sinds een kwarteeuw drijft China verder van het socialisme weg...
Begrijpelijk als je weet dat de KP China officieel een partij van de arbeiders, boeren en kapitalisten geworden is. En dit is helaas geen grap!
Het is dramatisch te moeten zien hoe de arbeiders, die ooit de focus van het politieke gebeuren waren, nu gemarginaliseerd zijn met alle socio-ekonomische gevolgen van dien...
d.m.