Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Opinie] Standpunt bij aankondiging onafhankelijk onderzoek tracés Oosterweelverbinding

[Opinie] Standpunt bij aankondiging onafhankelijk onderzoek tracés Oosterweelverbinding

Geachte minister-president,

Op vrijdag 27 juni besliste de Vlaamse regering dat een onafhankelijke deskundige een aantal alternatieven voor de Antwerpse Oosterweelverbinding zal onderzoeken. stRaten-generaal (SG) is uitermate verheugd dat nu eindelijk een dergelijk wettelijk voorziene onafhankelijk onderzoek van o.a. het SG-alternatief er komt. Gelet op de historiek van dit dossier is de beslissing van de Vlaamse regering allerminst evident, en daarom ook moedig.

Essentieel is nu dat dit onderzoek in de meest optimale omstandigheden kan verlopen, d.w.z. op een transparante, grondige en constructieve manier.

stRaten-generaal wil haar volle medewerking hieraan verlenen, en schuift in dat verband enkele aandachtspunten naar voor.

1.In september 2005 kwam stRaten-generaal met haar alternatief naar buiten. Dit omdat we vaststelden dat twee politieke ambities toen ten onrechte aan mekaar werden gekoppeld: het oplossen van een mobiliteitsprobleem en het bouwen van een brug die Antwerpen aanzien moest geven.

We hebben de eerste ambitie willen redden door de tweede te bestrijden. Niet omdat we tegen een mooie brug of aanzien voor Antwerpen zijn. Wel omdat die brug op de verkeerde plek zou worden gebouwd, tegen alle logica van stedenbouw, milieu, mobiliteit en gezondheid in.

We maakten er een breekpunt van dat de Oosterweelverbinding de mobiliteit rond Antwerpen moest verbeteren (= voorwaarde 1) zonder de leefkwaliteit te schaden (= voorwaarde 2). Dit kan volgens ons alleen via een alternatief tracé, verder weg van het stedelijke centrum.

Over de politieke ambitie en de hang naar prestige achter dit project schreven we op 4 juni ll. een artikel in de Knack. We citeerden daarin toenmalig havenschepen Leo Delwaide: ‘Heren, kent ú ergens ter wereld een viaduct in een riant stedelijk gebied?’ (Gazet van Antwerpen, 7 mei 2008). Deze opmerking blijft voor ons de meest lucide politieke uitspraak in deze kwestie.

Uit de HUMO-enquête over de Oosterweelverbinding die de voorbije week gepubliceerd werd, blijkt dat slechts 1 procent van de geênqueteerden prestige een belangrijke factor vindt.

Met haar beslissing om een onafhankelijk onderzoek op te starten gunt de regering dit dossier een tweede kans, waarbij deze keer – naar wij hopen – stedenbouw, milieu, mobiliteit en gezondheid als uitgangspunten naar voor worden geschoven, de factoren die ook als belangrijk werden aangestipt in de HUMO-enquête.

Deze ommekeer moet ons inziens ten volle meegenomen worden in het onderzoek.

2.In de beslissing tot onafhankelijk onderzoek willen we eveneens een voorzichtige ommeslag in de dominante politieke cultuur lezen. Nauwelijks enkele weken geleden werden politici die hun twijfel toonden over de wijsheid van een lang geleden genomen beslissing net niet gekielhaald door sommige van hun collega’s.

Vrijdag creëerde uw regering ruimte voor politieke twijfel. Het is eens wat anders in een sector die besluitvorming vaak laat afhangen van de angst voor de perceptie.

Terughoudendheid heb je af en toe nodig om vooruitgang te boeken. We zijn de politici die zich in de voorbije jaren niet krampachtig hebben willen vastklinken aan een politieke beslissing dankbaar voor hun houding. Zij hebben er mede toe bijgedragen dat deze tweede kans er kwam.

3.Dit onafhankelijk onderzoek mag geen extra rondje juridische indekking worden of een schijnoperatie om protest de wind uit de zeilen halen. Want dat is wat intussen al acht jaar gebeurt, met groot wantrouwen bij een belangrijk deel van de bevolking als gevolg.

Het onderzoek moet daarom gebeuren onder het motto ‘we leren uit de fouten van het verleden’. Dergelijk onderzoek vereist dat zowel structuur, inhoud, timing als opvolging nauwkeurig vooraf worden uitgestippeld.

a. wie geeft de opdracht?

stRaten-generaal vindt dat de aanstuurder van het BAM-project, de Vlaamse regering dus, dit kan doen, mits voldoende garanties ingebouwd zijn i.v.m. onafhankelijkheid en grondigheid van onderzoek.

In dat verband vinden we enkele van uw uitspraken gedaan kort na de aankondiging over het onafhankelijke onderzoek enigszins ongelukkig en fnuikend voor de ontstane nieuwe sfeer:

- U stelde ervan overtuigd te zijn dat het BAM-project als beste uit de bus zal komen. Dit mag retoriek zijn om het vertrouwen in de BAM niet te moeten opzeggen, het zet wel een domper op het verwachte gehalte aan onafhankelijkheid. Een opdrachtgever van een onafhankelijk onderzoek die communiceert over een verhoopte of te verwachten uitkomst van dat onderzoek is niet erg correct.

- Als uit het nieuwe onderzoek blijkt dat een van de alternatieven beter scoort dan het huidige tracé, ‘dan zullen de consequenties heel ernstig zijn’, zo verklaarde u na afloop van de persconferentie. In een radio-interview voegde u daaraan toe: ‘Stel dat die deskundigen tot andere resultaten zouden komen, dan hebben we een serieus probleem.’

stRaten-generaal ziet dat anders: bij keuze voor een betere optie is er net een oplossing.

b. wat is de opdracht?

Het onderzoeken van mogelijke alternatieven moet gezien worden als een zoektocht naar welk project het meest toekomstgericht is in de breedst mogelijke zin, incluis het voorliggende bouwproject van de Vlaamse regering.

Daarom mag het onderzoek zich niet verengen tot een technische analyse van kunstwerken of een audit van doorlopen processen, maar dienen ook aspecten als gezondheid, mobiliteit, stedelijke ontwikkeling, veiligheid, technologische expertise, milieu, financiën, juridische consequenties en compatibiliteit met de Europese tolrichtlijn onderzocht worden. Idealiter gaat het dus om het maken van een brede afweging, die een correcte vertaling is van de maatschappelijke discussie die intussen heerst over het bouwproject.

Het spreekt vanzelf dat belangrijke beleidsdocumenten als het ruimtelijk structuurplan van de stad Antwerpen of het Masterplan Mobiliteit als kader voor dit onderzoek gehanteerd worden.

Verder stellen we voor dat een status quaestionis wordt opgemaakt van alles wat reeds is bestudeerd i.v.m. de drie alternatieven. O.a. op basis van die analyse kan worden beoordeeld wat er mankeert en wat kritisch geanalyseerd moet worden.

Waarom suggereren wij dat? De BAM communiceert dat het alternatief van stRaten-generaal al tot 4 keer toe bestudeerd is. Wij hebben maar weet van 1 keer (het niet-onafhankelijk alternatievenonderzoek van 8 juni 2006). In het kader van een transparant onderzoek is het aangewezen dat de BAM ook die drie andere studies op tafel legt. Want de BAM zegt voortdurend dat het alternatief van stRaten-generaal technisch niet haalbaar en onvoldoende veilig zou zijn, maar uit het vermelde alternatievenonderzoek blijkt dat alvast niet.

Ons lijkt het ook noodzakelijk dat alle stukken die tot nog toe geleid hebben tot het weerhouden of verwerpen van oplossingen publiek worden gemaakt. Het eerste alternatievenonderzoek van mei 2000, de verslagen van de Staten-Generaal (periode 1999-2000), de Horvatstudie van 2005 – om er slechts enkele te noemen – moeten uit de taboesfeer worden gehaald en openbaar gemaakt worden. De analyse van deze documenten hoort een onderdeel van de studie te zijn.

Het is evident dat de drie pleitbezorgers van de alternatieven (de Vlaamse regering, de stad Antwerpen, stRaten-generaal) nauw betrokken worden bij het hele proces van onderzoek. De onafhankelijke experts moeten de gelegenheid krijgen om een consultatieronde te organiseren, waarbij ze informatie inwinnen over wat de diverse aanstuurders als belangrijke voordelen van hun oplossingsmodel vinden. Ook moet de mogelijkheid open worden gehouden om bij hen bijkomende informatie op te vragen in de loop van het onderzoek.

stRaten-generaal ervaart het gebrek aan dialoog als een van de grote manco’s bij het niet-onafhankelijke alternatievenonderzoek van 8 juni 2006. Bij twijfel nam het onderzoeksbureau TV SAM geen contact op met stRaten-generaal om meer in detail te vernemen wat met het alternatief werd beoogd. Met als gevolg dat verkeerde situaties, plannen en technieken werden bestudeerd. De grote uitschieter was het verkeerdelijk lokaliseren van een op- en afrit op 3 kilometer van het tracé. Maar deze uitschieter was slechts de top van een grote ijsberg van slordigheden en fouten. BAM heeft onderzoek verricht zonder voldoende inzicht in het alternatief.

Het onderzoek dient verder te gebeuren op basis van best beschikbare kennis. De kennis over bv. fijn stof, logistieke filosofie of boortunneltechnologie kende de voorbije jaren een exponentiële evolutie, die best wordt meegenomen in de eindevaluatie.

In de sector van onderzoek geldt immers net zoals in de sector van de enquêtering: rubbish in rubbish out. Onvoldoende, verkeerde of gedateerde gegevens leiden tot zwakke analyses.

Om die redenen werd de weliswaar onafhankelijke studie van Horvat & Partners (2005) een gemiste kans.

c. wie krijgt de opdracht?

Er wordt gewag gemaakt van 1 onafhankelijke expert. Voor een dergelijke complexe materie lijkt het ons echter aangewezen om een college van deskundigen aan te stellen. De disciplines van expertise zijn immers talrijk in dit dossier.

Deze deskundigen moeten volkomen onafhankelijk hun opdracht kunnen vervullen. Daarom ligt het voor de hand om beroep te doen op verschillende universitaire departementen in het buitenland die samen het onderzoek voeren en ieder inzoomen op één of meer specialismen waarvoor ze bekend staan.

Een krantenlezer van De Tijd suggereerde het TNO in Leiden. Een ander iemand had het over de TU Delft. Nederlandstalige departementen of studiebureaus hebben het voordeel dat ze makkelijker alle relevante literatuur over dit dossier tot zich kunnen nemen.

Maar er kan ook gedacht worden aan een pool van buitenlandse experten uit bv. de lijst van bureaus die onlangs werden gesuggereerd in een open brief van Vlaamse architecten.

stRaten-generaal sluit niet uit dat al de specifieke deelonderzoeken vereisen dat een multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is. Nu ook steeds meer wetenschappers zich spontaan buigen over het dossier – we denken aan de topmedici en de mobiliteitsexperten uit het Sint-Jozefsberaad die zich in een open brief aan Vlaams parlementsvoorzitter Marleen Vanderpoorten gezamenlijk uitspraken over deze kwestie – is het nuttig ook hen bijkomend te voeden met gegevens. Met behulp van een transparante onderzoeksmethodiek kan dit aanvullend leiden tot interessante voorstellen voor een optimale oplossing voor dit belangrijk mobiliteitsvraagstuk.

Open communicatie over het verloop van het onderzoek kan een manier zijn om ondanks de logische keuze voor buitenlandse deskundigen toch lokale expertise de kans te geven om meegenomen te worden

d. hoeveel tijd krijgen de onderzoekers?

Een gedegen onderzoek vereist de nodige tijd. In het voorjaar van 2005 maakte het Rotterdamse bureau Horvat & Partners in opdracht van het Antwerpse stadsbestuur een second opinion over de Oosterweelverbinding. De onafhankelijkheid van het bureau werd nooit gecontesteerd, wel de onderzoeksresultaten. Daarom kon de Horvatstudie geen reële bijdrage leveren aan het debat over de Oosterweelverbinding, omdat het bureau slechts een tweetal maanden kreeg om zich het dossier eigen te maken, onderzoek te verrichten en conclusies te formuleren.

Wat we dus sterk zouden willen bepleiten is dat men deze keer wel de noodzakelijke tijd gunt voor het onderzoek. Het is een noodzaak wanneer de kwaliteit van het onderzoek primeert. Die kwaliteit zal o.a. berusten op brede consultatie bij en grondigheid van het onderzoek.

Omwille van eventuele geredelijke twijfel over belangrijke aspecten inzake de twee alternatieven voor het huidig voorliggende plan mag een korte verlenging van de onderzoeksperiode niet uitgesloten worden. Het project van de BAM heeft immers een ‘voorsprong’ in die zin dat de parate materiële kennis daarover het grootst is.

Na de communicatie over de beslissing van de Vlaamse regering om alternatieven op een onafhankelijke manier te laten onderzoeken voegde u er meteen aan toe dat dergelijke opdracht het huidige proces niet mag vertragen, en dus moet dat proces gewoon worden voortgezet. Daar is stRaten-generaal het niet mee eens. Het voorliggende bouwproject staat ter discussie – vrees voor tijdelijk oponthoud ervan mag niet gaan wegen op de grondigheid van het onafhankelijke onderzoek.

Daarom vraagt stRaten-generaal dat het openbaar onderzoek voor de vergunningsaanvraag voor de Oosterweelverbinding zoals ze nu gepland is slechts start na het voltooien van dit onderzoek. De onderzoeksresultaten zijn immers te beschouwen als een cruciaal openbaar document voor het analyseren van het bouwproject. Deze documenten dienen openbaar te zijn wanneer het openbaar onderzoek zich richt tot de bevolking. Beter nog is het om het eventueel indienen van de bouwaanvraag minstens te ‘bevriezen’ tot de resultaten van het onafhankelijk onderzoek bekend zijn. Dit opdat de onafhankelijke experts in alle rust hun werk goed kunnen doen.

e. wie beoordeelt het eindresultaat?

De Vlaamse regering moet een beslissing nemen op grond van het eindresultaat van de studie. Wel is het aangewezen dat de regering er zich voorafgaandelijk van vergewist dat ook de andere betrokkenen zich hebben kunnen buigen en uiten over de kwaliteit van zowel de tussentijdse rapporten als de eindconclusies.

Een grote betrokkenheid en transparantie tijdens de studie kunnen de inzichten van de eindconclusie ook beter begrijpbaar maken. Daarom stelt stRaten-generaal voor om zowel de tussentijdse rapporten als het eindverslag publiek te maken zodra ze door het begeleidingscomité van het onderzoek als volledig worden beschouwd.

4.StRaten-generaal hoopt zo vlug mogelijk met de initiatiefnemers van het onafhankelijk onderzoek aan tafel te kunnen gaan zitten om over dit alles van gedachten wisselen. De essentie van het Oosterweeldossier handelt over mobiliteit, leefbaarheid, stedelijke ontwikkeling, alternatieven en burgerparticipatie. Constructief meewerken aan deze aspecten van de samenleving staan voor ons voorop.

Contraproductief vindt stRaten-generaal dan ook de negatief geladen uitlatingen van de Antwerpse burgemeester ten aanzien van de tegenstanders van het voorliggende project in Gazet van Antwerpen en Het Laatste Nieuws (28 juni 2008). Hij noemde o.a. stRaten-generaal leugenachtig zonder te duiden wat hij daarmee bedoelde. Ook zette hij krijtlijnen uit voor het onderzoek die veel enger zijn dan af te leiden is uit de mededeling van de Vlaamse regering. ‘De onafhankelijke deskundige kan aanpassingen voorstellen aan het Lange Wapper-tracé, hoewel er weinig speelruimte is,’ tekende Het Laatste Nieuws op. Waarom a priori reeds deze beperking inbouwen, tenzij om het alternatieve tracé van stRaten-generaal bij voorbaat onmogelijk te maken?

Omdat wij van oordeel zijn dat in deze nieuwe fase een echt onafhankelijk onderzoek vooropstaat (we hebben er lang genoeg op gewacht), wensen wij niet in te gaan op dit soort polemiek, hoe onheus en ongefundeerd we de toon van de beschuldigingen ook ervaren.

Met vriendelijke groet en oprechte dank voor de vrijdag genomen beslissing,

Manu Claeys
Peter Verhaeghe
voor stRaten-generaal
www.oosterweelverbinding.info