Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Vlaams parlement debatteerde op vraag van Groen! over racistische moorden

Vlaams parlement debatteerde op vraag van Groen! over racistische moorden

BRUSSEL -- Gezien de omstandigheden en ondanks de oproep van Vera Dua (Groen!) om meer concrete maatregelen te treffen tegen racisme, was het debat op 24 mei eerder lauw. Er werd wel dikwijls gesproken over “de collectieve verantwoordelijkheid voor de moord” en het Vlaams Belang kreeg er af en toe flink van langs. Leterme beloofde als Vlaams minister-president om de steden financieel bij te staan in de strijd tegen racisme. Patrick Janssens beloofde een actieplan en vloog ook uit naar die lokale politici die niet genoeg doen op het gebied van huisvesting. Bovendien was er een hevige discussie over de gevolgen van een doelgroepenbeleid.

vlaamsparlementIMGP0671.JPG

Groen!-voorzitter Vera Dua opent het debat met een opsomming van recente incidenten met racistische inslag. Ze begint met de tweevoudige moord in Antwerpen die ze “een uitgesproken racistische moord door een extreemrechtse jongen” noemt. Verder heeft ze het over de dood van de twintiger Mohammed, de skinheads in Brugge, verkeersagressie en brandstichting. “Die lijst is verontrustend lang en er zit een lijn in”, zegt ze nog. “Neen, Dewinter heef de trekker niet overgehaald, maar het Vlaams belang moet ook weer niet verwonderd zijn over de moorden. Zeker na uitspraken van Dewinter en zijn partijgenoten als ‘Neem het recht in eigen handen’, en suggesties over het amputeren van de ‘edele delen’ van misdadigers”. Dua vindt bovendien dat de meeste politici te weinig reageren op de woorden en daden van het VB. “Er zijn zelfs politici die gemakshalve standpunten van het VB overnemen”, merkt ze op.

Met enkele eisen wil Dua vermijden dat de beleidsmakers over gaan tot de orde van de dag: ze eist zero-tolerantie tegenover racisme en onverdraagzaamheid, en zegt dat “vele burgers, wetenschappers en ook sommige politici dat willen”. En de overheid moet volgens haar die zero-tolerantie dan ook daadwerkelijk toepassen, “want als een stedelijk meldpunt voor racisme bijvoorbeeld achthonderd klachten krijgt, worden er vijfhonderd geseponeerd, waarvan er dan ongeveer dertig voor de rechter verschijnen”. (…) “Maar daarvan wordt er weer zeventig procent geseponeerd”. Volgens Dua moet discriminatie ook strenger aangepakt worden bij aanwervingen, opleidingen en in het uitgaansleven. Maar Dua vindt dat ook de media een maatschappelijke verantwoordelijkheid draagt: “Er moet een charter tegen onverdraagzaamheid staan in de beheersovereenkomst tussen de openbare omroep en de overheid”. (…) “En”, besluit ze, “We moeten bovendien stoppen met de ‘wij-zij’- mentaliteit als het over allochtonen gaat want ze worden op de arbeidsmarkt afgewezen op grond van hun naam of huidskleur. We moeten daarom echt grote bedragen investeren in het onderwijs”.

De fractievoorzitter van het Vlaams Belang, Filip Dewinter, veroordeelt de moord: “Het is een laffe moord, die streng bestraft moet worden”. Maar dan schept hij verwarring: “Het is ‘slechts’ (aanhalingstekens die hij zelf aanbrengt, nvdr.) een onderdeel van de toename van geweld in onze samenleving”. Hij stelt zichzelf vervolgens twee vragen, “Waarom is er racisme?” en “Wat is racisme?”. Dat geeft hem de kans om de banalisering van de betekenis van racisme te hekelen, en hij geeft een voorbeeld: “Als een allochtoon niet wordt aangenomen wijdt men dat steeds aan racisme”. Vera Dua gaat in de aanval en vraagt aan Dewinter “of het bestaan van een partij die alle allochtonen criminelen noemt, op racisme kan wijzen”. Ze verwijst naar de veroordeling van het VB door een rechtbank. Maar Dewinter houdt het hoofd stijf: “Zo een partij bestaat niet en het vonnis werd pas mogelijk na een wetswijziging”. Vlaams minister Bert Anciaux, -bevoegd voor Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme- springt mee op de boot en valt Dewinter persoonlijk aan: “U, en niet uw kiezers, sluit systematisch mensen uit ”.

Op de vraag van Vlaams minister Keulen -bevoegd voor Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering- “aan wie de allochtonen volgens Dewinter dan wel moeten assimileren?” antwoordt Dewinter dat “allochtonen Vlamingen onder de Vlamingen moeten worden”. En hij besluit zijn antwoord met “Nu krijgen ze de kans om zich in getto’s op te sluiten”. Wanneer Bart Somers (VLD) bovendien vraagt of een moslim een geassimileerde Vlaming kan zijn antwoordt Dewinter “dat enerzijds de islam en anderzijds democratie en vrije meningsuiting niet ‘compatibel’ zijn met elkaar”. Niet zonder gelach vanuit de tribune reikt Dewinter vervolgens de hand uit naar “eenieder die het cordon sanitaire wilt doorbreken, en zo het ‘wij-zij’ denken wil doorbreken”.

Cathy Berx (CD&V) vindt dan weer dat het debat niet over een partij moet gaan, maar over “de politiek , de samenleving en de media”. Ze vraagt in de eerste plaats de inzet van de burgers omdat de overheid “enkel het juiste klimaat kan scheppen”. In die context vindt ze de uitspraak van Abu Jaja “dat alle Vlamingen racisten zijn” , contraproductief en vals. “Een racismevrije wereld is niet mogelijk, maar “er moet keihard tegen worden opgetreden” zegt ze vastbesloten. Berx voegt er een oproep aan Dewinter aan toe dat hij eindelijk eens moet stoppen met het stigmatiseren van buitenlanders en het cultiveren van haat. Onder luid applaus noemt ze dat “een fundamentele stap voor het VB, maar een cruciale stap voor Vlaanderen”. Verder benadrukt ze de integratieplicht en dat de gezinshereniging aan banden moet worden gelegd. Het seponeren van kleine criminaliteit ondergraaft volgens haar dan weer het onveiligheidsgevoel.

Bart Somers (VLD) beschrijft op een weinig hoopgevende manier onze samenleving : “Als de samenleving een persoon enkel als ‘de Turk’ of ‘de vreemdeling’ ziet, dan is dat gevaarlijk”. Er is volgens Somers een “superverzuiling” bezig en iedere groep (wij en zij) heeft zijn eigen “sociale controle , dwang, waarden en normen”. De voedingsbodem van de banalisering van xenofobie en racisme is volgens hem “het ‘wij-zij’ denken, het groepsdenken”. Dan vliegt hij uit naar extreemrechts : “En in die samenleving krijgen ‘de apostelen van de haat’ een kans”. Hij noemt extreemrechts verder nog “extremisten die als ratten uit de riolen kruipen en het zich veroorloven de anderen te diaboliseren”. Somers gaat verder : “De dader van de tweevoudige moord is zelf verantwoordelijk, maar we moeten ook afwachten of hij een labiele persoonlijkheid heeft”. Toch vindt Somers de moordaanslag een weerspiegeling van wat onze maatschappij doormaakt.

Vice-minister-president Frank Vandenbroucke wil meer speciale maatregelen voor de allochtone doelgroep: “Bij de langdurig werklozen zijn er veel allochtonen, maar ook veel Vlamingen”. “Om het fatalisme te doorbreken moet je daarom met een doelgroepenbeleid bewijzen dat allochtonen doorbreken op de arbeidsmarkt”, en hij vergelijkt allochtonen met de vijftig plussers-doelgroep. Toch erkent hij ook dat “heel wat allochtonen zouden geholpen zijn als we gewoonweg meer de klemtoon leggen op de individuele rechten van de burger”.

Dua vindt ook dat we moeten opletten met groepsdenken. Maar ze is er van overtuigd dat de overheid volgens haar een doelgroepenbeleid moet voeren als het gaat over “gemeenschappelijke kenmerken die voor een achterstelling zorgen, en die een individu niet alleen kan overbruggen”. Somers vindt een doelgroepenbeleid op etnisch-culturele basis dan weer een probleem omdat de doelgroep te moeilijk af te bakenen zou zijn : “Gaat het dan over de eerste of over de vierde generatie buitenlanders? Islamiet of niet? Met of zonder hoofddoek?” vraagt hij zich hardop af en hij besluit dat allochtonen onvergelijkbaar zijn met de vijftig-plussers-doelgroep.

“Dat is te pragmatisch” vindt Vandenbroucke daarover: “We moeten bewijzen dat een diploma ook voor een allochtoon nuttig kan zijn”. Vervolgens ontstaat er een verhitte discussie tussen Somers en Dua: zij vindt dat er speciale maatregelen nodig zijn in het onderwijs om de achteruitstelling bij allochtonen op te lossen. Somers benadrukt vooral dat kinderen genoeg aanwezig moeten zijn en dat de ouders meer betrokken moeten worden, want “dat geldt voor alle Vlamingen”, zegt hij.

Patrick Janssens van de sp.a-fractie is ook burgemeester van Antwerpen en hij neemt gespannen en geëmotioneerd het woord. Janssens noemt de begrippen racisme en stad twee tegengestelden, “want verscheidenheid is de essentie van een stad” . Racisme noemt hij “dom” en accepteren dat andere anders zijn “is slim”. Zich verdedigend vertelt hij dat veertig van de tweehonderd agenten in Antwerpen bezig zijn met jongerencriminaliteit. Bovendien belooft hij een actieplan om betere resultaten te bereiken.

Janssens deed ook een oproep aan alle Vlaamse lokale politici die er niet alles aan gedaan hebben om de huisvestingsproblemen op te lossen: “Kom dan vrijdag niet naar de mars”. Hij besluit zijn betoog met de woorden “dat de verdediging van de waarden vrijheid en gelijkheid, niet mag gebeuren op basis van een superioriteitsgevoel, want in Turkije gaan er bijvoorbeeld meer vrouwen naar de universiteit dan in België”.

Volgens Bart De Wever (Nieuw-Vlaamse Alliantie) is er geen collectieve schuld, wel een collectieve verantwoordelijkheid voor de moorden: “We hebben het migrantenprobleem miskend waardoor er getto’s en attitudeproblemen ontstonden”. Vooroordelen zorgden volgens De Wever daarbij voor “de negatieve spiraal, waar we nu in terecht zijn gekomen”. Hij is niet verwonderd over het VB-succes omdat er “te veel straffeloosheid is” en hij hekelt het gebrek aan politieke sereniteit na de moorden.

Vlaams minister-president Yves Leterme betreurt de moorden maar ziet ze ook als een kans om meer inspanningen te doen tegen racisme. Hij is bereid om “te bekijken hoe Dua’s voorstellen in een kaderdecreet over racisme kunnen geïntegreerd worden”. De moorden zijn volgens hem de verantwoordelijkheid, maar niet de schuld van de samenleving. Leterme: “Ik wijs niemand met de vinger, van welke politieke strekking ook”. (…) “Maar geen gevolg geven aan klachten van vandalisme “zorgt onterecht voor haat tegen een hele etnische groep”, zegt hij nog. De ‘ouder-kind’ relatie is het belangrijkste, maar ook spijbelen, pesten , geweld op school en het gezag van leerkrachten moet volgens hem beter aangepakt worden. En Leterme pleit voor meer schoolvervangende programma’s, een beter arbeidsmarktbeleid en zegt dat “de Vlaamse regering een partner wil zijn van de steden, ook op financieel gebied, om het racismeprobleem op te lossen”.