Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Bambi en de Boze Wolf: nauwe mediabanden verkleuren de Franse presidentscampagne

Bambi en de Boze Wolf: nauwe mediabanden verkleuren de Franse presidentscampagne

Reeds van bij de start van de campagne hebben de Franse media kleur bekend. Slechts twee figuren werden opgevoerd als de ware kandidaten: Ségolène Royal, die uit de nomenclatura van de Parti Socialiste verrees als een 'frisse nieuwe wind' en de rechtse kandidaat Nicolas Sarkozy. Dank zij de stevig verankerde allianties van Sarkozy met de grote mediabazen, positioneerden de grote media hem van bij de start als de gedoodverfde overwinnaar. Verwoede pogingen om het gevecht op de web te winnen leidden tot smeercampagnes, afkeuring en zelfs gerechtelijk verbod.

Tijdens het lange voorspel van de campagne werd Ségolène Royal aanvankelijk opgevoerd als een nieuw geluid, wars van het establishment, van de krokodillen in haar eigen partij. Ségolène, als een Bambi in het harde politieke spel, die bijna 30 pct. scoorde in de polls. Daartegenover stelde de doorwinterde Nicolas Sarkozy een even grote score, die overkwam als de Boze Wolf die alle machtscentra in zijn zak had.
De frisse Bambi evolueerde snel naar een onduidelijk profiel, hoofdzakelijk rekenend op haar persoonlijke relatie met de kiezer, met het Franse volk. Over de grote inhoudelijke dossiers bleef zij erg op de vlakte. ''Ségolène Royal heeft geen klaar antwoord gegeven op de sterke verwachtingen van de linkse kiezers inzake tewerkstelling, lonen en sociale zekerheid'', zegt analist Jérome Sainte Marie van het onderzoeksbureau BVA.
''Sarkozy heeft gaandeweg een derde van het kiespubliek van Le Pen veroverd'', zegt Frédéric Daby van het enquêtebureau IFOP. ''Dat verklaart waarom hij de laatste tijd steevast 6 tot 9 punten voorop ligt''. Sarkozy mat zich bij de start een zacht imago aan, maar maakte zich gaandeweg sterk op de thema's van het Franse nationaliteitsgevoel, de onveiligheid en de immigratie. ''Wat rechts al decennia zegt maar niet durft, dat zal ik uitvoeren'', roept Sarkozy.

Sinds achttien maanden is Sarko niet weg te branden uit de Franse media. Ooit noemde men hem als lachend ''de free lance presentator van TF-1''. De grote geprivatiseerde televisiezender TF-1 is in handen van Martin Bouygues en die is ook de peter van de zoon van Sarkozy.
Bouygues is niet de enige nauwe mediarelatie. Sinds hij in de tachtiger jaren burgemeester werd van Neuilly, een rijke voorstad van Parijs, is Sarkozy de banden aan het smeden met de eveneens gefortuneerde burgers van Neuilly.
Toen vorig jaar zijn boek Témoignage verscheen, kreeg het direct de cover van Le point, met daarop een lang exclusief interview op Europe 1. Zowel het magazine als het radiostation zijn eigendom van Arnaud Lagardère (geschat fortuin 0,7 miljard Euro) die met zijn industriële groep belangen heeft in de sectoren van de media, de luchtvaart en de wapenindustrie. Toen Sarkozy in 2004 minister van Financiën was, en dus de fiscaliteit onder zich had, ''regelde'' hij de ontknoping van een pijnlijke erfeniskwestie tussen Lagardère en diens schoonmoeder.
In 2006 waagde Alain Genestar, directeur van Paris Match dat ook eigendom is van Lagardère, het om Cécilia Sarkozy met haar toenmalige vriend tijdens een uitstap naar Londen op de cover van paris Match te plaatsen. Sarkozy ontstak in een Franse colère en enkele maanden later was Genestar ontslagen, tegen het advies en de moties in van zijn redactie.
Bernard Arnault , het grootste fortuin van Frankrijk met naar schatting 14 miljard Euro in portefeuille, bezit naast de luxegroep LVMH (Louis Vuitton – Moet Hennessy) ook het zakenblad La Tribune, Investir en Radio Classique. Toen de dochter van Arnault trouwde was Sarkozy van de partij. En. . . toen Sarkozy in het huwelijk trad waren Bernard Arnault en Martin Bouygues de twee getuigen.

Het overwicht van Sarkozy in de grote media werd dermate opzichtig dat het wellicht het dagblad Libération van een gewisse ondergang redde. Toen in de tweede helft van vorig jaar alle reddingspogingen voor het noodlijdende krant spaak liepen, begon de politiek er zich mee te moeien. Prominenten van de Parti Socialiste roerden zich in het parlement en gewaagden van een ''media-monopolie'' en van ontoelaatbare concentratie. Toen traden de financiers in actie en vond de grootaandeelhouder baron de Rotschild nog wat eigen kapitaal en een nieuwe kandidaat aandeelhouder voor Libération.

De strijd om het web

In deze presidentscampagne hebben de virtuele media en de strijd om de dominantie op het web absolute bakens verzet. Vorig jaar al lanceerde de omgeving van Sarkozy de muziekwebsite discosarko.com waarop de presidentskandidaat de 'moonwalk' van Michael Jackson imiteerde.
In een meer brave poging verstuurde het hoofdkwartier van Sarkozy 3 miljoen mailtjes met een persoonlijke boodschap van de kandidaat. De adressen waren gekocht van Maximiles. Naar verluid leverde dat een resultaat op van 15 pct. clicks op de website van de partij van Sarkozy. Toen de campagne ook smeerpogingen inbouwde naar andere kandidaten, oordeelde de Commission Nationale Informatique et Liberté (CNIL) na het ontvangen van honderden klachten, dat het ging om een inbreuk op de privacy en werd het procédé verboden vanaf 1 januari.

Sarkozy had immers een achterstand in te halen op de webcampagne van Ségolène Royal die al in februari 2006 Désirs d'Avenir startte, een website die 40.000 bezoekers haalde op de dag van de lancering.

Hij ging nog een stap verder en begon trefwoorden op te kopen bij de zoekmachines. Zijn bureau betaalde zo'n 120.000 Euro voor maar liefst 6.000 trefwoorden. Twintig Euro per trefwoord. Aannemelijke sleutelwoorden als opvoeding en fiscaliteit kwamen daarbij voor, maar ook woorden als ''verbrande voertuigen'' en namen van tegenstrevers en hun thema's. Die trefwoorden leidden dan weer direct naar de sites verbonden met Sarkozy en zijn partij.

Dat leidde ertoe dat ook die praktijk verboden werd – althans voor verkiezingsdoeleinden – na een veroordeling door het Forum des Droits sur l'Internet (FDI).

Ségolène liet het niet bij haar Désirs d'Avenirs. Ze mobiliseerde onder de militanten een legertje van maar liefst 12.000 internauten (verstokte kenners en gebruikers van het web) om alle politieke activiteit op het web te verkennen. Om forums en blogs te bewerken. En bovenal met het objectief om tussen een en twee miljoen e-mail adressen binnen te halen.

De betere pogingen om het Internet in te schakelen in het politieke debat liepen op een mislukking uit. Een forum van bloggers had het plan opgevat om de presidentskandidaten op 16 april bijeen te brengen in een studio voor een virtuele ontmoeting met de wereld der bloggers. Daarvoor was een heuse ''blanco pagina'' gecreëerd, waaruit alle logo's van de individuele partijen geweerd werden. Toen vele kandidaten afhaakten, kwam er een ultieme poging om ''de vier belangrijkste kandidaten'' direct met de Franse bloggers te confronteren. De sites Agoravox, France24, Le Monde.fr en ook Marianne2007 zegden hun medewerking toe. Toen haakten ook de grote kandidaten af.

Enkel de centrumrechtse Francois Bayrou wilde meebloggen. Maar die hardliner had dan ook bij de lancering van zijn campagne in het kleine dorpje Serres-Castet, voor de gelegenheid de hele omgeving speciaal met breedband laten uitrusten.