Cultuur is remedie tegen extreemrechts
Cultuur is remedie tegen extreemrechts
Pieter-Jan Otten15 mei 2006 – 01:25
Vrijdag werd in het Vlaams parlement de debatdag over remedies tegen gewenning (aan extreemrechts) en voor democratie gehouden. Ivo Janssens van “Kunst en Democratie” stelde in een kort voorwoord dat meer aandacht moet gegeven worden aan het lokale om de opkomst van Vlaams Belang te counteren.
Burgemeesters debateren over cultuur en extreemrechts. (foto Berber Verpoest)
Jan Van Alsenoy van de VVSG (Koepelorganisatie van de Vlaamse gemeentebesturen en OCMW's), begon zijn betoog met de vraag of het lokaal bestuur wel in staat is om de verzuring terug te dringen. “Vroeger werd het lokaal beleidsniveau volledig onderschat, nu is er een lokaal bestuur tegenover het centraal bestuur”, zegt Van Alsenoy.
De steden (lokaal) worden op mondiaal vlak steeds belangrijker, en er is dus nood aan sterk beleid en politiek leiderschap. Met sterk beleid deelt Van Alsenoye gemeenten in in warme en koude gemeenten, waarbij de warme gemeenten door een sterk beleid het sociale weefsel versterken en de verzuring en extreemrechts automatisch ingedijkt wordt. Bij koude gemeenten is het bestuur eerder management, en zijn de burgers het cliënteel van de gemeente.
Goed politiek leiderschap wordt door hem omschreven als, dicht bij de bevolking staan, zeg- en daadkracht tonen, vereenvoudigd communiceren over al te technische onderwerpen, zodat iedereen mee is. Goed politiek leiderschap houdt het midden tussen beheer, management, autoriteit en sociale kwaliteiten.
De strijd tegen verzuring moet echter niet door lokale besturen gestreden worden maar door het engagement van burgers in de samenleving. Het staat buiten kijf dat dit gestimuleerd moet worden door lokale instanties, het engagement zelf mag wel niet door de politiek overgenomen worden. Mensen moeten betrokken worden bij het bestuur, en het bestuur moet participeren aan de samenleving in plaats van erboven te staan of die te reguleren. Op die manier leiden sociale engagementen tot lokale democratie die extreemrechts automatisch zou moeten indijken.
Daarna was het de beurt aan politicoloog Carl Devos om zijn visie naar voor te brengen op het forum. Hij had het vooral over de democratie en de gewenning aan extremen, zowel links als rechts. Extreemrechtse ideeën hebben verschillende oorzaken, en de remedie moet dus ook noodzakelijk veelzijdig zijn. In Vlaanderen vertaalt de daling in populariteit van de democratie zich in een stem voor rechtsextremistische partijen. “Om het succes van het Vlaams Belang te begrijpen, moeten we eerst uitzoeken wie die Vlaams Belangkiezer is”, meende Devos.
Dries Verlet kwam met het cijfermateriaal van een onderzoek over VB-kiezers op de proppen en bracht daarmee een interpretatie over het profiel van de VB-kiezer. Het onderzoek over Antwerpen, Gent en Brugge bracht geen grote verassingen aan het licht. Belangkiezers hebben een uitgesproken negatieve houding tav de migrantengemeenschap, politiek situeren ze zich expliciet rechts, ze zijn utilitair individualistisch en materialistisch ingesteld en nemen een autoritaire houding aan.
De resultaten zijn redelijk gelijklopend tussen de drie steden, 0al schiet Brugge er soms een beetje uit. Brugse Belangers wantrouwen hun medemens bijvoorbeeld minder dan Antwerpse of Gentse Belangers. Ook zijn er in Brugge meer hoger opgeleiden, vrije beroepen en kaderleden die stemmen op Vlaams Belang. Algemeen zijn Vlaams Belangers wel best gelukkig, maar vooral in de privé-sfeer. Hoe meer in de publieke sfeer, hoe minder gelukkig Vlaams Belangers ermee zijn.
Het minidebat tussen Bart Caron (Vlaams volksvertegenwoordiger van Spirit) en Ilknur Cengiz (beeldend kunstenares) kwam maar niet van de grond. Moderator Marc Van de Looverbosch deed zijn uiterste best om het midden te houden tussen het discours van Caron en de reacties daarop van Cengiz, maar het draaide uit op een monoloog waarin de volksvertegenwoordiger zijn standpunten over invloed van lokaal cultuurbeleid op extreemrechts voorstelde. Echt vernieuwend was het niet.
Met een metafoor probeerde Caron het belang van cultuur voor te stellen als Uiting, Spiegel en Megafoon van de samenleving. Op drie niveaus moeten er inspanningen gedaan worden om de samenleving te vrijwaren van verzuring en verrechtsing. Het eerste niveau is de alledaagse cultuur, waarbij de angst voor het onbekende roet in het eten van de multiculturaliteit gooit. Het lokale beleid moet erop toezien dat binnen elke sector, moeite wordt gedaan om de mensen te dwingen kennis te maken met het onbekende.
Het tweede niveau viseert het breed sociaal-cultureel werk waarbij de sociale cohesie het doel wordt. De sociale cohesie moet het middel bij uitstek zijn om de verrechtsing in de maatschappij tegen te gaan. Door verenigingen van minderheden te steunen, ze verantwoordelijkheid te geven, en door hen infrastructuur aan te bieden, moet het ook mogelijk zijn om de diversiteit binnen verenigingen te bekomen door contacten tussen de verschillende verenigingen.
Cultuur met de grote C maakt dan weer het derde niveau uit. “Als kunst en cultuur een unieke waarde bezitten, en dus een extra dimensie geven aan het leven van elke mens, dan moeten we die waarde en dimensie maximaal toegankelijk maken”, vindt Caron. De kunstenares wees hem erop dat kunst niet per definitie met een achterliggende boodschap wordt gemaakt en daarom de maatschappij kan beïnvloeden. Het is eerder een product van de tijd waar de boodschap onbewust in de spiegeling van de samenleving vervat zit.
Het slotdebat ging van start met wat heen- en weergepraat over de invloed van cultuur op de samenleving. Koen T’Sijen (voorzitter OCMW Boechout voor Spirit) vroeg de andere deelnemers te focussen op de echte vraag van het debat: “Hoe kan de verrechtsing van de samenleving op lokaal niveau worden aangepakt?”. “Deze voormiddag zijn er al vele open deuren ingetrapt”, vond hij.
Het debat verdeelde de deelnemers in twee kampen. Sven Gatz (Vaams parlementslid VLD), Jan Peumans (burgemeester van Riemst voor NVA), en T’Sijen meenden dat het verenigingsleven de belangrijkste rol speelt bij het verstevigen van het sociale weefsel. Willy Minnebo (burgemeester van Zwijndrecht voor Groen!) en Stefaan De Clerck (burgemeester van Kortrijk voor CD&V) zagen meer heil in cultuur met de grote C als buffer tegen de opkomst van extreemrechts. Frank Beke (burgemeester van Gent voor SP.a) liet zich verontschuldigen voor het debat.
Gie Goris, hoofdredacteur van Mo* sloot de gespreksdag af. Hij benadrukte dat het lokale niet van het mondiale mag worden losgekoppeld en dat men vanuit de diversiteit terug moet bouwen naar het sociale. Goris stelde dat er een duidelijk onderscheid moest gemaakt worden tussen extreemrechts en conservatisme. “Deze termen worden maar al te vaak door elkaar gebruikt”, meende hij. Over kunst met de grote K legde hij de maatschappelijke verantwoordelijkheid bij de kunstenaars. “Zij worden uitgedaagd om de transitieperiode die nu aan de gang is door te komen.”
Alles bij elkaar werden er geen grote nieuwigheden verteld op het forum over de remedies tegen gewenning… en voor democratie. Iedereen was het eens dat er voor cultuur en lokaal bestuur een moeilijke taak is weggelegd, in de strijd tegen extreemrechts.
Nieuwslijnmeer

- Indymedia.be is niet meer
- Foto Actie holebi's - Mechelen, 27 februari
- Lawaaidemo aan De Refuge te Brugge
- Recht op Gezondheid voor Mensen in Armoede
- Carrefour: ‘Vechten voor onze job en geen dop!’
- Afscheid van Indymedia.be in de Vooruit in Gent en lancering nieuw medium: het wordt.. DeWereldMorgen.be
- Reeks kraakpanden in Ledeberg met groot machtsvertoon ontruimd
- Forum 2020 en de mobiliteitsknoop
- Vlaamse regering kan niet om voorstel Forum 2020 heen (fietsen)
- Fotoreportage Ster - Studenten tegen racisme
Georganiseerde ego-tripperij!
Anonymous, 15/05/2006 – 12:00
België is ziek/misvormd.
De vraag is of we dit durven in te zien.
Gaan we op zoek naar nieuwe lapmiddeltjes (meer cultuur, meer sport, meer verenigingen, meer burgerzin, etc etc.) of gaan we nu werkelijk eens nadenken over de zieke manier waarop wij met elkaar 'samenleven'?
Elke Belg moet voor zijn eigen boterham werken en de staat verplicht alle Belgen om solidair te zijn met elkaar terwijl ze elkaar totaal niet kennen.
Wie heeft er het misselijkmakende lef om zo een structuur samenleving of gemeenschap te noemen?
Dit is GEEN samenleving, dit is 'ieder voor zijn eigen, met ee stukske voor de rest'...
Waar Belgische kinderen van jongsaf aan worden ingedompeld is niet een samenleving, maar een ziekelijke drang om de eigen goesting te doen (ha, die liberale vrijheid!) en daarbij af en toe es links en rechts te kijken.
Jammer genoeg, beste zichzelf-zeer-respecterende democraten, dit is geen samenleving, dit is geen gemeenschap, maar georganiseerde ego-tripperij.
Het is enkel nog wachten tot andere 'model-burgers' de controle over hun/onze 'ego/maatschappij'-trip verliezen en ons tonen hoe broos de Belgische beschaving eigenlijk is.
't Is niet dat ik er naar uitkijk, maar wat is er anders te doen in onze zo welvarende, serene, rechtvaardige, rationele, en dicht bij de mensen staande 'samenleving'?
Relativeren? Ach ja, waarom niet? Keep on trippin'!