Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Allochtonen beter vertegenwoordigd in het Hoger Onderwijs dan in de politiek

Allochtonen beter vertegenwoordigd in het Hoger Onderwijs dan in de politiek

Enkele gegevens over deelname allochtonen in het Hoger Onderwijs, voor de studiedag van Attafsier op 21 april 2007. Voortgaande op het jaarboek van het Onderwijs in de Vlaamse gemeenschap 2005-2006, het aantal vreemdelingen in de merkwaardige bevolkingskubus op de site Vlaanderen-statistiek en eigen berekening van 'vreemde afkomst' op npdata, konden enkele cijfers samengebracht worden over de deelname van 'vreemdelingen' en allochtonen aan het hoger Onderwijs in Vlaanderen. Deze lijkt minder een kwantitatief probleem dan het soms 'vruchteloze' van deze deelname. Bijgevoegde grafiek toont het volume belgwordingen per leeftijdsjaar tussen 1997 en 2004 voor Marrokaanse vreemdelingen in vlanderen.

Voor alle cijfers en ciommentaar zie http://www.npdata.be/BuG/57.

Mar-1997-2004_27810_image001.gif

Evolutie Marokkaanse vreemdelingen Vlaanderen 1997-2004

De vaststellingen zijn gelijklopend: aanwezigheid van vreemdelingen in het onderwijs met 70% van hun gemiddelde aanwezigheid in de bevolking, over alle leeftijden heen. Bij jongeren zal die aanwezigheid hoger liggen zodat de relatieve aanwezigheid lager zal liggen dan 70%. Bij deze 'vreemdelingen' zijn natuurlijk goed wat 'derde wereldstudenten' begrepen. Voor elke vreemdeling is er één nieuwe Belg, zodat kan verondersteld worden dat voor elke vreemdeling één nieuwe Belg in het Nederlandstalige onderwijs aanwezig is. Uiteraard weten we niet of studenten van niet-Europese afkomst in dezelfde mate als van Europese afkomst in het onderwijs aanwezig zijn.

Het onderzoek van Maheu voor de Koning Boudewijnstichting in 2001 laat evenwel een gelijklopend cijfer zien voor studenten van Marokkaanse en Turkse afkomst, nl 58% aanwezigheid in het hoger Onderwijs in vergelijking met hun gemiddelde aanwezigheid in de bevolking.

De proef op de som wordt gemaakt in het recente onderzoek van Almaci-De Schryver. Zij tellen 5,9% allochtonen in hun onderzochte pilootprojecten. Tegenover een aanwezigheid van 9,7% allochtonen (=van vreemde afkomst en hun kinderen) is er dus een vertegenwoordiging van 61% in het HO in vergelijking met hun gemiddelde aanwezigheid in de bevolking, en dat ligt volledig in de lijn voor de voorgaande vaststellingen.

In feite zijn de allochtonen beter vertegenwoordigd in het onderwijs dan in de politiek. Een verbetering van de toestand zou mede kunnen afhangen van het verhogen van de allochtone aanwezigheid in de politiek zodat de 'contextuele' factoren, zoals hierboven geschetst, verbeteren.

Ook kan men zich afvragen waarom het KBS-onderzoek van 2001 van Maheu geen opvolging of updating gekend heeft. De interesse van wetenschap of universiteit voor belangrijke sociale doelen valt meestal weg met het vinden van ander werk door onderzoekers of financiering voor andere projecten door universitaire instituten. Ontwikkeling en continuïteit van (probleembetrokken en beleidsvoorbereidend) Toegepast Sociaal en Sociologisch onderzoek is in Vlaanderen ondermaats ontwikkeld.

Marokkaanse en Turkse vreemdeling per leeftijdsjaar tussen 1997 en 2004: "volume" Belgwording

In onderstaande grafiek wordt het aantal Marokkaanse vreemdelingen uitgezet per leeftijdsjaar voor 2004 (vanaf 7 jaar) en voor 1997 met doorschuiving van 7 jaar, zodat zichtbaar wordt hoeveel van de 0 tot1-jarige Marokkanen in 1997 in 2004 vreemdeling zouden zijn, bij gelijke toestand, dwz zonder de Belgwording en zonder remigratie. Door na te gaan hoeveel Marokkaanse vreemdelingen van 7 jaar in Vlaanderen verblijven in 2004 wordt het saldo zichtbaar van wie Belggeworden is + de bijkomende vreemdelingen (de nieuwe immigratie) in elk leeftijdsjaar. Zo wordt duidelijk dat er bij de 18-35 jarigen een piek is door wat allicht de 'volgmigratie' genoemd wordt. Dit is een 'structureel gegeven, dat, evenals de immigratie in het algemeen, onderschat is en wordt, want het betekent een input van allicht minder gekwalificeerde jongvolwassenen die op termijn van jaren langs taalverwerving en volwassenenonderwijs hun ontwikkelingskansen kunnen/moeten krijgen. Zeker ook voor de kinderen die uit deze huwelijken voortkomen en die veel vroeger, intenser en pedagogisch meer aangepast dienen opgevangen (waarom geen 'Berber taalles' op 3,4 jaar? als eerste integratie in de kleuterklas bijvoorbeeld). Dit vraagt evenwel een structurele declic van het onderwijs. Doordat het 'diplomerend' onderwijs, behoudens voor verpleegkunde, in Vlaanderen praktisch onbestaande is, België staat hier nog altijd op de allerlaatste plaats van OESO-landen, is men nog altijd niet voorbereid om langs het diplomerende volwassenenonderwijs vooral voor de allochtone bevolkingsgroep een perspectief te bieden. Onderstaande grafieken werden opgemaakt met gegevens uit de bevolkingskubus.

Voor de Turkse bevolking geeft de verdeling per leeftijdsjaar een gelijkaardig beeld, alhoewel hier de Belgwording meer bij de 32 tot 50 jarigen gesitueerd is. In 2005 was 80% van de inwoners van Turkse afkomst Belg geworden, bij de Marokkanen was dat 76%.

Besluit: De toekomst is roos- en hoe dan ook veelkleurig.

De kwantitatieve vertegenwoordiging van allochtonen in het onderwijs is volgens voormelde cijfers niet zozeer een probleem, wel de 'vruchteloosheid' waarmee de schoolloopbaan Hoger Onderwijs voor nog al wat allochtonen verloopt. Het resultaat en diploma is maar voor de helft weggelegd in vergelijking met de autochtone Vlamingen. Maar ook hier is de variabele 'arbeidskind' allicht belangrijker dan het 'allochtoon-zijn'. Of gewoon de 'volkse wijsheid' dat een kwalitatieve verhoging van onderwijsniveau van arbeiders maar stapsgewijze kan gebeuren, dwz dat binnen één generatie er met vrucht meestal maar één niveau (van lager naar hoger secundair, van secundair naar Hoger Onderwijs) overbrugd wordt, individuele uitzonderingen niet te na gesproken. En zoals gezegd, op 4 jaar tijd is er een complete wisseling van Hoger Onderwijspopulatie, op 15 jaar van kleuter-, lager en secundair onderwijs. De toekomst is roos- en hoe dan ook veelkleurig.

Ben ik nu de enige die het

Ben ik nu de enige die het een beetje vreemd vindt dat een wetenschapper zoveel publicaties per jaar kan produceren?

Ik heb het gevoel dat Jan Hertogen zo om de maand met gedetailleerde voorspellingen en statistieken komt over het stemgedrag van allochtonen, de bevolkingsevoluties van Brussel, enz... enz...

Hoe accurraat is dat eigenlijk allemaal?

Volgende onderwerp

Beste,

Je kan je ook het omgekeerde afvragen, waarom sociale wetenschappers niet met meer op de proppen komen, sociologie als catalysator, transformator, accelerator van maatschappelijk denken en actie. Voorzover ik vaststel dat niemand anders met het elementaire bezig is probeer ik leemtes mee in te vullen.

Zodus is m'n volgende productie al te vinden op http://www.npdata.be/BuG/58: "Werkzaamheidsgraad bijgesteld: 50,5% voor 55-59 jarigen, 19,7% voor 60+".

De accuraatheid hangt rechtstreeks af van de kwaliteit van de bronnen, en die bestaan merendeel uit publieke en voor iedereen beschikbare gegevens. En elke vaststelling is te bevestigen of geargumenteerd tegen te spreken. Dat is het 'wetenschappelijk' debat.

Jan Hertogen, socioloog uit de Leuvense school van Ward Leemans, waar de socioloog deel wordt van de probleemformulering en mee zoekt naar de probleemoplossing door beleidsondersteuning en mobilisatie.