Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Ginny Mooy: "De wil om te doden"

Ginny Mooy: "De wil om te doden"

Ginny Mooy is een Nederlandse studente Antropologie die naar Sierra Leone vertrekt om onderzoek te doen naar ex-kindsoldaten. Tijdens haar vier maanden durende onderzoek verblijft ze hoofdzakelijk in Youth Hostels van de YMCA in de steden Bo en Freetown . Ze krijgt de hulp van de 23 jarige gids Lansana,die ook ex-kindsoldaat is.Toen hij 14 was, zijn zijn beide ouders vermoord in een vluchtelingenkamp, evenelas zijn jongere broertje en zijn twee oudere zussen, zij werden allen levend verbrand.

boekje.jpg

Ginny verrichtte hoofdzakelijk onderzoek naar ex-kindsoldaten die ten tijde van de burgeroorlog bij de Kamajors hebben gezeten.

Tussen 1991 en 2002 woedde in Sierra Leone een burgeroorlog.

Het door Foday Sankoh geleide Revolutionair Verenigd Front (Revolutionary United Front, RUF) voerde, gesteund door de Liberiaanse opstandelingenleider van het Liberiaanse National Patriotic Liberation Front (NPFL), en latere president Charles Taylor strijd tegen regeringstroepen, die gesteund werden door Guinee en Nigeria. De burgeroorlog werd voor een niet onbelangrijk deel gefinancierd door de smokkel van diamanten.

In 1992 verloor president Joseph Saidu Momoh de macht in een militaire staatsgreep. Valentine Strasser werd de nieuwe leider van Sierra Leone, en vestigde een militair regime onder de naam National Provisional Ruling Council (NPRC). In verband met de burgeroorlog riepen de nieuwe machthebbers de noodtoestand uit, en rond 1995 bereikte de burgeroorlog een hoogtepunt. De helft van het land werd gevechtsgebied, en een kwart van de bevolking werd op de vlucht gedreven.

In 1996 pleegde Strassers plaatsvervanger, generaal Julius Maada Bio, een interne coup en nam de macht over. Hij begon een democratiseringsproces alsook onderhandelingen met de opstandelingen. Onder druk van de internationale gemeenschap hield Maada Bio in 1996 democratische, nationale verkiezingen, die werd gewonnen door Ahmed Tejan Kabbah van de Sierra Leone People's Party (SLPP). De SLPP kreeg echter geen volledige controle over het nationale leger, en steunde daarom in grote mate op de burgerdefensiemachten (Civil Defense Forces, CDF) die in datzelfde jaar werden verenigd tot één strijdmacht, onder leiding van minister van defensie Samuel Hinga Norman.

Op 25 Mei 1997 blies een groep soldaten de poorten van Pademba Road Prison in hoofdstad Freetown open, en bevrijdden meer dan 600 gevangenen, waaronder voormalig majoor Johnny Paul Koroma. Onder leiding van Johnny Paul Koroma nam deze groep soldaten de macht over door het staatshuis te bezetten. De Kabbah overheid zocht ballingschap in buurland Guinee. De grondwet werd ongeldig verklaard, en er werd een militair regime gesticht onder de naam Armed Forces Revolutionary Council (AFRC). Johnny Paul Koroma stond aan het hoofd van deze militaire junta, die vervolgens in samenwerking met de RUF van Sankoh een schrikbewind voerde over Sierra Leone.

Met behulp van de Civil Defense Forces en internationale troepen van ECOWAS, de ECOMOG, werd de AFRC-RUF junta (die verenigd waren onder de naam People's Army) eind 1998 uit het staatshuis en de hoofdstad Freetown verjaagd. De Kabbah-overheid werd weer geïnstalleerd en werden er pogingen ondernomen tot vredesonderhandelingen.

Op 6 januari 1999 viel de People's Army van de AFRC-RUF hoofdstad Freetown binnen met een terreurcampagne, genaamd “Operation No Living Thing”. De terreurcampagne werd vervolgens over het hele land uitgevoerd en markeert het dieptepunt van de burgeroorlog. Tijdens deze korte maar hevige terreurcampagne vielen meer doden dan in de acht jaar burgeroorlog die eraan vooraf ging.

Uiteindelijk werd in 1999 een vredesverdrag gesloten en werden VN-troepen in het land gestationeerd. Er braken echter nog steeds nieuwe gevechten uit, waarbij vooral het bezit van de diamantmijnen werd bevochten, totdat in Januari 2002 de RUF definitief de wapens neerlegde.

In Sierra leone vochten ongeveer zevenduizend kindsoldaten mee in de oorlog. Velen onder hen onder “leiding” van de Kamajors onderdeel van de Civil Defence Forces.De ontmoetingen met ex-kindsoldaten en hun verhalen zijn huiveringwekkend.Een voorbeeld:

Ginny ontmoette “General Shed Blood” oftewel Ibrahim. Hij komt oorspronkelijk uit Liberia. Het huis van zijn ouders werd overvallen door rebellen, zijn vader werkte voor de overheid, dit maakte hem een “goed doelwit”.Ibrahim’s vader wou geen geld geven aan Rebel King, de leider van de rebellen.Rebel King hakte hierop het hoofd af van Inbrahim’s vader en ontvoerde de 9 jarige jongen mee naar de bush.Ibrahim werd ingelijfd bij de ULIMO, later bij de RUF en werd nadien gevangengenomen door de Kamajors en vocht ook aan diens zijde.

Ibrahim kreeg drugs toegediend om hem “de wil om te doden” te geven.Zoals alle kindsoldaten kreeg hij cocktails van cocaïne en kogelkruid. Ibrahim kreeg zijn status als General Shed Blood omdat hij gevangenen met een machete hun hoofd afhakte.Hij dronk ook mensenbloed en at mensenharten op. Tijdens zijn jaren als kindsoldaat had hij kortstondig ook een liefde, ook een kindsoldaat.Zij noemde Queen Cut Hands, omdat ze haar gevangenen de armen en handen afhakte…. Ibrahim vocht tot zijn 18 de. Hij begreep niet wat oorlog was ,…” Ik vocht gewoon”.Pas na de oorlog is hij zich gaan verdiepen in het ontstaan van de burgeroorlog en de factoren die daar allemaal in hebben meegespeeld.

Nu probeert Ibrahim een leven op te bouwen.Hij kwam eerst terecht in een rehabilitatie-instelling voor kindsoldaten, maar had niet genoeg aan de trauma counseling… Hij wist met veel moeilijkheden zijn middelbare school af te werken, werd verliefd, en kreeg een zoontje. Zijn vriendin overleed kort daarna.

Veel ex-kindsoldaten belandden op straat, het criminele leven in.Ze leven in de getto’s,ze hebben niets te doen, vinden geen werk,…

“Ik was een kindsoldaat.Dat is geen misdaad. Ik werd gedwongen. Het was niet mijn eigen keuze. De mensen denken nog steeds slecht over kindsoldaten. Ze denken dat we nog steeds zo zijn als in de oorlog. Dat is niet waar. Als mensen ons niet meer uit de weg zouden gaan…Als we een eerlijke kans zouden krijgen, als we echt weer in de samenleving opgenomen zouden worden, dan kunnen onze trauma’s helen. Als mensen zich steeds op ons verleden en onze daden blijven richtten, drijven ze ons in een hoek, waar we niet meer uit kunnen komen.

Het echte trauma kwam pas na de oorlog,niet tijdens.Sierra Leone is de hel op aarde als je in armoede moet leven, en als kindsoldaat kom je daar niet makkelijk uit. Iemand moet ons een keer een kans geven; We hebben al genoeg de hel gezien. Het is tijd om te leven. Het is nu voor ons de tijd om gelukkig te worden.”

Vechten is geen deel van me geworden. Ik weet wat oorlog kan doen. Ik heb het met mijn eigen ogen gezien . Ik heb het met mijn eigen handen aangericht. Oorlog is pure destructie.Je vroeg me hoe een mensenhart smaakt; het antwoord is zoet; Het is zoetig, en dat is ook het enige dat zoete aan die hele oorlog. Er is helemaal niets zoet aan oorlog. Absoluut helemaal niets. Vernietiging dood en verderf, dàt is oorlog. Niemand is er beter van geworden.”

Hetzelfde verhaal lees je van Emmanuel ; hij was amper 10 jaar toen de burgeroorlog uitbrak.Emmanuel kwam bij de Kamajors toen hij 17 was.Hij kende niet de exacte achtergrond van het leger waarbij hij zich aansloot.Hij werd ingelijfd en werd door magische rituelen ‘bulletproof’ gemaakt.Uiteraard kosten deze rituelen een behoorlijk bedrag.

Ginny beschrijft in haar boek niet alleen de vele ontmoetingen en verhalen van de ex-kindsoldaten, maar ontmoette onder andere ook een jeugdwerker Francis ,die het lot van de ex-kindsoldaten heel goed kent.

De meeste ex-kindsoldaten zijn dakloze wezen en verslaafd aan drugs.Francis zelf werd maandenlang geteisterd door de Kamajors, omdat hij weigerde zich bij hen aan te sluiten.Hij werd bedreigd met de dood, ineen geslagen ,afgeperst,…”Wat ze met mij deden, zo deden ze het ook met de jonge jongens,….”.

Het boek van Ginny Mooy leest heel vlot, en is dieppersoonlijk omdat ze er haar eigen emoties ook in beschrijft. Het is geen afstandelijk geschreven boek.Vrolijk wordt je uiteraard niet van deze lectuur, tenminste niet omdat het een keiharde realiteit weergeeft wat voor waanzin oorlog is en steeds zal blijven,…Ik vindt het zeker een aanrader om het te lezen,om je te kunnen verplaatsen in de leefwereld van de ex-kindsoldaten, die nooit kind hebben kunnen en mogen zijn,…

Referentie:

Ginny Mooy. De wil om te doden
Ex-kindsoldaten in Sierra Leone.
Uitgeverij | Athenaeum-Polak & Van Gennep | september 2008
256 pagina's
ISBN: 97890-253-63659

Tags