John Erskine03 april 2006 – 17:13

Uit de verschillende verwondingen die het dier had opgelopen kon met zekerheid afgeleid worden dat het in aanvaring kwam met de propellor van een schip. Zo werden inwendige bloeduitstortingen vastgesteld aan kop en nek en vertoonde de linkerborstvin naast een open wonde ook een botbreuk. Ten gevolge van de verwondingen had het dier veel bloedverlies geleden. Uit de maaginhoud bleek dat het dier recent nog gegeten had en uit het gewicht (15 ton) en de dikte van het vetweefsel (11,5cm) kon
worden afgeleid dat de walvis voor de aanvaring in goede conditie verkeerde.

Sigrid Maebe, woordvoerster van de Beheerseenheid Mathematisch Model Noordzee (BMM) vat deze resultaten samen: “We kunnen bevestigen dat de bultrug, die in een goede gezondheid verkeerde, gestorven is na aanvaring met een schip. Het dier heeft nog enkele uren geleefd, is
dan aan zijn verwondingen gestorven en spoelde een tiental dagen later aan.“

De hele operatie (staalnames, opruiming en autopsie) kwam tot stand door samenwerking tussen het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en de BMM, met logistieke steun van de Civiele bescherming, Politie en Brandweer van Nieuwpoort en de wetenschappelijke steun van de Universiteit van Luik.

Aanvaringen tussen grote walvisachtigen en schepen worden van nabij opgevolgd op internationaal niveau. Bij de Internationale Walvisvangst Commissie (IWC), zit België een werkgroep voor die deze problemen bestudeert. Alexandre de Lichtervelde, Belgisch Commissaris bij de IWC legt uit: “Een eerste globaal rapport is bijna afgerond. Eén van de conclusies is dat het fenomeen van aanvaringen voor sommige soorten walvissen, waaronder de bultrug, noordkaper, gewone vinvis en potvis een belangrijke bron is van extra mortaliteit.“

De IWC bestaat momenteel uit 66 landen. Ongeveer de helft van die landen zijn vóór walvisvangst, de andere helft pleit voor walvisbescherming. Ons land behoort tot de laatste groep en is vertegenwoordigd door het DG Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst, Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu.

Aanvaringen berokkenen niet alleen schade aan de zeezoogdieren, maar zorgen ook voor schade aan de schepen en de mensen aan boord. Dit wereldwijde probleem kan op verschillende manieren aangepakt worden, nl. door het instellen van mariene reservaten, de wijziging van bepaalde maritieme routes en de opleiding van het zeevarend personeel.