Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Argentinië: De presidentskandidaten

Argentinië: De presidentskandidaten

Aan de presidentsverkiezingen nemen 13 kandidaten deel. Eén ervan is torenhoog favoriet en slechts twee andere kandidaten kunnen het haar lastig maken. De 10 andere kandidaten strijden voor de kruimels.

De favoriete

Cristina Fernandez de Kirchner is de te kloppen kandidate. Ze is op dit moment nationaal senator en vooral de echtgenote van de huidige president Nestor Kirchner. Cristina werd in 1953 geboren in La Plata, vlakbij Buenos Aires, en studeerde in haar thuisstad rechten. Het was tijdens haar rechtenstudie dat ze Nestor Kirchner leerde kennen, een studiegenoot uit het verre Patagonië. Nestor en Cristina maakten hun rechtenstudies af, huwden en trokken samen naar Patagonië waar ze beiden als advocaat aan de slag gingen.

Eind jaren ’80 stapten ze in de politiek. Cristina bleef lange tijd haar man altijd een stapje voor in de politiek. Zij werd actief op het provinciale niveau, terwijl hij burgemeester was. En toen Nestor verkozen werd tot gouverneur, maakte Cristina de overstap naar de nationale politiek. Sinds 1995 is ze lid van het nationale parlement, terwijl haar echtgenoot slechts in 2003 in de nationale politiek stapte maar het wel meteen tot president schopte.

Cristina bekleedde nooit een officiële functie in de regering van haar man, maar alle waarnemers beschouwen haar als één van de belangrijkste en machtigste figuren in de politiek en als de feitelijke vice-presidente van het land. Ze was er altijd bij wanneer belangrijke beslissingen werden genomen en legde meer officiële staatsbezoeken af dan haar man. De beslissing van president Kirchner om zich niet opnieuw kandidaat te stellen, maar zijn vrouw naar voren te schuiven als zijn opvolgster, kwam dan ook helemaal niet als een verrassing.

In haar campagne maakt Cristina dankbaar gebruik – volgens de oppositie gaat het om misbruik – van haar positie als First Lady door de president bijna overal mee naartoe te nemen op campagne. De meeste peilingen gaan ervan uit dat Cristina al in de eerste ronde verkozen kan worden of dat ze het met grote voorsprong haalt in een eventuele tweede ronde. Ze koos Julio Cobos, gouverneur van de provincie Mendoza en lid van de rivaliserende UCR-partij, als kandidaat-vice president en slaagde er zo in de UCR te verdelen.

De uitdagers

Elisa ‘Lilita’ Carrió wordt gezien als de belangrijkste uitdager van Cristina. Zij werd in 1956 geboren in de provincie Chaco, één van de armste streken van het land, en werkte jarenlang als advocate alvorens ze de politiek inging. Ze werd in 1995 parlementslid voor de UCR en ontpopte zich als een bijzonder scherpe politica en een fervent strijdster tegen allerlei vormen van corruptie en machtsmisbruik. Na de politieke crisis van 2001 verliet ze teleurgesteld haar partij om een nieuwe centrumlinkse formatie op te richten, de ARI.

Bij de presidentsverkiezingen van 2003 scoorden zij en haar partij verrassend goed en ze ontpopte zich dan ook tot één van de belangrijkste en zeker de meest scherpe tegenstander van president Kirchner, wiens regering ze geregeld van corruptie beschuldigt. Vaak terecht, zo blijkt achteraf.

Met het oog op de komende presidentsverkiezingen verliet ze de ARI en het parlement om de handen vrij te hebben om een alliantie te vormen met andere progressieve groepen. Eerder dit jaar lanceerde ze haar Coalición Civica, waarvan de ARI en de socialistische partij de belangrijkste partners zijn. Lilita kondigde al aan dat ze voor de laatste keer aan verkiezingen deelneemt. De meeste peilingen plaatsen haar op de tweede plaats, maar op grote afstand van Cristina Kirchner.

Roberto Lavagna is de enige andere kandidaat die in de peilingen boven de 10 procent uitkomt. Lavagna werd in 1942 in Buenos Aires geboren en maakte carrière als econoom. Hij studeerde een tijdje in Brussel en leerde daar zijn Belgische echtgenote kennen. Lavagna stapte in de jaren ’80 in de politiek als staatssecretaris voor industrie, maar trok zich na een paar jaren weer terug. In 2002 maakte Lavagna een politieke comeback en werd hij door toenmalig president Duhalde aangesteld als minister van economie. Op dat moment maakte Argentinië een zware politieke en economische crisis door, maar Lavagna wist het economische herstel van het land in te zetten. Hij devalueerde de peso, remde de inflatie af en lag aan de basis van de economische groei van de laatste 5 jaar. Toen Nestor Kirchner in 2003 president werd, mocht Lavagna dan ook op post blijven.

Na een tijd begonnen de spanningen tussen Kirchner en Lavagna op te lopen. Kirchner bemoeide zich veel actiever met de economische politiek dan zijn voorganger en Lavagna bleef op zijn onafhankelijkheid staan, zodat de relatie tussen beiden in 2005 stukliep en Lavagna werd ontslagen.

Even leek het erop dat Lavagna de politiek zou verlaten, maar de oppositiepartij UCR overtuigde hem om zich kandidaat te stellen voor het ambt van president. Hoewel Lavagna alom wordt gerespecteerd voor het werk dat hij leverde als economieminister worden zijn kansen laag geschat.

De rest

Geen van de andere kandidaten slaagt er in de peilingen in boven de 5 procent uit te komen en maken dan ook geen enkele kans. Het gaat om:

Ricardo Lopez Murphy, voormalig minister van defensie en later van economie en stichter van de centrumrechtse partij Recrear. Lopez Murphy haalde bij de vorige presidentsverkiezingen nog 18 procent in de eerste ronde, maar slaagde er nadien nauwelijks in een politieke rol van betekenis te vervullen.

Alberto Rodriguez Saa, sinds 2003 gouverneur van de provincie San Luis en kandidaat voor de rechtervleugel van de peronistische partij. Hij is de broer van Adolfo Rodriguez Saa die gedurende de politieke crisis van 2001 zeven dagen lang interim-president van Argentinië was.

Jorge Sobisch, ex-gouverneur van de provincie Neuquen tussen 1991 en 1995 en van 1999 tot 2007. Sobisch is kandidaat namens een verbond van verschillende lokale, conservatieve partijen. Hij scoorde enige tijd behoorlijk in de peilingen tot hij als gouverneur een betoging van leerkrachten zo hardhandig liet aanpakken dat één leraar de dood vond. Sindsdien verloor Sobisch veel aanhang.

Fernando ‘Pino’ Solanas, voormalig volksvertegenwoordiger en gevierd filmmaker. Solanas is vooral bekend om zijn documentaires waarin hij de Argentijnse politieke klasse hard aanpakt. Hij werd in 1991 neergeschoten nadat hij hevige kritiek had geuit op toenmalig president Carlos Menem, maar overleefde de aanslag. Solanas is kandidaat voor een klein-linkse partij.

Raul Castells, een activist die bekend staat om zijn mediatieke acties tegen grote supermarktketens of multinationals. Castells heeft een verleden als trotskist en voert vooral acties ten voordele van gepensioneerden en werklozen.

Gustavo Obeid, ex-militair en in de jaren ’80 veroordeeld wegens deelname aan een poging tot staatsgreep. Hij is nu kandidaat voor een rechts-nationalistische partij.

Vier andere klein-linkse partijen trekken elk met hun eigen kandidaat naar de verkiezingen: Nestor Pitrola, leider van de klein-linkse Partido Obrero; Vilma Ripoll, verpleegster en kandidaat voor een andere trotskistische partij; Luis Ammann, linguïst en kandidaat voor de linkse Partido Humanista en Jose Montes, stichter en kandidaat van één van de vele trotskistische partijen in Argentinië.

Lees ook: Argentijnen naar de stembus