han06 december 2005 – 22:56

Voor het ACW blijft het huidige treinaanbod sterk onvoldoende om een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan het afremmen en terugdringen van het wegverkeer. De trein is voor velen vandaag nog steeds geen of geen volwaardig alternatief voor de auto in functie van hun verplaatsingsbehoeften. Het ACW ziet de uitbouw van het openbaar vervoer als één van de belangrijkste beleidskeuzes om de mobiliteitscrisis aan te pakken.

De studiedienst van het ACW bundelde de belangrijkste pijnpunten en voorstellen die vanuit de regionale werkingen kwamen. Met dat dossier wil het ACW naar de NMBS stappen opdat er verbeteringen zouden komen in de nieuwe dienstregeling. Om dat alles wat kracht bij te zetten werd er met Sinterklaas en zwarte Piet naar de stations getrokken.

Sofie Put, studiedienst ACW: “We voerden actie in het kader van de nieuwe dienstregeling die de NMBS opmaakt. Die regeling zou in voege treden eind 2006, begin 2007. Wij wilden de reizigers betrekken en hen laten weten dat het ACW daar mee bezig is. De Sint deelde speculaas uit in de stations om zo de aandacht te vestigen op nieuwe dienstregeling.”

-- Wat zijn dan jullie bekommernissen in verband met die nieuwe dienstregeling?

“De vraag kwam zeer specifiek van de mensen uit de Kempen. Op sommige plaatsen zit men daar met een zeer gebrekkige verbinding naar Antwerpen en Brussel. Soms is er maar één trein per uur en het weekendaanbod is soms haast onbestaande. Daar zijn dus heel wat verbeteringen mogelijk. We zijn dan eens gaan vragen hoe dat zat in de verbonden en regio’s. En het bleek al gauw dat er overal problemen zijn. We hebben dus getracht de verschillende pijnpunten te bundelen.”

-- Is het dan niet zo dat veel van die treinen nagenoeg leeg rijden? Dat kost toch handenvol geld om ongebruikte treinen te laten rijden?

“Het gaat om heel wat IR verbindingen die overvol zitten. We zouden ook een aantal kleine stations heropenen, omdat daar een industrieterrein in de buurt ligt of omdat er mensen van gebruik willen maken om te gaan werken.

Wij zien betere treinverbindingen als een instrument om het autoverkeer wat af te remmen. Daarnaast vinden we basismobiliteit ook een recht. We denken dat iedereen op zijn werk moet raken. Maar ook voor sociale contacten moet men zich kunnen verplaatsen. We leggen dus zeker niet enkel de nadruk op het woon-werkverkeer. We vinden goede verbinding 's avonds en in het weekend even belangrijk.

We denken dat er een verzadiging is op gebied van autoverkeer en er moet dus ombuiging komen naar de manier van verplaatsen. Als je een verandering wil teweegbrengen moet je natuurlijk de alternatieven ondersteunen. In dit geval willen we het openbaar vervoer promoten als transportmiddel.

We gaan zeker nog met onze voorstellen naar de directie. De NMBS wil het aantal reizigers met 50% laten groeien. We vermoeden dat ze weten dat er daarvoor investeringen moeten gebeuren. Wij willen hen wijzen op een aantal pijnpunten die ze alvast kunnen aanpakken.”