Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Als letters geen woorden vormen

Als letters geen woorden vormen

AALST -- 8 september trok, als dag van de geletterdheid, onze aandacht weer op het probleem van ongeletterdheid bij een deel van de Vlaamse volwassenen. Ghislain De Bondt en Mieke Van Poucke zijn beiden opleidingsverantwoordelijken in het Leerpunt te Aalst. Dit centrum biedt lessen aan voor volwassenen op het vlak van taal, informatica, wiskunde en algemene vorming. Ghislain De Bondt onderwijst ICT en Maatschappij Oriëntatie, Mieke Van Poucke geeft de taallessen en staat eveneens in voor de promotie van het centrum. Over geheel Vlaanderen zijn er zo’n 29 centra als het Leerpunt verspreid.

aalst4gecomprimeerd.JPG

Mieke Van Poucke en Ghislain De Bondt

Wat is laaggeletterdheid?

Ghislain: "De term ‘laaggeletterdheid’ moet duidelijk onderscheiden worden van de term ‘analfabetisme’. Ten eerste om dat analfabetisme hier in België niet echt meer voorkomt. Ten tweede is laaggeletterdheid ook een begrip dat meer omvat dan het alleen maar kunnen omgaan met taal. Iemand die niet laaggeletterd is kan zowel zijn plan trekken met taal, reken- en ICT-vaardigheden, maar kan eveneens omgaan met formulieren, de belastingsbrief invullen enzovoort..."

Mieke: "Mensen die laaggeletterd zijn kunnen problemen hebben met alles wat bij een taal komt kijken. Zowel geschreven dingen, denk bijvoorbeeld aan reclame of uitnodigingen, maar dikwijls ook met bijvoorbeeld programma’s op de televisie. Dat zijn ook zo de dingen die mensen vaak aanhalen, dat ze niet zo goed begrijpen wat daar in staat, ook niet weten wat ze juist met bepaalde formulieren moeten doen, dat ze het niet kunnen invullen, enzovoort. Hier in het Centrum maken we ook het onderscheid tussen mensen die heel weinig kunnen en mensen die gewoon hun taal willen opfrissen. Er zijn immers verschillende gradaties van laaggeletterdheid. Enerzijds heb je de mensen van het laagste niveau die bijvoorbeeld moeilijkheden hebben met het invullen van hun naam, adres enzovoort. Anderzijds heb je bijvoorbeeld die categorie mensen die op het werk verslagen moeten schrijven, maar ze doen dit nog met veel fouten of ze kunnen werkwoorden niet zo goed vervoegen."

Hoeveel volwassen zijn dan laaggeletterd, rekening houdend met de verschillende gradaties?

Ghislain: "In 1997 - is dus wel al een tijdje geleden- is er het IALS-onderzoek geweest, een onderzoek waarbij men de geletterdheid en gecijferdheid bij de bevolking, zowel de actieve als de niet-actieve bevolking heeft gemeten. Dat was een grootschalig onderzoek, gaande van Polen tot Canada, enzovoort. In dat onderzoek deelde men geletterdheid op in 4 schalen. Om goed te functioneren in onze samenleving moet je in schaal 3 zitten. In België haalt 1/5 van mensen die schaal niet. Maar dat wil niet zeggen dat die mensen niets kunnen. Het gaat hem gewoon om het feit dat onze kenniseconomie vaak heel wat ingewikkelde zaken vergt. Die 4 schalen zijn dus heel erg gericht op vaardigheden. Niet alleen het lezen van een tekst, maar het gaat ook over het begrijpen en interpreteren van die tekst."

Wat zijn de oorzaken van laaggeletterdheid?

Ghislain: "De oorzaken zijn divers. Een van de oorzaken is dat ons onderwijs niet zo sterk is in gelijke kansen. Uit onderzoek blijkt dat de groep van hooggeletterde mensen heel groot is, maar langs de andere kant is er ook een groep van mensen die niet meekunnen. Aan het Vlaamse onderwijs is er dus nog heel wat werk. We hebben nog steeds een vrij ‘elitair” onderwijs, waarbij resultaten de hoofdrol spelen. Maar niet iedereen kan mee met dit prestatiegericht systeem, en veel laaggeletterdheid is hieraan te wijten. Kinderen die niet meekunnen worden vaak doorverwezen naar het beroepsonderwijs en het bijzonder onderwijs. Nu is dat aan het veranderen, de minister van onderwijs heeft hiervoor toch een sterk signaal gegeven met zijn gelijke kansenonderwijs. Men wil stimuleren dat scholen meer inspanningen leveren voor kinderen met leerstoornissen of kinderen uit allochtone milieus door bijvoorbeeld extra leraren in dienst te nemen. Frank Vandenbroucke wil hier met zijn gelijke kansenonderwijs aan werken. Het gelijke kansenonderwijs geldt alleen voor de kleuter en lagere school. Bedoeling is om ervoor te zorgen dat kinderen die uit het basisonderwijs beschikken over de basisvaardigheden."

"Een tweede oorzaak is dat laaggeletterdheid een taboe is. Het komt ook vaak voor in families waar de vader en moeder ook wel eens problemen hadden. En die mensen konden vroeger op hun 14 jaar in de fabriek gaan werken. Vroeger was dat dan allemaal niet zo ‘erg’, bij wijze van spreken. Maar nu worden die mensen ook meer en meer geconfronteerd met hun problemen."

Mieke: "We hebben hier ook een mevrouw die altijd gepoetst heeft. Haar man deed altijd alle papierwerk voor haar. Maar dan is die partner weggevallen en wordt ze wel plots met haar leesprobleem geconfronteerd."

Ghislain: "Een derde oorzaak is dat men vroeger niet zoveel aandacht besteedde aan leerstoornissen. Vandaag de dag is dit niet meer het geval. Veel kinderen hebben dyslexie, dyscalculie, enzovoort. In tegenstelling tot het verleden staan er nu bijvoorbeeld logopedisten klaar om kinderen met die specifieke problemen te helpen. 30 jaar geleden spartelden veel mensen door hun schooljaren heen, maar ze hebben daarom niet alles meegepikt van de leerstof zoals het zou moeten zijn. Dat is ook één van de vele redenen waarom mensen bij ons terecht zijn gekomen."

Mieke: "Wij gaan zelf niet testen of mensen al dan niet een leerstoornis hebben, maar natuurlijk hebben wij wel vaak een vermoeden. Als bijvoorbeeld mensen, komende van het bijzonder onderwijs, ook reeds bij ons enkele jaren lessen volgen, kan je je natuurlijk vragen beginnen stellen. Het is dan ook onze taak een boodschap hierover te zenden naar de mensen zelf. Maar het is wel zeker zo dat vele mensen die bij ons komen één of andere leerstoornis hebben."

Is er een bepaalde categorie mensen (bijvoorbeeld ouderen, allochtonen, mensen uit lagere sociale klassen) die deze geletterdheidcursussen volgen?

Mieke: "Neen, ik denk niet dat dat het geval is. Deze mensen volgens onze cursussen natuurlijk, maar of dit echt pertinent mensen zijn uit deze doelgroepen…daarvoor zou een steekproef over enkele jaren heen gevoerd moeten worden. Maar ik denk dat een klas heel divers is, zowel naar ouderdom, geslacht, sociale achtergrond enzovoort."

Ghislain: "Ik denk wel dat we naar de toekomst toe een nieuw doelpubliek gaan krijgen, met name de allochtonen die hier misschien wel geboren zijn, maar die thuis geen Nederlands spreken, en omwille van die redenen dan weer in het beroepsonderwijs terecht komen of het deeltijdonderwijs, wat op zijn beurt laaggeletterdheid in de hand werkt. Ook daar valt er nog veel werk te leveren."

Hoe lang duren zo’n cursussen?

Mieke: "Wel, één van de dingen die nu ook nieuw ingevoerd zijn door Frank Vandenbroucke is de modularisering. Alles wordt dus in modules ondergebracht; mensen hebben de keuze uit bijvoorbeeld 80u, of 60u of een ander aantal uur per schooljaar les te volgen. Maar het is moeilijk om te zeggen dat mensen dat op zoveel uur gaan kunnen. Lezen en schrijven is dan ook zoiets moeilijk, ik denk hoe hoger het niveau en hoe hoger de module, hoe vlugger mensen iets gaan opnemen. Ze hebben immers al een brede kennis, en ze gaan vlugger dingen gaan linken. Maar dat is iets helemaal anders indien het niveau of de module lager is. Er zijn bijvoorbeeld mensen die al 4 jaar komen, die mensen maken heel zachtjes vooruitgang. Maar je kan moeilijk besluiten dat als die module hebben doorlopen, het dan ook effectief gaan kunnen. Alles hangt af van leercapaciteit, of ze al dan niet regelmatig naar de les komen, enzovoort. Afhakers komen wel meer voor in de lees-en schrijfcursussen in vergelijking met de andere cursussen. Mensen hebben vaak ook nog andere problemen of zijn verplicht van de VDAB of OCMW om naar deze cursussen te komen. Maar als de mensen niet gemotiveerd zijn..."

Hoe doorbreken jullie het taboe dat rond laaggeletterdheid hangt?

Mieke: "We merken dat voor de cursussen ‘lezen en schrijven’ het vooral de mondelinge reclame is die het beste werkt. Ook hebben we Pol Goossens (nvdr, Frank in de soap-serie ‘Thuis’) ingeschakeld als peter van de Oost-Vlaamse centra. We voeren met hem campagne om toch een herkenningspunt te hebben. Maar het is nog steeds zo dat als mensen binnenkomen, ze al jaren weten dat wij bestaan, maar dat ze niet die stap durven zetten. "

Waarom lijkt ongeletterdheid bij bepaalde personen onzichtbaar voor hun omgeving? Hoe kunnen ze zich behelpen? Om nu een praktisch voorbeeld te geven, hoe gaan ze bijvoorbeeld gaan stemmen bij verkiezingen?

Mieke: "Die mensen zijn meester in het camoufleren. Bij verkiezingen kijken ze bijvoorbeeld naar de andere mensen. Hoe lang blijven die in hun stemhokje? Vaak trekken ze gewoon een streep over het blad. Ze hebben altijd wel één of ander trucje dat ervoor zorgt dat de omgeving niets merkt. Zo was er bijvoorbeeld ook eens een vrouw die telkens als ze ergens papieren moest gaan invullen haar hand in verband wikkelde."

Hoe wordt de politiek in de lessen benaderd?

Ghislain: "In de lessen zien we dan begrippen die heel belangrijk zijn, zoals bijvoorbeeld ‘democratie, wat is dat?’ En dat is niet evident voor veel van die mensen. Bijvoorbeeld wat je veel hoort is “waarom moeten wij gaan stemmen? Ze doen toch nooit wat ze beloven.” Veel mensen kennen de link niet tussen democratie en het vormen van een coalitie. De termen die we zien haken daar inhoudelijk dus sterk op in. We leggen dan bijvoorbeeld uit dat men meer dan de helft van de stemmen moet halen, dus daarom gaan verschillende partijen samenzitten, en daarom kunnen ze ook niet alles doen wat ze beloven. Ik probeer altijd zoveel mogelijk te vertrekken vanuit het gezichtspunt van het gezin: bv de man heeft een idee over de opvoeding van de kinderen, de vrouw heeft een idee. Maar samen moet je de beslissingen nemen. Mensen krijgen er zo een duidelijker beeld van de politiek."

"Een 2de punt is: wat moet er allemaal bestuurd worden in een stad? Dat proberen we heel speels te doen, we hebben daar heel veel materiaal voor. Welke invloed heeft politiek op mijn leven? Mensen hebben zoiets van ‘politiek dat interesseert mij niet’, totdat ze zeggen :’amai wij moeten hier toch veel betalen voor de parking in Aalst’. Dus we proberen echt de link te leggen dus het dagelijkse leven en de politiek. En ten 3de ook natuurlijk: wat heeft elke partij te bieden? Welke mensen staan er op de lijst, wat is een lijsttrekker? Hoe stem ik geldig?..."

Mieke: "We gaan ook heel praktisch werken. Vooral in de lees-en schrijfgroepen, praten we daar vooral over. Want ja, lezen is niet altijd simpel. Zo geven we bijvoorbeeld ook een formulier, en dan tonen we “als je geldig wilt stemmen, dan moet je dat zus enzo zo doen…”

Wat zijn de punten waar nog aan gewerkt aan kan worden?

Mieke: "Voor de cursussen lezen en schrijven zijn we nog sterk afhankelijk van onze partners. Voor de computerlessen hebben wij meer als 100 mensen op de wachtlijst staan. Over het leren werken met computer, daar is geen taboe over. In tegenstelling tot taal, dat is nog niet zo evident. Voor deze cursussen zijn we sterk afhankelijk van mensen van de VDAB, OCMW, mensen van buurthuizen en de vierde wereld enzovoort. Maar onze samenwerking met deze andere instellingen verloopt wel prima!"

laaggeletterdheid wordt niet in de hand gewerkt door ....

Een zeer goed artikel van Geertrui Poelaert, doch wil ik even -vooraleer anderen reageren in mijn plaats- rechtzetten dat ik niet zeg dat beroepsscholen en deeltijds onderwijs laaggeletterdheid in de hand werken. Wel is het zo dat je veeleer daar scholieren vindt met die problematiek omwille van diverse redenen zoals schoolachterstand, thuismilieu, anderstalig zijn, schoolmoeheid,...
Ik doe echt mijn hoed af voor de leerkrachten uit het beroeps- en deeltijds onderwijs. Betaal die mensen gerust meer!