GVC23 juni 2009 – 12:28

Na de gewestvorming bleven de Algemene Beginselen van het Federaal ambtenarenstatuut van 1932 ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van kracht. Maar ze werden omzeild en daardoor afgezwakt. Daarom was de invoering van het Statuut van 1999 voor het Ministerie BHG een beslissend moment. Samen met de twee andere vakbonden heeft de ACOD een zogenaamd “protocol van niet akkoord” getekend op het einde van de onderhandelingen hierover.

Positief in het nieuwe statuut was nochtans het invoeren van een soort “vlakke loopbaan” waarbij men na 9 en 18 jaar in een 2de en 3de – hogere – loonschaal terechtkomt (en niet meer moet wachten tot er een bevorderingsplaats vrijkomt zoals vroeger).

In het totaal werden ondertussen reeds 15 wijzigingen aangebracht aan het statuut, waartegen de vakbond ook al heel wat beroepen indiende bij de Raad van State.

De eisenbundel van de ACOD bevat zes krachtlijnen. In een eerste hoofdstuk vraagt de socialistische vakbond: het opnieuw in het statuut invoeren van de begrippen kwalificatie en/of beroep, de erkenning van de anciënniteit verworven in de privé-sector, een specifieke selor-afdeling voor het Brussels Gewest, in elke algemene directie een Franstalige en een Nederlandstalige verantwoordelijke voor evaluaties, stages en human resources).

Inzake contractuele aanwervingen zet de vakbond zich af tegen de zogenaamde “specifieke betrekkingen” waaraan speciale verloningen verbonden zijn. In vele gevallen is er geen reden om hier geen benoeming in vast verband te voorzien. De vakbond wil ook het werkliedenpersoneel statutair maken, het evaluatiesysteem bijsturen, voorrang geven aan laureaten van wervingsexamens bij contractuele aanwervingen en een overheidspensioen voor contractuelen met 20 jaar dienst.

ACOD vraagt 100 % terugbetaling van het woon-werkverkeer met openbaar vervoer en een vergoeding voor wie in Brussel woont. Voor beroepsverplaatsingen wordt een MTB-abonnement voorgesteld.

De vakbond wil een overkoepelende sociale dienst en meer middelen voor de hospitalisatieverzekering en tussenkomsten voor tandverzorging, brillen en kinderopvang.

De ACOD is er niet over te spreken dat de leidend ambtenaar en de bevoegde minister afwezig bleven op onderhandelings- en overlegvergaderingen zodat er geen bindende afspraken konden worden gemaakt.