Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Regering bereidt nieuwe BOM-‘reparatie’wet voor. Meer van hetzelfde?

Regering bereidt nieuwe BOM-‘reparatie’wet voor. Meer van hetzelfde?

De afgelopen dagen was er felle kritiek op de huidige BOM-wet. Het Hof van Beroep in Gent sprak een aantal beklaagden vrij op basis van procedurefouten die te wijten waren aan een foutieve interpretatie van deze wet. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt volgens de Liga voor Mensenrechten geheel de wetgever. De Liga heeft in het verleden herhaaldelijk aangeklaagd dat de BOM-wet erbarmelijk is opgesteld en werd hierbij grotendeels in het gelijk gesteld door het Grondwettelijk Hof. De Liga pleit er voor om de huidige BOM-wet, en de toepassing ervan in de praktijk, grondig te evalueren alvorens overhaast nieuwe wijzigingen door te voeren.De Liga vreest dat men van het momentum gebruik zal willen maken om nieuwe bevoegdheden te introduceren.

Naar aanleiding van de gebeurtenissen vorige week kondigde de Minister van Justitie Stefaan De Clerck aan dat er momenteel een nieuw voorontwerp van BOM-wet klaar ligt dat zo snel mogelijk behandeld moet worden. De Liga moet vaststellen dat een gebrek aan parlementair en maatschappelijk debat stilaan een constante wordt in de totstandkoming van wetgeving in het kader van de strijd tegen terreur. Vermits het vaak gaat om wetgeving die raakt aan de fundamentele rechten en vrijheden, is dit democratisch deficit des te tragischer.

De regering lijkt -wederom- van het momentum gebruik te willen maken om bijkomende bevoegdheden voor politie en parket te introduceren. Het nieuwe voorontwerp van wet spreekt over de mogelijkheid om -al dan niet heimelijk- informaticasystemen te hacken of afluisterapparatuur te plaatsen op computers en informaticasystemen met behulp van technische hulpmiddelen. Dit doet sterk denken aan de algemeen verguisde Patriot Act van de VS waarbij de FBI onder meer zogenaamde key loggers kon installeren op een computer om alle activiteiten op deze computer te achterhalen. De zogenaamde ‘reparatie’wet realiseert dus -net zoals de Patriot Act- een enorme uitbreiding van controle- en onderzoeksmogelijkheden onder het mom van terreurbestrijding, maar zal deze in de praktijk ook vaak inzetten voor compleet andere doeleinden. Zo wordt de mogelijkheid om bijzondere opsporingsmethoden aan te wenden in de fase van de strafuitvoering -tegen het arrest van 19 juli 2007 van het Grondwettelijk Hof in- ook weer ingevoerd...
Het Grondwettelijk Hof vernietigde in haar arrest van 19/07/07 ook de bepalingen die toelieten dat informanten misdrijven plegen. Hierbij bekritiseerde het Hof in het bijzonder de mogelijkheid die de wet bood aan informanten om de fysieke integriteit van anderen te schenden. De overheid wil dit nu nog minder transparant oplossen door dit over te laten aan de afweging van de Procureur des Konings o.b.v. zijn sepotbevoegdheid

De Liga vraagt om de behandeling van het huidige voorontwerp van wet uit te stellen tot na de hoorzittingen in de Kamercommissie Justitie van februari waarbij een grondige evaluatie van de bestaande anti-terreurmaatregelen is gepland. Op die manier kan men op basis van concrete ervaringen uit toepassingen van de BOM-wet, en andere anti-terreurmaatregelen, een fundamenteel debat op gang trekken over de wijze waarop men de strijd tegen de terreur en de georganiseerde misdaad wil aanpakken. De Liga is daarbij van mening dat men kritisch moet zijn ten opzichte van steeds maar uitdeinende bevoegdheden voor politie en justitie.

Hoe het allemaal begon: de eerste BOM-wet…
De wet op de ‘bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden’ van 6 januari 2003 regelt de toepassing van de observatie, de infiltratie en de informantenwerking. Daarnaast regelt de wet ook enkele aanverwante methoden zoals de inkijkoperatie (het heimelijk betreden van een private plaats), het gericht afluisteren, het onderscheppen van post en het inwinnen van bankgegevens. Al deze methoden vinden volledig in het geheim plaats en mogen uitsluitend worden toegepast wanneer het onderzoek dit vereist. Het gaat om methoden die -zoals de toenmalige Minister van justitie Verwilghen zelf aanhaalde- “omwille van hun heimelijk karakter en door de mogelijke inbreuk op fundamentele rechten als ‘bijzonder’ worden aangemerkt”.

Desondanks werd deze eerste BOM-wet destijds zeer snel goedgekeurd zonder de nodige tijd voor een fundamenteel debat uit te trekken. Dit was echter meer dan aangewezen gezien de scherpe kritiek die er op het wetsontwerp werden geformuleerd door onder meer de Raad van State, mensenrechtenorganisaties, advocaten en magistraten. De tekst slaagde er immers niet in het noodzakelijke evenwicht te vrijwaren tussen enerzijds de behoeften van de strijd tegen terreur en de georganiseerde misdaad en anderzijds het respect voor de individuele rechten en vrijheden. Dat evenwicht is nochtans noodzakelijk in een democratische rechtsstaat en moet elke burger beschermen tegen willekeurig optreden van de overheid. Het sluitstuk daarbij is een onafhankelijke rechterlijke controle die erop toeziet dat politie en parket geen misbruik maken van hun opsporingsbevoegdheden. Vooral op dit laatste punt liet de eerste BOM-wet te wensen over.

Een eerste terugfluiting door het Grondwettelijk Hof...
Het Grondwettelijk Hof (toen nog het Arbitragehof) stelde in haar arrest van 21 december 2004 de Liga op een aantal essentiële punten in het gelijk. Vooreerst oordeelde het Arbitragehof dat een aantal bijzondere opsporingsmethoden dermate ingrijpend zijn en met onvoldoende juridische waarborgen werden omkleed dat zij een schending inhielden van het recht op het privé-leven en de onschendbaarheid van de woonst. Daarnaast oordeelde het Arbitragehof dat de BOM-wet van 2003 het recht op een eerlijk proces schond. De verdediging had (en heeft nog steeds) geen toegang tot het ‘afzonderlijk en vertrouwelijk dossier’ dat de procureur des Konings bijhoudt bij elke machtiging tot het gebruik van een bijzondere opsporingsmethode. Hierdoor kan de verdediging tijdens het proces de inhoud van dit vertrouwelijke dossier niet aanvechten en dus haar recht op tegenspraak niet ten volle uitoefenen. In het bijzonder bekritiseerde het Arbitragehof het feit dat de BOM-wet niet voorzag in een toereikende procedure waarbij een onafhankelijke en onpartijdige rechter de wettigheid van de opsporingsmethoden kon controleren.

Het arrest gaf de wetgever tot 31 december 2005 om de nodige aanpassingen te doen.

Een eerste reparatiewet…
Pas eind oktober 2005 werd een nieuw wetsontwerp ingediend in de Kamer. Het ontwerp moest dan ook met een spoedprocedure behandeld worden waardoor het parlementair debat tot een minimum beperkt werd. De reparatiewet van 27 december 2005 introduceerde echter nieuwe opsporingsmethoden en ruimere toepassingsgebieden naast de wijzigingen die het arrest van het Arbitragehof noodzakelijk maakte.

De regering bleek de boodschap van het Arbitragehof maar halfslachtig te hebben verstaan. Zo werd het instrumentarium van de onderzoeksrechter verder ontmanteld en kreeg het parket ruimere bevoegdheden. De controle op de bijzondere opsporingsmethoden werd aan de Kamer van Inbeschuldigingstelling toevertrouwd, maar de procedure verliep volledig eenzijdig. Bovendien werden veel bepalingen in de reparatiewet van 2005 in al te ruime bewoordingen gesteld waardoor de proportionaliteit in het gedrang kwam. De nieuwe BOM-wet voorzag eveneens in een toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden tijdens de fase van de strafuitvoering. Waar de bijzondere opsporingsmethoden bedoeld waren om ons tegen terreur en groot banditisme te beschermen, konden ze voortaan ingezet worden voor compleet andere doeleinden. De reparatiewet van 2005 liet zelfs toe dat informanten misdrijven konden plegen!

Een tweede terugfluiting door het Grondwettelijk Hof…
De Liga stapte opnieuw naar het Grondwettelijk Hof. Door de BOM-wet een tweede keer gedeeltelijk te vernietigen in haar arrest van 19 juli 2007 gaf het Hof een duidelijk signaal aan de wetgever. Alle nieuwe maatregelen die door de reparatiewet werden ingevoerd, werden daarbij vernietigd of restrictief geïnterpreteerd door het Hof. Zo oordeelde het Grondwettelijk Hof dat het recht op een eerlijk proces nog steeds onvoldoende gegarandeerd was en dat cassatieberoep tegen de beslissingen van de Kamer van Inbeschuldigingstelling voortaan mogelijk moest zijn. Ook de toepassing van bijzondere opsporingsmethoden tijdens de strafuitvoering kon niet volgens het Hof. Ten slotte werden ook de bepalingen vernietigd die toelieten dat informanten misdrijven plegen. Het Hof bekritiseerde in het bijzonder de mogelijkheid die de wet bood aan informanten om de fysieke integriteit van anderen te schenden.

En toen was het weer wachten op een nieuwe reparatiewet...