De manifestanten gaven gehoor aan de oproep van gisteren, gelanceerd door de ngo's 11.11.11 (België), Association Africaine de Défense des Droits de l’Homme – ASADHO/Katanga (DRC), Bank Information Center – BIC (VS), Broederlijk Delen (België), Centre d'Etudes Pour l'Action Sociale – CEPAS (DRC), Fatal Transactions (Internationaal), NiZA (Nederland), Rights and Accountability in Development – RAID (VK), Réseau d'Organisations des Droits Humains et d'Education Civique d'Inspiration Chrétienne - RODHECIC (DRC).

Al deze organisaties onderschreven een memorandum die de inhoud van de mijnconctracten afwijzen die werden afgesloten in de DRC tijdens de transitieperiode. Ze willen ook de aandacht trekken van de vergadering die Minister De Gucht en De Decker hebben samen geroepen op de conferentie, in aanwezigheid van Paul Wolfowitz, president van de Wereldbank en de algemeen secretaris van de OESO. Zij moeten drukken op de noodzaak tot heronderhandeling van de mijncontracten in Congo. Het gaat hier om een essentiële inkomstenbron voor het land.

Gisteren nog herinnerde Marc-Olivier Herman van de Belgische ngo Broederlijk Delen aan het voorbeeld van Liberia: "presidente Ellen Johnson-Sirleaf is er recent in geslaagd (december 2006), met internationale hulp, om een heel belangrijk contract met de groep Arcelor-Mittal te heronderhandelen. Dat contract was uitzonderlijk nadelig voor het land, en eveneens een erfenis van de vorige transitie regering." Dit alternatief voor een duurzame exploitatie van de natuurlijke rijkdommen kan ook in Congo zorgen voor ontwikkeling en reconstructie van de samenleving.