[opinie] Wat is Links? Een stedelijke reflectie over “progressief beleid"
[opinie] Wat is Links? Een stedelijke reflectie over “progressief beleid"
Pascal Debruyne31 oktober 2006 – 14:52
"Goed bestuur"! Dat was het antwoord na 8 oktober op de vraag hoe dat immorele Vlaams Belang nu eindelijk eens op zijn plaats gezet werd. "Goed Bestuur" blijft sindsdien doorklinken als een mantra in diverse media. De alomvattendheid van het begrip is al even sterk als zijn totale leegheid. Het begrip is het zoveelste poging op tot dépolitisering die tekenend is voor onze situatie van "post-politiek". Communicatieadviseurs, reclamejongens en citymarketing zijn centrale spelers in dit stedelijk discours van "Goed Bestuur". Op woensdag 29 november vraagt men zich in het Kunstencentrum Vooruit in Gent af "Wat is Links?". Laat dit een aanzet zijn tot een voorafgaande bedenking…
Post-politiek en Endo-kolonisatie
"Dépolitisering" bestaat erin de strijd tussen ideeën zoveel mogelijk als verwaterd af te doen; zelfs als oudbollig. "Dé mensen" (een eerste beroemde poging tot dépolitisering) zijn niet meer geïnteresseerd in 'ruziemakers' of 'pessimisten' die telke male het feest in het centrum (waar "goed bestuurd" wordt) komen verstoren. "Goed bestuur" mikt voornamelijk op consensus. Voor mensen die tot hiertoe nog dachten dat democratie over de kanalisering ging van het meningsverschil, foei!
De Franse filosoof Paul Virilio voorspelde reeds in de jaren '80 hoe de neoliberale maatschappij, nu opgesmukt met pseudo-socialistische vlaggen (zoals de "A" van Antwerpen en "Een Hart voor Gent"), heel het ongenoegen en het democratische conflict zou neutraliseren. In de jaren '90 ontstond een nieuw socialisme, het Derdeweg socialisme (actieve welvaartstaat socialisme in Vlaanderen) dat (linkse) ideologiëen dood heeft verklaard. Dit nieuwe socialisme heeft een toepasselijke functionalistische slogan bedacht: "It is what works that counts!". De aanzet voor verdere depolitisering werd gegeven. Ook tijdens de laatste verkiezingen werden we hiermee geconfronteerd.
Na 8 oktober 2006 kreeg de dépolitisering de naam: "Goed bestuur!". "Gewoon de dingen aanpakken", zo vermelden de kranten. Kiezers worden in deze trend van dépolitisering veelal herleid tot consumenten, politiek tot ofwel een etalage of een tot een goed functionerend bedrijf. Logo's vervangen ideëen, consensus en het pseudo-harmonieuze verdraagzaamheid vervangt ideologisch conflict.
In dit discours van "Goed Bestuur" is geen constitutief of ingebakken conflict meer aanwezig. Aan de ene kant zijn er enkel nog 'de mensen', 'de gewone man', 'het volk'. Jan Blommaert zegt hierover: 'Omdat het volk uniform is, is ook de publieke ruimte uniform en hoort in die publieke ruimte ook een uniforme stijl; één volk, één genre.' Aan politieke zijde wordt deze eerste golf van populisme nu aangevuld met "Goed Bestuur". Politiek is consensus, zoveel is duidelijk.
Wanneer ideologie en complexe ideëen niet meer relevant zijn, worden ook vorming en debat ondergeschikt. De ideëen moeten zo eenvoudig mogelijk worden overgebracht. Hoe eenvoudiger de ideëen, hoe makkelijker deze boodschap naar dé mensen kan gebracht worden door reclametechnieken. Ook het toenemende belang van emoties in onze dramademocratie, geeft reclame een vooraanstaande rol. Iedereen achter deze (reclame)slogan krijgen, wordt de nieuwe uitdaging voor het stedelijk beleid. De "A" van Antwerpen moet bijvoorbeeld een goed gevoel brengen voor alle Antwerpenaren. Dit nieuwe 'wij-gevoel' van "A" komt te pas en te onpas naar voor. Zelfs na ernstige feiten als een racistische moord, weten deze reclamejongens dat productplacement belangrijk is. We zijn allen gelijk, want "Het Verdriet is van "A"!
Paul Virilio noemt dit opslokkingsproces ‘endo-kolonisatie’. We worden volgens hem in het systeem gezogen zonder veel weerstand te bieden. Al wie protesteert, buiten de gewettigde en toegeëigende kanalen is ziek, deviant, verzuurd. De criticus moet afgezonderd worden. Kritiek wordt door deze "Goede Bestuurders" met een oneliner "Radio Deprimo" genoemd. Foucault zou dit een mentale kolonisering noemen! Deze tendens van dépolitisering brengt ons steeds meer in een stadium van post-politiek; een politiek zonder fricties en conflict.
De functie van citymarketing en stadsontwikkeling
Stadsontwikkeling en citymarketing, vervullen in dit proces van endo-kolonisatie een kerntaak voor stedelijke overheden. Deze zorgen voor de symbiose tussen marketing en politiek beleid. De vroegere "grijze stad" wordt door deze lui omgevormd tot een nette stad, waar een mens eindelijk eens op zijn gemak kan shoppen. In steden zoals Antwerpen en Gent dragen neparchitectuur, nieuwe megalomane projecten zoals de Oude Dokken aan de Gentse Dampoort en uitgekiende lichtprojecten omgebouwd tot 3Dprentjes en een haven voor Yachten, bij aan dit nette en cleane imago.
Dat veel van deze megalomane projecten de huisprijzen doen stijgen en sociale verdringing optreedt in bepaalde wijken, door de instroming van modieuze veelverdieners , is slechts een detail. Het nieuwe socialisme in de steden vervult een kernfunctie: een progressieve (gewetensvolle) verpakking aanbrengen! De nieuwe middenklasse terug verleiden om naar de stad te komen, is volgens deze nieuwe socialisten, progressief. Deze veelverdieners staan namelijk borg voor de betaalbaarheid van toekomstige sociale projecten. In die zin is de focus verleggen van de arbeidersklasse naar deze middenklasse een progressieve beslissing. De middenklasse ondersteunen is dus socialistisch!
Toch moeten we misschien enkele bedenkingen noteren bij deze beleidskeuzes. Maarten Loopmans stelt het, met een verwijzing naar Henri Lefebre die pleit voor stedelijk diversiteit, als volgt: "Want ofschoon het duidelijk is dat de stad (in het bijzonder de fiscale inkomsten) wel vaart bij de al dan niet bestaande demografische trendbreuk, schiet de stedelijke samenleving die hieruit ontstaat Lefebvres doel voorbij. In plaats van een veralgemeende stedelijkheid in centrum en periferie, zijn we getuige van een suburbanisering van het centrum: the suburbs strike back/with a vengeance." (Loopmans in Oikos Oktober/ November 2006) Deze nieuwe stadsbewoners willen niet echt een stad, waar diversiteit en conflict centraal staan, maar een dorpsgevoel temidden van die stad. Dat aan deze "progressieve" trend meestal ook een versterkt veiligheidsbeleid gekoppeld wordt ten einde alle conflict preventief te bestrijden, ontgaat velen. Een cleane stad vraagt cleane mensen, nietwaar?
De Xtra-controles en de actieve jacht op illegalen op het openbaar vervoer lijken alleen maar een ver verleden. Ook Gent ontsnapt hier niet aan. Na het sociale stadsvernieuwingsproject "Bruggen naar Rabot" stonden opeens een 80-tal roma's op straat. Alleen door de druk van krakers (die meestal negatief worden bestempeld) ging de stad bij de tweede kraakactie een gedoogbeleid op voorwaarden toepassen. Het alternatief was een maand tentenkamp, met beperkte bewegingsruimte. Vreemd toch wanneer deze Roma’s niet eens illegaal waren? Hieruit blijkt de tragische kloof tussen de dwangmatige optimistische communicatie over dergelijke stadsprojecten en de dagelijkse praktijk in steden.
Groeicoalities: de overspeligheid van de cultuurelite en de holle retoriek van verdraagzaamheid
Niet alleen het holle "Goed Bestuur", maar ook het dwangmatige "verdraagzaamheid" poetst het harmonieuze blazoen op. Hierdoor lijkt de culturele elite zich op één lijn te zetten met de "Goede Bestuurders". De zogenaamde "groeicoalities" (een eenheid van voorname bedrijfsleiders, politici, media en natuurlijk de "culturele elite" die het geheel moet opsmukken) dragen op die manier één gedeelde boodschap uit. De verdraagzaamheidsconcerten zijn hier typerend voor. Deze concerten zetten het hele politieke centrum uit de wind. Het zijn concerten van de goegemeente tegen het Duivelse Vlaams Belang. Het waarom, hoe, wie van de winst van deze extreem-rechtse partij wordt hier niet gesteld. Het feit dat je sociaal verdrongen wordt omdat een nieuwe middenklasse het Zuid koloniseert of je gediscrimineerd wordt als allochtoon omdat "gelijke kansen" meer een holle slogan is, dan een afdwingbare praktijk, heeft geen plaats in dit discours. Verdraagzaamheidsconcerten zoals de 01.10-happening worden het participatiegebeuren bij uitstek.
Toch kunnen deze dépolitisering en de dwangmatige verdraagzaamheid ook een vorm van repressieve tolerantie teweegbrengen. Ze verhullen de macht door hun harmonieuze uitstraling, maar daarom is diezelfde machtscomponent nog niet verdwenen. Het is dan ook niet vreemd dat 's morgens de kwaliteitskranten kopten "Waar zijn de allochtonen?" Niemand weet echt wat het gedepolitiseerde verdraagzaamheid zeggen wil, maar toch....Verdraagzaamheid is blijkbaar een plicht!
Deze dwangmatige eis tot conformeren aan beide van discours ("Goed Bestuur" en "verdraagzaamheid"), ten einde de baarlijke duivels van het Blok af te remmen, remt echter ook een 'ander' discours af. Niet alleen de rechtse kritiek, maar ook een Linkse kritiek worden op die manier gemarginaliseerd. De dwangbuis van dit tolerante keurslijf houdt de kritiek op structurele ongelijkheid en sociale ontrechtvaardigheid op een veilige afstand. Nochtans blijkt deze structurele kritiek niet volledig onterecht. Nogmaals Loopmans over Antwerpen: "De structuur van de woningmarkt en de ruimtelijke ordening is hierin een heel bepalende factor. In Antwerpen-Noord worden die ongelijke kansen schrijnend duidelijk. Antwerpen, met haar tekort aan open ruimte, overdaad aan appartementen en kleine tuinen kan in de strijd om de grootverdienende gezinnen met kinderen nooit ernstig opboksen tegen groene gemeenten met grote vrijstaande woningen op grote percelen. Net zo is het voor een buurt als Stuivenberg, met haar chaotische mix van arbeidershuizen, krotten, middenstandswoningen, kleine winkels, smalle en kronkelige steegjes en straatjes moeilijker om hoge inkomensgroepen aan te trekken dan voor de Atheneumbuurt, met haar statige lanen en pleinen vol ruime herenhuizen. (Loopmans in Oikos Oktober-November)"
Hetzelfde geldt voor Gent. Het centrum van de stad is reeds ‘ontruimt’. Daardoor krijgen toeristen en een nieuwe consumerende middenklasse terug een veilige stad. Maar men stopt niet bij het centrum natuurlijk. Zoals het een waarlijk hedendaags progressief beleid betaamt, wordt gesteld: "Men kan niet stoppen bij het centrum!". Nu komen de 19de eeuwse gordelwijken aan bod. Natuurlijk is geen mens tégen deze veranderingen in deze wijken. De armoedeindicatoren tonen de woon en-huisvestingsproblematiek, alsook de sociaal-economische achterstelling in de 19de gordelwijken, voldoende aan.
Dit stadsvernieuwingsbeleid wordt echter uitgevoerd op basis van een mix van goede bedoelingen, vertaald in begrippen als "sociale mix" en eenmalige structurele ingrepen. Bij Bruggen naar het Rabot heeft men niet veel gedaan aan de woonproblematiek in de wijk. Men plant gewoon enkele middenklassewoningen neer midden de wijk. Deze opsmuk verhelpt niks aan de woonproblematiek die nochtans meermaals is aangetoond.
Over de neveneffecten van deze goede bedoelingen zoals sociale verdringing, wat ook veelal een gedwongen verhuis naar buurten met een lagere omgevingskwaliteit, en met slechtere woningen betekent, blijft het wonderbaarlijk stil... Nochtans: "Door gentrification ondergaat een belangrijk deel van de bestaande woningvoorraad een upgrading, en zijn lage inkomensgroepen aangewezen op een steeds kleiner wordend segment van de woningmarkt: zo kreeg de huisjesmelkerij met haar krotwoningen en overbewoning een nieuwe impuls. Maar er is nog een wereld van verschil tussen de verdringing van bepaalde groepen als (misschien onbewust en onbedoeld) neveneffect van gentrification, en de actieve verjaging ervan als randvoorwaarde." (Loopmans- Oikos Oktober/ November 2006) Door het tekort aan middelen en de hardnekkige weigering over een bovenstedelijke solidariteit en fiscaliteit na te denken, blijft men bij de strategie van een nieuwe middenklasse aantrekken. Nochtans zou hier de enorme kans liggen voor een echte progressieve strategie.
Onlangs hoorde ik vanuit de rangen van de stad Gent de reden waarom er eigenlijk zo weinig gezegd wordt over de neveneffecten van dit stadsbeleid rond stadsontwikkeling. Er zou sinds decennia een anti-stedelijke mentaliteit geweest zijn. De stad werd hierdoor steeds bestempeld als gevaarlijk, een poel van verderf en een plaats van moreel verval. De tijd is gekomen om mensen zich terug "thuis in de stad" te laten voelen. Positieve communicatie is hierin cruciaal. Deze moet zorgen dat er een progressieve consensus wordt bereikt die de stad in een positief daglicht stelt. Op die manier kan men eindelijk eens die verzuring en het ongenoegen, waar extreem rechts op teert, fundamenteel bestrijden. Eens deze politieke consensus is bereikt, wordt alles wat ervan afwijkt als deviant bestempeld. Het gevolg hiervan beschrijft de Sloveense filosoof Slavoj Zizek: "In de consensuspolitiek van het centrum moet elke fundamentele belangentegenstelling plaats ruimen voor een vrijmoedig geloof in een politiek zonder ware tegenstanders, en zonder enige subversiviteit."
Pleidooi voor onverdraagzaamheid…
Door deze consensuspolitiek, ondersteund door communicatieadviseurs en spin-doctors, waar de culturele elite wordt gebruikt om de de linkse flank af te dekken, worden meningsverschillen (antagonisme), die de kern zijn van een democratie, daarenboven gereduceerd tot een dichotomisch spectrum: het "progresssieve centrum" tegenover "de onverdraagzamen". Door de constante herhaling dat "het Vlaams Belang" verloren heeft op 8 oktober, gaat deze oneliner zelfs een eigen leven leiden. Misschien is het tijd voor een pleidooi voor onverdraagzaamheid. Laten we eens intolerant staan tegenover sociale verdringing, onverdraagzaam zijn voor ongelijkheid en fundamentele kritiek geven op sociaal-economische marginalisering. Deze strategie impliceert het terug invoeren van meningsverschillen en antagonisme.
Meningsverschillen en antagonisme zijn de kern van een echt "politiek" beleid. De filosofe Chantal Mouffe zegt niet dat alle sociale relaties noodzakelijk antagonistisch zijn, maar dat de mogelijkheid van conflict en vijandigheid in elke relatie op elk moment aanwezig is. "Het politieke" en politieke gemeenschap hebben altijd te maken met conflict en antagonisme. Politiek gaat altijd gepaard met de formatie van een ‘wij’ versus een ‘zij’ (naar de politieke logica van Carl Schmitt). In de discourstheorie van Laclau en Mouffe heet dit equivalentielogica. Anders dan de traditionele notie van sociaal antagonisme – dit is een confrontatie tussen sociale actoren die reeds beschikken over een volledig ontwikkelde identiteit – beweren Laclau en Mouffe dat antagonismen net bestaan omdat wij, als sociale actoren, in de onmogelijkheid zijn onze volledige identiteit (of politiek vertaald: onze ideologieën) volledig te ontwikkelen. Identiteit/ ideologieën zijn steeds bepaald door "het constitutieve buiten"; of anders gesteld, er is steeds iets wat me weerhoudt van volledig mezelf te zijn. Hierdoor krijgt democratie zijn betekenis van "onvolledigheid" en "conflict"...
Deze onvolledigheid noemt de filosoof Claude Lefort 'de lege plaats van de macht'. Volgens hem is de aanwezigheid van deze "leegte" net de kern van de democratie. De democratie moet dus allerminst door consensus worden beheerst. De democratie is gebaseerd op een (imaginair) 'beeld' van zichzelf. Dit 'zelfbeeld' van de democratie wordt constant opgebroken en opnieuw ingevuld door het conflict van diverse 'logische' waarheden. Dit zorgt ervoor dat de waarheid steeds ondergeschikt blijft aan strijd. Wanneer deze "groeicoalities" het hele politieke veld gaan domineren, zich tooiend met een progressief imago, zich spiegelend met extreem-rechts nationalisme, dan wordt dit antagonistisch pluralisme oneindig gereduceerd, alsook de democratie!
Zolang men geen plaats laat voor dit meningsverschil, voor dissensus en werkelijk ideologisch conflict, is het optimisme over de nakende ondergang van extreem-rechts misplaatst. Noch het gedépolitiseerde "Goed beheer" noch de verdraagzaamheidsconcerten zullen hier iets aan verhelpen. Het succes van dit Extreem-Rechtse populisme is de prijs die de progressieven betalen voor het weigeren en marginaliseren van radicalere posities en alternatieven naast hen. Deze radicalere kritieken durven wel nog vragen stellen bij sociale verdringing en sociale onrechtvaardigheid. Wanneer het democratische centrum vol "Goede Bestuurders" zich verengt tot de beknotting van bovenstaande kritiek op zijn linkerflank, is de enige uitweg...U raadt het al! De vraag dient inderdaad dringend gesteld: "Wat is Links?"
Links:
http://www.tienstiens.orgNieuwslijnmeer

- Indymedia.be is niet meer
- Foto Actie holebi's - Mechelen, 27 februari
- Lawaaidemo aan De Refuge te Brugge
- Recht op Gezondheid voor Mensen in Armoede
- Carrefour: ‘Vechten voor onze job en geen dop!’
- Afscheid van Indymedia.be in de Vooruit in Gent en lancering nieuw medium: het wordt.. DeWereldMorgen.be
- Reeks kraakpanden in Ledeberg met groot machtsvertoon ontruimd
- Forum 2020 en de mobiliteitsknoop
- Vlaamse regering kan niet om voorstel Forum 2020 heen (fietsen)
- Fotoreportage Ster - Studenten tegen racisme