Regering moet asielhervorming ernstig bijsturen na advies Raad van State

Vluchtelingenwerk Vlaanderen22 maart 2006 – 17:46

De Raad van State heeft recent een uitgebreid advies afgeleverd over de asielhervorming. Bij cruciale punten heeft de Raad ernstige bedenkingen, bijvoorbeeld bij de opsluiting van asielzoekers, formalistische afwijzingscriteria in de asielprocedure en verschillende schendingen van het gelijkheidsbeginsel. Vluchtelingenwerk vraagt dat de regering haar wetsontwerp op deze punten aanpast. Ze mag daarbij niet overhaast tewerk gaan. Beter een rijpe vijg na Pasen dan een zure vijg ervoor.

Vluchtelingenwerk vraagt dat de Regering de nodige tijd neemt om haar ontwerp aan te passen aan de grondige kritiek van de Raad van State. Het gaat immers om een verregaande hervorming die de volgende jaren het asielbeleid zal bepalen.

Net als de regering is Vluchtelingenwerk voorstander van een procedure die binnen een gemiddelde termijn van één jaar afgerond wordt. Even belangrijk is echter de kwaliteit van die procedure. Indien de regering de bemerkingen van de Raad van State niet zou inpassen, zal de nieuwe procedure tekort schieten inzake die kwaliteit.

De Raad bevestigt een aantal van de kritieken die Vluchtelingenwerk samen met andere organisaties eerder leverde:

- Formalistische criteria om asielzoekers bij het begin van de procedure af te wijzen. Vluchtelingenwerk wijst de toepassing van criteria die niets te maken hebben met de nood aan bescherming af. De Raad van State stelt dat de manier waarop deze criteria moeten toegepast worden door de asielinstanties moeten verduidelijkt worden.

- Opsluiting van asielzoekers: Vluchtelingenwerk heeft zich altijd verzet tegen de opsluiting van asielzoekers in procedure omdat dit een sereen onderzoek van de asielaanvraag in de weg staat. Het wetsontwerp breidt de situaties waarin asielzoekers kunnen worden opgesloten nog uit. De Raad van State bekritiseert het feit dat enerzijds de opsluiting van asielzoekers tijdens de procedure als uitzonderlijk wordt voorgesteld, maar anderzijds in het ontwerp 15 situaties worden opgesomd waarin opsluiting mogelijk is.

- Te korte termijnen voor het beroep tegen een gedwongen verwijderingsmaatregel. Vluchtelingenwerk heeft steeds gepleit voor redelijke beroepstermijnen. De Raad van State stelt dat de termijn van 24 uur om een beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in te stellen tegen een gedwongen verwijderingsmaatregel waarschijnlijk onredelijk kort is.

- Toegang tot en schorsend karakter van het beroep bij de Raad van State: Vluchtelingenwerk pleit voor het schorsend karakter van de beroepsmogelijkheden in het kader van de asielprocedure, inclusief het cassatieberoep bij de Raad van State. Het cassatieberoep bij de Raad van State kan volgens Vluchtelingenwerk aan een filterprocedure onderworpen worden op voorwaarde dat hierdoor kan gegarandeerd worden dat behartenswaardige zaken wel degelijk door de Raad van State zullen onderzocht worden. Het advies van de Raad van State stelt dat de voorgestelde criteria niet toelaten een selectie te maken tussen de ingestelde beroepen en stelt dat ook het administratief cassatieberoep bij de Raad van State in de nieuwe procedure een schorsend karakter moet hebben.

- Schendingen van het gelijkheidsbeginsel: Vluchtelingenwerk heeft steeds gepleit voor dezelfde toelaatbaarheidscriteria met betrekking tot het beroep bij de Raad van State zowel in vreemdelingenzaken als in “gewone” zaken. De Raad van State stelt onomwonden dat het hanteren van andere (en strengere) toelaatbaarheidscriteria in vreemdelingenzaken in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.