Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Opinie] Sociale huur: het recht op wonen onder druk?

[Opinie] Sociale huur: het recht op wonen onder druk?

De Vlaamse regering keurde vrijdag 2 december de wijziging goed die minister van Wonen Marino Keulen uitwerkte voor de Vlaamse Wooncode. De minister van Wonen wil nieuwe accenten voor het Vlaamse sociaal Woonbeleid. Met grote bezorgdheid kijken wij, opbouwwerkers die werken in sociale woonwijken, naar de beleidsvoorstellen die door de Vlaamse regering zijn goedgekeurd.

Filip Loobuyck (Opbouwwerker Samenlevingsopbouw)

Ondertekenaars: Veerle Beernaert, Pieter Santens, Magda Remans, Gunter Van Avondt, Miriam Beck, Kris Dom (Opbouwwerkers Samenlevingsopbouw) en Herman Raus (Directeur Samenlevingsopbouw Vlaanderen)

De Vlaamse regering keurde vrijdag 2 december de wijziging goed die minister van Wonen Marino Keulen uitwerkte voor de Vlaamse Wooncode. De minister van Wonen wil nieuwe accenten voor het Vlaamse sociaal Woonbeleid. Daartoe dient hij de geldende Vlaamse Wooncode en in later stadium het sociaal huurbesluit aan te passen. Met grote bezorgdheid kijken wij, opbouwwerkers die werken in sociale woonwijken, naar de beleidsvoorstellen die door de Vlaamse regering zijn goedgekeurd. Om de leefbaarheid in sociale wooncomplexen te verhogen wil de regering maatregelen treffen die gelijktijdig de sociale huisvesting minder toegankelijk dreigen te maken voor gezinnen met lage inkomens en voor grote groepen allochtonen. Als opbouwwerkers, die het opnemen voor de belangen van zwakkere bewonersgroepen, kunnen wij niet anders dan hiertegen krachtig protest aantekenen. De goedgekeurde wijzigingen baden in een onderliggend discours met overmatige nadruk op het plichtenverhaal voor de huurders waarbij het ‘recht op wonen’ onder druk komt te staan. Bovendien dreigt het nieuw sociaal huurbesluit een schijnoplossing te worden wanneer het geen antwoord biedt op de echte problemen die zich stellen: het grote tekort aan sociale huurwoningen, hun betaalbaarheid voor lage inkomensgroepen en de druk op het financieringsstelsel.

Enkele voorbeelden:
De Vlaamse regering wil het huren van een sociale woning koppelen aan de bereidheid om een Nederlandse taalcursus te volgen. Niemand betwist dat Nederlands taalgebruik de communicatie tussen huurders onderling en het contact met de sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) bevordert. Daarom ondersteunt het opbouwwerk in sociale hoogbouwwijken vrijwilligersinitiatieven die erop gericht zijn om op een laagdrempelige wijze het Nederlands taalgebruik te oefenen in gemengde conversatiegroepjes. Deze werkwijze werpt vruchten af. Voor ons kan het niet dat onvoldoende bereidheid om het Nederlands te leren een zodanig zwaarwichtige tekortkoming zou zijn, dat zij de beëindiging van een huurovereenkomst rechtvaardigt. Verplichte Nederlandse taallessen horen thuis in het inburgeringsdecreet, niet in het sociaal huurbesluit. Wanneer de overheid het ‘recht op wonen’ afhankelijk maakt van talenkennis, wat houdt ook private verhuurders dan nog tegen om op grond van dezelfde reden huurders te weigeren?

De regering wil voor alle nieuwe sociale huurders een proefperiode. Op het einde ervan kan de SHM de huurovereenkomst opzeggen als zou blijken dat de huurder de opgelegde voorwaarden niet of onvoldoende nakwam. Het zou hierbij kunnen gaan over: het niet tijdig betalen van de huur, het veroorzaken van overlast, enz. Deze maatregel past in een evolutie waarbij steeds meer grondrechten afhankelijk worden gemaakt van tegenprestaties. Overlast, die het leven van medebewoners vergalt, wordt doorgaans veroorzaakt door identificeerbare individuen. Bestaande sanctiemechanismen volstaan om dit probleem aan te pakken. Kortsluiting tussen huurder en verhuurder kan voorkomen worden met goede woonbegeleiding en hiervoor is een betere afstemming tussen het Vlaams woon - en welzijnsbeleid noodzakelijk. Uithuiszetting is alleen dan onafwendbaar wanneer alle middelen om dit te vermijden werden uitgeput. Hiervoor hoef je echt niet de woonzekerheid van alle kandidaat-huurders op te offeren en het ‘recht op wonen’ uit te hollen.

In het recente verleden werd een proefballonnetje opgelaten om de inkomensgrenzen, die toelating geven tot de sociale huisvesting, te verhogen teneinde de financiële leefbaarheid van de SHM’s te verbeteren en een ‘gezonde’ sociale mix te bewerkstelligen. Wij hopen dat deze voorstellen definitief in de ijskast blijven. Het optrekken van inkomensgrenzen zal ontegensprekelijk de wachtlijsten vergroten en de wachttijden verlengen. Vandaag wachten 74.000 kandidaat-huurders op een woning. Volgens onderzoek zijn er 185.000 bijkomende sociale huurwoningen nodig om iedere private huurder, die beantwoordt aan de huidige inkomensgrenzen, te bedienen. Door instroom te geven aan een grotere doelgroep zullen nog minder sociale woningen beschikbaar blijven voor lage inkomensgroepen. Deze mensen worden op hun beurt overgeleverd aan de harde wetten van vraag en aanbod op een steeds kleiner wordende private huurmarkt. Zij moeten het stellen met woningen van lage kwaliteit tegen onverantwoord hoge huurprijzen of zij komen terecht in het grijze wooncircuit van de huisjesmelkerij, op kamers en op campings …
Het sociaal huurprijsstelsel is een solidair stelsel waarbij verondersteld wordt dat hogere inkomens mee de huur betalen van de lage inkomens. Als gevolg van groeiende dualisering in onze samenleving is de instroom van vervangingsinkomens in de sociale huisvesting de voorbije jaren exponentieel toegenomen. Dit zorgt ervoor dat SHM’s, die een groot percentage kansarmen huisvesten, zelf in financiële moeilijkheden geraken. Dit is op termijn onhoudbaar en dreigt een rem te zetten op de noodzakelijke uitbreiding van het sociale huurpatrimonium (slechts 6% van het Vlaamse woningbestand). SHM’s verhogen bovendien stelselmatig de basishuurprijzen om hun rekeningen sluitend te houden en treffen hierdoor vooral die huurders die in ieder geval de helft van de gestegen basishuurprijs moeten betalen, de mensen met lage inkomens. Wij vragen dan ook met aandrang dat het nieuw sociaal huurbesluit gekoppeld wordt aan de herziening van het financieringsmechanisme, met een stelsel van brede maatschappelijke solidariteit waardoor de last op SHM's wordt afgenomen.
Als opbouwwerkers appreciëren wij de intentie van de Vlaamse regering om sociale huurders meer inspraak en participatie te geven in het woonbeleid. Het is in deze geest en met grote bezorgdheid voor het armere en allochtone deel van onze bevolking dat wij aandacht vragen. Wij rekenen erop dat de goedgekeurde voorstellen van de regering de toegankelijkheid van sociale huisvesting voor diverse groepen niet zal afremmen overeenkomstig de doelstellingen van een ‘sociaal’ woonbeleid. Het invoeren van proefperiodes, het opleggen van taalvoorwaarden, het stelselmatig verhogen van basishuurprijzen (waarvan de lage inkomensgroepen het volle gelag betalen), de lange wachttijden, het chronische tekort aan betaalbare huurwoningen, de verkoop van sociaal patrimonium maken ons echter ongerust.

Wanneer de Vlaamse regering de leefbaarheid voor ogen heeft van onze sociale woonwijken, dan willen wij hen graag een alternatief bieden voor overdreven sanctioneringsdrang die het ‘recht op wonen’ aantast. Wij vragen waardering en (financiële) steun voor het talloze vrijwilligerswerk in de wijken, gedragen door bewoners zelf en daarom zoveel meer duurzaam. Wij vragen middelen voor leefbaarheidsprojecten in die probleembuurten waar het vrijwilligerswerk ontoereikend is. Wij vragen meer individuele en gezinsbegeleiding die leefbaarheidsproblemen voorkomt en aanpakt. Kortom, wij vragen andere accenten.