Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

"Afrika en Midden-Oosten dreigen grote verliezers te worden van WTO-onderhandelingen"

"Afrika en Midden-Oosten dreigen grote verliezers te worden van WTO-onderhandelingen"

BRUSSEL -- Bij het begin van de week werden het de gesprekken van de laatste kans genoemd. In Genève proberen de 152 landen van de Wereldhandelsorganisatie een doorbraak te forceren in de onderhandelingen van de Doha-ronde. Bedoeling is de wereldhandel te liberaliseren. De VS en Europa moeten hun landbouwtarieven afbouwen. De ontwikkelingslanden moeten hun markten meer openstellen voor industriële producten uit het Noorden. Alleen zullen niet alle landen daar evenveel bij winnen, meent WTO-specialist Marc Maes van 11.11.11.

Het is nu of nooit, klinkt het.

“Het blijft kantje boordje. De grote ontwikkelingslanden zijn niet van plan stevig te snijden in hun invoertaksen voor industriële goederen zoals de Westerse landen vragen. Zij beseffen immers dat zoiets hun economische ontwikkeling pijn zou doen. Ook de vakbonden van die landen vinden dat en zelfs de Indische vereniging van industriëlen wil de invoertaksen behouden. Het vreemde is dat ook de afdelingen van Westerse multinationals in India lid zijn van die vereniging van industriëlen. Ook die willen dus de invoertaksen behouden.”

Liggen de standpunten van de rijke landen en de ontwikkelingslanden ver uit elkaar?

“Europa en de VS vragen een verlaging van de tarieven tot minder dan 15 %. Volgens de ontwikkelingslanden is dat veel te laag. Het verschil met vroegere onderhandelingen is ook dat men eist dat er gesneden wordt in alle tarieven. Vroeger was men al tevreden met gemiddelde percentages. Dat bood landen de kans om bepaalde sectoren te beschermen en iets meer te liberaliseren in andere sectoren. Op die manier hebben de rijke landen hun tarieven afgebouwd na de tweede wereldoorlog.”

Hebben de rijke landen al veel in ruil gegeven?

“Europa heeft al een grote inspanning gedaan om de tarieven voor landbouwproducten te verlagen, maar op vlak van subsidies zijn zij niet bereid om veel toegevingen te doen.”

De Doha-ronde wordt ook wel eens ontwikkelingsronde genoemd, maar volgens u is er van ontwikkeling weinig sprake.

“Al van in het begin hebben critici daar grote vragen bij gesteld. In 2001 beloofde de WTO in Doha ook de bestaanden akkoorden te herbekijken, maar de inkt van het Doha-akkoord was nog niet droog of de rijke landen begonnen al hun liberaliseringsagenda te pushen. Die hele retoriek over ontwikkeling bleek dus maar een glijmiddel om de ontwikkelingslanden mee te krijgen. Nu luidt de slogan trouwens dat iedereen moet winnen bij een akkoord.”

Uit cijfers van de Wereldbank blijkt niet iedereen evenveel te winnen.

“Die jongste cijfers van de Wereldbank spreken van een globale winst van 96 miljard $ tegen 2015, waarvan slechts 16 miljard$ voor al de ontwikkelingslanden samen. Dat is vier keer minder dan de kosten die voortvloeien uit het verlies van overheidsinkomsten( 63 miljard $) door de afschaffing van invoertaksen als gevolg van deze onderhandelingen. Bovendien blijkt dat de helft van de winst voor de ontwikkelingslanden gaat naar slechts acht landen: Argentinië, Brazilië (23%), China, India, Mexico, Thailand, Turkije en Vietnam. De grote verliezers zouden Afrika zijn en het Midden Oosten. Die cijfers staan in scherp contrast met de ronkende cijfers waar men enkele jaren geleden tijdens de top in Cancun mee zwaaide.”

U vindt het niet kunnen dat WTO-voorzitter Pascal Lamy er de huidige financiële en voedselcrisis bijsleurde om de onderhandelaars aan te sporen.

“Men sleurt er altijd wel iets bij. Of het nu economisch goed gaat of er is crisis, altijd klinkt het dat een versoepeling van de handel alle problemen zal oplossen. Zij zouden beter eens kijken naar wat de echte problemen in de wereld zijn. Er is juist heel veel nood aan regulering door de overheden. Door verder te liberaliseren verliezen overheden juist alle middelen om te reageren op de crisis. Maar de WTO lijkt wel autistisch. Men blijft maar bezig met percentjes en cijfertjes. Wie er wint en wie er zal verliezen volgens de cijfers van de Wereldbank, daar kijkt men niet eens naar.”

Internationale instellingen zijn de laatste jaren veel van hun legitimiteit verloren. Dreigt het ook voor de WTO die kant op te gaan?

“Als er geen akkoord komt, verliest de WTO een groot stuk van haar legitimiteit. Je ziet nu al dat de media-aandacht veel minder is dan vroeger. Maar aan de andere kant moeten we toch toegeven dat de WTO iets bijgeleerd heeft. Het is allemaal al iets transparanter dan vroeger. Teksten en agenda's worden op de website gepubliceerd. Al zie je dat er op crisismomenten nog altijd teruggekeerd wordt naar onderhandelingen in kleine clubjes. Nu zitten ze met de zogenaamde G7 (EU, VS, Brazilië, India, Japan, Australië en China, nvdr) samen. Daar is veel kritiek op. Ministers die speciaal naar Genève gekomen zijn voelen zich buitenspel gezet.”

Treden de ontwikkelingslanden eensgezind op?

“Je hebt natuurlijk verschillende belangen tussen de landen. Dat uit zich in verschillende groepen: de G 33, de ACP-landen (Afrika, de Caraïben en Stille Oceaan, nvdr), de minst ontwikkelde landen. Die hebben wel bij de start van de onderhandelingen allemaal samen – als G 110 - een verklaring afgelegd. Dat was zeer sterk. Doordat de ontwikkelingslanden zich zo organiseren slagen ze er in om toch minstens bij alle besprekingen een vertegenwoordiger te hebben. Ze zijn ook alsmaar succesvoller in hun pogingen om dingen tegen te houden. Alleen zijn ze nog niet zo sterk dat ze ook hun eigen agenda kunnen doordrukken.”