Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Congo / Wilde planten uit het woud kunnen bevolking voeden, toont Gents onderzoek

Congo / Wilde planten uit het woud kunnen bevolking voeden, toont Gents onderzoek

Het Evenaarswoud in Congo bezit een weelde aan wilde voedselplanten. Sommige kunnen misschien in teelt gebracht worden. Fumbwa, in Kinshasa goed bekend als saka-saka, is al een delicatesse. Dat blijkt uit veldwerk van de Gentse bio-ingenieur Céline Termote. Die aanpak zou voedsel opleveren voor de bevolking en commerciële overpluk voorkomen.

Fumbwa – Gnetum africanum met de wetenschappelijke naam – groeit in het wild in het tropisch woud. “De mensen in Kinshasa”, zegt Céline Termote, “vinden Fumbwa een lekkernij. Maar in de omgeving van Kinshasa is de plant nergens meer te vinden". De plukkers trokken mettertijd naar Bandundu, nu wordt Fumbwa met cargovliegtuigen vanuit Kisangani overgevlogen, 60 ton per maand. "In het woud rond Kisangani wordt op grote schaal Fumbwa geplukt", zegt Termote, "en doorverkocht aan tussenhandelaren". Aan dit tempo duurt het niet lang of ook Kisangani raakt uitgeput.

“We willen op lange termijn werken”, zegt Céline Termote, “en bestuderen welke de meest belovende wilde voedselplanten zijn en hoe we ze in teelt kunnen brengen. Zo kunnen die planten beschermd worden tegen overpluk èn zou de voedselsituatie in Congo aanzienlijk verbeterd kunnen worden”. Die voedselsituatie is ronduit lamentabel, vooral vanwege de oorlog in Congo (1998-2003). Volgens de FAO, het voedsel- en landbouwbureau van de VN, is het aantal ondervoede mensen in Congo tussen 1990-92 en 2001-2003 verdrievoudigd, van 12 miljoen tot 36 miljoen mensen.

Herbarium ververst

Céline Termote heeft van juli tot september voorbereidend veldonderzoek gedaan, met de universiteit van Kisangani als uitvalsbasis. Samen met een botanist en een landbouweconoom koos ze in het district Tshopo drie dorpen uit. Daar gingen ze telkens zowat 30 gezinnen over hun voeding en voedingsgewoonten ondervragen. Termote wist uit wat ze gelezen had al van het bestaan van 183 wilde voedingsplanten af. De enquêtes in de dorpen leverden een 'vers' herbarium van tientallen planten op èn aanwijzingen over hun economische en culturele waarde.

Etnobotanie is een relatief jonge discipline. Tot nu toe zoekt ze vooral naar planten met genezende bestanddelen. "Maar daarmee wil ik me absoluut niet bezighouden", zegt Céline Termote, "want die kennis kan onmiddellijk voor puur commerciële doeleinden worden misbruikt". Ze concentreert zich op planten uit het woud die ter plaatse door de boeren zelf gedomesticeerd en geteeld zouden kunnen worden. Misschien is dat met 5 à  10 soorten mogelijk. Daarom werd aan de boeren in Tshopo bvb. nu al gevraagd in welke periodes ze het meeste werk hebben en of ze er in de kalmere periodes enkele teelten willen bijnemen.

Niets opdringen

Termote gelooft rotsvast in de lokale kennis en kunde. Ze heeft twee jaar als coöperante gewerkt, in de Congolese provincie Oost-Kasaï. Uit die ervaring heeft ze een eigen ontwikkelingsmodel gepuurd. Termote: "Wat ik daar deed was: de mensen helpen nadenken over wat ze lokaal kunnen ontwikkelen. Begin lokaal, ik vind niet dat je allerlei dingen moet opdringen. Het werkte. Het bewijs: deze zomer - ik was er toen een jaar weg - hebben ze me gebeld. Ze zetten nu samen serieuze volumes op de lokale markten af".

In de streek van Kisangani heeft ze allicht het potentieel gevonden voor nieuwe teelten. "Ik heb het al over de Fumbwa gehad", zegt Céline Termote, "maar ik heb er ook van het lekkerste fruit gevonden dat ik al geproefd heb. Bij voorbeeld de Landolfia spp.: heel zoete vruchten, of de Annonidium mannii die moet vallen en rotten voor ze op smaak is en die ik veel lekkerder vind dan een mango".

De kennis van dat patrimonium gaat verloren als ze nu niet wordt verzameld. Maar, en dat is nog dringender, ook de kennis van het woudbeheer moet worden opgeschreven. "Het woudbeheer is er met de oorlog helemaal onderdoor gegaan, het is nu de chaos", zegt Termote, "voor een zak zout verkoopt eender wie de rijkdom van het woud". Duurzaam bosbeheer behoorde tot de traditie, zulke systemen zouden in ere hersteld moeten worden, "vooraleer", zo zegt Céline Termote, "de wegen opengaan en de jacht op de rijkdommen massaal begint".